Binnen afzienbare tijd zal de stad van ’t Ros Beiaard een heuse jachthaven rijk zijn. En het water van de Dender, de snelst stromende rivier van Vlaanderen, is niet het enige wat beweegt in een ambitieuze provinciestad die dynamiek aan folklore koppelt.

’t Ros Beyaert doet syn ronde

In de stad van Dendermonde

Die van Aalst die syn zoo quaet

Omdat hier ’t Ros Beyaert gaet.

Zo leerde ik dat vroeger op school, ook al woonde ik niet in Dendermonde. Nooit goed geweten trouwens wat de ‘Vier Aymonskinderenjent‘ betekende. In elk geval, bij de laatste ommegang van het fiere ros, in mei 2000, heetten ze niet Ritsaert, Writsaert, Adelaert en Reynout, maar Roy, Nick,Ken en Dean. Want ja, ook in de folklore gaan ze hier met de tijd mee. En als het Paard de volgende keer uitrukt, in 2010, zal ook Dendermonde er weer helemaal anders uitzien. De facelift van de Grote Markt is alvast een feit. Het plein, dat vroeger schuilging onder geparkeerde wagens, is nu autovrij. Daardoor lijkt het ruimer, is er meer plaats voor gezellige terrassen en komen het feestelijk bevlagde middeleeuwse Stadhuis en de gotische hallen van het Vleeshuismuseum veel beter tot hun recht. Tegelijk kregen ook de toegangswegen tot de Grote Markt een grote beurt. Veel bloemen overal, daar wordt een mens een beetje blij van.

Pas over zes jaar maakt de trots van Dendermonde zijn volgende ereronde door de stad, maar uit het straatbeeld is het beest hoe dan ook niet weg te denken. Op het parcours van de zomerwandeling alleen al tel ik drie Rossen Beiaard. Het eerste staat in het Stadspark, een monoliet van witte zandsteen die een slordige zeven ton weegt. Beeldhouwer Marc De Bruyn wilde naar eigen zeggen een paard creëren ‘dat klaar staat voor een krachtige sprong naar de vrijheid en het herwonnen leven’. Onder de machtige voorpoten vier kleine mensjes : de Heemskinderen uiteraard, die tevens symbool staan voor de inwoners van Dendermonde, meegevoerd door de dynamische kracht van het Ros. Iets verderop, van veel latere datum, een bronzen Ros van de hand van Jan Desmarets. Steigerend deze keer en met de vier jeugdige ruiters op zijn rug. Wie scherpe ogen heeft, onderscheidt op de buik van het paard… een kikker, symboliek onbekend.

Tragische verdrinkingsdood

Geen kikkers, maar uilen op de koperen kolommen van de kiosk op de vijftig meter hoge toren van het Justitiepaleis, wellicht om de rechters tot wijze besluiten te inspireren. Maar op de spits ? Precies, een bronzen ros mét ruiters. Logisch ook, want volgens de overlevering stond op deze plek ooit de burcht van heer Aymon, de pa van Ritsaert en zijn broers. Die had het aan de stok met zijn leenheer Karel de Grote en zijn kroost zette die traditie voort, ‘met blancken sweirt in d’handt’ en vanaf de rug van hun trouwe paard. Dat uiteindelijk de dupe van de historie werd, want na jaren van gebakkelei stelde Karel een ultimatum : vrede in ruil voor Beiaard. Wie alles wil weten over de tragische verdrinkingsdood van het ros in de Dendermonding, kan terecht op de benedenverdieping van het Vleeshuis. Voor wie daarna troost nodig heeft, zijn er bij de plaatselijke bakkers Ros Beiaardgebak, -koekjes en -pralines. In hetzelfde Vleeshuis staat overigens nog een ander dood beest in de kijker : een mammoet die pakweg 28.000 jaar geleden in de Sint-Olofspolder zijn laatste adem uitblies.

Geschiedenis, je kunt er in Dendermonde niet naast kijken. De eerste versterkingen rond het belangrijke militaire knooppunt aan de samenvloeiing van Schelde en Dender dateerden van de tiende en de elfde eeuw en bestonden uit een netwerk van grachten, aarden wallen en stenen poorten. In de loop der eeuwen kregen die versterkingen het hard te verduren en werden ze afwisselend neergehaald en weer opgebouwd. De neoklassieke Brusselse Poort uit 1822 die toegang tot het stadspark verleent, werd onlangs grondig gerestaureerd. In het kader van de herwaardering van het rijke militaire patrimonium van Dendermonde heeft de stad overigens een nieuw stappenplan klaar om ook de overige restanten van de vestinggordel te herstellen.

Grote Zwartrok

Wat gaan we nog zien in Dendermonde ? In de eerste plaats de Onze-Lieve-Vrouwekerk, een mooi voorbeeld van Scheldegotiek. De muurschilderingen, de gebeeldhouwde predikstoel en de Kerstnacht van Antoon van Dyck alleen al zijn de moeite van een uitstap naar Dendermonde waard. Maar het absolute pronkstuk is de romaanse doopvont van Doornikse steen, een restant van een kerk uit de twaalfde eeuw die oorspronkelijk op deze plek stond. Bij mijn bezoek heeft net een of andere vandaal een paar ruitjes van de mooie glasramen ingegooid. De koster schudt droevig het hoofd : wie krijgt zoiets over zijn hart ? Een heel andere sfeer in Sint-Egidius-intra-muros, ter plekke beter bekend als ‘ Sint-Gillis-Binnen’ : een heldere kerk met mooie decoraties aan het sfeervolle Heldenplein. In 1975 stierf in het Sint-Alexiusbegijnhof grootjuffrouw Ernestine De Bruyne, het laatste begijntje van Dendermonde. Haar voormalige woning (nr. 25) vormt samen met nr. 11 het Begijnhofmuseum. Net als het Belfort werd het Begijnhof, een groene oase van rust en bezinning midden in de stad, door de Unesco als Werelderfgoed geklasseerd.

In Dendermonde kijken ze niet op een standbeeld. Ze hebben hier dan ook een bloeiende Koninklijke Academie voor Schone Kunsten die in 2000 haar tweehonderdjarig bestaan vierde. Tot de meest recente beeldhouwwerken behoren Dansende kinderen van Jos DeDecker op de Bogaertdam en Ontplooiing van Jeanne De Dijn op de rotonde van de Oude Vest. De krachtige torsie van het beeld is tekenend voor de ontwikkeling en modernisering van Dendermonde en de omliggende regio. Van de oudere beelden spreekt vooral dat van Pieter Jan De Smet tot de verbeelding, de Dendermondse missionaris die als prille twintiger naar de Verenigde Staten trok en in 1837 in Missouri zijn missiewerk bij de indianen startte. De jezuïet won het vertrouwen van stammen als de Sioux, de Plathoofden en de Potowatomies en trad vaak als conflictbemiddelaar op tussen de indianen en de overheid. In 1878, vijf jaar na zijn dood in Saint Louis, kreeg de Grote Zwartrok als eerbetoon een standbeeld in zijn geboortestad. De kunstacademie bracht ook een schildersbeweging voort, de Dendermondse school, met vertegenwoordigers als de impressionist baron Franz Courtens, de broers Jan en Franz Verhas, Ferdinand Willaert en Jaak Rosseels. Sinds 1875 kocht het stadsbestuur geregeld werken aan met de bedoeling ooit een Museum voor Schone Kunsten op te richten, waar de leerling van de plaatselijke academie ‘ door de studie van werken der grote meesters zijnen smaak loutert en zich voor het schoone weet te bezielen’. Dat museum kwam er uiteindelijk niet, maar de waardevolle kunstcollectie is nu in het stadhuis te bewonderen.

Wat hadden Ray Charles, Dana Gillespie, BB King, Chuck Berry, Curtis Mayfield en onze eigen rasmuzikant Toots Thielemans in Dendermonde te zoeken ? Heel simpel : een groovy bunker naast het Stadspark herbergt de Honky Tonk Jazz Club, letterlijk en figuurlijk een bastion van de traditionelere jazz. Naast concerten organiseert de club ook een jaarlijkse kroegentocht en jazzboottocht op de Schelde ; op 3 en 4 september wordt de officiële opening van het Jazzcentrum Vlaanderen gevierd, dat jazz wil promoten door onder meer archiefopnamen te digitaliseren. Een andere culturele draaischijf en ontmoetingsplaats voor artistiek geïnspireerden van diverse pluimage is Cultuurcentrum Belgica in de Kerkstraat.

Die van Aalst

Tijd om een frisse neus te halen. Het natuurgebied Kalendijk omvat niet alleen het stadspark, maar ook het subtropisch zwembad Olympos, waterpartijen, nieuw aangeplante bosjes en moerasgebied. Wie nog energie overheeft, kan een ommetje maken langs de Brusselse Forten, een visvijver van vijf hectare, waarvan bodem- en waterkwaliteit nauwlettend in de gaten gehouden worden. Nieuw is het Dokter Malbrainpad, een wandelpad dat ook toegankelijk is voor rolstoelgebruikers.

Water in de binnenstad, het is altijd een attractiepool. En in Dendermonde hebben burgemeester Norbert De Batselier en de zijnen grootse plannen met hun binnenwateren. Die zijn gebundeld in één ambitieus project dat de Oude Dender wil herinrichten in het hart van de oude stad. Daarbij zal de Gedempte Dender opnieuw opengemaakt worden, het Sas gerenoveerd en samen met de nabije omgeving omgevormd worden tot een jachthaven met aanlegsteiger en aantrekkelijke groene oevers. Vlasmarkt- en Bogaerdbrug worden beweegbare ophaalbruggen en er komt een houten terras op het water. Stiekem dromen de Dendermondenaren er zelfs van de Oude Dender weer in de Schelde te laten vloeien, ook al laat het verschil in waterkwaliteit dat voorlopig niet toe. Maar hoe dan ook : die van Aalst die worden zeker weer kwaad. En niet alleen omdat in Dendermonde ’t Ros Beiaard gaat… n

Tekst Linda Asselbergs I Foto’s Yves Callewaert

Als het Ros Beiaard de volgende keer uitrukt, in 2010, zal Dendermonde er weer helemaal anders uitzien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content