Motorrijders
Deze maand staan in de Brusselse Heizelpaleizen de nieuwste motoren te blinken, wachtend op kopers die er in de lente op zullen stappen. Maar welke motor past bij welke motorrijder ? De profielen in kaart gebracht.
De supersporter
Dat zijn de jongeren onder de motorrijders. De gemiddelde leeftijd is begin dertig. Hun motoren lijken zo van het racecircuit te zijn geplukt. Ze zijn licht, gestroomlijnd, bedoeld voor sologebruik en akelig snel voor de openbare weg. Een droom op het circuit, een ramp in de file (zeker wat zitpositie betreft). Hoe meer cc en hoe hoger het vermogen, hoe ouder de rijder : de ervaring gaat dan tellen, en ook de inhoud van de portemonnee.
De ‘jongeren’ zoeken actie, spanning en sensatie. De wat ouderen onder hen willen niet oud worden en gaan dat tegen met adrenalineactiviteiten. De supersportmotor past dan in het rijtje bij benji-springen en snowboarden na een sprong uit een helikopter op een niet afgezette piste…
Guy Minnen, een veertiger, rijdt met een GSX-750R. Hij kocht die motor omdat hij zeer wendbaar is. Het gaat hem niet zozeer om de (top)snelheid. “Die is vergelijkbaar bij de supersportmotoren. Maar het is de kick van de acceleratie. Je kunt die motor nog in de derde en vierde versnelling op zijn achterwiel zetten. Bovendien is hij soepel in de bochten. Misschien dat ik in de zomer een toermotor koop, dat is ook gemakkelijker voor mijn vriendin. Maar zo’n hypersportmotor is toch mijn ding. Als ik hem niet verkocht krijg, ga ik ermee op het circuit rijden.”
De supersporters waren dit jaar goed voor 12 procent van de aankopen van nieuwe motoren.
Toerrijders
Rijders van toermotoren zijn al wat ouder, meestal veertig-plus. Het gaat hen niet zozeer om de thrills, om de spanning van het extreem hardgaan, maar om de ontspanning. Het contact met de natuur, de wind, de geuren van het bos en veld, kortom de zintuiglijke ervaring van het motorrijden. Het zijn kilometervreters, ze maken lange ritten en stellen dus hogere eisen aan het comfort van de motor en aan het koppel.
Dit is het segment van motoren met een volledige kuip, met verstelbare stroomlijnruiten, met top- en zijkoffers (voor de bagage voor een weekend of korte vakantie), met radio aan boord, met GPS, met ABS… En er is plaats voor een passagier. De zit op de motor is rechtop.
Patrick Janssens (51) is in het dagelijks leven kwaliteitscoördinator en in zijn vrije tijd motorrijder. Hij heeft een BMW R1100RT. Als hij de motor start, is het voor een rit van minstens 100 kilometer. Op een zondag rijdt hij 400 tot 500 kilometer. De motorvakantie ging vorig jaar naar Denemarken. Sinds zijn veertiende is Janssens met motoren bezig, stopte enige tijd en begon in 1997 weer. “Ik kocht een goedkope chopper. Ik wilde weten of het opnieuw gaan motorrijden een bevlieging was of niet. Bovendien dwong ik mezelf met die chopper om rustig te rijden”, zegt hij. Al gauw deed hij 15.000, 16.000 kilometer per jaar. “Het was dus geen bevlieging. En ik reed op de ‘verkeerde’ motor, ik wist dat, ik kende de nadelen van een chopper. Daarom moest er iets anders komen.” Vandaar de BMW.
In dit segment zitten ook de rijders van Paris-Dakar-achtige motoren. Motorfietsen met een crossuiterlijk : grote veerwegen, een breed stuur en noppenbanden. De motoren zijn ergonomisch vriendelijk : je zit rechtop, een scherm zet je uit de wind en het zadel is breed. Niet dat de rijders er echt het ruige terrein mee intrekken. Het gaat om het gevoel : het idee dat ze een gravelpad kunnen nemen als het asfalt ophoudt.
Erik Durnez (52) is journalist en rijdt met een Honda Varadero, zijn tweede motor na een Honda Transalp. “Dat was een leuke machine maar ze had net te weinig kracht om met een passagier te rijden. Wat doorslaggevend was bij de aankoop was de rechte zithouding en de plaats voor twee. De motor is een robuust geval. Ziet eruit als een enduro, maar is een baanmachine. Hij is niet echt gemaakt om er off road mee te gaan.” Durnez gaat in de zomer met de motor naar zijn werk en gebruikt de machine verder om (weekend)trips te maken. Gewoonlijk staat er na een jaar 8000 kilometer méér op de teller. Dit jaar is het echter bij 5000 gebleven. Afgelopen zomer maakten hij en zijn vrouw wel hun grote droom waar : met de Varadero naar Schotland, tot helemaal in het noorden.
Het toersegment is licht stijgend. Hier zit de bulk van de markt : zo’n 30 procent.
Custombikers
Get your kicks on Route 66. Easy Rider. Onderuitgezakt op de motor met een zware V-twin-krachtbron de ondergaande zon tegemoet in Monument Valley. Dat is de droom en die moet beleefd worden in België en aanpalende landen. Het is de groep van de Harleyrijders of de wannabe Harleyrijders. Die laatsten zijn degenen die zich bij gebrek aan de real thing tevreden (moeten) stellen met een Japanse kloon. De custombike of chopper stond in de jaren negentig aan de basis van de wedergeboorte van het motorrijden. Voor velen was dit dé opstapmotor. Niet direct een scheurijzer en de vrouw kon mee. Het was een sociaal aanvaardbare motor. Schrik niet als een vervaarlijke uitziende chopperrijder zijn helm afdoet : die man is grijs ! De gemiddelde leeftijd van Harley-Davidsonkopers ligt boven de 55 !
Gaston Vandecruys (55), systeemanalist, rijdt met een Kawasaki VN1500 custombike, een Harleykloon. Het is zijn tweede motor, eerder had hij een VN800. Een echte Harley was hem te duur. Hij startte met motorrijden op zijn 47ste ” … om een hobby te hebben die me zou aanstaan. Ik ben toen op zo’n chopper gevallen. Een supersportmotor is me te snel. Met een chopper kan je rustig en gezapig rijden. Die spoort niet aan tot hard rijden.” Vandecruys gebruikt zijn motor nauwelijks voor woon-werkverkeer (“Aan filerijden heb ik geen plezier.”). Hij rijdt in het weekend en doet korte trips naar het buitenland, met zijn vrouw op de buddyseat. Legt zo’n 7000 tot 8000 kilometer per jaar af.
Het customsegment is goed voor ruim 8 procent van de verkopen.
Naked bike-rijders
Wie dezer dagen start met motorrijden, kiest voor een zogenaamde naked bike. Een basismotor : twee wielen, een zadel, een tank, een frame en een motorblok van meestal 600 cc. Naked omdat de rijder vol in de wind zit, niet beschermd door een stroomlijnruit. Het zijn in principe goedkope motoren en ze hebben de rol van de custombikes als beginnersmotoren overgenomen. De berijders zijn vaak wat jonger. Of woon-werkrijders. Of automobilisten die de file beu zijn. Of vrouwen. De motoren zijn niet de meest krachtige, hoewel het pk-aantal fluks richting 100 gaat !
Bij de naked bikers is er een tweede groep : de downsizers. Die vallen voor de naked-versie van supersportmotoren : 1000 cc-viercilinders met een berg vermogen. De reden is eenvoudig : ze hebben met hun supersportmotoren net iets te veel bekeuringen binnen. Een naked bike biedt door de weinige windbescherming bij een lagere snelheid een gelijke sensatie als een supersportmotor.
Christof Gorissen is 27 en rijdt sinds 2,5 jaar met een Honda CB600F (Hornet), een naked bike met het blok van de supersport CBR600 erin. “Ik vind het een mooie motor. Hij is gemakkelijk te hanteren en ideaal om mee te leren rijden. Daarom vooral heb ik hem gekocht. Ik gebruik de motor alleen voor vrije tijd, jammer genoeg kan ik er niet mee naar mijn werk (ik heb een auto van de firma)”, zegt hij. Gorissen rijdt per jaar zo’n 5000 kilometer, inclusief vakantie.
De nakend bikes vormen na de ’toerders’ de grootste groep. 25 procent van de verkopen dit jaar betrof dergelijke motoren.
De scooter
De scooterrijders vormen een allegaartje. Er zijn zware scooters ( big scooters, exemplaren van meer dan 125 cc) en de lichtere scooter (met een inhoud van minder dan 125 cc). De lichte scooter was vooral populair in Antwerpen voor woon-werkverkeer ten tijde van de werken aan de Ring. Wordt ook ingezet in de stad of bij de tweede woning aan de kust.
Tina Dassy (29) woont in Holsbeek bij Leuven en is kapster in het centrum van Leuven. Vijf jaar geleden kocht ze een 125 cc-Piaggioscooter. “Ik gebruik hem om naar mijn werk te rijden in de zomer en als het droog is. Ik spaar er veel tijd mee uit : met de bus ben ik zeker een halfuur onderweg, met de scooter maar een kwartier.” Met de scooter in het woon-werkverkeer legt ze wekelijks zo’n 80 kilometer af.
De lichte scooter maakt 11 procent van de verkopen uit. Daarnaast is er ook de 125 cc-motorfiets, een uit de kluiten gewassen bromfiets. Een klein segmentje (5 procent).
De ‘marginalen’
Ten slotte is er een klein groepje ‘van alles’. Ze zijn niet heel groot in aantal. Onder hen zitten de ‘echte’ Hell’s Angels, de Streetfighters (met opgefokte en aangepaste naked bikes) en retrobikers. Geen lijn in te trekken, tenzij dat ze hun gading niet vinden in het huidige aanbod. De vanuit de fabriek fraai ‘gedesignde’ machines krijgen bij de Hell’s Angels en de Streetfighters een speciale behandeling. Ze worden de allerindividueelste uitdrukking van de allerindividueelste emotie. De retrobikers hebben weinig op met al het nieuwe : ze zoeken onder meer tijdens tweedehandsbeurzen de motoren van hun jeugd op, al dan niet in verregaande staat van ontbinding. En bij gebrek daaraan misschien een nieuwe Triumph Bonneville : een moderne motor in een jasje uit de fifties.
Michel Vaerewijck (40) is fotograaf en heeft een BMWRT uit 1983 in zijn garage staan, naast een Landrover uit 1984. Vaerewijck legt jaarlijks 8000 tot 10.000 kilometer af, onder meer voor zijn werk. Toen hij achttien was begon hij met motorrijden op een Honda GL1000. Echter : familie, werk…. en de motor moest wijken. Tot hij twee jaar geleden de oude BMW tegenkwam. Maar waarom juist die motor ? “Ik was op zoek naar een motor die betrouwbaar en eenvoudig was, ik zocht naar de essentie van de motor. En dat is zo’n simpele BMW-boxer van toen,” zegt hij.
Auto- en Motorsalon, van 12 tot 22 januari op de Heizel in Brussel. Van 10 tot 20 u. Weekends tot 18.30 u. Op 13, 16 en 19 januari tot 22 u.
www.autosalon.be
Ad van Poppel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier