MISTER HERITAGE

Andrea Cane : "Niets is eeuwig in de textielindustrie."

“DE MODE GAAT IN CIRKELS. EERST IN, DAN UIT, DAN WEER IN.” ANDREA CANE, CREATIEF DIRECTEUR VAN HET ERFGOEDMERK WOOLRICH, LOOPT AL DERTIG JAAR RONDJES.

Er komt, zo lijkt het, geen eind aan de erfgoedtrend. En dus staat ook het voorjaar in het teken van de nostalgische heritage-look. Chino’s met opgerolde pijpen, schoenen van Bass of Alden, strikjes en bretellen. En, voor de diehards, lodens in de stijl van de Duke of Windsor.

Pitti Uomo, de belangrijkste beurs voor mannenmode, in Firenze, is het trefpunt voor een aantal van ’s werelds best geïnformeerde erfgoedadepten (veelal inkopers en journalisten, met een abnormaal grote vertegenwoordiging uit Japan en Scandinavië). En die zakken zonder uitzondering af naar het paviljoen van WP Lavori in Corso, een Italiaans familiebedrijf dat verscheidene heritage-merken in zijn portefeuille heeft.

Het belangrijkste is Woolrich, maar WP controleert ook geliefde labels als Blundstone (schoenen), B.D. Baggies (hemden), Avon Celli (breigoed) en, voor de Italiaanse markt, de gewaxte klassiekers van Barbour.

De groep, die deze lente zijn dertigste verjaardag viert, runt daarnaast ook een aantal van de mooiste winkels van Europa : de WP Stores, enigszins vergelijkbaar met het Belgische Bellerose. De keten telt twaalf adressen in Italië, en wordt binnenkort aangevuld met een ambitieus vlaggenschip in New York.

Woolrich, opgericht in 1830 door ene John Rich, is historisch gezien een Amerikaans merk. De wol komt nog altijd uit de mills van Woolrich, Pennsylvania, en het Amerikaanse bedrijf produceert nog authentieke werkkledij, maar de modecollecties zijn al meer dan twintig jaar volledig in handen van de Italianen. “We hebben in 1989 een wereldwijd licentiecontract getekend met Woolrich”, zegt Andrea Cane, creatief directeur van WP. “We verdeelden het merk toen al een tijd in Europa. Sindsdien ontwerpen en produceren we de collecties zelf.”

Behalve de hoofdlijn Woolrich John Rich & Bros behoren ook de trendcollectie Woolrich Woolen Mills (ontworpen door Mark McNairy) en de jongere, voorlopig enkel in Italië verdeelde lijn Penn-Rich tot het imperium.

RELEVANT BLIJVEN

Andrea Cane was dertig jaar geleden de eerste bediende op de loonlijst van het bedrijf. “De vroege jaren tachtig waren een totaal ander tijdperk. In het begin verdeelden we nogal wat modemerken : Parachute, een label dat op dat moment erg trendy was, maar ook Amerikaanse ontwerpers als Vivienne Tam, Stephen Sprouse of Anna Sui. Daarnaast handelden we in labels als Paraboot, The North Face, Pendleton, Vans, Columbia. In de jaren negentig is Barbour erbij gekomen, voor de Italiaanse markt.”

De modesector, zegt Cane, loopt in cirkels. “In 1982 was retro populair. Daarna kwam er een focus op vernieuwing, op vooruitstrevende sportswear. Als het slecht gaat met katoen, gaat het goed met nylon, en omgekeerd. Als bedrijf moet je dat kunnen controleren. Je moet een visie hebben op de lange termijn. Niets is eeuwig in de textielindustrie.”

Voor een merk komt het er vooral op aan om relevant te blijven. “Wij zijn altijd op zoek naar merken met een geschiedenis, producten met een verhaal. Daarom zijn we destijds ook gestopt met de pure modemerken. Die dynamiek is anders.”

“Het zijn voor onze sector geen goede tijden. Het zuiden van Italië kent een grote crisis, de situatie in Spanje is zo mogelijk nog slechter. Ik verwacht dat na dit seizoen veel winkels zullen sluiten. Voor ons is het belangrijk om internationaal mee te spelen. Dat is voor een familiebedrijf niet evident. We spelen veilig, hebben geen schulden. Maar dat betekent ook dat je niet in één keer zeventig winkels kunt openen, zoals bijvoorbeeld Moncler heeft gedaan.”

“Voor ons zijn Duitsland, de Benelux en Scandinavië belangrijk. Japan doet het goed. We openen binnenkort een Woolrichwinkel in Seoel. In New York plannen we een flagship store en een plaatselijke showroom. We hebben ons hoofdkantoor in Bologna en kleine teams in de Verenigde Staten en Japan. De internationalisering van de mode vergt zo’n gespreide aanpak. De parka’s die we in Japan verkopen verschillen lichtjes van de Europese : de fit is anders, de lengte ook. Een Japanner is anders gebouwd.”

“Als je je in heritage specialiseert, moet je kwaliteit brengen, anders ga je failliet. En je moet evolueren, vernieuwen. Veel bedrijven worden oud met hun klanten. Barbour liep dat risico. Maar toen hebben we Tokihito Yoshita in dienst genomen ( de Japanse ontwerper van de John Barbour & Sons To Ki To lijn), en nu spreekt Barbour weer tot de jongere generaties. We blijven ook op zoek naar nieuwe merken voor onze portefeuille. In juni herlanceren we een traditioneel Brits merk, en we staan dicht bij een overname in de Verenigde Staten.”

“We profiteren van de erfgoedtrend. Dat blijft een sterk fenomeen. Maar het klimaat verandert wel. Het wordt nu tijd voor meer technische merken : Nanamica bijvoorbeeld, of Arcteryx, of White Mountaineering. De toekomst ligt daar.”

www.wplavori.com

DOOR JESSE BROUNS

“ALS HET SLECHT GAAT MET KATOEN, GAAT HET GOED MET NYLON, EN OMGEKEERD. ALS BEDRIJF MOET JE DAAROM EEN VISIE HEBBEN OP DE LANGE TERMIJN”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content