MIJN LICHAAM IS MIJN INSTRUMENT

Elise draagt voor ons stukken van jonge ontwerpers. Hier een bustierjurk van Emmanuelle Lebas. © LALO GONZALEZ

Van Sydney tot Los Angeles, van Singapore tot Amsterdam : de Vlaamse coloratuursopraan Elise Caluwaerts heeft in alle uithoeken van de wereld gezongen. Nu is ze eindelijk ook gewoon thuis te beluisteren : Nightfall is haar eerste cd-opname. Met een bewust Belgisch tintje.

Het blijft ronduit indrukwekkend, Elise Calu- waerts horen zingen : alsof een kristallen sluier van geluid je schedel binnendringt en zich met weerhaken op het bot ent. Tastbaar, glashelder, een onaardse klank die al het zwart wegbrandt. Muziek die je fysiek overspoelt en je gereinigd achterlaat. Het is dan ook met enige zenuwachtigheid dat ik haar in de schaduw van de Antwerpse opera opwacht op het terras van Brasserie Gustav, maar wanneer ze een en al glimlach naast me komt zitten, is de diva ver te zoeken. Je denkt eerder aan het guitige buurmeisje waarmee je vroeger in de tuin ravotte. Maar ook die indruk moet ik bijstellen : halverwege het gesprek en de Wagyu-carpaccio hebben we het zijdelings zowaar over Hegel en kwantummechanica. Your average girl next-door ? Niet echt.

De intimiteit die haar zingen teweegbrengt, werkt blijkbaar ook omgekeerd : “Een partituur, ook al lijkt die voor de leek maar een opeenvolging van noten, bevat sowieso al veel emotie. Het is de abstractie van een mens-zijn, de uitgepuurde gevoelens van een componist, en mijn interpretatie is opnieuw een verpersoonlijking van dat werk. Mijn lichaam is mijn instrument, dus ik moet uit mezelf putten om die inktstippen leven in te zingen. Pas op : dat is niet anekdotisch bedoeld. Zingen is persoonlijk, maar niet privé. Als ik verdriet moet uitdrukken, denk ik niet aan de ruzie die ik die ochtend toevallig heb gehad, maar aan universeel verdriet. Of blijdschap, of woede, dan wordt het iets gemeenschappelijks dat voor iedereen opgaat. Juist dat maakt die oorspronkelijk abstracte emotie voor de luisteraar herkenbaar. En ja : je staat daar natuurlijk ook op dat podium, in je eentje, voor een volle zaal. Je kunt de verwachtingsvolle spanning van de massa wel voelen, maar het komt erop aan je niet te laten wegdrukken door je angst.”

Hoe beheerst u dan die podiumvrees ?

Elise Caluwaerts : Door tegen je lichamelijke intuïtie in te gaan. Ondanks alle kwetsbaarheid en angst toch te zingen. Zoals je bij een grote hond automatisch de neiging hebt om terug te deinzen, tot je verstand je dwingt om hem te aaien. Tem het beest in jezelf. Maar dat valt bijzonder goed mee. Je hebt je metier om op te steunen, hoewel dat niet voldoende is. Je moet je ook volledig geven. Op automatische piloot zingen kan gewoon niet, dan heb je een slecht concert gezongen. En je bent al zo lang en intensief bezig met de voorbereiding, met het instuderen, dat je maar op één ding meer ingesteld bent : zingen. Ik geniet met volle teugen van dat hele proces, tot en met de uitvoering. Alleen die vijf minuten voor ik op moet, dan slaan de zenuwen toe. Echt onaangenaam, maar ook dat is voorbereiding : de ontlading tijdens het concert is des te groter.

Uw lichaam is uw instrument. Handig lijkt me dat.

Op zich wel. Het vergt natuurlijk veel onderhoud. Zingen is fysiek bijzonder belastend, pure topsport. Zeker de coloraturen vergen veel stemacrobatiek en dus moet je er ook naar leven. Sporten, geen alcohol drinken, niet roken, en bovenal niet ziek worden. Want dat hoor je onmiddellijk. Als je geen honderd procent bent, lever je een slechte prestatie en daar kan ik me zeer schuldig over voelen. Maar ik hou wel van die gestrengheid, van extremen in het algemeen. Het is niet zo dat ik als een ascetische monnik leef, ik heb ook niet de indruk dat ik mezelf iets opleg ; als ik veel moet optreden, leef ik automatisch sober. Dan zit ik in een concentratiebubbel, scherpgesteld op dat ene doel. Dus na een optreden niet op de receptie staan babbelen – je moet echt zwijgen om je stem rust te gunnen – maar direct naar huis, en je beperken tot tv kijken, chatten en slapen. Je bent ook gewoon leeg na zo’n concertreeks. Maar tijdens de vakantie verval ik dan in het andere uiterste : vrienden opzoeken, eindelijk op café gaan, dan is er geen houden meer aan. Zoals ik al zei : extremen, ik hou ervan.

Voelt u zich tijdens het zingen verbonden met de componist, ook al zijn die partituren soms eeuwenoud ?

Ja, als je veel werk van één componist zingt, leer je die persoon wel kennen. Ook omdat je in je opleiding via hun correspondentie en levensloop veel biografische achtergrond meekrijgt. Dan begrijp je ook beter de gemoedstoestand waarin ze hun oeuvre schreven. Toch, zijdelings vraag ik me tegenwoordig af of echte communicatie met een componist, met een publiek wel mogelijk is. Soms is de kloof groot. Als ik Chinese opera beluister, dan valt die muziek ook dood voor mijn voeten neer. Maar geldt dat niet in het algemeen ? De aloude kwestie : begrijpt de ander me ? Bereik ik met een lied of een aria de ander, of vertelt dat zingen net iets meer over mezelf ? Is niet elke uiting autoreflexief ? Verwijzen we met elk spreken niet louter naar onszelf ?

De ander is per definitie on(be)grijpbaar ?

Onkenbaar lijkt me een beter woord. Klinkt solipsistisch (filosofie die stelt : alleen ons ik en zijn bewustzijnsdaden bestaan) en het staat paradoxaal genoeg haaks op onze empirische beleving, op het gemeenschapsgevoel dat we ervaren. Zoals mijn goede vriend, schrijver P.F. Thomése, het stelt : ‘Elke communicatie is de ontkenning van het misverstand.’

Dat houdt u toch niet tegen om een album te maken en uw publiek tegemoet te treden : Elise Caluwaerts voor het eerst in ‘draagbare vorm’. Zit er een lijn in de muziekselectie of hebt u voor uw persoonlijke favorieten gekozen ?

Nog zo’n dilemma : kiezen is vooral ‘niet kiezen’. Toen ik samen met mijn vaste pianist Kim Van Den Brempt, die me al tien jaar begeleidt, een lijst samenstelde, kwamen we op meer dan drie uur muziek uit, wat helaas niet op één schijfje past. Je kunt er wel een muzikale lijn in ontdekken – van Debussy’s impressionisme over hoog- en laatromantiek bij Richard Strauss en Berg, tot expressionisme bij Hanns Eisler – maar we hebben vooral onze persoonlijke affiniteit laten gelden en gekeken wat in het thema Nightfall, het vallen van de nacht, past.

Een cd die jullie uitbrengen zonder platenmaatschappij.

Het is een samenwerkingsverband met een aantal concerthuizen die ons project genegen waren. Ik koester mijn onafhankelijkheid – sommigen zullen zeggen : eigenzinnigheid. Het stelt je in staat om als kunstenaar de geijkte paden te verlaten, wat voor mij de kern is van creativiteit. Als je je goed voelt bij het zingen van klassieke opera : zeker doen, fantastisch. Ik zing zelf dolgraag opera maar daarnaast bouw ik ook verder aan mijn eigen oeuvre, hoe afwijkend dat soms ook overkomt. Ik wil beide. Mag toch ? En het ene sluit het andere niet uit. Zag je bijvoorbeeld Castellucci’s bewerking van Glucks Orfeo ed Euridice in De Munt ? Daarin wordt Eurydice via livestreaming verpersoonlijkt door een volledig verlamde vrouw, die de voorstelling via een koptelefoon live hoort. Heel hedendaags. Heel nu. Heel aangrijpend. Zó kan opera dus ook zijn en dat vind ik enorm inspirerend. Als je de kans krijgt om deze Orpheus ergens te beleven : niet aarzelen en een citytrip boeken ! Bij dat soort invalshoeken leef ik volledig op en ik merk dat ik, wanneer ik een project volledig naar mijn hand kan zetten, wanneer we samen een voorstelling van nul opbouwen, ook beter werk aflever. Kortom : gelukkiger zing. Gelukkig wordt dat, als ik kijk naar de interesse in het buitenland, ook geapprecieerd.

Zonder manager, zonder platenmaatschappij eigen producties op poten zetten. Hoe begin je daar in godsnaam aan ?

Neen, de vraag is meestal : waar eindig je ? De kiem ligt altijd in een ontmoeting, een gesprek, wild dromen tot er ideeën ontpoppen. En ja, als je de touwtjes in eigen handen neemt, kom je natuurlijk obstakels tegen. Maar ik heb niks liever. Problemen zijn uitdagingen. Bring it on !

Loopt u zo niet het risico lelijk op de bek te gaan ?

Dat hoort erbij. Je krijgt als zangeres sowieso te maken met kritiek en afwijzing tijdens audities. Daar leer je mee om te gaan.

Er is geen plan B ? Staat er een vervaldatum op iemands stem ?

Neen, want plan A gaat heel goed. Mits je discipline opbrengt en zorgzaam omgaat met je stem, kun je lang doorzingen. Ik wil schoonheid beleven en in de wereld blijven brengen. De toekomst voor kunst en cultuur zie ik trouwens bijzonder rooskleurig in.

Kijk eens aan : een cultuuroptimist. That’s a nice change !

Tuurlijk ! Alle pessimisme ten spijt : klassieke muziek zal blijven bestaan, en er is een publiek voor. Men staart zich soms blind op procenten, op het beperkte bereik van Radio Klara om maar iets te noemen. Sommigen zullen beweren : elitaire, intellectualistische kunst, maar ze heeft wel een bestaansrecht, en het gevaar bestaat dat men vanuit een zekere popularisatiedwang de drempel gaat verlagen, in de hoop het opgelegde aantal luisteraars te bereiken, maar zo breng je de kwaliteit in het gedrang. Ons kleine landje bulkt van kwaliteit en talent. Het wordt hoog tijd dat beleidsmakers dat inzien. Onze kunstenaars, van schilders tot choreografen, zijn van wereldniveau en in zekere zin ons beste exportproduct, iets om trots op te zijn. Alleen gebeurt er zo weinig mee. Andere landen promoten hun nationaal erfgoed veel efficiënter. België heeft bijvoorbeeld geen equivalent voor het Goethe Institut dat wereldwijd schitterende dingen verwezenlijkt voor Duitse kunstenaars. Onze ambassades zouden daar een rol in kunnen spelen maar ze krijgen er geen budget voor, omdat ze afhangen van het armlastige federale niveau, en dat is doodjammer, echt een gemiste kans.

Uw cd is alvast een goeie aanzet : Belgischer dan chocola.

Ja, inderdaad, op-en-top Belgisch. De hoesfoto’s zijn van de begenadigde Athos Burez, die over een haast filmisch beeldtalent beschikt, en voor mijn kledij heb ik bewust gekozen voor Kim Stumpf en Anna Heylen, van wie ik soms iets uit haar collectie mag lenen als ik ga optreden. Of ik sta met een pièce unique van Natan op de bühne. Naast het feit dat ik me dan zeer vereerd voel, draagt het toch ook bij tot de uitstraling van ons land. Er is zo veel talent in onze contreien, alleen het talent om trots te zijn op onze artistieke verwezenlijkingen mankeert ons vaak. Jammer, maar kijk : ook dat is een obstakel dat overwonnen kan worden. Daar dienen obstakels voor.

Productie : Francis Boesmans. Fotoassistent : Mark Marlon. Retouche : Thierry en Jamal. Hair & Make-up : Inge Devos voor Dior. Model : Elise Caluwaerts

DOOR RODERIK SIX & FOTO’S LALO GONZALEZ

“Onze kunstenaars zijn van wereldniveau en in zekere zin ons beste exportproduct”

“Zingen is fysiek bijzonder belastend, pure topsport”

“Ik zing dolgraag opera maar daarnaast bouw ik verder aan mijn eigen oeuvre, hoe afwijkend ook”

“Er is zo veel talent in onze contreien, het wordt hoog tijd dat beleidsmakers dat inzien”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content