Een mens kan zich zo slecht voelen dat er geen woorden voor bestaan. “Laat hem met een stok op een gong slaan – BAM! – en je zal meteen begrijpen welke pijn hij voelt.” Een gesprek met Jos De Backer over het helend vermogen van muziektherapie.

De therapeut speelt op de piano een muzikale rêverie. Naast hem zit een jongen, schommelend, handen en armen ongecontroleerd bewegend. De therapeut kent zijn patiënt, probeert improviserend op de piano vorm te geven aan wat er in hem omgaat. Na een poosje slaat ook de jongen een paar toetsen aan. De therapeut reageert op die klanken. Weer volgt een respons van de jongen: plink, plink! De therapeut speelt verder, zorgt voor achtergrondmuziek waar de jongen op inpikt. Wanneer de jongen het tempo opdrijft, doet de therapeut mee. Er ontstaat interactie: ze spelen samen.

Het is een ontroerend tafereel. Of er ook esthetisch of technisch correct wordt gespeeld, doet niet ter zake. Het gaat erom dat de jongen zich kan uiten en zich begrepen voelt.

Een ander tafereel laat zien hoe een andere jongen die vanwege te agressief gedrag van school was gestuurd en in het begin van de muziektherapie alles kapotsloeg, nu via zijn slagwerk communiceert met de piano van de therapeut. Hij leeft zich uit in het slagwerk, de therapeut volgt zijn ritme. Wanneer hij wil stoppen omdat hij zijn emoties bijna niet meer aankan, nodigt de therapeut hem uit om toch verder te gaan. De jongen gebruikt nu zijn stem, begint wat te zingen: “lalala”. De therapeut reageert: “lalala”. Ze zingen samen: “lalala”.

J os De Backer werkt als muziektherapeut in het Universitair Centrum van Kortenberg en is docent aan de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, beter bekend als het Leuvense Lemmensinstituut, waar zeven jaar geleden met een opleiding muziektherapie werd gestart.

Muziektherapie werd ook vroeger al in de hulpverlening toegepast, maar de opleiding aan het Lemmensinstituut wil de aanpak professionaliseren. Recent werd er een beroepsvereniging voor muziektherapie opgericht. Daar kunnen enkel therapeuten lid van worden die beantwoorden aan internationaal erkende normen.

Op het Lemmensinstituut gaat men ervan uit dat de muziektherapeut in de eerste plaats een kunstenaar is, maar daarnaast is hij of zij ook een psychotherapeut. De opleiding is sterk psychoanalytisch georiënteerd. Behalve een muzikale moet de student ook een psychotherapeutische identiteit ontwikkelen. Het volgen van een psychotherapie maakt dus deel uit van de opleiding.

Ervan uitgaan dat muziek de zeden verzacht is immers een al te simplistische benadering van het complexe effect dat muziek op de menselijke psyche kan hebben. Jos De Backer: “Muziek heeft te maken met emotie en wordt in onze maatschappij, die eerder op het visuele is gericht, meer gebruikt als verstrooiing, als muzikaal behangpapier. We komen thuis, willen de eenzaamheid verdrijven, zetten de radio aan. Daarbij kiezen we voor de zender waar we ons het meest in herkennen: radio 1, radio 2, Studio Brussel. We zetten vooral muziek op om ons een soort thuis te bezorgen, een soort tweede huid waarin we ons kunnen koesteren. Het is vooral de vorm in de muziek die ons houvast geeft: er is een begin en een einde – zowel bij een lied als bij iets instrumentaals -, er zijn thema’s, er is een refrein dat telkens terugkomt. Dat geeft structuur en structuur geeft altijd veiligheid. Dat is van belang in de psychiatrie. Psychotici die mentaal niks meer kunnen vasthouden, door emoties en beelden overspoeld worden, kunnen door het luisteren naar muziek hun gedachten structureren. Dat doen we overigens zelf ook.

Muziek heeft een aantal aspecten die de menselijke psyche enorm kan beïnvloeden: tempo, dynamiek, ritme, toonhoogte, enz. Hoe hoger een melodie klinkt, hoe emotioneler het wordt. Repetitieve muziek als house is eerder eindeloos, heeft als het ware geen muzikale vorm. Dat is bij een bepaalde populatie erg in trek: bij jongeren die zich willen terugtrekken in een regressie. Je kan die discotheken beschouwen als een soort baarmoeder waar het meestal zeer warm is en waar de belichting voor een soort wazigheid zorgt. Men verliest er zijn identiteit. Dat is op zich niet slecht. Als men er geen misbruik van maakt, is het gewoon een manier om te ontsnappen aan de druk van de maatschappij. Maar als men er drugs bij gebruikt om dat gevoel nog te versterken, gaat men in de richting van een pathologie; dan wordt het ziekelijk.”

Wat is de waarde van een boek als “De muzikale huisapotheek”, waarin voor verschillende gemoedsgesteldheden een welbepaald muziekstuk wordt aangeraden? Versterkt Bach het zelfvertrouwen?

Jos De Backer: Dat is larie. Dat boek is puur commercieel. De auteur, Christoph Rueger, heeft één keer een voordracht gegeven en is afgegaan als een gieter. Er bestaan ook kwakzalvers die zogenaamde klanktherapie aanbieden voor alle mogelijke problemen: slaapstoornissen, depressie, autisme, studieproblemen. Ik heb nog niemand ontmoet die daar enige baat bij heeft gehad.

Muziek is subjectief en altijd verbonden met onze culturele achtergrond. Natuurlijk kan je zeggen dat bepaalde muziek een bepaalde sfeer oproept. Als therapeut kunnen wij ook zeggen aan psychotici dat house niet goed voor hen is. Zij zijn meer gebaat bij heel gestructureerde muziek die niet te emotioneel is.

In De muzikale huisapotheek wordt muziek gebruikt als een medicament. Maar muziek op zich werkt niet, je kan er niet door genezen, er niet door veranderen. Ze kan maar een therapeutische invloed hebben in een therapeutische behandeling. Als je depressief bent, volstaat het niet om aan iemand een cassette met goede therapeutische muziek te vragen.

Maar iemand die depressief is, kan zich door te luisteren naar muziek toch wel beter gaan voelen?

Mensen met een depressie zullen niet naar muziek luisteren, want alle genot is weg bij hen. Wij gaan uit van het principe dat je de patiënt afhaalt waar hij zich bevindt. Als we een depressief iemand behandelen, beginnen we niet met een vrolijke deun. We gaan op zoek naar iets dat zijn ziektetoestand benadert: langzame of melancholische muziek waar hij zich kan in terugvinden. Depressieve mensen zoeken dat ook zelf op. Het is bijna een natuurlijk fenomeen dat je op zoek gaat naar dat waar je jezelf in herkent. Daarna kan je de muziek geleidelijk veranderen.

Het is voor iedereen anders. Iemand die opgevoed is met popmuziek, benader je niet met klassieke muziek want dat roept dan geweldige weerstand op. Je kan dus niet zeggen: dié muziek is gezond. Wij zeggen wel dat klassieke muziek gezond is omdat die gestructureerd is, omdat er variatie inzit, enz. Wij zeggen dat house neigt naar regressie. Maar dat is ook niet altijd waar. Je kan niet zeggen dat jonge mensen die hele dagen naar house luisteren allemaal ziek zijn, ze zitten in een bepaalde ontwikkelingsfase waar ze doorgaans allemaal uit geraken.

Als je een frustrerende dag achter de rug hebt, zenuwachtig en agressief gemaakt bent, zet je geen zacht melodietje op. Dynamische muziek waar je je agressiviteit in kwijt kan, zal een positievere invloed hebben. Muziek kan in onze plaats een gevoel uitdrukken. Pas wanneer dat gevoel naar de muziek wordt verlegd, kan je er afstand van nemen.

Men vraagt mij weleens: wat is goede muziek? Maar daar kan ik niet op antwoorden. Muziek is zo persoonlijk en complex. Daarom is het ook zo moeilijk een cd voor iemand anders te kiezen. Het blijft wel een van de mooiste geschenken, omdat de muziek dan een meerwaarde krijgt. Je luistert anders: waarom heeft hij of zij mij net deze cd gegeven?

Als ik als therapeut tegen iemand zeg dat ik deze melodie heel specifiek voor hem heb uitgekozen en dat die hem zal helpen, zal hij dat geloven. Het werkt als een placebo. Maar je kan beter samen met iemand op zoek gaan naar muziek in plaats van te beslissen wat goed is voor de ander.

Mensen kunnen dus best muziek uitzoeken die aansluit bij hun gevoelens van het moment?

Dat is correct. Muziek bestaat maar bij de gratie van de luisteraar, bestaat uiteindelijk slechts uit golven die wij interpreteren. Het kan best dat iemand na een drukke dag meteen iets rustigs verkiest. Het gaat dan om iemand die de mentale draagkracht heeft om zelf frustraties te verwerken. Het is ook de vraag of iemand die na een drukke dag een cd oplegt de bedoeling heeft daar gericht naar te luisteren of eerder iets wil als achtergrond om een sfeer van rust te brengen. Wie heel gericht zou luisteren, zou misschien andere muziek kiezen.

Is kennis van muziek belangrijk voor wie ernaar luistert? Vergroot een muzikale achtergrond het effect?

Je kan op verschillende manieren genieten van muziek: emotioneel, rationeel, technisch,… Als ik met de partituur bezig ben, geniet ik op een andere manier. Ik analyseer die muziek en dat geeft een ander soort genot dan wanneer ik ze puur op mij laat afkomen. Ik vermoed dat wie geen kennis heeft van muziek maar ervan doordrongen is en zich er volledig aan kan overgeven, en meer geniet dan wie ze door en door kent.

Het grootste genot beleef je op de momenten waarop je jezelf overgeeft aan de muziek. Kennis kan dat verhinderen. Je kan van die kennis loskomen, maar daar is een mentale rijpheid voor nodig. Men spreekt soms over het oceanische ik-gevoel: je hebt geen tijdsbesef, geen ruimtegevoel en je weet niet meer wie je bent, je bént de muziek. Dat is eigenlijk het mooiste wat er is, het gaat om een overgave zoals je je aan de slaap overgeeft. Veel mensen kunnen dat niet meer loslaten, hoewel ze dan pas zouden kunnen genieten. Ze willen alles controleren. Relaxatietherapeuten maken zo vaak gebruik van muziek omdat die je bijna dwingt om stil te staan. We beginnen de therapie ook altijd met inlevingsoefeningen. Het innerlijk stil worden is soms belangrijker dan de muziek zelf.

Muziek opzetten betekent voor ons vaak gewoon een knop indrukken en ondertussen doen we nog van alles. Wie echt wil genieten, moet er tijd voor vrijmaken en in de zetel gaan zitten of liggen om te luisteren. Overigens is de manier waarop je naar muziek luistert zeer belangrijk. Liggend luisteren is emotioneler. Neurotische mensen gaan niet liggen, want dat impliceert al een overgavevaardigheid, het houdt een zeker risico in. Zittend kan je meer bewust luisteren.

Daarnaast is het natuurlijk zo dat actief musiceren veel meer invloed heeft dan het luisteren. Wie actief musiceert, maakt er ook echt tijd voor.

Op school lijken de kinderen vooral kennis over K3 te vergaren.

Als je de muzikale taal wil aanleren, zou je eigenlijk in de kleuterschool moeten beginnen: in het secundair onderwijs is het eigenlijk al te laat. Ik pleit ervoor dat men in de lagere school minstens twee uur muziek zou geven. Wetenschappelijk is ook bewezen dat hoe sterker je bent in muziek, hoe beter je bent in wiskunde, hoe beter in taalvaardigheid. Het stimuleert ook de emotionele en sociale ontwikkeling. Eigenlijk is het een perfecte methode om kinderen op een constructieve manier op te voeden.

Men zou vooral meer ervaringsgericht moeten werken. Als ik met acht conga’s naar een klas ga, zijn de kinderen wild enthousisast. Maar als ik begin met do, re, mi, fa, sol, haakt de helft af! Alleen in België wordt nog notenleer gedoceerd. En men begint met blokfluiten! Dat zijn moeilijke instrumenten. Ik begrijp het echt niet. Het is toch duidelijk dat de jeugd het ritmische opzoekt. Ook in de ontwikkeling van de muziek zie je dat er eerst ritme was, nadien kwam de melodie erbij, nadien harmonie. Maar in het muziekonderwijs begint men met de melodie en vergeet men het ritme. Laat die kinderen toch slagwerk doen en ze worden prachtige muzikanten! Door meer ervaringsgericht en improviserend te werken, zouden ze ook merken dat ze inderdaad muziek kúnnen spelen. De meeste mensen die geen muziekonderwijs hebben gevolgd, zeggen dat ze niks van muziek kennen. Maar iedereen kan muziek spelen. Als we hier een uurtje op trommels zouden slaan, zou je meteen een aantal ritmes kennen en zeggen: hé, ik kan dat toch. Dat zien we ook bij patiënten.

Het genot van actief musiceren is tien keer groter dan bij het luisteren. En het grootste genot is niet het spelen van een partituur, maar het vrij improviseren. Op zoek gaan naar je eigen melodie, je eigen ritmes. Dat kan ook met de stem. Op onbewaakte momenten, bijvoorbeeld onder de douche, neuriën we nog weleens, maar wat we als kinderen automatisch deden, geraken we later kwijt. We zijn vastgeroest in het idee dat het esthetisch moet klinken, maar wat is esthetiek? In muziektherapie is het esthetische niet belangrijk.

Waarom komen mensen naar een muziektherapeut?

Vaak zijn het mensen die weten dat muziek invloed heeft op hen en voor wie muziek meer betekent dan het woord. Ze zijn jaren bij een psychotherapeut geweest maar hebben het gevoel dat er niks verandert. Ze zeggen: ik kan er niet over praten, misschien kan ik erover spelen. Muziektherapie is niet beter dan verbale therapie maar heeft het voordeel dat er meer vanuit de ervaring, de beleving wordt vertrokken. Je kan spanning oproepen en als je spanning speelt, is dat anders dan wanneer je erover spreekt.

Een patiënt kan zeggen: ik voel me zo rot, ik kan het niet verwoorden, je kan het niet begrijpen. Maar als je hem met een stok tegen een gong ziet slaan – BAM – dan hoor je de pijn, voel je die. Dan zegt die patiënt: dát is het. Daarna merk je ook dat dat rotte gevoel voor hem wég is. Hij heeft het kunnen uitdrukken. Men zegt dat muziek spelen gevoelens opwekt, maar eigenlijk brengt ze ons weg van het gevoel. Als ik mijn angst speel, breng ik die naarbuiten, deel ik die mee aan iemand. Dat is minder bedreigend dan het zoeken naar woorden, want die worden toch altijd verkeerd begrepen. Bij muziek heb je die misvattingen nooit, muziek bedriegt nooit, is eerlijk.

Wat wij als therapeuten horen, interpreteren we niet maar beleven we. Het is natuurlijk vrij gecompliceerd. Een patiënt kan zeggen dat hij zich goed voelt terwijl je in zijn muziek verdriet hoort. Dan kan je dat ter sprake brengen. Dan kan hij het verdriet toelaten en er afstand van nemen.

De persoonlijkheid, de betrouwbaarheid van de therapeut is erg belangrijk. Eigenlijk belangrijker dan de methode die je toepast. Wij hebben gekozen voor het psychoanalytisch model omdat muziek daar het dichtst bijligt. Improviseren is eigenlijk associëren. Maar op de afdeling waar ik werk, wordt geen psychoanalyse in orthodoxe zin toegepast. We denken analytisch maar werken structurerend, anders krijg je chaos. Muziek kan ook gevaarlijk zijn. Het eindeloos herhalen van bijvoorbeeld het Requiem van Mozart op een zeer sterk volume kan een psychose uitlokken. Een patiënt kan zich daar totaal in verliezen, alles wordt grenzeloos. Ja, je kan ook gek worden van muziek.

Lemmensinstituut: Tel. 016-23 39 67.

Johanna Blommaert / Tekening Sandra Schrevens / Foto Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content