Als de meeste ontwerpers mannen zijn, dan zijn de meeste trendsnuivers, talentenjagers en tijdgeestvangers vrouwen. Vijf dames uit de internationale modewereld vertellen elk vanuit hun eigen discipline over de kracht van creativiteit.

Linda Loppa is hoofd van de modeafdeling van de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten. Zij geeft er ook les, en is de bezieler van het Flanders Fashion Institute en intendant van het toekomstige Modemuseum in Antwerpen.

Linda Loppa Goede ontwerpers verrassen je, zorgen voor emoties, tonen dingen die je zelf ook vernieuwend vindt.

Hoe belangrijk is creativiteit in de modewereld?

Linda Loppa: Het is niet alleen in de modewereld belangrijk. Je mag niet blijven stilstaan bij het evidente, maar moet steeds blijven verderzoeken en je grenzen proberen te verleggen. Dat doe je door opzoekingswerk, door creatief bezig te zijn op diverse terreinen en door te experimenteren met nieuwe uitdrukkingsvormen.

Waaraan herken je een ontwerper in de dop? Kun je die creativiteit stimuleren bij de studenten?

Goede ontwerpers verrassen je, zorgen voor emoties, tonen dingen die je zelf ook vernieuwend vindt. Je moet dat in je hebben, maar toch kan je sommige studenten nog wat stimuleren. Gemeenschappelijke kenmerken van talentvolle beginnende ontwerpers zijn onder meer goed kunnen tekenen, veel research willen doen, zowel op paspop als op patroon, zich duidelijk kunnen uitdrukken, passie voelen voor het werk en kunnen doorzetten.

Wat doet u met ontwerpers die hét niet in zich hebben, maar toch modeontwerper willen worden?

Ik wijs hen op het inhoudelijke en maak hen duidelijk dat ze de bagage missen waarop ze hun verdere leven zouden moeten kunnen teren. Met die bagage bedoel ik dat je je eerst moet openstellen voor kunst en cultuur voor je een bepaalde eigen visie kunt ontwikkelen. Eventueel wijs ik hen op andere interessante richtingen.

Heeft het succes van de Belgische ontwerpers iets te maken met de opleiding die ze aan de Academie hebben gekregen? En zo ja: wat is jullie geheim?

Dat geheim is eigenlijk simpel: de tijd die we aan elke student individueel kunnen besteden. We kiezen ten hoogste 50 uit de vaak meer dan 120 kandidaten voor het eerste jaar. Ons team is sterk en heeft veel ervaring, zowel in de modewereld als als lesgever. Verder vullen we elkaar mooi aan: coupe, modellage, tricot, de grafische kant. We hebben een sterk programma ontwikkeld in de dertig jaar dat we er nu mee bezig zijn. Madame Prijot, die deze opleiding opstartte, was bijzonder veeleisend en zorgde voor een hoog niveau waarop wij verder hebben gebouwd. Er worden ook hoge eisen gesteld aan de collecties van de studenten. Zo’n collectie moet creatief en grensverleggend zijn, de student moet echt modisch bezig zijn, openstaan voor invloeden van buitenaf en een toekomstvisie in zich dragen. Ook de kwantiteit is belangrijk, vooral in het laatste jaar, zodat de overgang naar een eerste commerciële collectie niet meer zo groot is.

Hoe kunnen studenten na hun opleiding gesteund worden bij hun eerste stappen in het beroepsleven? Zou de overheid meer voor de Belgische mode kunnen doen dan nu het geval is?

We helpen afgestudeerden bijvoorbeeld aan een baan als assistent bij ontwerpers. Zo zitten Kris Van Assche en Marjolein Van den Heuvel nu bij Yves Saint Laurent en Nana Baehr bij Ocimar Versolato (ze studeerden alle drie af in ’98, nm). Verder geven we raad bij het solliciteren en leggen we de nodige contacten. Ook brochures van het Flanders Fashion Institute kunnen hen helpen, zoals die ter gelegenheid van Vitrine ’98 in september ’98 in Antwerpen, en die bij de modeweek in Parijs vorig jaar in oktober. Daarmee weten internationale aankopers de Belgische ontwerpers te vinden.

Ik vind het wel jammer dat studenten zo moeilijk aan een beurs van overheidswege geraken, terwijl dat in landen als Duitsland en Nederland wél kan. Anderzijds kan zo’n beurs iemand lui maken. De internationale uitstraling van de Belgische mode is goed voor de tweede, de derde en alle verdere generaties ontwerpers, en de overheid mag de mode niet misbruiken maar moet het huidige niveau waarborgen. Het ministerie van Onderwijs zou bijvoorbeeld meer budgetten kunnen vrijmaken voor de administratie en voor opleidingen voor vakmensen die dan kleinere series kunnen fabriceren, zodat dat niet allemaal in het buitenland moet gebeuren bij gebrek aan vakmanschap in België.

Wie zijn volgens u de meest creatieve ontwerpers van de laatste jaren, en wie heeft er een grootse toekomst?

AF Vandevorst, Veronique Branquinho, Bernhard Willhelm, Angelo Figus… er zitten momenteel ook nog veel talentvolle studenten op de Academie die vernieuwend zijn in hun uitdrukkingsvorm, al ziet dat er voor leken misschien niet altijd even spectaculair uit. Andere persoonlijke favorieten zijn Junya Watanabe, die onwaarschijnlijk veel research doet naar stoffen en pasvorm, een lust om naar te kijken! Verder de verbazend mooie couture van Josephus Thimister en ontwerpers als Comme des Garçons en Yohji Yamamoto, die me wel niet meer zo sterk verrassen als twee jaar geleden. En ten slotte vind ik de zomercollectie ’99 van Ann Demeulemeester zeer mooi.

Hortensia de Hutten Een gebrek aan commerciële organisatie betekent dat jonge ontwerpers te weinig tijd overhouden om creatief te zijn

Hortensia de Hutten is de bezielende kracht achter Workshop, een beurs tijdens de prêt-à-porterweken in Parijs waar jonge, creatieve ontwerpers in contact worden gebracht met aankopers en journalisten uit de hele wereld. Verder is zij een van de initiatiefnemers achter Créateurs de Passion, dat een 15-tal jonge Franse ontwerpers internationaal promoot (waartoe ook de Belgische Véronique Leroy wordt gerekend) door middel van exposities en een door henzelf vormgegeven boek.

Hoe belangrijk is creativiteit in de modewereld op dit moment?

Hortensia de Hutten: Ontzettend belangrijk, maar het hangt ervan af hoe ze wordt gebruikt: ze mag een collectie niet moeilijker maken, maar zou ze moeten personaliseren en ervoor zorgen dat de kleding anders is. Zowel de klanten als de aankopers hebben genoeg van mainstream, van uniforme modellen, ze zijn weer op zoek naar iets bijzonders. Om basics te maken heb je geen ontwerper nodig, nietwaar? Kleren moeten exceptioneel en individueel zijn en daarmee uit. Het kan mij trouwens niet schelen wat nu fashion is, in mijn ogen is iedereen creatief.

Met welke problemen krijgen beginnende ontwerpers volgens u tegenwoordig het meeste te maken?

Met geldgebrek. Een gebrek aan commerciële organisatie betekent dat jonge ontwerpers te weinig tijd overhouden om creatief bezig te zijn, omdat ze het te druk hebben met onderhandelen over kredieten, stoffenleveringen en dergelijke. Als ontwerper moet je je energie steken in research. Dat jonge mensen desondanks voor dit beroep kiezen bewonder ik enorm, het zijn echte créateurs en ze zijn passioneel bezig met mode. Die creativiteit is belangrijk, omdat ze de gezonde toekomst van een land garandeert. Alleen al om die reden zou de overheid beginnende ontwerpers veel meer moeten steunen.

Hoe ontdekt u beloftevolle ontwerpers?

Door veel te reizen en daarbij mijn ogen goed open te houden. Verder komen veel jonge mensen tegenwoordig ook naar mij, en dan ga ik voor honderd procent op mijn gevoel af bij het beslissen of ze het talent hebben om er te geraken of niet.

Wie zijn volgens u de meest creatieve ontwerpers?

Laat ik eerst vertellen wie volgens mij niét voldoen: Jeremy Scott, Gaspard Yurkievich en Veronique Branquinho. Wél beloftevol vind ik onder meer Olivier Theyskens, omdat zijn kleren een verhaal vertellen, Véronique Leroy en Marc Le Bihan. Meer namen van jonge talenten kan ik echt niet noemen; er is weliswaar veel creativiteit, maar de weg naar de top is moeilijk en lang. Mijn all-time favorieten zijn op de eerste plaats Jean-Paul Gaultier, omdat hij zoveel capaciteiten heeft, al maakt hij er niet elk seizoen evenveel gebruik van. Dan Thierry Mugler, die een belangrijke rol heeft gespeeld voor de mode zoals die er nu uitziet, Vivienne Westwood die ik in één woord geweldig vind, Martin Margiela, intussen een vaste waarde en fantastisch bij Hermès, en ten slotte al de Japanners, die de westerse modewereld zoveel impulsen hebben gegeven en dat nog altijd doen.

Suzy Menkes Creativiteit is de navelstreng van de mode: nieuwe technieken, originele materiaalkeuzes en gewaagde maar toch draagbare ontwerpen.

Suzy Menkes wordt door veel mensen beschouwd als de belangrijkste modejournaliste ter wereld; als zij niet naar je defilé komt kijken, kun je het als beginnend of gevestigd ontwerper wel vergeten. De Engelse heeft haar vaste plaatsje in het midden op de eerste rij aan de voet van de catwalk, en schrijft onder meer voor de International Herald Tribune en voor de diverse uitgaves van Vogue. Wie beschikt over een internetaansluiting kan haar artikels ook vinden onder iht.com.

Hoe belangrijk is creativiteit vandaag in de mode? En heeft dat voor u iets te maken met extravagantie?

Suzy Menkes: Creativiteit is de navelstreng van de mode. Dat betekent vernieuwende ideeën, nieuwe technieken als het op de coupe aankomt, originele materiaalkeuzes en gewaagde ontwerpen, terwijl het toch draagbaar moet blijven. Extravagantie heeft niets te maken met creativiteit, al zou je bijvoorbeeld de dikke handgebreide rokken die Yohji Yamamoto afgelopen winter liet zien extravagant kunnen noemen. Minimalisme is de afgelopen tijd te vaak misbruikt als excuus om een gebrek aan vernieuwende ontwerpen te verhullen, denk bijvoorbeeld aan al die doodsaaie slip dresses. Toch was het nodig om eens grote opruiming te houden in de mode na de veel te overdadige jaren ’80. Voor mij betekent echt vakmanschap een jurkje zo te knippen, bijvoorbeeld in biais, dat het eenvoudig lijkt, terwijl er in feite een complexe techniek achter schuilt.

Wat maakt een ontwerper echt creatief? En heeft de gevolgde opleiding daar iets mee te maken?

Creativiteit is aangeboren, niet gemaakt door een modeopleiding. Toch denk ik dat iemand als Linda Loppa een student kan aanmoedigen om het beste in zichzelf naar boven te halen. Maar niemand kan van een tweederangsstudent een genie maken.

Mensen klagen dat er zo weinig enthousiasme is in de modewereld, dat er geen kleren zijn die je echt moet hebben.

Ik geloof niet dat er een gebrek is aan must-haves, maar de nadruk is verschoven van de kleding naar accessoires zoals schoenen en tassen. Mensen vechten voor een paar schoenen van Prada, Gucci of Christian Louboutin, of voor de baguette-schoudertasjes van Fendi. Nog interessant zijn de nieuwe, succesvolle kleine boetiekjes in steden als Antwerpen, Parijs, Londen en New York, die gerund worden door twintigers. Misschien zijn de grote winkelketens wel te voorzichtig in hun keuzes.

Vindt u dat journalisten beginnende ontwerpers moeten promoten, of dat de overheid iets voor hen zou moeten doen?

Ik denk niet dat het onze taak is om jonge ontwerpers te promoten. Het is belangrijk om te schrijven over het werk van interessante designers, en dan kun je alleen nog maar hopen dat naar aanleiding daarvan aankopers naar hun collecties gaan kijken. Ik ken geen enkel land waar de overheid ontwerpers financieel steunt, maar ik denk wel dat Belgische banken jonge ontwerpers helpen die met een bedrijf willen beginnen. Ik herinner me tenminste dat Raf Simons me vertelde dat hij op die manier van start is kunnen gaan. Het zou trouwens nuttiger zijn voor de meeste ontwerpers om een basiscursus zakendoen te volgen, dan om te proberen zoveel mogelijk persknipsels te verzamelen. En een goed pr-bureau, zoals bijvoorbeeld Girault-Totem in Parijs (het bureau van onder meer Walter Van Beirendonck, Dirk Van Saene, Raf Simons, Veronique Branquinho, Olivier Theyskens, Dirk Schönberger en Bernhard Willhelm, nm), kan een ontwerper in contact brengen met fabrikanten, en aankopers en pers aantrekken.

Wie zijn volgens u de meest vernieuwende ontwerpers van deze eeuw?

De grote vraag voor mij is: wie gaat zijn stempel zetten op de 21ste eeuw? En hoe kunnen we dat zeker weten? Dat hangt van meer factoren af dan enkel van talent: geluk, timing, karakter, een degelijke financiële organisatie… Ik heb in mijn carrière al zoveel getalenteerde ontwerpers gezien die het internationaal toch nooit gemaakt hebben – Ossie Clark in Londen in de jaren ’70 is een goed voorbeeld. Wie wil weten wie mijn favoriete ontwerpers zijn, raad ik een bezoekje aan aan de site van International Herald Tribune. It’s all there on the internet!

Françoise Tessier Creativiteit is moeilijk te definiëren, onmogelijk te meten, maar onmiddellijk herkenbaar

Françoise Tessier kwam 25 jaar geleden vanuit Parijs naar Londen, met de bedoeling er een tijdje als verkoopster te werken in de toen net opgerichte modezaak Browns. Intussen groeide Browns uit tot een van de meest toonaangevende modezaken ter wereld en werkt Tessier er als fashion director. Zij beslist welke merken er verkocht (blijven) worden en welke beginnende ontwerpers in het oog gehouden moeten worden.

Hoe belangrijk is creativiteit in de mode, zowel voor de aankopers als voor uw klanten? En wat is dat eigenlijk, creativiteit?

Françoise Tessier: Voor mij is creativiteit het epicentrum van design, het wiel dat de modecyclus draaiend houdt en inspiratie biedt voor de aankopers. Het is een moeilijk te definiëren begrip, onmogelijk te meten, maar onmiddellijk herkenbaar. Het is puur talent. Rei Kawakubo van Comme des Garçons is zo iemand: alles wat zij ontwerpt is vernieuwend en fris, en zij voedt de mode-industrie met haar ideeën.

Denkt u dat uw klanten de voorkeur geven aan basics, of dat ze kleren willen met een vleugje fantasie? Zitten er must-haves in de collecties?

Het is onvermijdelijk dat klanten elk seizoen basics kopen om hun garderobe aan te vullen. Maar ze kopen ook graag speciale stukken: originele, eclectische kleren die bij hun persoonlijkheid passen. Met eclecticisme bedoel ik iets anders dan fantasie, het gaat om een bepaald gevoel over wat je wilt dragen. Fantasie in de vorm van nieuwe ideeën genereert enthousiasme, zowel bij de aankopers als bij de klanten. Seizoengebonden must-haves zijn belangrijk omdat ze ervoor zorgen dat mode interessant en in de kijker blijft. Om een voorbeeld te noemen: hevige kleuren gaan een grote rol spelen volgend seizoen, en dat is een gegeven om rekening mee te houden. Must-haves hebben dus te maken met een verschuiving van accenten.

Hoe ontdekt u nieuwe ontwerpers en hoe weet u of ze succes zullen hebben of niet? Welke mensen hebt u ontdekt voor Browns?

We zijn altijd op zoek naar speciale en nieuwe collecties en vertrouwen vooral op ons gevoel. Veel ontwerpers zijn bij Browns hun carrière begonnen, John Galliano bijvoorbeeld. We hebben zijn volledige laatstejaarscollectie van St. Martins aangekocht, en dat was een groot succes. Andere Britse ontwerpers zijn onder meer Hussein Chalayan en Matthew Williamson, terwijl ook Akira Isogawa heel interessant is.

Promoot Browns beginnende ontwerpers?

Ja. We kopen eindejaarscollecties van modestudenten, bezoeken ook de kleinere beurzen en showrooms, introduceren nieuwe labels en stellen vernieuwende designconcepten voor aan onze klanten.

Wie zijn de meest creatieve ontwerpers van dit moment?

Junya Watanabe, Rei Kawakubo, Hussein Chalayan voor TSE New York, Clements Ribeiro, Marni, hLam, Issey Miyake en Martin Margiela. Er zijn natuurlijk nog meer namen, maar ik kan enkel commentaar geven op de merken waar ik ervaring mee heb; het is mijn persoonlijke keuze uit wat we verkopen bij Browns.

Creativiteit is een magisch brouwsel, met wat druppeltjes eenzaamheid, een stevig ego en de behoefte om je illusies te delen met de rest van de wereld

Lydia Kamitsis is conservator van het Musée de la Mode et du Textile in Parijs, een onderdeel van het Louvre.

Hoe belangrijk is creativiteit in de modewereld?

Lydia Kamitsis: Creativiteit is altijd al de motor van de mode geweest. Ze zorgt voor nieuwe impulsen. In vergelijking met vroeger is de competitie veel groter, omdat er nu ontzettend veel ontwerpers zijn, veel meer dan enkele decennia geleden. Tegenwoordig wordt van een ontwerper meer verlangd dan mooie of slimme kledingstukken; hij moet iets maken dat eerder nog niet bestond en dat verband houdt met andere culturele fenomenen.

Denkt u niet dat het gemakkelijker zou zijn voor vrouwen om gewoon basics te kopen en te dragen?

En denkt u niet dat het gemakkelijker zou zijn om enkel water te drinken en witte rijst te eten? Absoluut niet! Ik kan me trouwens niets voorstellen bij het concept basics, tenzij je daarmee broeken, jassen, rokken, schoenen en dergelijke bedoelt. Voor mij staat het begrip basics voor strikte sociale modewetten, en die moeten verboden en zelfs uitgeroeid worden!

Wat maakt een ontwerper in uw ogen creatief?

Een magisch brouwsel, met wat druppeltjes eenzaamheid, een stevig ego en de absolute behoefte om je illusies te delen met de rest van de wereld.

Kan mode beschouwd worden als kunst? Is ze belangrijk en op welke manier?

Mode is pas kunst als een ontwerp sensaties en bedenkingen oproept en onze perceptie beïnvloedt. Dat komt maar heel zelden voor. Mode is belangrijk omdat mensen een natuurlijke behoefte hebben aan verandering, verstoring, protest. Ze wordt minder interessant als ze georiënteerd is binnen een systeem en kan als kunst beschouwd worden als ze subversief blijft.

Hoe ontdekt u nieuwe, opwindende modetalenten en hoe weet u dat u juist zit? Hoe steunt u jonge ontwerpers?

Ik ben een geboren onderzoeker! Ik ben altijd klaarwakker, ontevreden… Ik bezoek vrijwel elk defilé in Parijs, ga naar showrooms van jonge ontwerpers, geef les op verschillende scholen en universiteiten, zit in jury’s en houd altijd mijn deur én mijn geest open voor nieuwe ontwikkelingen. Ik zoek geen bevestiging door middel van mijn ontdekkingen en ik vertrouw volledig op mijn intuïtie; ik volg waarheen ze mij leidt. Mijn manier om jong talent te steunen bestaat erin hun werk en motivatie te proberen te begrijpen, hen wanneer nodig kritiek te geven, en uiteraard hun kleren te kopen en te dragen! Op die manier raak ik vanzelf met mensen aan de praat over nieuwe ontwerpers.

Welke ontwerpers van vroeger en nu bewondert u het meest?

Wat er nu gebeurt in de modewereld is heel stimulerend en verfrissend: een heleboel jonge en tot nu toe onbekende ontwerpers herontdekken het plezier van het kleren maken, van het vakwerk dat daarbij komt kijken. Ze werken gewoon stap voor stap op een intelligente manier en hebben daarbij een soort bescheidenheid die me erg aanspreekt. Zij geloven in wat ze doen en verspillen hun talent niet aan overbodigheden. Ik hou bijvoorbeeld heel erg van het werk van Marc Le Bihan, die ik ontmoette toen hij nog student was, maar ook van AF Vandevorst en – in een heel andere stijl – Maurizio Galante. Er zijn nog een hoop andere veelbelovende talenten en ze lopen in de voetsporen van Martin Margiela, Yohji Yamamoto en Comme des Garçons, die op hun beurt het pad volgden van Madeleine Vionnet en Cristobal Balenciaga, moderne ontwerpers in de ware zin van het woord.

Ninette Murk

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content