De siësta. Ontelbaar zijn degenen die er naar snakken. Maar niet durven. Ja, nu midden in de vakantie natuurlijk wel. In de tuin, op het strand, aan de rand van een zwembad… Overal wordt er nu gelukzalig gemiddagdut. Onder een boom, dobberend op een luchtmatras, met de mond wijdopen op een ligbed tussen rijen andere zonnekloppers. Straks echter, als u terug aan het werk bent, durft u het dan nog? Zou u het wagen om na de lunch een Post-it op uw deur te plakken met de mededeling: “Ik slaap even”? Waarschijnlijk niet. Onze maatschappij vindt middagdutjes iets voor baby’s, ouwe mannen of luiaards. En u wil liever niet dat uw baas u associeert met het clichébeeld van de niksende Mexicaan in zijn hangmat.

Een paar weken geleden publiceerde Ewoud Sanders in NRC Handelsblad zijn coming-out. Hij vertelde hoe hij jarenlang op redactieburelen tegen de slaap had zitten knokken. Hoe de letters op zijn computerscherm op en neer golfden en hij zijn ogen soms letterlijk niet kon openhouden. Hoe hij in middagvergaderingen zichzelf pijnigde om wakker te blijven. Door bijvoorbeeld zo hard mogelijk in zijn hand te bijten – in uiterste nood prikte hij zelfs met de punt van een zakmes in zijn been. Nu werkt hij thuis en sluit hij iedere dag rond halfdrie, als de man met de hamer langskomt, de ogen. “Een halfuurtje later word ik zo fit als een hoentje wakker. Heel vaak blijken mijn hersens gewoon te hebben doorgewerkt. Wat vóór het middagslaapje een probleem leek, blijkt erna kinderspel.”

Nu is dit zeker geen pleidooi voor de zogenaamde Barcelonese siësta, die maakt dat ongeveer iedereen tot 17 uur onbereikbaar is. Dat is, toegegeven, meer iets voor een ander klimaat. We pleiten ook niet voor de invoering op kantoor van de crapuleuze siësta, ook wel de sieste améliorée genoemd, waarvoor je met twee moet zijn. Niet voor de royale, voor de weekends bestemde siësta die misschien wel twee uur duurt, en waaruit je soms ontwaakt alsof je net een lobotomie hebt ondergaan. Met een voze tong en een verre herinnering aan je eigen naam. (Even terzijde: mijn favoriete siësta wordt de zondagmiddag begeleid door het radio 1-programma Opera & Belcanto. De kierewiete commentaren van Frans Van den Broeck – laatst had hij het over “libidineus droogstaande knieën” – zijn een droom om bij in te dommelen. Als je verstand op volle kracht draait, zijn ze moeilijker te pruimen.)

Maar goed, het gaat hier dus om het recht op een hazenslaapje. Het relaxerende dutje waarvoor 5 à 30 minuten voldoende zijn.

In het architectenbureau Gould Ecans in Kansas City is er een speciale ruimte met veldbedden voor middagdutters. In Berkeley is er een kantoor waar deze siëstakamer zo’n succes heeft dat je vooraf je plaats moet reserveren. Maar dat zijn grote uitzonderingen. En dat is jammer. Want uit onderzoek blijkt dat onze intellectuele en fysieke activiteit op haar best is tot ongeveer 13 uur en dan, zonder middagdut, naar beneden duikelt. Het is dan ook niet te verbazen dat de meeste arbeidsongevallen zich voordoen tussen één en drie uur ’s namiddags.

Een beetje zwak aan het verhaal van Ewoud Sanders is dat hij denkt zich te moeten verontschuldigen door ons te vertellen dat hij kleine kinderen heeft, die hem ’s nachts en ’s morgens in alle vroegte wakker maken. Ook voor wie van een normale nachtrust geniet, kan een tukje buitengewoon weldadig zijn. Maar onze jachtige maatschappij wil dat niet weten.

Wie kan er hier middagdutten? De rijken en de uitgeslotenen, maar laat ons deze laatsten vooral niet benijden. Nee, de siësta zal pas een goede siësta zijn als iedereen ervan kan genieten. Dat realiseren is een kwestie van strijd. Middagdutters aller landen verenigt u! En praktiseer zoveel mogelijk. Als u bij dit stukje in slaap gevallen bent, heeft het zijn doel niet gemist.

Pol Moyaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content