Een boekbespreking als alibi voor twee dagen motorplezier. Met de Visumgids “Motorrijden in Vlaanderen” van Dirk Melkebeek, trokken we net over de Franse grens, naar “Vergeten Vlaanderen”.

TRUI MOERKERKE

FOTO’S : LIEVE BLANCQUAERT

C’est Chirac”, bloklettert La voix du Nord. Op het marktplein van het Noordfranse Cassel kan het, zo lijkt het, niemand wat schelen. Acht mei is een officiële vrije dag in Frankrijk, maar dat geldt vandaag uitzonderlijk niet voor het koppel in de krantenwinkel. Ze hebben echter weinig te doen. Het lange, rechthoekige plein is kwasi uitgestorven. Links een groot leeg terras, rechts eveneens. We kiezen links en bestellen koffie. “Nee, ik ben niet gaan stemmen, ” zegt de eigenaar. “Geen tijd. Met dat prachtige weer, was het hier gisteren razend druk. Trouwens, de één of de ander, wat maakt het uit ? ” In deze streek veroorzaakten de presidentsverkiezingen weinig animo, dat hadden we op zondag al gemerkt. De eigenaar van het benzinestation annex café in de buurt van Bollezeele, haalde z’n schouders op en zuchtte : “Ce sont tous les mêmes. ” ’s Avonds in Watten hoorden we de bazin van “Le relais Flandre-Artoise” letterlijk hetzelfde zeggen. En op de vele dorpspleintjes die we passeerden, herinnerden alleen enkele affiches, met de belofte op verandering in het ene, een Frankrijk voor iedereen in het andere geval, aan de verkiezingen. Maar we zijn niet naar hier gekomen voor een politiek verhaal.

“Drie van die stukskes. ” De patron wijst naar het kleingeld dat ik bijeenzoek om af te rekenen. Hij spreekt nog een beetje Vlaams. Sukses gegarandeerd bij de toeristen van net over de grens. Maar we zijn evenmin naar hier gekomen voor een historisch verhaal. We zijn gekomen om met de motor te rijden, het boek “Motorrijden in Vlaanderen” is ons alibi.

Na het suksesvolle “Motorrijden in de Ardennen” brengt journalist en motorfreak Dirk Melkebeek met “Motorrijden in Vlaanderen” een toeristische gids voor de “motards” die het rustige, minder bekende Vlaanderen willen ontdekken. Hij beschrijft negen routes, wij deden de laatste : Vergeten Vlaanderen.

Het werkt aanstekelijk, dat entoesiasme voor een motor. M’n halve vriendenkring en familie is door de mikrobe gebeten. Nieuwe modellen worden uitgebreid besproken, mooie “baantjes” uitgewisseld en tips om de motor op te blinken doorgegeven. Stoere verhalen hebben ze ook en ze trekken samen naar motorgarages en winkels met motorkledij, als naar een bedevaartsoord. Het weerbericht is hun favoriete radioprogramma.

Mijn carrière reikt niet verder dan die van passagier. En ook dat moest ik leren : stilzitten en niet bruusk omdraaien als er links, rechts of achter iets te beleven valt. In bochten zachtjes en in de juiste richting, vooral dat mee hellen met de bestuurder. Er viel dus niet aan te ontsnappen : als ervaren passagier ben ik nu in het bezit van een helm en een paar Harley Davidson-boots. Voor het tochtje naar Frans-Vlaanderen leen ik een stoer leren jack van een kollega, een leren broek van een vriendin.

In al dat zwart leer beweeg ik anders, voel me ook anders. “Doen jullie de Thelma & Louise-story op een tweewieler ? ” vraagt iemand voor het vertrek. Met nog de raadgeving : “Don’t shoot a man. “

Fotografe Lieve Blancquaert is het andere deel van het gelegenheids-motorrijders-duo. Haar motorcarrière staat op een hoger niveau : zij heeft een helm èn ze rijdt. De motor (een prachtstuk, een Yamaha Virago 500, zwart, met veel blinkend chroom) is geleend.

We doen het rustig. Dat is ook de bedoeling van het boek. “2000 km toerplezier”, staat op de flap. Verdeeld over de verschillende routes zijn dat niet zo gek veel kilometer. Toch raadt de auteur aan elke route te spreiden over twee, eventueel drie dagen. Dan is er ruim tijd om relax te rijden, te stoppen bij wat kultuur, geschiedenis of een terras.

Ik houd Lieve vast bij haar middel. Ik laat alleen los om te zwaaien naar andere motorrijders. Dat hoort zo. Geen uitbundige armbeweging, maar een kleine opwaartse beweging van één hand. Het moet zoiets betekenen als “yohh”.

“Vind je het niet te saai, zomaar achterop zitten, ” vraagt Lieve bij een stop. Nee, totaal niet. Landschappen glijden voorbij, zorgen waaien weg, ik denk aan niets en veel tegelijk. Is dat het kontakt met de elementen ? Wind, de zomergeuren langs landwegen. Ik begrijp ze op slag, al die vrienden die stress verdrijven met een motorrit.

Voorbij Diksmuide gaan we linksaf. Langs verlaten wegen via Lampernisse en Alveringem naar Leisele. Om daar de grens over te steken en vanuit Hondschoote route 9, die eigenlijk in Veurne begint, keurig te volgen. Maar we hebben de goede raad van de auteur om een gedetailleerde kaart mee te nemen, in de wind geslagen. Bij de eerste omleiding rijden we verkeerd. Hoewel, verkeerd ? We staan in Frankrijk de wegwijzers hebben plots een andere kleur dat is alvast de bedoeling. Na wat ommetjes pikken we de route weer op langs het Colmekanaal, een rechte weg naast het smalle kanaal met de oude ophaalbruggen, tot in Bergues. Het stadje heeft vestingen van Vauban, een interessant schilderkunstmuseum, een historische biblioteek. Maar we passen. Een foto maken, een kaart kopen en on the road again : rijden is op deze prachtige zondag een doel op zich, kriskras door een landelijke en desolate maar mooie streek.

Gewapend met de kaart, voelen we ons gesterkt om route 9 nog vrijer te interpreteren. We snijden hoeken af, gooien de volgorde van het schema overhoop, rijden rondjes. Steeds relaxer. (We kicken langzaam af van onze dagelijkse “A naar B”-autoschema’s : van stad naar stad, over de snelweg.)

Maar we moeten het Dirk Melkebeek nageven : zijn route loopt langs de mooiste en rustigste wegen. We houden ons wel aan het eindpunt voor de dag : Watten, ook aan de voorgestelde slaapplaats : “Le relais Flandre-Artois”.

We maken indruk als we, helm onder de arm, naar binnenstappen. De luidruchtige mannen aan de bar vallen even stil. De indrukwekkend zwaarlijvige eigenares bekijkt ons geamuseerd. Ja, we kunnen blijven slapen en ja, het restaurant is nog open. We zijn doodop is motorrijden dan toch een sport ? , maar volledig ontspannen. We hebben geen andere kleren bij en kunnen ons dus niet optutten. Op deze plek is dat gelukkig niet nodig. We laten ons op een stoel zakken zeer voorzichtig, met die pijnlijke billen , bestellen wijn en eten. We hadden het niet verwacht, maar de maaltijd is uitstekend. Ons tafelgesprek is dat ook. Twee jonge dertigers over Het Leven. Zou het met de buitenlucht te maken hebben ? De bedden zijn van mindere kwaliteit, maar slapen doen we.

Dag twee en we stappen op de motor alsof we nooit iets anders gedaan hebben. We voelen ons echt. Nauwelijks gewassen, want in de kamer vonden we geen handdoek, ons haar wat plakkerig van de helm (voor wie zich ongerust maakt : een tandenborstel en proper ondergoed hadden we wel bij).

Tussen bestuurder en passagier is een stille gebarenkode ontstaan. Even wrijven over de rechterschouder om naar rechts te gaan. Een tikje op de linkerarm om links iets aan te wijzen. Elke krampachtigheid is verdwenen : we glijden samen over de weg. Maken ons, terug op Belgisch grondgebied, vrolijk over de talloze ongeïnspireerde verkiezingsslogans op de borden langs de weg. We permitteren ons ook de vrijheid om de routebeschrijvingen nu helemaal door elkaar te haspelen. In Poperinge rijden we route 6 (De Westhoek) binnen. Om langs hoppevelden, militaire kerkhoven en veel binnenwegen in Wevelgem, waar m’n roots liggen, te belanden. Ook route 4 (De Vlaamse Ardennen) moet eraan geloven, ons eindpunt is Wetteren. (“Nu ruik ik m’n stal, ” roept Lieve over het geronk van de motor heen.) Als we de tiende, wuivende-Herman-Decroo-affiche kruisen, zwaaien we gniffelend terug.

Het geluid van de motor zindert nog na, maar we staan terug bij de auto. We zijn 28 uur van huis geweest. Niet lang, niet ver. En toch : helemaal weg. Ik houd Lieve aan haar belofte : ze zal me leren rijden.

Visumgids “Motorrijden in Vlaanderen” van Dirk Melkebeek is een uitgave van Globe. Het boek kost 545 frank en is te koop bij Media Club (051/266.332) of in de boekhandel.

M.m.v. : de Yamaha-garage in Wetteren en garage Moto Parts in Wevelgem.

Buiten Ieper : een soldatenkerkhofje in de achteruitkijkspiegel. Rechts : auteur en fotograaf even van de baan af voor een zelfportret.

Bergues : foto maken, kaart kopen en on the road again. Rijden is op deze prachtige zondag een doel op zich.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content