In een kelderverdieping in Manhattan heeft Michael Gallagher een uniek modearchief verzameld. Ontwerpers komen graag neuzen in de oude magazines maar willen dat niet geweten hebben.

Margie Borsche, Planet Syndication / Foto’s Bart Michiels

Hier, dat is een ruimte onderaan een gammele metalen trap in Manhattans East Village. Daar brengt de eigenaar van Gallagher’s Paper Collectibles zijn dagen door te midden van meer dan een eeuw modebladen, -boeken en -foto’s. In zijn met fluolampen verlichte goudmijn is zelfs de zoldering behangen met covers van Vogue, Harper’s Bazaar en andere stijlbijbels. Iedereen in de mode-industrie, van ontwerpers en fotografen tot uitgevers van tijdschriften, komt hier beneden inspiratie zoeken. Ze vinden die – hoe kan het ook anders – in de modewereld zelf.

Selecties uit Gallaghers veertig jaar oude, persoonlijke collectie van modefoto’s en illustraties, reiken van de vloer tot het plafond. Beroemde beelden van Twiggy door David Baley, foto’s van Carmen dell’Orefice door Cecil Beaton, gesigneerde exemplaren van Richard Avedon en Bruce Weber (die allebei vaak in het archief duiken). “Momenteel is er veel belangstelling voor de Franse Vogue uit de jaren ’70 en iedereen heeft het nu over de Franse modefotograaf Guy Bourdin“, zegt Gallagher, die zich goed voelt in zijn rol van modearchivaris en toekomstvoorspeller. “Ik weet niet hoe het komt, maar feit is dat iedereen hier zowat tegelijk komt binnenvallen op zoek naar hetzelfde”, lacht Gallagher en doet dan, in zijn scherp en snel klinkende New Yorkse taaltje, nog een voorspelling: ” Carnaby Street is opnieuw in: The Mods, Jean Shrimpton, Penelope Tree.”

Michael Gallagher is een van de zeven kinderen uit een Iers rooms-katholiek gezin. Zijn vader was een persfotograaf die ook tentoonstellingen met filmsouvenirs organiseerde. Michael groeide op in Lower East Side Street in Manhattan. “Verzamelen zit me in het bloed”, grapt hij terwijl we de hoek omdraaien en langs een nis lopen vol originele mode-illustraties en een afdruk zo groot als de muur van de fameuze bubble girl-foto van Melvin Sokolsky uit 1963. Een klant snuistert tussen de rekken met exemplaren van het Duitse blad Twen uit de jaren ’60 (125 dollar per stuk) en oude exemplaren van Glamour, allemaal verpakt in plastic. In een hoekje ligt een stapel staalboeken vanaf de jaren ’30.

“De nieuwe collectie van Paul Smith en het ondergoed van Calvin Klein komen uit mijn staalboeken”, zegt Gallagher en hij laat niet na te onderstrepen hoeveel de mode-industrie aan hem te danken heeft.

Verscheidene rekken zijn gevuld met ingebonden exemplaren van Vogue. Ze kosten elk zo’n 400 dollar. “Iedereen die iets betekent in de modewereld heeft zo’n reeks”, zegt Gallagher. Hij beweert dat zijn zaak hem zowat een miljoen dollar per jaar opbrengt. “Wij zijn de winkel voor al wie beroemd is in de mode, mensen die bereid zijn 100 dollar neer te tellen voor een tijdschrift omdat ze zelf de tijd niet hebben om ernaar te zoeken. Zij weten dat ze hier in één dag een collectie bij elkaar kunnen kopen.” Hem heeft het wel meer tijd gekost om zijn eigen collectie bij elkaar te brengen. Hij begon te verzamelen als een gek toen hij nog een tiener was en startte meteen ook een handeltje, in de koffer van een station car. In de jaren ’70 verkocht hij geregeld schatten als oude motorkapversieringen en ansichtkaarten aan Andy Warhol (“Altijd proberen af te pingelen”).

Hij begon zijn huidige zaak in 1990, specialiseerde zich aanvankelijk in het verhuren van rekwisieten en het ontwerpen van decors. Maar na een lonend bezoek van fotograaf Steven Meisel besefte hij dat hij goed zijn boterham kon verdienen door zich toe te spitsen op het verzamelen van modeprenten en -bladen. “Niemand deed het. Nu koop ik wat ik graag heb en verkoop de rest om de kosten te dekken.” Gallagher kocht verzamelingen van monumenten als ontwerpster Diane von Fürstenberg en wist zelfs een originele foto van Coco Chanel gemaakt door Henri Cartier-Bresson op de kop te tikken.

Omdat er buiten Michael Gallagher zelf geen echte catalogus bestaat van de duizenden boeken en tijdschriften, zijn z’n klanten op hem aangewezen. Zijn beloning is dat hij elk seizoen op zo’n dertig modeshows wordt uitgenodigd, inclusief die van Marc Jacobs, Anna Sui en Gucci.

Niet elke modeontwerper of artdirector wil echter geweten hebben dat hij Gallagher wat verschuldigd is. “Weet u, ik ben zoiets als een drugdealer voor die mensen. Hierbinnen vliegen ze me om de hals, maar hierbuiten willen ze me niet altijd kennen.” Verwijzen naar het verleden is een algemeen aanvaarde term geworden in het modejargon, maar sommige uitgevers ontkennen liever dat ze ooit iets bij Gallagher hebben besteld. “Sommigen beweren maar al te graag dat ze alles zelf hebben bedacht”, lacht hij veelbetekenend. Hij is er gerust in dat het verleden altijd in de mode zal blijven.

Gallagher’s Paper Collectibles, 126 East 12th Street, www.vintagemagazines.com

Iedereen in de mode-industrie, van ontwerpers en fotografen tot uitgevers van tijdschriften, komt hier inspiratie zoeken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content