MET DE FILM KWAM HET NOOIT MEER GOED
Gruissan is een kleine vissershaven vlak bij Narbonne, bekend van zijn paalwoningen, natuurgebieden en zoutwinning. Dat de roadmovie 37°2 Le Matin er ooit gedraaid werd, willen velen zo gauw mogelijk vergeten, de expliciete seksscènes waren er te veel aan.
De notabelen verzamelden op een lenteavond van 1986 in de parochiezaal van Gruissan om de film 37°2 Le Matin te zien, die voor een groot deel in het dorp gedraaid was. Regisseur Jean-Pierre Beineix had hen uitgenodigd voor een avant-première. De dorpelingen waren ervan overtuigd dat de film mooie plaatjes zou tonen, wat een belangrijke promotie voor Gruissan kon betekenen. Hun verbazing sloeg vlug om in verbijstering toen de film startte met een minutenlange, stomende seksscène, die maar weinig aan de verbeelding overliet. Een aantal invités verliet gechoqueerd de zaal. Het applaus aan het eind van de vertoning was lauw. “De film kwam tien jaar te vroeg. De mensen waren er nog niet rijp voor”, zegt de flamboyante Framboise Solère die destijds dag en nacht met de filmcrew optrok en nu een mooi wijn- en vakantiedomein heeft, Domaine de la Pierre Droite, in het achterland, op de heuvel van La Clape waar ze ook een bloeiende praktijk als paardenfluisteraarster heeft opgestart.
PLAGE DES CHALETS
Gruissan, de uitkijkpost in het land van de Katharen, telt amper vierduizend inwoners, maar in de zomer zijn dat er vele duizenden meer. Het dorp is de laatste kustplaats in Frankrijk met paalwoningen op het strand en die zijn bijzonder in trek als vakantiewoning. Het is op deze Plage des Chalets dat zich een belangrijk deel van 37°2 Le Matin (Betty Blue in de Engelse vertaling) afspeelt. De twee hoofdpersonages, Zorg en Betty, houden zich onledig met het opknappen van de houten chalets, het opdienen van pizza’s en vooral met het bedrijven van de liefde, tot de stoppen doorslaan na een faliekante zwangerschap (37,2° is de ochtendtemperatuur van een zwangere vrouw), ze met een petroleumlamp een chalet in de fik steken en de vlucht nemen. De film en het gelijknamige boek van de Franse auteur Philippe Djian, is gedrenkt in de beatcultuur en houdt het midden tussen Jack Kerouacs On the Road en Turks fruit van Jan Wolkers.
“De regisseur had speciaal voor de film een chalet op het strand laten bouwen”, vertelt Framboise Solère. “Het chalet was roze geschilderd, echt knap. Jammer dat het gemeentebestuur het chalet na de filmopname niet heeft gereconstrueerd. Een mooie bar met foto’s van de film zou een mooi eerbetoon zijn.”
De Plage des Chalets is geen strand als een ander. Wanneer de zon ondergaat en de blauw-wit gestreepte hut die dienst doet als Poste de Secours alleen achterblijft, vallen pas de enorme proporties van de zandvlakte op. Het strand strekt zich kilometers ver uit in zijn ongereptheid, zowel in noordelijke als in zuidelijke richting, in het Parc Naturel Régional de la Narbonnaise en Méditerranée. De flamingo’s hebben zich meester gemaakt van de binnenzeeën, de zoutmijnen en de kanalen die dit het natuurparadijs bevloeien. De drukte en de mondaine wereld van de Azurenkust is héél ver weg.
ATTITUDE 37°2
De bevolking is zich bewust van dit unieke patrimonium en richtte zelfs een vereniging op, L’Association Attitude 37°2, die moet waken over de bescherming van de site, de instandhouding van het sociale weefsel en het behoud van de heel bijzondere atmosfeer, “sauvage, familiale, romantique, fidèlement retranscrite dans le film 37°2 le Matin“, zoals de oprichter van de vereniging, Anne Votovic, het uitdrukt.
De paalwoningen zijn gebouwd op een terrein dat tot de maritieme zone behoort, wat betekent dat de kavels niet met draad of hekken kunnen worden afgesloten. Bovendien gelden er strenge regels. Zo mogen ze uitsluitend in hout gebouwd zijn, moet men zich houden aan de diagonale inplanting, waardoor elke woning uitzicht heeft op de zee. Volgens dit strakke plan werden de woningen opgetrokken tijdens de heropbouw na de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers hadden hier immers tabula rasa gemaakt om het strand te beschermen tegen een mogelijke landing van de geallieerden.
De Duitsers hadden nochtans beter moeten weten. Als Gruissan al ten tijde van de Romeinen een belangrijke haven was, had dat niet alleen te maken met de royale aanwezigheid van zout waarmee je levensmiddelen kan bewaren, maar ook met zijn natuurlijke ligging, aan de voet van een heuvel die een vergezicht biedt over tientallen kilometers kustlijn. Boven op de heuvel staat de zogenaamde Tour Barberousse, een overblijfsel uit de tiende eeuw, die bescherming bood tegen invallen van onder meer de Turkse piraat Roodbaard. Als je de mistral trotseert, heb je daar een prachtig uitzicht over de stranden, de lagune en de zoutwinningen van Gruissan.
LA PERLE GRUISSANAISE
Overigens is Gruissan best een aangenaam plaatsje dat maar weinig van zijn authenticiteit heeft ingeboet. Vissers en oesterkwekers troepen er samen in het Café de la Paix. Voor lekkere regionale specialiteiten kun je terecht in L’Oustalet, bij die gekke Serge Cals die er al 45 jaar aan het fornuis staat en altijd goed is voor een sterk verhaal. Gouden tijden beleefde hij toen de filmmakers in de warme nazomer van 1985 iedere avond een feest aanrichtten in zijn toenmalige restaurant Le Lamparo. “Ze kwamen hier allemaal eten, behalve de acteurs Béatrice en Jean-Hugues. Die werden door de regisseur dag en nacht in hun paalwoning opgesloten om op elkaar ingespeeld te raken. Geen wonder dat ze zo geëxciteerd waren”, lacht Serge nadat we ons te goed hebben gedaan aan een van zijn ménus imaginés avec amour. Serge Cals heeft een mooie fotocollectie overgehouden aan zijn vriendschap met de filmmakers, en bij een tweede fles wijn haalt hij spontaan zijn album vol souvenirs tevoorschijn. Zo ontdekken we dat de kok destijds als pianist gestart is, en goede maatjes was met Claude Nougaro en Johnny Hallyday.
We tellen amper twee hotels in Gruissan. Eén ervan, Le Floride, ligt zowaar op het strand. Het biedt een bescheiden comfort, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de vriendelijke service, de rustige ligging helemaal aan het eind van de Plage des Chalets én het buitengewone strandzicht. Via het strand kun je de pier bereiken waar de oesterkwekerij La Perle Gruissanaise gevestigd is. Hier kun je oesters, wulken, scheermessen, mosselen en venusschelpen kopen, en aan een van de houten tafels op de pier nuttigen. Brood en wijn breng je zelf mee. Met andere woorden, je kunt er een geweldig feest aanrichten, omringd door de golven die tegen de pier klotsen. Zo stilaan dringt het tot ons door wat Gruissan zo bijzonder maakt : de luxe zit in de natuur en de eenvoud. Oesterliefhebbers laten Gruissan niet links liggen.
WIJNBOER PIERRE RICHARD
Eenzelfde gevoel overvalt ons helemaal aan het andere uiteinde van het dorp, waar we via een bruggetje terechtkomen op l’Ile Saint-Martin. Hiertoe aangemoedigd door 37°2-regisseur Beineix kocht acteur Pierre Richard hier in 1986 een oud wijndomein dat hij nieuw leven inblies. De marketing rond de wijnen van het Domaine de l’Evêque is even eenvoudig als Gruissan zelf : “Bons ! sans cinéma”, klinkt de slogan. “Pierre heeft het nog altijd heel druk, maar als hij maar even vrij heeft tussen twee films of theaterstukken, komt hij hier de rust opzoeken”, zegt zijn zus Véronique Gillet, die het domein zakelijk leidt. “Dit wijndomein is voor Pierre geen investering, maar een coup de coeur, weet je. Naast het traditionele gamma van Corbièreswijnen, dat we aanbieden onder de naam Le Demon de l’Evêque, maakt Pierre ieder jaar zelf volgens zijn eigen smaak een Cuvée Personnelle, uitsluitend van syrah. Wilt u eens proeven ?” De robijnrode syrah traant mooi langs de rand van het glas en geeft zijn violetgeuren af. De fluwelen tannines versmelten met het mooie fruit. Le Grand Blond is meer dan een grappenmaker !
Het Domaine de l’Evêque is gevestigd op het uiterste punt van het Ile Saint-Martin. Winden uit alle richtingen strelen de wijnranken, strooien zout op de bodem en zorgen zo voor een uniek terroir. Via een kronkelweg door het duin- een lagunelandschap keren we terug naar het moederdorp Gruissan. Bij de zoutheuvels houden we halt. Hier aan de oever van Les Salins bevindt zich Camuse du Saunier, verborgen voor de buitenwereld, tegen een decor van rode zoutmeren. Tegen de avond is dit een verzamelplaats van al wie van de geneugten van het leven houdt. Aan de houten bar neem je een aperitief. Vervolgens schuif je aan de grote houten banken bij voor een maaltijd die je niet licht vergeet. Het menu is even eenvoudig als heerlijk. U begint met een zeevruchtenschotel en vervolgt met een vis in zoutkorst, dat alles overgoten met een witte Demon de l’Evêque. Alsof alle kleuren, alle aroma’s, alle smaken hier versmelten wanneer de zon in het rode en zilte water verdwijnt.
L’ÉTÉ INDIEN
“Het was bloedheet, een echte été indien, in oktober 1985 toen de film gedraaid werd. In het najaar blaast de wind hier alle wolken weg en de lucht was buitengewoon helder. Vandaar het uitzonderlijke coloriet van de film. Dat was ook wat de regisseur zocht”, herinnert zich Framboise Solère, wanneer ze van op de heuvelflank van La Clape op haar domein een fles 37°2 ontkurkt. Tijdens de opnames van de film had ze zich zo vermaakt met de crew dat ze het voor mekaar kreeg de filmaffiche op haar wijnetiketten te mogen aanbrengen. “Meer zelfs. Wanneer de film in Cannes, en later in Duitsland, Griekenland, ja zelfs in Japan werd voorgesteld werd ik telkens uitgenodigd om mee te gaan, op voorwaarde dat ik enkele flessen wijn meenam. Toen de film in Cannes werd voorgesteld, werd hij maar lauw onthaald. Het is pas één of twee jaar later, en dan vooral via Griekenland en Japan, dat de film doorbrak. Vandaag is het een cultfilm geworden. Veel cinefielen komen speciaal naar Gruissan afgezakt om het decor van de film te ontdekken. Toch willen de meesten in Gruissan nog altijd niet weten van 37°2. Ik was erbij toen de dorpsbewoners in de parochiezaal kennismaakten met de film. Tot vandaag is die wonde niet geheeld. Jammer, want het is echt wel een knappe film.”
TEKST EN FOTO’S HENK VAN NIEUWENHOVE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier