Het kleine Vlaamse kunstwereldje staat op zijn kop. In een uitgebreid artikel, verschenen in het jongste nummer van het gratis bedeelde tweemaandelijkse kunsttijdschrift De Witte Raaf, werd brandhout gemaakt van het aankoopbeleid van de Vlaamse Gemeenschap en van de kunstkollektie van het Muhka. Enkele punten van kritiek : het is niet de taak van de overheid om kunst aan te kopen met vooral de bedoeling haar eigen kunstenaars financieel te steunen. De overheid moet integendeel werk maken van een ernstig sociaal statuut voor de kunstenaar, en daarnaast een serieus kunstbeleid ontwikkelen dat uitsluitend draait om kwaliteit. Wat het Muhka betreft : volgens de Witte Raaf-jongens en -meisjes is hoofdkonservator Flor Bex er sinds de opening van het museum in 1986 in geslaagd een “mesthoop van middelmaat” op te bouwen. Ten overvloede omschrijven de scribenten elk door de Gemeenschap aangekocht kunstwerk in de periode 1992-1993 (momenteel te zien in het Muhka) met één bijtende boutade. Bij een aankoop van Geo Sempels : “Sofabekleding met gedempt regenboogmotief”. Bij Benoit : “Na kennis genomen te hebben van de elegante fratsen van de talentrijke filozoof kotsten Koen Brams, Ilse Kuijken en Dirk Pültau (de auteurs, nvdr) regelmatig op meta-niveau. ” Enzovoorts.

Het is hartverwarmend dat in het besloten Vlaamse kunstwereldje enige vormen van brutale kritiek de kop opsteken. Op het beleid van het Muhka (niet alleen op de kollektievorming, maar ook en vooral op het tentoonstellingsaanbod) valt inderdaad serieuze kritiek te leveren. En over het feit dat de Vlaamse Gemeenschap via een Kommissie Beeldende Kunst werken aankoopt die tot voor kort in schoolgangen, ministeriële bureaus en andere overheidslokalen verdwenen, kan ook een aardig boompje opgezet worden. Zondag 22 januari werd in het Muhka over dat beleid gedebatteerd tussen kommissieleden en een talrijk opgekomen publiek. Waarbij de kommissie zich verdedigde met te stellen dat de aankopen sinds enige jaren meer museaal gericht zijn, dus bestemd voor één van de Vlaamse musea. Jan Hoet van het Gentse Museum voor Hedendaagse Kunst stelde even terecht géén problemen te hebben met zoveel mogelijk instanties die kunst aankopen, “want als alleen hijzelf, Flor Bex van het Muhka en Willy Van den Bussche van het Oostendse PMMK dat zouden mogen doen, dàn zou er pas sprake zijn van een ongezonde machtspositie. “

Maar wat in deze hele rel kompleet buiten beschouwing blijft, is de essentiële funktie van de Witte Raaf-scribenten zelf. In plaats van als nieuwe voorhoede het alsmaar hermetischer hedendaagse kunstwereldje open te breken, bevestigen ze alleen maar de sfeer van elitarisme en ivoren-torendenken. Heiliger dan de paus, fanatieker dan hun Grote Voorbeelden, fundamentalistischer dan de meest rigoureuze kunsthal-goeroe bliksemen ze alles en iedereen neer die niet in het eigen gesakralizeerde wereldje thuishoort. Bij kunstenaarsnamen als pakweg Thierry De Cordier of Jan Vercruysse verandert hun krasse taal plots in een bewonderend geneuzel, worden termen gebezigd als “briljant onttoverd aura” of “het moment waarop het subjektieve zich in het objektieve te buiten gaat”. (Zijn De Cordier of Vercruysse dan slechte kunstenaars ? Integendeel, zeker eerstgenoemde behoort bij de top in dit land.) Door haar traktaten en plakkaten weigert De Witte Raaf elke opening naar een breder geïnteresseerd publiek toe en versterkt het nog de navelstaarderij die de hedendaagse kunstscène langzaam maar zeker wegdrijft van een serieus openbaar debat. Van Jonge Turken kon je wel iets anders verwachten.

De door de Vlaamse Gemeenschap aangekochte werken zijn nog tot 19 februari in het Muhka in Antwerpen te zien. Maak uw eigen tocht met de “Dictionnaire des oeuvres reçues”, die in de Witte Raaf gepubliceerd werd, als leidraad. Het gratis blad is te vinden in alle galeries en musea, zelfs in het Muhka.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content