Net nu we het verschil kennen tussen sms en msn, worden we alweer overspoeld door een nieuwe generatie multimedia, gadgets en ander technologisch vernuft. Weekend Knack test een paar van die snufjes uit.

De iPhone : krachtigste kleitablet ooit

Een glad, gelikt ding is het, zo’n iPhone. Je krijgt de neiging het te strelen en telkens als je het uit je binnenzak haalt, voel je een zekere trots. Producten van Apple hebben de reputatie erg intuïtief te zijn zodat je er onmiddellijk mee aan de slag kan. Toch komt het boekje eraan te pas voor ik doorheb hoe je terug naar het beginscherm geraakt : door met je duim op de centrale knop te drukken onderaan.

Voor de rest werkt het ding transparant en voorbeeldig. Binnen de kortste keren raadpleeg ik de weersvoorspellingen, zie ik hoe laat het in Tokio is, bekijk filmpjes op YouTube en surf op het internet. Maar zulke kleine lettertjes ! Pas als de mevrouw van Apple het mij uitlegt, krijg ik door dat je probleemloos kunt inzoomen door met je duim en wijsvinger het scherm ‘open te trekken’. Intuïtief, jazeker, maar er zijn toch een paar knepen die je eerst in de handleiding moet lezen. Laat ik dáár nu een hekel aan hebben.

Voor de rest niets dan lof over dit krachtigste gadget dat mij ooit in handen kwam. Hoewel ik geen aandelen bezit, klik ik dagelijks een paar keer op het icoontje ‘stocks’ om te zien of de wereldeconomie verder de dieperik inbanjert. De Dow Jones en Yahoo zijn standaard voorzien, maar met een minimum aan inspanning voeg je de koersen van bijvoorbeeld Fortis en Dexia toe. Dramatische grafiekjes.

Er zijn echter boeiender dingen dan de beurs. De kracht van de iPhone blijkt pas ten volle tijdens de redactievergadering op dinsdag. Hoe we ertoe komen, weet ik niet, maar op een gegeven moment zijn we allemaal op zoek naar de beginzin van De Avonden van Reve. Iedereen heeft wel ergens de klok horen luiden, maar waar de klepel hangt weten we niet. “Het was iets met een horloge aan een spijker…” Onopgemerkt raadpleeg ik de iPhone en binnen de paar minuten kan ik de gezochte openingszin letterlijk citeren. Het zijn dingen waar je indruk mee maakt – tenzij op vrouwen, want ’s avonds in het restaurant merk ik al vlug dat die er een hekel aan hebben als je in hun aanwezigheid je iPhone bepotelt. Er kleeft toch ook een beetje een nerdy imago aan vast. De geest van Vincent Van Quickenborne.

Toch geeft het een kick om, pakweg op het toilet, met dit compacte apparaatje de verzamelde kennis van de mensheid te kunnen raadplegen. Nooit eerder in de wereldgeschiedenis is dit mogelijk geweest, besef ik, terwijl ik met de ene hand de geboortedatum van Obama opzoek en met de andere naar het wc-papier graai. Nadeel is dat je ook in de file de neiging krijgt om te surfen, en dat je nergens meer veilig bent voor e-mails en de Bel-20. Bellen met de iPhone voelt overigens een beetje raar aan. Het ding is breder en ligt minder goed in de hand dan de gemiddelde gsm. Je krijgt het gevoel dat je een kleitablet tegen je oor houdt – een hypermoderne versie dan. En om een sms te versturen mag je voorwaar geen worstvingers hebben.

Toch wil ik, zoveel is duidelijk, graag zo’n kleitablet in mijn bezit. Alleen het prijskaartje kan mij nog tegenhouden : meer dan 600 voor de zwaarste versie. Dat is veel geld voor een hebbeding dat je uiteindelijk niet nodig hebt. Tenslotte kan elke computer – behalve bellen – hetzelfde als de iPhone, alleen minder mobiel. Is het, behalve indrukwekkend, ook nodig om op café en in het park te kunnen mailen en surfen ? Misschien moet ik niet per se een early adopter zijn, maar kan ik beter nog even wachten. Tot iemand iets doet aan die suffe wet op de koppelverkoop.

(JPM)

Facebook : de vriendenclub anno 2008

Wat kan een veertiger doen om bij te blijven in deze flitsende tijden ? Een Facebookpagina aanmaken bijvoorbeeld. Sinds een maand ben ik ook op Facebook, zoals dat in het jargon heet. Ik heb 68 vrienden en ben fan van onder meer Vanity Fair en het hilarische YouTube-filmpje Ken Lee. Mijn internetvrienden kunnen op mijn Facebookprofiel lezen wanneer ik jarig ben en met wie ik getrouwd ben. Af en toe vul ik ook mijn zogenaamde ‘status’ in (wat iemand denkt of aan het doen is). Als ik dat zou willen, kan ik hele fotoalbums posten en toegankelijk maken voor al mijn vrienden, kan ik bij een vriend een boodschap achterlaten op zijn of haar prikbord, waarbij alle andere vrienden over de schouders kunnen meelezen en meepraten.

Volgens een recente studie van het markonderzoeksbureau Insites zijn vier op de tien Belgen boven de achttien lid van so-ciale netwerksites. Facebook is van die sites in ons land veruit de populairste, voor LinkedIn en Netlog (dat vooral bij jongere tieners zeer populair blijkt). Die cijfers verbazen mij. Dat je om professionele redenen LinkedIn ‘bent’, lijkt haast logisch. Het is een zakelijk netwerk, waarbij contactgegevens uitgewisseld worden. Handig, praktisch, een adressenboekje moderne stijl.

Bij Facebook ligt het anders. In 2004 ontstaan als een netwerk van Amerikaanse studenten aan Harvard College, zijn de meeste van mijn ‘vrienden’, zoals bij het gros van de Facebookers, een mix van familie, vrienden en professionele contacten. Dus kijk je beter uit wat je op Facebook gooit. Vraag dat maar aan de dertien werknemers van luchtvaartmaatschappij Virgin Atlantic die onlangs ontslagen werden nadat ze op Facebook passagiers hadden beledigd en geopperd dat de vliegtuigen van Virgin Atlantic vol kakkerlakken zaten. Zelf voel ik niet de behoefte op Facebook te gaan schelden op mijn werkgever, maar ook veel onschuldiger dingen wil ik niet noodzakelijk met mijn 68 vrienden delen.

Sollicitanten, denk eraan : veel werkgevers screenen tegenwoordig hun kandidaten op internet. Foto’s van zatte feestjes en flirterige vakanties zijn niet per definitie een goede zet.

Maar verder kan Facebook gewoon leuk zijn. Na vijf jaar heb ik opnieuw contact met een verre Amerikaanse neef. Een eerste blik op zijn profiel leerde mij dat hij verhuisd en getrouwd was (een knappe vrouw zag ik op de foto’s), medische studies doet en een groot Obama-fan is. Dichter bij huis moet ik vaak lachen met wat mijn schoonzus op Facebook optekent, kan ik volgen hoe het enkele ex-collega’s vergaat en heb ik via vrienden die YouTubefragmenten posten, al hilarische filmpjes gezien.

Onvermijdelijk is Facebook ook uitgegroeid tot een belangrijk marketinginstrument. Dat het netwerk een wervende kracht heeft, bewees Barack Obama die een groot deel van zijn campagne via Facebook voerde.

(TM)

Netbook : de ideale reisgenoot

De iPod, de Blackberry, de iPhone, de gameconsoles – allemaal kon ik ze weerstaan. En mijn eerste digitale camera kocht ik pas twee jaar geleden. Eigenlijk zijn de laatste technische revoluties waar ik voluit in meeging het internet en de omschakeling van vinyl naar de cd. Om maar te zeggen dat ik bij elk nieuw snufje niet meteen naar de winkel hol. Zulke hypes duren maar even, denk ik dan, en ook als statussymbool spraken technologische gadgets nooit tot mijn verbeelding.

Tot halverwege dit jaar de zogenaamde netbook of ultramobiele minilaptop verscheen. Het concept – een goedkope pc waarmee je overal op stap kunt, maar die over alle basisfuncties beschikt – komt van computerwetenschapper Nicholas Negroponte, die zo vooral kinderen in ontwikkelingslanden en lage inkomensgroepen wilde bereiken. Alleen pakte het anders uit : de Eee PC van Asus, een minilaptop voor 300 euro, sprak al gauw ook andere doelgroepen aan, zoals huisvrouwen en zelfs zakenmensen. Bij speelgoedketen Bart Smit was het toestel vrijwel meteen uitverkocht.

En dus worden dit najaar maar liefst honderd nieuwe netbookmodellen verwacht, van zowat alle fabrikanten. Tien miljoen zullen er wellicht van verkocht worden dit jaar, en in 2009 zouden er nog eens dertig miljoen over de toonbank gaan. Het verbaast me zelfs dat er niet méér van verkocht worden. Want vergis je niet : de Swatch onder de pc’s is de toekomst.

Zelf gebruik ik mijn Aspire One van Acer nu enkele weken, en ik vraag me al af waartoe een grote logge pc thuis nog dient. Het toestel, waarde 399 euro, is niet alleen kleiner dan een A4 en weegt amper 900 gram, het heeft ook Windows XP als besturingssysteem en een krachtige processor. Ook zijn werkgeheugen van 1 GB en harde schijf van 120 GB doen niet onder voor mijn pc. Ja, bij tekstverwerking is het even wennen aan het kleine toetsenbord, maar het beeldscherm (ongeveer twintig bij elf centimeter) is uitstekend leesbaar en van de vermeende traagheid van minilaptops valt althans op dit toestel niets te merken. Het enige minpunt bij langdurig thuisgebruik betreft mijn rug : tegen het einde van de dag ben ik rijp voor de kraker.

Als mobiele reisgenoot steekt zo’n ultralichte en schokbestendige netbook echter met kop en schouders boven een klassieke laptop uit. Tijdens een weekendje in Rome consulteerde ik via de WiFi-verbinding in de aankomsthal van de luchthaven de website van het openbaar vervoer, schreef ik digitale foto’s de dag zelf nog over naar de harde schijf en kon ik in het hotelbed webcammen met het thuisfront. En op de terugweg, op wellicht het krapste zitje van de hele Ryanairvloot, las ik comfortabel en discreet Worddocumenten en beluisterde ik muziek. Ik kan me trouwens gemakkelijker voorstellen zo’n netbook via Skype als telefoon te gebruiken dan te internetten met een gsm, en het toestel is ook ideaal om bij een vriendenbezoek door het digitale fotoalbum te bladeren.

Thuis koppel ik het toestel wellicht aan een gewoon keyboard en een groter scherm, en met een batterij die het slechts enkele uren uithoudt, wilt u nooit te ver verwijderd zijn van een stopcontact, maar deze Aspire One heeft mijn hart gestolen. Voor wanneer de onderwaterversie ?

(WD)

Info : www.acer.be.

Door Trui Moerkerke, Wim Denolf, Jean-Paul Mulders en Ellen De Wolf Illustraties Leen Van Hulst

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content