Als een handtas van Chanel, Gucci, Fendi of onze eigen Delvaux u aan het dromen brengt, maar het daarbij blijft door het prijskaartje, bent u niet veroordeeld tot een model in kunststof. Tussen de uitersten liggen tal van alternatieven, zoals het Madrileense Acosta, sinds kort in Brussel verkrijgbaar. En Lobbo is een gloednieuw merk van de Ieperse firma Gauquie.

Jawel, we maken zeer veel ruzie.” De vier zussen roepen het in koor en schieten meteen in een lach. Encarna, Maribel, Pitu en Machus Acosta, in volgorde van leeftijd, zijn de “sisters in crime” die samen het lederwarenmerk Acosta vormen. “We hebben verschillende smaken”, zegt Maribel. “En zo komen we tot enorme collecties waarin we moeten schrappen. Met geanimeerde discussies tot gevolg.” De zussen zitten aan de vergadertafel in hun Madrileense hoofdkantoor annex atelier. Dat is geen cleane of modieuze werkplek, maar een organisch gegroeid geheel van bureaus en tot de nok gevulde ateliers die via een wirwar van gangen met elkaar verbonden zijn. “We moeten echt uitkijken naar nieuwe kantoren”, vertelt Encarna later tijdens de rondleiding. “Maar we zijn gehecht aan deze plek. We bevinden ons hier in het centrum van Madrid. Voor grotere ruimten moeten we buiten de stad trekken.”

Bakkeleien de zussen over de collecties, over andere zaken zijn ze het roerend eens. Over wie de meeste schoenen heeft (Maribel) en de meeste handtassen (Encarna). ” Imelda Marcos verbleekt bij die twee”, vinden Pitu en Machus. Maar Encarna heeft een logische verklaring. “Natuurlijk heb ik veel tassen, ik hou alles bij en ik werk hier al lang. En dan krijg ik van de jongere zussen soms op mijn donder omdat ik buiten kom met een tas van vier jaar oud. Ik vind dat dat net bewijst dat ze goed gemaakt is.”

Als het over de taakverdeling gaat, zegt de een tegen de ander: “Wat doe jij precies? Doe je eigenlijk wel iets?” Encarna en Maribel werken sinds het begin van de jaren ’60 bij het familiebedrijf, de eerste in de verkoop, de tweede als creatief en productiedirecteur. De twee jongsten kwamen er in ’71 bij en drukken hun stempel zowel op de creatie als op het beheer van de winkels, want elk van de zussen heeft nog eigen Acosta-winkels in en rond Madrid. Miguel Iniguez, Pitus echtgenoot, is al jaren de algemeen beheerder.

De wintercollectie 2000 van Acosta omvat een ruim gamma schoenen, tassen, riemen en enkele leren kledingstukken. De modieuze tweed schoenen en tassen vallen meteen op, maar het grootste deel van het gamma is van leer: nappa, krokodillenleer, gegraveerd leer, python, struisvogel,… in verschillende kleuren en soms met opvallende motieven. Schoenen kosten gemiddeld 4500 frank, de kleinere tassen rond de 6000 frank, de grotere 10.000 frank. Het vrolijke en gedurfdere Acosta Junior, getekend door Encarna’s dochter Barbara, vervolledigt sinds een paar jaar het gamma.

In het atelier krijgen we te zien hoeveel handwerk er nog in een schoen en een tas gaat. “Onze traditionele mocassin bestaat uit 17 stukken”, vertelt Pitu.

Omdat ze allemaal vrij groot zijn, hebben de zussen zelf een voorkeur voor platte schoenen. “Toen we begonnen, was er in heel Madrid geen platte schoen te vinden die ook elegant was”, aldus Encarna. De kleine schoenencollectie werd uitbesteed, maar sinds 5 jaar gebeurt de productie van het ondertussen uitgebreide gamma in huis. “Er waren te veel problemen met de kwaliteit”, zegt Encarna. “Nu hebben we de controle zelf in handen.”

De rondleiding in het atelier is de gedroomde reclame voor Acosta. De ambachtelijke manier van werken boezemt vertrouwen in en het oprechte enthousiasme van de zussen is aanstekelijk. Ze lopen heen en weer, nemen met omzichtigheid leerrollen vast, strelen ze liefdevol en zwaaien fier met de afgewerkte producten.

De helft van het leer halen ze in Spanje, de andere helft (vooral fantasieleer) in Italië. Maribel herinnert zich nog haar eerste buitenlandse lederbeurs, ze was nauwelijks twintig. “Toen het duidelijk werd dat wij in de zaak zouden komen, heeft mijn vader Encarna en mij meegenomen naar Milaan en Bologna”, vertelt ze. “De volgende keer ging hij al niet meer mee. We moesten het zelf doen.”

Ondertussen staat de volgende generatie klaar: de oudste dochter van Encarna en die van Maribel werken al in het bedrijf.

Acosta werd in 1942 opgericht door vader Cecilio Acosta. Hij was een ambachtsman die tassen en schoenen op maat maakte voor de high society in Madrid. Hij verwierf daarbij een trouw cliënteel en opende in 1959 een winkel. Toen de twee oudste dochters in de zaak stapten, groeide het bedrijf geleidelijk. Toch bleef het heel lang een Madrileense zaak, met verschillende winkels in de buurt. In het modieuze Barcelona bijvoorbeeld werd pas enkele weken geleden een Acosta-boetiek geopend.

Op de vraag hoe de Acosta-zussen zullen reageren wanneer, zoals dat in modeland tegenwoordig de gewoonte is, een grote groep met een pak overnamegeld komt zwaaien, wordt er diep gezucht. Ze staan op hun onafhankelijkheid, maar ze zijn voorzichtig. “We willen niet verkopen”, zegt Encarna. “Acosta is ons kind. Dat geef je niet weg aan een ander. Deze business is echter onvoorspelbaar. Ik durf niet zeggen: nooit.”

De naam heeft geen speciale betekenis. Ik vond het gewoon goed klinken, twee b’s, twee o’s.” David Depuydt is zaakvoerder van het lederatelier Gauquie en lanceert deze winter de nieuwe tassenlijn Lobbo. Het zijn elegante en vrouwelijke tassen in glad leder. De prijs schommelt tussen 10.000 en 15.000 frank, waarmee op het middensegment van de markt gemikt wordt. “Er bestaan nog geen machines waar je de verschillende stukken instopt en waar dan een tas uitkomt”, lacht David Depuydt. “In Lobbo zit veel handwerk. Het hangt er natuurlijk vanaf waaraan je je budget wil besteden, maar ik vind de prijs gerechtvaardigd en toegankelijk.”

De firma Gauquie was sinds 1967 in handen van Depuydts vader en produceerde vooral kleine lederwaren. Toen vader Depuydt het Brusselse handtassenlabel Nathan overkocht, haalde hij zijn zoon erbij. “Ik studeerde marketing, maar zo’n voorstel kon ik niet laten liggen”, zegt David. “Ik stopte met de studies en ging in zaken.” Ondertussen leidt David de zaak alleen en haalde hij stilist Julien Claes in huis als ontwerper. “We hebben veel gepraat”, aldus Julien. “Ik wilde weten wat er verwacht werd, want ik had nog nooit een handtas ontworpen.” (Claes is modeontwerper van opleiding, werkt onder meer voor de stoffenbeurs Première Vision en tekent de tricotcollecties van Gerald Watelet en Azniv Afsar, red.)

Het klikte. “Ik begreep dat ik voor Nathan naar continuïteit moest streven en toch wat vernieuwing moest brengen. Voor Lobbo zijn David en ik het eens over het beeld dat we willen doorgeven”, zegt Claes. “We delen de zorg om de kwaliteit en we willen traditie en ambachten verenigen met een modern design.”

Julien Claes zal zich zijn eerste stappen in het Ieperse leeratelier wel blijven herinneren. Hij was Franstalig, zonder ervaring en met het stigma “ontwerper”. “Ik moest het vertrouwen winnen van de mensen in het atelier. Een ontwerper heeft immers de naam onmogelijk en onrealistisch te zijn.” Maar Julien zette zich achter de naaimachine en leerde hoe hij een tas in elkaar moest steken. “Ik heb duizend vragen gesteld, voortdurend om raad gevraagd en overlegd. De samenwerking verloopt heel goed.”

Het vertrekpunt voor Lobbo was niet een specifiek omschreven type vrouw, maar een manier van een leven, een modieus universum. “Ik heb de hedendaagse architectuur en interieurs bekeken en me afgevraagd welk accessoire en welke handtas je wil als je in zo’n wereld leeft”, zegt Julien. “Natuurlijk blader ik ook door modemagazines. Vrouwen kopen meestal eerst hun kleren en daarna een tas.”

Lobbo kwam er omdat David Depuydt van klanten weleens de vraag kreeg of hij in de Nathan-collectie (in het typische korrelleer) niet wat duurdere tassen in glad leder kon brengen. “Nathan loopt goed en dan moet je niet veranderen”, vond David. Bovendien zinde het hem dat hij met Lobbo zijn ding kon doen. Al beseft hij dat het een serieuze opdracht is om zo’n collectie te lanceren zonder klinkende merknaam. “Het is moeilijk om iets nieuws te beginnen. Als je ziet welke enorme reclamecampagnes de groten ertegenaan gooien… Maar als je niets probeert, lukt het zeker niet. Wij gaan ervoor.”

Het is de bedoeling Lobbo op termijn uit te breiden tot een complete ledercollectie, inclusief schoenen en kleren. De schoenen zouden er tegen volgende winter al moeten zijn. “We zijn aan het praten met firma’s die ze kunnen maken en verdelen”, zegt David. “Schoenen vormen een aparte branche. Je moet dat overlaten aan mensen met ervaring. We weten wel al hoe de collectie er moet uitzien: sober, maar ook vrouwelijk en geraffineerd. We zullen niet de zoveelste sportieve schoen voorstellen.”

De wintercollectie van Lobbo telt 18 modellen, in 4 kleuren. Tegen de zomer komen er een aantal modellen en kleuren bij. De eerste reacties vangen Julien en David op bij de mensen in het atelier. “Je kan het vaak van hun gezicht aflezen wat ze ervan vinden”, vertelt David. De volgende die commentaar geeft, is zijn vriendin. En daarna volgt het moment suprême: de eerste klanten. “Dan ben ik toch nerveus”, geeft David toe. “Maar ik kijk ernaar uit. Weet je, Lobbo geeft me echt voldoening. Alles wordt hier in huis gemaakt. Ik ben er zo trots op.”

Toch lagen handtassen niet voor de hand in de carrière van David Depuydt. Zijn enige doel was lange tijd om een manege uit te baten. “Ik ben al heel mijn leven gefascineerd door paarden. Ik heb mijn lesgeversbrevet gehaald en na mijn humaniora ben ik 2 jaar met niets anders bezig geweest. Maar ik kreeg rugproblemen en kon niet meer aan competitie doen. Toen ben ik maar terug gaan studeren. Momenteel heb ik geen tijd, maar paardrijden blijft me boeien. Ooit wil ik terug een eigen paard.”

Voorlopig kan David Depuydt zijn energie zeker kwijt in Lobbo. Hij is al onderweg naar de volgende stap: export.

Acosta Belgica

Half september ging de eerste Acosta-boetiek buiten Spanje open, in Brussel nog wel. De franchisezaak wordt gerund door twee Spaanse dames, Gracia Kayser (rechts) en Covadonga Prego de Oliver (links). Ze hebben allebei ervaring in de modesector.

“Ik ken Acosta al van toen ik jong was en in Madrid woonde”, vertelt Gracia Kayser. Ze vat het merk samen als “ambachtelijk gemaakt, met een modern design en tegen een correcte prijs”.

De Brusselse winkel werd ondergebracht in een gerenoveerd herenhuis in de Stassartstraat, vlak bij het Stephanieplein en de Louisalaan. In zekere zin gedurfd, want hoewel zeer dicht bij de winkelstraten, kom je er niet zomaar voorbij. Maar Gracia Kayser denkt en hoopt dat de klanten hen zullen vinden. “Ik geloof in de collectie en in de winkel”, zegt ze. “De ruimte is warm en luxueus ingericht, de sfeer is relax.”

Acosta Belgica, Stassartstraat 102, 1050 Brussel, Tel. 02-503 22 32.

Trui Moerkerke

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content