Milaan is de Europese hoofdstad voor mode en design, al valt daar buiten de winkels nog te weinig van te merken. De modehuizen hebben echter grootse plannen : dankzij hun ondernemingslust wordt dit stilaan een echte trendstad, ook na de kantooruren.

Milaan heeft de designboom eind jaren negentig gemist. Er was gewoon geen interesse in nieuwigheden. Het moet zowat de enige Europese metropool zijn waar je niet eens een deftige Chinees vindt.” Aan het woord is Attilio Marro, algemeen directeur van het Bulgari Hotel. Met zijn eigentijds design vormt het gloednieuwe hotel een opvallende verschijning in Italiës voornaamste zakencentrum, en een radicale breuk met het bestaande hotelwezen. Aan nepgouden trapleuningen en paleisachtige kamerinterieurs heeft Milaan nooit gebrek gehad, maar wie allergisch is voor oubolligheid vluchtte er binnen de kortste keren een Prada-boetiek in.

De hoofdstad van Lombardije was lang het industriële hart van Italië, en ook nu kan haar belang als financieel centrum niet onderschat worden. Er zijn meer banken te vinden dan kruisbeelden, en ook de Italiaanse mediawereld heeft er zijn voornaamste stek gevonden. Geld en good looks zijn het er glijmiddel van het sociale leven, maar qua stadsvernieuwing blijft Milaan ver achter op toonaangevende steden als Londen, Parijs of Antwerpen. Architecturaal wordt Milaan gedomineerd door monumentale bouwsels als het imposante Stazione Centrale, uit het tijdperk van Mussolini, en de negentiende-eeuwse Galleria Vittorio Emanuele II. Vernieuwende architectuur is er zeldzaam : de schaarse achttiende-eeuwse palazzi en monumenten als het neoklassieke La Scala-theater worden verdrukt door strakke kantoorgebouwen en ongeïnspireerde winkelgalerieën.

Drinken met designers

‘Slaapstad’ mag dan niet van toepassing zijn op een winkelgekke stad als Milaan, de voorbije tien jaar kon je het oord gerust enkele maanden overslaan : in het lijstje van toonaangevende restaurants, bars en discotheken kwam zelden verandering. Een fashion capital dus, jawel, maar verder ook hopeloos tradi-tioneel, op het provinciale af. Waar elders gaan de grootste modellen en invloedrijkste namen uit de modewereld in een eenvoudige trattoria eten ?

Tot voor kort, want onder invloed van de lokale modehuizen en de talrijke designfabrikanten kan plotseling niets nieuw genoeg zijn. We hebben het dan niet over de vaak innoverende winkels die hippe buurten hebben gemaakt van onder meer de Porta Ticinese en Via Montenapoleone. De voorbije drie jaar drukten de Milanese ontwerpers hun stempel immers ook op andere terreinen. Zij zorgen nu voor de grootste schokken in de naar vernieuwing snakkende horecawereld. Zo bracht Giorgio Armani met zijn superstore in Via Manzoni de befaamde Japanse Nobu-keten naar Milaan. Om de hoek lokken de verzorgde lunches in het Armani Caffè nog steeds het trendgevoelige volkje.

Het voorbeeld werkte inspirerend. Nadien ging immers ook Roberto Cavalli interesse tonen in de horecawereld. Hij opende een lounge in het Parco Sempione, op loopafstand van het historische Castello Sforzesco. Het Just Cavalli Café, ontworpen door Italo Rota, is nu zowel een populair restaurant als een hippe discotheek : aan de met nissen uitgevoerde bar van Ron Arad zijn vaak Italiaanse tv- en voetbalsterren te vinden en in de zomermaanden is de uitgestrekte tuin een echte hotspot. In de late vooravond zijn de met fakkels en kandelaars verlichte zetels en kussens dan erg in trek voor een aperitief, een ware traditie in Milaan.

Dat dergelijke zaken het profiel van een modehuis naar boven kunnen tillen, hebben ook Dolce & Gabbana begrepen. Toen het duo vorig jaar een mannenwinkel opende in een achttiende-eeuws palazzo op de Corso Venezia, pakte het de zaken groots aan. Voor mannen die van luxe houden, kwam er een traditionele barbier en een schoonheidssalon met zes intieme kamers in glanzend wit marmer. En ook aan de jetset werd gedacht : in samenwerking met drankenproducent Martini e Rossi werd een spectaculaire cocktailbar geopend. Een zwarte vloer met een rode draak, kleine lederen sofa’s en een stalen geraamte geven de rotonde exclusieve designallures, terwijl de verlichting voor een retrosfeer zorgt. Net zoals de Cavalli-lounge een eclectische mix van natuurlijke elementen en extravagant design symboliseert, mogen we ook de Martini Bar niet als een louter financieel project begrijpen : “We wilden een chique, comfortabele ruimte creëren die de lifestyle van onze cliënteel weerspiegelt”, zei het tweetal bij de opening.

Ook in de designsector leveren dergelijke filosofische overwegingen hippe uitgaansplekken op. Zo opende keukenproducent Strato bij de Porta Romana een concept store waartoe naast een showroom voor de eigen ontwerpen, een tentoonstellingsruimte en een loungeboetiek met kunstboeken en delicatessen ook het designrestaurant Altro behoort. Ontwerper en zaakvoerder Marco Gorini is zelf een kookfanaat en wil met een hoogtechnologisch interieur, dagverse ingrediënten en een kaart met 500 Italiaanse en Franse wijnen de Milanezen over de streep trekken. De menukaart beperkt zich overigens netjes tot traditionele Italiaanse gerechten. Een beetje Parijzenaar of New Yorker houdt aan Altro dan geen onvergetelijke herinneringen over,

in Milaan is een dergelijk restaurant al snel een riskante

onderneming.

Oases van rust

Milaan heeft de reputatie een mensonvriendelijke werkstad te zijn op maat van koning auto. Voetgangers moeten er tijdens hun lange werkdagen flinke afstanden afleggen en vooral in de snikhete zomermaanden is het gebrek aan groenzones groot. Geen wonder dat vele Milanezen op vrijdagavond wegvluchten naar de naburige bergen of meren en de stad er in het weekend verassend leeg kan bijliggen.

Het in mei geopende Bulgari Hotel, een voormalig klooster waarin tien miljoen dollar geïnvesteerd werd, is dan ook een verrassing zonder meer. Het bevindt zich in de Brera-wijk, op nauwelijks enkele meters van het hectische winkelcentrum, maar wel in een privé-straat waar van die drukte niets te merken is. Het wordt omgeven door een botanische tuin, en zelf beschikt het hotel over een groene oase van wel 4000 vierkante meter.

Voor het ontwerp van het hotel tekende architect Antonio Citterio : duurzame materialen als marmer uit Zimbabwe, graniet, teak en eik, Italiaanse zitmeubelen uit organisch katoen of zwart leder, metershoge kunstwerken en hoge vertrekken met een Aziatisch aandoende ruimtelijkheid. De spa is bekleed met geelbruine steen uit Vicenza en zeldzaam marmer uit Turkije, terwijl het emeraldgroene zwembad gedecoreerd werd met gouden mozaïektegels. “We wilden een hedendaags interieur, maar niet minimalistisch”, zegt directeur Attilio Marro. “Dat strookt niet met de filosofie van Bulgari. Bovendien is dit geen winkel, maar een hotel dat qua faciliteiten en service normen uit lang vervlogen tijden nastreeft. Uiteraard is het hotel belangrijk voor Bulgari’s imago, maar het is geen showroom. We gaan geen uurwerken en juwelen presenteren. Daar hebben klanten op dit niveau geen behoefte aan.”

De elite zal er zich zonder problemen thuis voelen : gasten van het 58 kamers tellend oord hebben een persoonlijke trainer en een personal shopper ter beschikking en kunnen per helikopter het Lago Maggiore bezoeken of rally rijden in Monza, en na al die opwinding kunnen ze zich op de kamer terugtrekken in een meditatieruimte met een tatami. Met kamerprijzen tussen 560 en 750 euro en suites à 1500 euro is enige mentale oefening overigens geen overbodige luxe.

Het Bulgari-hotel in Milaan is het eerste in een reeks van zeven luxehotels onder de merknaam, telkens in samenwerking met de Ritz-Carlton-groep. Nummer twee volgt eind 2005 op Bali, een resort met zestig villa’s, telkens voorzien van een zwembad en zonneterras. Milaan was volgens Marro een logische eerste keuze : “Het potentieel van deze stad is enorm. Niet alleen omdat ze samen met Rome de belangrijkste toegangspoort is tot Italië, maar ook door het gebrek aan gelijkaardige designhotels in Milaan.” De lokale bevolking heeft de weg alvast gevonden : vier maanden na de opening zijn in het restaurant, de exclusieve cigar room en de architecturale tuin zelden vrije tafels te vinden.

Wie helemaal doodgewinkeld is, een kleine moeite in Milaan, kan sinds kort ook terecht in de E’Spa at Gianfranco Ferré. Die sloot een partnership met een exclusieve Britse wellnessketen. “Als je een heel leven bezig bent geweest met schoonheid en vormen, kleuren en materialen die het lichaam mooier maken, dan kun je het innerlijke welzijn niet negeren”, aldus Ferré.

Zodra je de sensuele ruimte binnenstapt, vergeet je het drukke stadscentrum rond de Via Sant’Andrea. Zen is er het codewoord, van de warme materialen tot en met de verlichting : onzichtbare neonbuizen die zich qua lichtsterkte en kleur aan het tijdstip van de dag en de behandeling in kwestie aanpassen. Zelf kregen we er meteen Tibetaanse cimbalen te horen (erg Absolutely Fabulous, inderdaad) en ook aromatische essentiële oliën, kruidenthee, een voetbad en een drukpuntmassage behoren tot het ontvangstritueel.

Luxe voor wellnessfanaten wordt hier tot in zijn extreemste vorm doorgevoerd, en daarbij is decadentie nooit veraf. Het stoombad geurt naar verse rozen, in de douche stroomt muntwater uit de sproeiers en in het ‘vitaliteitsbad’ met bronwater van 36 graden drijven we op voorverwarmde luchtkussentjes, terwijl hydrotherapeutische jetstralen ons lichaam masseren. De mooiste ruimte is echter de modderkamer, uitgevoerd met fijne goud- en chocoladekleurige tegeltjes, zwart marmer en een sterrenhemel als plafond. De behandelingen zijn overigens al even luxueus : van warme steen- en algentherapie en ayurvedische kruiden- en plantenwrappings tot wellnessprogramma’s voor zwangere vrouwen.

Aanstekelijke dromen

De echte transformatie van Milaan is trouwens maar net begonnen. Het stadsbestuur koestert grootse plannen de komende jaren. Met de Galleria Vittorio Emanuele II bijvoorbeeld, waarvoor de stad licenties toekent aan modehuizen. Begin deze zomer nam Louis Vuitton er zijn intrek, enkele weken later volgde een Gucci-café in hout en staal. Altijd leuk, een bakje troost voor wie net zijn portemonnee heeft geplunderd.

Het opmerkelijkste plan is wel de Città della Moda e del Design, een 25 hectare tellend complex in de Garibaldi-wijk dat tegen 2008 stijlvolle winkels, een modemuseum en een modeacademie moet herbergen. Ook luxueuze appartementen, een hotel en groenzones staan op het programma, en er worden innovatieve kantoorgebouwen voorzien.

Ook hier zou het project wellicht nooit gerealiseerd worden zonder actieve steun uit de modewereld. Er wordt tenslotte al ruim dertig jaar over gediscussieerd. Gedurende lange tijd was Nicola Trussardi, de in ’99 overleden zaakvoerder van het gelijknamige modehuis, er de belangrijkste pleitbezorger van. Hij was ook degene die de eerste plannen voor het complex tekende, dat in zijn ogen iets moest worden als het Guggenheim in Bilbao : een radicaal vernieuwend project dat het eenzijdige, zakelijke imago van Milaan kan doorbreken.

Na jaren van bureaucratische inefficiëntie – dit blijft Italië – lijkt het complex er dus echt te komen. Met de hulp van dochter Beatrice Trussardi en projectontwikkelaar Manfredi Catella, de invloedrijke directeur van een internationaal bouwbedrijf, werden alle betrokken overheden en instellingen rond de tafel gebracht en een investeringsplan uitgezet. Voor het complex en de herwaardering van de Garibaldi-wijk wordt niet minder dan 400 miljoen euro uitgetrokken. Met dat geld zullen onder meer verkeersvrije zones en tunnels aangelegd worden. “Het komt eropaan plekken te verbinden die nu totaal los staan van elkaar”, vertelden Trussardi en Catella aan de International Herald Tribune. “Het complex mag geen modegetto worden. De vernieuwing moet ook andere wijken aansteken.”

Een meevaller is dan ook de heropleving van Corso Como onder invloed van Carla Sozzani, een Milanese zakenvrouw met een modegevoelige neus. Begin jaren negentig opende ze er 10 Corso Como, een concept store in een voormalige drukkerij. Rond een met planten gedecoreerde binnenkoer creëerde Sozzani in de loop der jaren een pretpark voor fashionista’s. Het bazaarachtig pand omvat zowel een boekenwinkel en een modezaak als een restaurant, een bar en een kunstgalerie. Tien jaar later ondergaat Corso Como dezelfde transformatie die ook SoHo in

New York of Antwerpen-Zuid kenmerkten : de wijk heeft de aandacht getrokken van de lokale bobo’s, en in navolging van Sozzani zijn kunstenaars, onafhankelijke accessoireontwerpers en hippe lunchzaken gekomen.

Ook van de grote modenamen hebben we de laatste nevenprojecten in Milaan nog niet gezien. In het kader van een wereldwijd businessplan mogen we binnen de vijf jaar ook van Giorgio Armani een hotel in Milaan verwachten, en rond

Dsquared gonst het eveneens van de geruchten. De Canadese tweeling heeft een stevige fanbasis in Milaan en trok in het verleden al enorme mensenmassa’s op party’s in Alcatraz en Billy. Lokale clubpromotoren zijn er dan ook op uit om een permanent samenwerkingsverband op te starten. Naarmate modehuizen steeds meer lifestyles in plaats van louter kleding verkopen, zal de waaier aan uitgaansplekken dus ook toenemen. Aan de huidige opwinding in Milaan te meten is dat geen slechte zaak. n

Tekst Wim Denolf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content