Nee, Tenerife is niet het monopolie van overwinterende oudjes, zij aan zij aanbraden op overvolle stranden. Een bouwstop en upgrading van het bestaande hotelaanbod, meer aandacht voor het natuurschoon en de couleur locale geven het toerisme een nieuw elan.

Halfacht. De hemel kleurt rozerood, aan de Costa Adeje wordt de dag opnieuw uitgevonden. Dat gevoel heb ik altijd in een luxeresort. Gemanicuurde gazons, frisgesproeide perken, poolboys in smetteloos witte uniformen die blaadjes uit het zwembad harken en vrolijk gestreepte kussens aanslepen. Discreet getinkel van porselein op de achtergrond. Ik geeuw, rek de slaap uit mijn nog stramme ledematen. Grand Hotel Anthelia ligt op een minischiereiland, door een promenade gescheiden van de zee. Een promenade die stijgt en daalt en langs de ene haciënda naast het andere Moorse paleis voert. Stuk voor stuk vier- en vijfsterren hotels, de hoogste concentratie in heel Spanje. Een promenade ook die zo vroeg in de ochtend al veel joggers lokt, een aardig zicht. Ik adem diep, kies een haas met gespierde bruine benen en zet me in beweging…

Dolfijnen en gerimpelde aardappelen

Het moet in de vroege jaren tachtig geweest zijn dat ik voor het eerst naar Tenerife kwam. Veel verder dan mooi bruin worden reikten mijn ambities toen niet. Ja, de vulkaan Teide, die uitstap mag ik me nog herinneren. In een kleine huurauto door het wonderlijke maanlandschap van Las Cañadas. En een andere excursie waarbij we met een neppiratenschip uitvoeren en in vallen gelokte dode haaien uit zee opvisten. Sneu voor die beesten, vond ik toen al, en Gaia bestond nog niet eens.

Meer dan twintig jaar later kan ik alleen maar vaststellen dat ze er op vooruitgegaan zijn in Tenerife. In plaats van met een Disney- karveel varen we uit met een catamaran, met een dek waarop zeeziektebestendigen lekker languit kunt liggen en van nabij de vrolijk buitelende dolfijnen kunnen bewonderen. Wat helpt : voor de kustlijn van Tenerife zijn enorme viskwekerijen aangelegd ; de ontsnapte vissen vormen een gemakkelijke lunch voor de tuimelaars. Verderop zwemmen walvissen langszij. Ontspannen, jagen doen ze ’s nachts. Nu ja, eigenlijk gaat het om rondkopdolfijnen, de kleinste walvissoort. Maar zo’n beest is toch al snel een paar meter lang en hoe ook een stuk prettiger om naar te kijken dan een dooie haai.

Van op de boot is ook duidelijk te zien hoe het toerisme op Tenerife veranderd is. Goed, de badplaatsen Playas Las Americas en Los Christianos zijn aardig volgebouwd. Maar het ziet er allemaal wat minder slordig uit tegenwoordig, naast de hotelkolossen van weleer is er meer aantrekkelijke laagbouw en meer groen dan vroeger. En ja, er zijn hier nog typische plekjes. Het dorpje La Caleta, bijvoorbeeld, met een kleine baai waar het bij La Vieja heerlijk caldereta eten is, een visschotel die opgediend wordt met papas arrugadas, letterlijk gerimpelde aardappelen, in de schil gekookt en gezouten en opgediend met mojos, sausjes op basis van olijfolie.

Verdwenen zijn de lelijke karkassen van nooit afgewerkte hotels. Sinds 2005 geldt een bouwstop voor hotels : het aantal beschikbare bedden ligt definitief vast op 400.000. Met die maatregel willen de Canarische Eilanden de strijd aangaan tegen de uitwassen van het massatoerisme. De concurrentie met landen als Turkije en nieuwe bestemmingen als de Emiraten en de badplaatsen aan de Rode Zee is immers groot. Maar de Canarische Eilanden zijn voor Europeanen met winterblues nog altijd de dichtstbijzijnde zonzekere bestemming. Door de nadruk te leggen op een kwaliteitsvol en milieubewust toerisme willen de autoriteiten een nieuw publiek aantrekken.

In het spoor van de Guanchen

Een publiek dat tegenwoordig andere aspiraties heeft bij het vakantie vieren, met name de wandelaars, hebben de Canarische Eilanden in hun hart gesloten. In Costa Adeje komen die zeker aan hun trekken : meer dan 80 procent van het territorium bestaat uit beschermd natuurgebied aan de kust en in de bergen. Een echte aanrader is de Barranco del Infierno (Hellekloof), een plek die door de Guanchen, de oorspronkelijke bewoners van de Canarische Eilanden, als schuilplaats gebruikt werd bij invallen van piraten en de Spanjaarden. Het aardige aan de wandeltocht die zo’n drie uur duurt, is dat je vertrekt in droog gebied met veel cacteeën en vetplanten en gaandeweg terechtkomt in veel weelderiger begroeiing, met dank aan een klaterend beekje dat je telkens weer oversteekt. Onder de leiding van de enthousiaste en robuuste Duitse natuurgids Andreas die van elk plantje de Latijnse naam kent en die wijst op endemische variëteiten. Uiteindelijk beland je in een regelrechte jungle waar je blij bent dat je af en toe een liaan kunt grijpen als je op de glibberige keien balanceert. Stevige wandelschoenen zijn echt een must. De apotheose is een waterval aan het eind van de kloof. Niet bepaald de Niagara, zeker in de zomer niet, maar in combinatie met het koele groene meertje tussen de hoge rotsen is het toch best indrukwekkend. Om natuurgebied, fauna én wandelaars te beschermen, hebben dagelijks niet meer dan tweehonderd bezoekers toegang tot de ravijn, die gelukkig gespaard bleef tijdens de recente bosbranden op Tenerife.

Dobberen en bubbelen

Best mogelijk dat je aan zo’n klautertocht een paar pijnlijke kuiten overhoudt. Maar daar maken de pittige masseuses van de Thai Zen Space in Grand Hotel Anthelia korte metten mee. En nee, hier wordt de verwende hotelgast niet teleurgesteld. Body wraps, gelaatsbehandelingen, scrubs met appel, groene thee of honing, kruidenbaden, aromatherapie, het kan allemaal. Of lekker loom dobberen in het Dode Zeebad met een hoge zoutconcentratie. Waarna je weer tot leven komt in het zwembad met ingebouwde bubbelbedden, shaken en bepaald ook stirred. Uit het massageaanbod is het moeilijk kiezen : twee handen of vier, op z’n Balinees, Hawaïaans, Thais of Ayurvedisch… Ontspannend achtergrondgetinkel zelf te kiezen. Ik ga voor Balinees en mysterieuze junglegeluiden en word vakkundig uit elkaar geschroefd en vervolgens in de oorspronkelijke, zij het een iets soepeler vorm hersteld. Alle meisjes zijn getraind in de gereputeerde school van de Po tempel in Bangkok, en je hoeft er niet eens zo ver voor te vliegen. Het is een voldaan en lichtjes doezelig mens dat ’s avonds aan tafel schuift.

Door Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content