Zopas leverde Anna Enquist haar derde roman af. Over de vrouw van ontdekkingsreiziger James Cook, die haar man en alle zes haar kinderen verloor. Een indrukwekkend en doorwrocht werk over dood en nieuw leven, opperst geluk en diepst verdriet.

:: Anna Enquist, De thuiskomst, De arbeiderspers, 415 blz., 19,95 euro.

Toen haar twee kinderen groot waren, begon psychotherapeute-psychoanalytica Christa Widlund-Broer aan een tweede leven. Als Anna Enquist gaf ze op 46-jarige leeftijd haar eerste dichtbundel uit. Soldatenliederen. Ze werd een uiterst productief en succesvol schrijfster – van haar twee romans werden respectievelijk meer dan 200.000 en 350.000 exemplaren verkocht, haar dichtbundels en romans werden rijkelijk bekroond en vertaald. Anna Enquist werd in korte tijd een van de meest gelezen hedendaagse Nederlandstalige auteurs.

Het ging haar voor de wind. Tot op 3 augustus 2001 Margit, haar 27-jarige dochter, werd doodgereden op de Dam in Amsterdam. Een jonge vrouw op de fiets, gegrepen door een vrachtwagen zonder dodehoekspiegel.

Sindsdien is De tussentijd het enige dat Anna Enquist nog publiceerde : een dichtbundel vol hartverscheurend en gekmakend verdriet. “Een rouwstoet van woorden”, schreef een recensent. Als ze er op een poëzieavond uit voorleest, houdt het gehoor de adem in en blijft het minutenlang muisstil.

En nu komt plots het verrassende nieuws : Anna Enquist heeft, acht jaar na haar vorige roman, een nieuw boek geschreven : De thuiskomst. Een historische roman, een klepper van 415 bladzijden over het leven van de beroemde zeevaarder en ontdekkingsreiziger James Cook en vooral diens vrouw Elizabeth Batts. Op het laatste blad staat een chronologisch overzicht, dat begint in 1728 met de geboorte van James Cook. Het eindigt in 1835 met de dood van Elizabeth. Ze werd 94. Een dapper leven van wachten en rouwen, van eenzaamheid en verdriet, beschreven door een rijpe, wijze vrouw die alles weet over leed en gemis. Anna Enquist produceerde een prachtig, meeslepend en beklijvend boek, waar het verdriet en de wanhoop soms zo vanaf spatten dat je niet anders kunt dan het even terzijde te leggen.

Tijdens dit moeizame, pijnlijke gesprek zit tegenover me een waardige, gereserveerde dame die me welwillend maar op een vaak vlakke, bijna fluisterende toon te woord staat. Anna Enquist is een gebroken vrouw.

In een interview uit 1999 las ik dat u er toen al over dacht om een historische roman te schrijven.

Anna Enquist : James Cook intrigeerde me al sinds ’92. In dat jaar ben ik letterlijk tegen hem aangelopen toen ik met een vriendin op stapvakantie was in zijn geboortestreek. Toen we het Captain Cook Memorial Museum in Whitby bezochten, ontstond het idee om een roman over hem te schrijven.

Wat vond u zo boeiend aan hem ?

Cook is een zeer interessante figuur. Hij heeft een zeer grote rol gespeeld in de opkomst van de wetenschap. Hij geloofde in de wetenschap, hij had geen religie meer nodig. James Cook was een eenvoudige boerenzoon en is als verlichte geest de wereldzeeën gaan bevaren. Hij bracht de wereld in kaart en klom op tot de sociale elite van zijn land. Hij had een bewonderenswaardige loopbaan, maar ik vroeg mij ook af hoe hij was als echtgenoot en als vader.

U hebt nogal wat research verricht : 25 titels op de literatuurlijst achterin het boek, meestal Engelstalig.

Ik begon te lezen in ’92. Het schrijven stelde ik uit, omdat ik eerst moest nadenken over Het meesterstuk. Ik wist ook zeker dat ik een boek over pianotechniek zou schrijven. Dat is Het geheim geworden. Die twee romans wilde ik eerst af hebben voor ik een boek over James Cook op papier kon zetten.

Wat wordt uw volgende project ?

Geen. Ik had maar drie plannen en die zijn nu klaar.

Eerlijk gezegd : hoe het me ook interesseerde, ik zag er ook erg tegenop. Een historische roman vergt ontzettend veel werk en was niet te combineren met mijn voltijdse baan. Toen mijn kinderen waren afgestudeerd en ik minder financiële verantwoordelijkheid had, heb ik mijn baan als psychoanalytica opgezegd om De thuiskomst te schrijven. Maar eerst moest het BoekenweekgeschenkDe ijsdragers er nog tussendoor. Mijn dochter was net met dat manuscript onderweg naar de uitgever toen het gebeurde. Natuurlijk raakten alle plannen meteen doorgestreept.

Maar anderhalf jaar geleden heb ik de koe bij de horens gevat. Ik moest toch werken ? Iéts doen ? Iets om handen hebben ? Ik besloot om elke ochtend aan mijn schrijftafel te gaan zitten. Gewoon : zitten, zoals de schrijver Marcel Möring het me had aangeraden. Voor mijn andere romans vond ik het leuk om een structuur te bedenken en die uit te tekenen, maar deze keer kon ik dat niet. “Niets plannen”, zei Möring. “Dóen. Ga zitten, begin eraan.” Dat vond ik zo bevrijdend.

Ook Hugo Claus gaf me een zeer bruikbaar advies. “Twee A-viertjes per dag, niet meer en niet minder. Als je snel klaar bent, heb je geluk want dan heb je de rest van de dag vrij. Lukt het niet, dan blijf je zitten tot ze af zijn.” En zo deed ik het ook. De ene keer was ik na twee uur klaar, de andere keer zat ik er om middernacht nog. Elke dag, ook tijdens weekends en vakanties, heb ik eraan gewerkt. Die strenge discipline was voor mij erg goed.

Het was ongetwijfeld een moeilijke start. Elizabeth, de hoofdfiguur, leefde 94 jaar. Wat doe je daar in godsnaam aan ?

Aanvankelijk had ik een wisselend perspectief in mijn hoofd : eerst vanuit James, daarna vanuit Elizabeth. Maar over hem is zoveel bekend dat het mij als schrijver niet genoeg vrij liet om zelf een inbreng te hebben. Toen een vriendin suggereerde dat ik het vanuit het oogpunt van zijn vrouw zou schrijven, vond ik dat een uitstekend idee. Over Elizabeth Batts weet men bijzonder weinig. Net zoals in het boek heeft ze in de werkelijkheid aan het einde van haar leven al haar persoonlijke papieren verbrand. Ook al Cooks brieven. Voor mij was dat heerlijk, dan kon ik ze bedenken. Vanuit háár perspectief heeft het ook iets eenvoudigs. Er was slechts één locatie : thuis in Engeland. De buitenwereld kon ik binnensmokkelen via brieven en dergelijke.

De roman begint in 1775, als Elizabeth thuis wacht op de terugkomst van haar man, na zijn tweede wereldreis waarin het zuidelijk halfrond in kaart moest worden gebracht. Waarom koos u dat moment ?

In die periode hoopt ze dat hij voor altijd thuis zal blijven en dat ze samen een gezinsleven zullen hebben. Maar hij gaat weer weg, om nooit meer terug te komen. Dramatisch gezien is de tijd tussen de tweede en derde reis van Cook de interessantste, wat de interactie tussen hem en zijn vrouw betreft. Maar tussen zijn tweede en zijn derde reis ligt een overzichtelijke ruimte van anderhalf jaar. Wat eraan vooraf ging, vertel ik aan de hand van terugblikken.

Waarom is de titel ‘De thuiskomst’, als hij toch weer weggaat ?

‘De thuiskomst’ heeft een gelaagde betekenis : Cook keert terug van een lange reis. Maar het heeft ook te maken met hoe hij aan zijn einde komt: dat beschouwt hij ook als een thuiskomst. En aan het slot van het boek komt Elizabeth ook eindelijk thuis in zichzelf, is er berusting en acceptatie van haar lot.

Een zeer droevig lot. Op haar 38ste werd ze weduwe, ze overleefde haar man maar liefst 56 jaar. Alle zes haar kinderen gaan dood. Haar langstlevende kind ontviel haar toen ze 53 was.

Als ik het zelf zou verzinnen, zou ik natuurlijk nooit iemands zes kinderen laten doodgaan. Eén is meer dan een mens kan dragen.

Als haar laatste kind sterft, is dat bijna een anekdote, een fait divers uit de krant.

Tegen dan is Elizabeth murw. Ze heeft genoeg gehad.

In het derde en laatste deel neemt het verhaal een grote sprong in de tijd : plots zijn we veertig jaar verder.

Ik had echt geen zin om te beschrijven wat er allemaal gebeurde nadat James en al haar kinderen dood waren. Gedurende die veertig jaar kwamen er ontzettend veel nieuwe dingen in de wereld : de stoommachine, elektriciteit, de Franse Revolutie… In dat laatste deel zoekt Elizabeth vooral naar de redenen van Cooks dood. Beetje bij beetje komt ze meer te weten, in elk hoofdstuk verzamelt ze nieuwe stukjes informatie. Over de vernieuwingen in de maatschappij vertel ik alleen als het betrekking heeft op de dood van James Cook. Ik schrijf geen cultuurgeschiedenis, ik schrijf over het leven van Elizabeth Batts.

U schrijft zeer visueel : wat je leest, zie je ook.

Als ik het opschrijf, heb ik dat ook. Ik zie de kleuren, of er een hoog of een laag plafond is, hoe het licht valt… Dat zie ik en beschrijf ik. Alles moest kloppen tot in de details : wat de mensen in die tijd eten, hoe ze zich kleden, hoe ze zich gedragen. Ik ben naar kostuummusea geweest, ik kocht een boek over hoe ze toen het huishouden bestierden, welke aanwijzingen ze huishoudsters en dienstmeisjes gaven.

Hoe u de gevoelens van Elizabeth beschrijft, is zeer doorleefd. Was het schrijven over verdriet en wanhoop een kwelling voor u, of werkte het therapeutisch ?

Ik zie het vooral als vakmanschap. Als je over gevoelens schrijft, moet je een beetje afstand nemen. Je doet een stap achteruit om er vorm aan te geven. Dag mag vooral niet sentimenteel worden en het moet begrijpelijk zijn. Als ik erover schrijf, werk ik aan een tekst. Ik schaaf, zin per zin. Ik vond het vooral prettig omdat ik die discipline had. Dat ik wist wat ik moest doen.

Is het voor u zoals Elizabeth het ergens zegt : “Bezig blijven, niet dat doelloze stilzitten”?

Ja. Passiviteit in verdriet is verschrikkelijk. Ik kan niet gaan liggen, want dan word ik wanhopig, ik moet dingen doen. Het schrijven van dit boek heeft me daar erg bij geholpen. Ik ben daar anderhalf jaar mee bezig geweest. Bij de eerste twee delen heb ik ernstig getwijfeld. Willen mensen dit wel lezen ? Kan ik ze daarmee lastig vallen ? Maar toen ik aan het derde deel begon, had ik er echt plezier in. Nu het boek klaar is, ben ik zeer tevreden. Ik ben blij dat het er is.

Uit wat ik van en over u las de afgelopen jaren, kreeg ik de indruk dat u echt verlamd was van wanhoop. U stond, zoals Elizabeth, “met de rug naar de toekomst”.

Dat was ook zo. En zolang ik aan het schrijven was, was ik ook niet met de toekomst bezig. Het was een zeer besloten activiteit, daar in mijn kleine kamertje. Ik werkte aan een onderwerp waar ik al meer dan tien jaar over nadacht en waarover ik veel gesproken heb met mijn dochter. Ik was bezig met het heden en het verleden. Nu het boek in de winkels komt, word ik gedwongen om weer in de toekomst te denken. Ik zal er bijvoorbeeld lezingen over moeten houden.

Bent u daar blij om ?

Ik dwing mezelf ertoe om bezig te blijven. Daarom heb ik het boek aan mijn zoon Wouter opgedragen : er móet een toekomst zijn, hoe ingeperkt en beschadigd ook. Ik ga toch door. Nu is het boek er en ik moet er ook voor uitkomen. En : ik mag er best blij mee zijn. Zulke dingen houd ik mezelf voor.

Ik ben ook weer actief als psychotherapeute. Nadat ik mijn baan had opgezegd om ‘De thuiskomst’ te schrijven, had ik nog een aantal patiënten van wie de behandeling nog niet was afgesloten. Maar na de dood van mijn dochter ging dat gewoon niet meer. Ik heb die patiënten doorverwezen naar collega’s. Maar nu vind ik het wel prettig, als het niet te veel is. Het is zoals met schrijven : je moet je inleven, maar je neemt afstand. Je vak uitoefenen geeft ook een aangenaam gevoel van competentie en van je nuttig te maken.

U zei ooit dat troost niet bestaat. Denkt u daar nog zo over ?

Dat weet ik zeker : troost bestaat niet. Sinds de dood van mijn dochter zijn er voor mij alleen nog zaken die misschien iets draaglijker en prettiger zijn dan andere.

Mensen associëren dat vanzelf met elkaar : als er verdriet is, moet er getroost worden. Maar daar zit je echt niet op te wachten. Veel belangrijker is dat er plaats mag zijn voor het verdriet, dat mensen erkennen dat je verdriet hebt. ‘Troost’ houdt ook in dat verdriet moet overgaan. Wel, dat doet het niet.

Na de dood van Nat zegt zijn muziekleraar aan Elizabeth dat hij blij is dat die jongen heeft bestaan omdat Nat zijn leven zo verrijkt had. Is dat voor haar geen troost ?

Voor Elizabeth was dat een heel belangrijke opmerking om te kunnen aanvaarden hoe het gegaan is. Die leraar zegt ook dat troost iets is voor mensen die nog niets hebben meegemaakt. Als je echt iets hebt meegemaakt, kun je niet getroost worden. Dat is tenminste mijn ervaring. Bij Elizabeth zie je dat ook : na de dood van een kind weet ze absoluut niet meer hoe het moet. Ze blijft weken in bed liggen. Als ze er uiteindelijk uit komt, dwaalt ze doelloos door de stad.

Slijt verdriet niet met de tijd ?

Integendeel. Het wordt moeilijker omdat het langer geleden is. Nee, verdriet slijt niet. Wat ik wel bij mezelf vaststel is dat er toch opnieuw wat meer stevigheid komt. Ik ben opnieuw in staat om heel hard te werken, bijvoorbeeld. Ik ben weer in staat om in mijn eentje naar Antwerpen te reizen. Dat kon ik niet meer. Er moest altijd iemand mee of ik liep verloren, of ik stapte op de verkeerde trein, of ik draaide me om en ging weer naar huis. Er is dus al heel wat opgeknapt.

Griet Schrauwen

Dat weet ik zeker : troost bestaat niet. Sinds de dood van mijn dochter zijn er voor mij alleen nog zaken die misschien iets draaglijker en prettiger zijn dan andere.

Passiviteit in verdriet is verschrikkelijk. Voor mijn andere romans vond ik het leuk om een structuur te bedenken, maar deze keer kon ik dat niet.

“Niets plannen”, had schrijver Marcel Möring mij aangeraden. “Dóen. Ga zitten, begin eraan.” Dat vond ik zo bevrijdend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content