Moet een das bij Comme chez soi?

Niet iedereen is van mening dat licht gegratineerde oesters op een bedje van roquette nog beter smaken als je je in een deftig pak of elegante zwarte jurk gestort hebt. Hoe formeel gaat het er tegenwoordig in onze gastronomische tempels aan toe? Een kleine rondvraag.

M ichael Winner, filmregisseur van beroep en uitbundig levensgenieter van roeping, wijdde onlangs in The Sunday Times een amusant cursiefje aan de kledingcode in zijn favoriete restaurants. Winner is oud genoeg om zich de hoogdagen van de Londense Le Caprice te herinneren, toen de immer stijlvolle Noël Coward en Larry en Viv (voor niet-ingewijden: Laurence Olivier en Vivien Leigh) er na een première in full evening dress dineerden, maar zelf was hij nooit echt op decorum gesteld. Wie zich zijn vigilante films met Charles Bronson herinnert, kan zich daar allicht iets bij voorstellen. Maar goed, Winner verheugde zich erover dat het management van Claridge’s, een van de laatste bastions van “wil je hier eten, dan zul je je er by Jove voor optutten”, besloten had dat heren er voortaan zonder das de lunch tot zich mochten nemen. Wat hem op het idee bracht om wat rond te bellen en te informeren hoe het er in andere klasse-etablissementen aan toeging.

Dat leverde nogal verrassende resultaten op. In The Ritz en The Connaught en Wiltons komen heren er nooit in zonder colbert en das, in The Berkeley alleen ’s avonds niet. In The Savoy mogen heren enkel voor de zaterdagse en zondagse lunch hun das thuislaten. The Dorchester daarentegen, toch ook geen simpele frituur, hanteert geen enkele kledingcode. Jeans, T-shirts, zelfs trainingspak vormen er geen probleem, zolang je je portefeuille maar bij je hebt. De vreemdste regels vond Winner in Sandy Lane, het redelijk riante golfhotel met luxerestaurant op Barbados. Daar mogen heren hun achterste desnoods in rood, kanariegeel of shocking pink verpakken, zolang ze maar geen blue jeans aantrekken. Gevraagd naar het waarom, antwoordde de manager nuchter: “Je moet ergens de lijn trekken.”

En hoe zit het in de Belgische gastronomietempels? Een kleine telefonische enquête wijst uit dat het er bij ons een stuk minder formeel aan toegaat. Dat geldt in de eerste plaats voor de kust. Mevrouw De Spae van Aquilon in Knokke vindt dat je restaurantgangers in een badplaats geen strikte regels kunt opleggen. “De mensen zijn hier met vakantie en dan moet eten een plezier zijn. Nu moet ik zeggen dat op zaterdagavond de meesten zich spontaan in elegante kleding aanbieden. Maar voor de rest gaat het er hier heel relaxed aan toe. Ik zie trouwens niet in wat je tegen een nette jeans kunt hebben, en er bestaat tegenwoordig ook heel mooie sportkleding.”

Stéphane Buyens van Hostellerie Le Fox in De Panne valt haar bij: “Het spreekt vanzelf dat mensen niet in zwembroek het restaurant binnenlopen, maar voor de rest zijn wij heel soepel. Jeans? Geen probleem, zeker niet in combinatie met een sportjasje. Ook tegen een geklede bermuda hebben wij geen enkel bezwaar. Of wij al ooit gasten geweigerd hebben op basis van hun kleding? Toch wel. Tenniskleding en trainingsbroeken horen op het sportterrein thuis, niet in een restaurant. Wat wij ook niet tolereren zijn singlets, van die mouwloze T-shirts die er als een onderhemdje uitzien. Het vreemde is dat die meestal ook nog eens gedragen worden door mensen die beter wat meer kleren zouden aantrekken.”

Geen grotere toeristische trekpleister dan Brugge, en in De Karmeliet wordt daar wel degelijk rekening mee gehouden. Benny Sonneville, de zeer vriendelijke hofmeester: “Laat ons zeggen dat 95% van ons cliënteel zich spontaan in stadskledij aanbiedt, maar wij laten de klanten vrij om te beslissen tot welk percentage ze willen behoren. Zeker voor de lunch is er tegenwoordig een minder strikte dress code: veel mensen worden door zakenrelaties uitgenodigd en die kun je toch moeilijk naar huis sturen om een jasje aan te trekken. En een Engelse of Duitse toerist die recht van de bus komt maar eens zeer lekker wil eten, kan je toch ook de toegang niet weigeren. Zelfs niet in korte broek, nee. Zeker op het terras misstaat dat niet. En wat jeans betreft, die combineer ik zelf ook graag met een blazer. Het zijn trouwens niet de kleren die het gedrag bepalen: mensen genoeg die zich piekfijn uitgedost aandienen, maar vreselijke manieren blijken te hebben of uiterst arrogant zijn. Of er voor vrouwen dan helemaal geen regels zijn? Ach, zolang ze niet in lingerie komen…” (snel) “Da’s een grapje, hoor.”

Ook in de Antwerpse horeca lijkt men niet echt wakker te liggen van de kledingetiquette, zelfs niet in een sterrenrestaurant als ’t Fornuis. Eigenaar Johan Seghers is helaas net de deur uit, maar zijn maître reageert lichtelijk verbaasd als ik hem naar de regels van het huis vraag. “Een colbert of een das? Nee, wij zijn daar heel soepel in. Een zomerse toerist die in korte broek wil komen eten? Ik kan me niet herinneren dat dat al ooit gebeurd is, maar ik kan me echt niet voorstellen dat we zo iemand aan de deur zouden zetten.”

Zelfs in restaurant Longchamps van het vijfsterren Park Lane hotel zit de klad in de etiquette. Volgens assistent-maître Glenn Embrechts zitten de weekendarrangementen daar voor iets tussen. “Wie met vakantie is, wil op zijn gemak zijn en heeft niet altijd zin om zich formeel te kleden. Het is ook zo dat Longchamps onlangs van stijl veranderd is: er wordt nog altijd gastronomie aangeboden, maar in een meer ontspannen bistrostijl. Het enige dat we niet tolereren is dat de gasten direct van het fitnesscentrum het restaurant binnenstappen. Trainingspakken en sportschoenen zijn taboe, en dat geldt zowel voor mannen als voor vrouwen.”

Zijn er dan geen echte stijltempels meer in dit land? Jawel, in Limburg bijvoorbeeld. Roger Souvereyns van Scholteshof: “Wij vragen onze gasten om zich netjes te kleden. Nee, een das is niet strikt nodig, maar een jeans zonder jasje zien we hier echt niet graag. Goed, als het in de zomer snikheet is, kun je iemand moeilijk verbieden tijdens de lunch zijn colbert uit te trekken. Een bermuda? Dat hebben we hier nog niet gezien en dat zouden we zeker niet tolereren. Of er ook regels zijn voor vrouwen? Helaas niet (met onversneden afgrijzen in de stem), want er zijn er die er zeer akelig bijlopen, met blote armen, een bloot bovenlichaam of een extreem korte rok. Stijlvol kun je zoiets toch niet noemen…”

Is het verwonderlijk dat in de hoofdstedelijke klasserestaurants de meest formele kledingcode geldt? Bij Bruneau worden de gasten met aandrang verzocht zich in tenue de ville aan te dienen. Voor de lunch gelden verzachtende omstandigheden en kan er in extremis dasloos gegeten worden, ’s avonds niet. Het huis heeft trouwens colberts en dassen ter beschikking voor gasten die zich in een al te nonchalante outfit aandienen. Volgens de eigenaar gebeurt dat overigens eerder zelden. “Wie hier komt eten, kent de stijl van het huis. Buitenlanders doen meestal navraag bij de reservatie of gaan te rade bij de receptionist van hun hotel.”

De naam Comme chez soi roept een beeld van ongedwongen huiselijkheid op, maar een driesterrenrestaurant vraagt om een zeker decorum, vindt mevrouw Wynants. “Op onze kaartjes wordt uitdrukkelijk om stadskledij verzocht. Je kunt mensen moeilijk weigeren, maar als wij vinden dat de kleding van een bepaald gezelschap uit de toon valt, zullen wij hen bij voorkeur in een apart zaaltje onderbrengen. Dat valt niet altijd in goede aarde, maar je bent als eigenaar ook respect verschuldigd aan gasten die wel belang hechten aan verfijning. Een vaak gehoord excuus is: ‘Ik ben hier op uitnodiging van vrienden en ik wist niet dat dit een formeel restaurant was.’ Allemaal goed en wel, maar ook als het om een verrassing gaat, zou de uitnodigende partij toch ten minste een indicatie van de stijl van het restaurant moeten geven. Pas op, de lijn is niet altijd gemakkelijk te trekken, want iemand kan sportief maar toch verzorgd gekleed zijn. Maar onverzorgd lang haar kan volgens mij nooit door de beugel. Er zijn ook mannen die zich in de zomer zonder colbert aandienen, zogezegd omdat het te warm is. Maar er zijn tegenwoordig toch zeer mooie jasjes in lichtgewicht stoffen. Trouwens, onze kelners dragen ook colbert en das, en die moeten ermee werken. Het klopt dat er voor vrouwen totaal geen regels zijn, en helaas moet ik toegeven dat er relatief weinigen over een natuurlijk gevoel voor goede smaak beschikken. Eigenlijk zijn het meestal dezelfde gasten die elegant voor de dag komen. Gelukkig zijn er ook die van een verzorgde lunch of diner een verfijnd ritueel maken. Dames die van tevoren naar de bank gaan om hun mooiste juwelen uit de kluis te halen, bijvoorbeeld. Voor hen is hier komen eten een feest, en daar willen ze zich graag naar kleden.”

Linda Asselbergs / Tekening Tom Hautekiet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content