De Franse wijnboeren slapen slecht, er hangt een grote crisis in de lucht : overproductie, geen kwaliteitsgarantie en druk van de nieuwe wijnlanden erbovenop. We gingen op zoek naar oorzaken en oplossingen.

: : Een uitgebreide analyse van de wijncrisis vindt u op onze site (www.weekend.be), doorklikken naar gastronomie, doorklikken naar ‘Huize Herwig’. Daar leest u ook over de problemen in de portwereld en de bevindingen van Herwig Van Hove bij proeverijen van de beste wijnen van Bernard Magrez, Dieter Bohrmann, Bollinger en Gerard Perse.

Er is een grote wijncrisis op komst, ook in Frankrijk : de productie is veel groter dan de consumptie, tuimelende prijzen zijn het logische gevolg. In de zelfgenoegzame wijnregio van Bordeaux bijvoorbeeld, konden de matige opbrengsten van de jaren 2002 en 2003 (5,4 miljoen hectoliter) het dramatische onevenwicht wat camoufleren, maar de volle oogst van 2004 (officieel 7 miljoen hl) stelt de toestand weer acuut en gevaarlijk scherp, want er wordt maar 5,5 miljoen hl bordeauxwijn gedronken.

De Franse wijnwereld raakt wat in paniekstemming. De consumptie kan sneller afnemen dan men denkt. Nauwelijks dertig jaar geleden dronk men in Italië en Frankrijk nog 130 liter wijn per jaar, nu nog veertig. De grote tweeliterflessen met tafelwijn zijn praktisch van de markt verdwenen. Het zwaard van Damocles hangt ook boven massaproducties van champagne en (buiten Frankrijk) van port : van beide grootschalige merkappellaties is immers maar tien procent waardevol. Champagne drijft op marketing, niet op kwaliteit en de grote plas van ruby of tawny port is niets anders dan in zoet verpakte banale alcohol.

Maar we concentreren ons even op Bordeaux. De Grands Crus Classés (enkele procentjes van het totaal) hoeven niets te vrezen, maar de honderd wijnboeren die met hun wijn tot honderdmaal goedkoper de markt op moeten (enkele euro’s per fles), riskeren het faillissement op korte termijn. Eén op de vijf wijnboeren heeft het water aan de lippen en duikt nu al onder de leefbaarheidsdrempel.

Maar in feite is het een wereldprobleem : er wordt wereldwijd 280 miljoen hectoliter geoogst en 220 miljoen hectoliter gedronken. Alle Franse wijnregio’s, op Elzas en Champagne na, maar ook Italië en Spanje kampen met overproductie.

Grote snoeibeurt

Christian Delpeuch zelf, de Président van het CIVB ( Comité Interprofessionnel du Vin de Bordeaux) kwam in Brussel de wijnpers te woord staan. Vergeet niet dat de Belgen het tweede importland vormen voor bordeaux, alleen Duitsland drinkt iets meer en Engeland betaalt wat meer. Delpeuch verwacht alleen heil van drastische oplossingen : vermindering van de productie en terzelfder tijd een kwaliteitsverbetering. Het hectarerendement moet tot 50 hectoliter beperkt worden, slecht georiënteerde percelen ziet hij liever verdwijnen, hij pleit voor scherper snoeien en uitdunnen van de wijnstokken, en hij wil de densiteit van de planten in de wijngaarden opvoeren (in Bordeaux nu gemiddeld 2000 planten per ha, in Bourgogne 8000). Bovendien acht hij het moment rijp om het AOC-arsenaal op te kuisen door veel wijnen terug te verwijzen naar de tafelwijnplas (tot veertig jaar geleden was amper de helft van het AOC-type, nu draagt alles het label) en ten slotte pleit hij ervoor om opnieuw meer witte wijn te maken.

Christian Delpeuch is niet te stoppen : “Natuurlijk moeten we ook proberen om meer te verkopen, dat weet iedereen. Maar iedereen ziet dat de terugval van de prijzen de consumptie niet doet stijgen. We moeten dus durven toe te geven dat een deel van onze wijn niet aan de verwachtingen van de consumenten beantwoordt. Er is vraag naar meer ronde, volgekleurde, minder bittere en vlugger te drinken wijnen. Ofwel zet de AOC haar poorten open voor meer de internationale manier van werken, ofwel zal de markt de AOC links laten liggen.”

De AOC links laten liggen, dat is wat François des Ligneris, eigenaar van de St-EmilionGrand Cru Classé ChâteauSoutard gedaan heeft met zijn wijnen van het gebied Entre-Deux-Mers. In 2003 kocht hij die wijngaarden en opteerde direct voor een tafelwijnstatus en een etiket met fantasienamen als L’R de rien voor rood of en Lunes de miel voor wit. Flessen met een schroefdop, maar wel voor een ernstige prijs van 8,5 euro. Hij was de eerste om zo’n operatie op touw te zetten en het is hem niet in dank afgenomen. Hubert de Bouard van het peperdure Château Angélus : “Het is op de grens van het schandalige. Het is een aanslag op het collectieve imago van de AOC Bordeaux.”

Maar Des Ligneris is niet alleen om te reageren. De groep Cordier heeft zijn châteaus ( Grand-Puy-Ducasse, Meyney en Rayne-Vigneau) afgestoten en werkt enkel nog in het tien-euro-per-flessegment. Bernard Magrez deed het tegenovergestelde : hij verkocht het merk Malesan en werkt nog enkel met Crus Classés, chics et chers. Gérard Perse in Saint-Emilion heeft de kwaliteit ten top gedreven.

Ook René Renou mengt zich in het debat en hij is niet de eerste de beste : Président van het comité Vins van het Franse INAO ( Institut National des Appellations d’Origine). Hij gooit een steen in de kikkerpoel : “Het zogenaamde beste gedeelte van de Franse wijngaarden, die met een Appellation d’Origine Contrôlée, is vandaag ook ruim het grootste gedeelte. Dit is op zijn minst ongeloofwaardig.” En verder nog : “De AOC waarborgt een origine. De consumenten hebben liever zekerheid over de kwaliteit.”

Omdat de kleinere Franse appellations internationaal terrein moeten prijsgeven, en omdat die leemte wordt ingenomen door niet-Franse wijnen met duidelijker informatie op het etiket, pleit hij ervoor om bij deze kleinere appellaties de druivensoort op het etiket te vermelden. Verder vraagt hij de oprichting van een soort superklasse, een AOCE met de E van Excellent. Eigenlijk is zo’n AOCE een beter gedefinieerde versie van de Italiaanse DOCG, een originebewijs met kwaliteitsgarantie erbovenop.

Magrez gokt op exclusiviteit

Iedereen ziet het : niet-Franse wijnen veroveren de traditionele markten met lage prijzen, aangename smaken en marketingcampagnes van een nooit geziene directheid. In de laatste tien jaar is de wereldhandel volgens een recente studie van Onivins gestegen met 50 procent, maar het aandeel van de Nieuwe-Wereldwijnen steeg zesmaal sneller dan al de andere.

Bernard Magrez : “De nieuwe wijnproductielanden, zoals Australië, Chili, Zuid-Afrika, samen met enkele landen uit het oosten, zoals Bulgarije en Roemenië, zijn er geweldig op vooruitgegaan. Hun kosten zijn laag, hun kwaliteit is constant en regelmatig, hun marketing is offensief, flexibel en gericht op de verzuchtingen en de noden van de consumenten. Australië kondigt open en bloot aan dat het in 2020 de grootste wil zijn.”

“Men begint nu ook in Frankrijk – buiten Frankrijk wist men dat al lang – te beseffen dat een gewaarborgde origine voor de consument eigenlijk niets betekent. Een kwaliteitsgarantie kan de AOC niet geven.”

Bernard Magrez blijft niet bij de pakken zitten : hij verlaat het segment van de kleinere wijnen en stort zich resoluut in het grote werk. De in 1978 door hem gelanceerde merkwijn Malesan (11 miljoen flessen per jaar) heeft hij van de hand gedaan en hij koopt ervoor in de plaats kwaliteitswijngaarden (nu al 86) in Frankrijk en ook in Spanje, Marokko, Argentinië, Uruguay en Algerije.

Kwaliteitswijngaarden in twee gedaanten : geklasseerde crus die verhandeld worden langs de klassieke Bordeauxse kanalen. Zo is hij eigenaar van Château Pape Clément (Pessac Léognan), Château Fombrauge (St-Emilion Grand Cru), Château La Tour Carnet (Haut Médoc) en Château Les Grands Chènes (Médoc). “De consumptie van kwaliteitwijn zal blijven stijgen”, zegt hij.

Een ander soort waarin Magrez investeert, is het segment van de kleine uitzonderlijke crus : ” Crus d’exception à petits volumes“. Hij koopt bescheiden wijngaarden van grote klasse, maar zonder grote reputatie, zodat zijn technologische knowhow er haast automatisch tot uitzonderlijke wijnen leidt. Om zijn reeks Crus d’Exception te commercialiseren werkt hij enkel via de gevestigde wijnhandel, die hij een redelijke prijs oplegt : in de buurt van 40 euro per fles. In België behoren tot dit ‘Magrez-team’ onder andere : Carpe Uvam in Dworp, Vinarte in Brussel, Boutelegier in Brugge, Van Driessche in Zele, De Wijnbeurs in Berchem, Van Geyseghem in Tienen en Paul De Clerk in Kortrijk.

De champagnewereld gedecimeerd ?

De laatste oogst in Champagne was ongemeen overvloedig. Een maand ervoor, in augustus, had het flink geregend en het druivenvolume was daardoor gezwollen met wel veertig procent. Men verwachtte algemeen dat het INAO ( Institut National des Appellations d’Origine Contrôlée) oogstrestricties zou opleggen. Maar het ‘Institut’ besliste om heel uitzonderlijk veertien ton per hectare toe te laten, waarvan weliswaar twee ton voor de reserve. Daarmee komt men haast op negentig hectoliter per hectare : bijna het naoorlogse rendement van wijnen zoals Rosé d’Anjou.

Het is een oud zeer : vanaf 1950 is de champagneproductie haast tienmaal groter geworden en de beplante oppervlakte is toch maar met een factor drie gestegen. De hectarerendementen echter zijn van 5,4 (periode 1950-59) gestegen tot wel 10,8 ton (periode 1990-96).

De wat arrogante champagnewereld heeft al eens van de crisis kunnen proeven. Vlak na het millenniumjaar zaten de handelaars met een grote kater : de verkoop had helemaal niet de verhoopte vlucht genomen. Bij ons zegden sterrenrestaurants hun geplande peperdure millenniumnachten af bij gebrek aan belangstelling. En na de fatale nacht plaatsten de Londense warenhuizen hun veel te grote champagnestock in de koopjes, voor een kwart van de prijs. De godendrank champagne werd behandeld als een ordinair product, helemaal tegen de heersende opvattingen in.

Maar de grote crisis moet nog komen. Negen op de tien champagneflessen voldoen helemaal niet aan de normen van excellentie, waarmee zo graag uitvoerig gepronkt wordt. Als de consument dit begint te beseffen, zal hij de champagne bij de afgestoten, minderwaardige alcoholische dranken rangschikken. En dat kan snel gaan : driesterrencognac, jenever van melasse, blended whisky, tafelwijn, wijntjes van kleine appellations, zij zijn allemaal uit de rekken verdwenen in tien, twintig jaar tijd. In dat schoongeveegde marktsegment bloeien graanjenever, XO Cognac en Pure Malt als nooit te voren. Enkel kwaliteit blijft bovendrijven, ook bij de champagnes zal er maar plaats overblijven voor het beste. Bollinger heeft dat begrepen.

Vanaf 1992 al begon Bollinger met zijn Charte de Qualité, zeg maar de regels voor goed gedrag in het grote champagnespel. Maar er is weinig interesse, ook niet bij de grote merken. Het charter is nochtans niet meer dan een leidraad voor integriteit. Een paar voorbeelden : Bollinger verbindt er zich toe om nooit zijn naam te lenen aan flessen die niet in eigen huis zijn gemaakt van begin tot einde. (In Champagne is er een grote trafiek van anonieme flessen, de sur lattes, die men in zijn eigen productie mag schuiven.) Bollinger gebruikt enkel de cuvée, de eerste 2050 liter geperst uit vier ton druiven, de overige 500 liter, die van veel mindere kwaliteit is, maar door de wet wordt toegelaten, wordt aan de buitenwereld verkocht.

De aanpak van een buitenstaander

In het kalme, wat landelijke Saint-Emilion is Gérard Perse in alle opzichten een outsider. Na de opbouw van een supermarktimperium in de Parijse regio geraakt hij gepassioneerd door bordeauxwijn en vooral door wijn van Saint-Emilion. “De multimiljonair-kruidenier”, zegt men smalend in het conservatieve Bordeauxse wijnmilieu, en dat is niet echt gelogen : zijn kapitaal wordt in de jaren negentig op 125 miljoen euro geschat.

In 1992, tijdens een wandeling in Saint-Emilion, komt hij toevallig te weten dat de twee ruziënde broers Querre hun Château Monbousquet te koop stellen. Hij koopt het en besluit zijn leven een totaal andere wending te geven. Tien jaar later is hij eigenaar van Pavie, PavieDecesse en nog een vijftal andere châteaus en ook van het sterrenrestaurant L’Hostellerie de Plaisance, in het historische centrum op de place du Clocher. Perse : “Ik kies 100 procent voor bordeaux en verblijf hier 365 dagen per jaar om mijn kastelen op de best mogelijke manier te doen renderen.” Het antwoord van Perse is typisch dat van een buitenstaander : hij gaat zijn eigen weg zonder rekening te houden met lokale gewoonten. In plaats van de crisis te voelen, zijn al zijn wijnen praktisch in prijs verdubbeld.

Alle mogelijkheden van de moderne wijnmakerij worden onmiddellijk ingezet en ze zijn talrijk. De hectarerendementen worden gehalveerd, hoofdzakelijk door een zeer strenge ‘groene oogst’. Daarbij worden hele trossen vroeg weggesneden, zodat de plant de resterende helft beter kan doen rijpen. De handgeplukte, volkomen rijpe druiven gaan over trieertafels en worden dan gekoeld met vaste (bevroren) koolzuur om de gisting wat uit te stellen zonder oxidatie, zodat een week ingeweekt kan worden ( gemacereerd). Er wordt ook postfermentair gemacereerd, gedurende drie weken, voor de extractie van zachtsmakende tannines ( tannins savoureux) en al die operaties verlopen op verse eiken barriques : de malolactische gisting, vier tot zes weken lagering op de gistrest met microtoevoeging van zuurstof en ten slotte de klassieke achttien maanden lagering voor de botteling.

Het resultaat van dit alles zijn krachtige en diepgekleurde wijnen met zachte structurerende tannines, veel diep fruit en grote lengte, in hun jeugd getekend door het verse hout. Kortom, wijnen zoals Robert Parker, de invloedrijke Amerikaanse wijngoeroe en Michel Rolland, de wereldberoemde enoloog uit Libourne ze graag hebben.

Parker is zeer lovend : “Ik geloof absoluut dat Perse zich voor kwaliteit op zeer hoog niveau heeft geëngageerd. Vlak na het ontkurken zijn de meeste van zijn wijnen erg door hout getekend, maar na vijf dagen ontkurkt en open te staan verdwijnt het hout en komt de uitzonderlijke concentratie van fruit bovendrijven zonder spoor van oxidatie. Onnodig op te merken dat de meeste bourgognes al na 24 uur verbrokkeld zijn.”

Perse maakt niet alleen vrienden, hij wekt veel jaloezie al was het maar omdat over zijn wijnen in het buitenland veel meer gesproken wordt dan over de Grands Crus Classés. Corinne Mentzelopoulos van Château Margaux : “Ik weet wel dat massieve krachtige wijnen voor het ogenblik in de mode zijn, maar zo’n wijn maken op Château Margaux zou getuigen van een gemis aan respect voor de complexiteit van onze bodem en voor de eigenheid van de millésimes. Wat ik wil, is elegantie en harmonie en niet enkel maar brute kracht.”

Maar Perse geeft niet af : ” Terroir is natuurlijk belangrijk, maar ook de persoonlijke optie. Ik wil natuurlijk de beste wijnen maken die op mijn bodem mogelijk zijn, maar ik maak in de eerste plaats wijnen in de stijl die ik zelf graag heb. Het klopt dat Parker en The WineSpectator ze hoog aanslaan en dat helpt de verkoop. Maar het is zeker niet mijn bedoeling om hen te behagen. Zelfs als mijn stijl uit de mode raakt, dan nog zal ik dezelfde type wijnen maken.”

Herwig Van Hove

“Wij in Bordeaux moeten durven toe te geven dat een deel van onze wijn niet aan de verwachtingen van de consumenten beantwoordt.”

“‘Appellation d’Origine Contrôlée’ waarborgt de herkomst van de wijn. De consumenten hebben liever zekerheid over de kwaliteit.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content