Muzikant (33)

Mijn grootvader was de taliban van de familie. Mijn moeder mocht het ouderlijk huis nauwelijks uit. Dat zij een relatie had met een Poolse muzikant viel allerminst in goede aarde. Er moeten zich echt drama’s hebben afgespeeld.

Ik heb geen mystieke band met patatten en slecht weer. Een Vlaming voel ik me zeker niet. Misschien ben ik net door mijn gemengde Pools-Italiaanse afkomst een typische Belg. Want dé Belg bestaat niet, en dat is het mooie eraan.

Op m’n 12de in de toerbus van het balorkest van mijn oom, daar zag ik het licht. De setting was ideaal : de avond tekende de hemel in melancholische kleuren en op weg naar Nederland hielden we halt in een tankstation. Dat gevoel van vrijheid, de vettige praat… het was als eindelijk thuiskomen.

Ik had hooikoorts en kon niet zwemmen. Bijgevolg zat ik de hele zomer obsessief gitaarsolo’s te oefenen op mijn kamer. Die technische bagage is me vaak van pas gekomen. Zoals die keer toen ik door oudere gasten gepest werd. Toen ze met krakkemikkige mineurakkoorden grieten probeerden te imponeren, merkte iemand op : “Dat ventje speelt ook gitaar”. Ik ving meteen Voodoo Chile van Jimi Hendrix aan. Een wraak die héél zoet smaakte.

“In iedere mens zit een genie”, schreef componist Charles Ives in de 19de eeuw. Hij stak zowel het hogere als het volkse in zijn muziek. Daar herken ik me heel erg in. Ik heb prachtmomenten beleefd in intellectualistische experimenten, maar evenzeer in een omgeving van hits en oldies.

Ik was de clown van de klas, maar maakte altijd braaf mijn huiswerk omdat ik zo snel mogelijk van die school weg wou. Gek genoeg besloot ik me niet langer uit te sloven toen op m’n 18de de eindmeet in zicht kwam. Ik weigerde botweg mijn examens in te vullen. Omdat ik voordien altijd uitstekende rapporten had gehad, tilde de school niet te zwaar aan mijn plotse excentrieke gedrag. Ik kreeg m’n diploma, maar weigerde het op te halen. Later ben ik met hangende pootjes naar de school teruggekeerd omdat ik mijn getuigschrift nodig had om zelfstandige te kunnen worden.

Tom Barman is een verwante ziel. We komen uit hetzelfde tijdvak, medio jaren ’90, dat een heropleving van de Belgische rock inluidde. We hadden onze eigen vorm van punk, zónder de lompe beeldenstorm, want we pikten aan bij de Belgische traditie van Leon Spilliaert en TC Matic. We hadden geen middelen, geen aandacht en dus weinig te verliezen, maar toch iets te vertellen.

Evil Superstars zijn nooit gesplit. We hadden gewoon zin in iets anders. Tim Vanhamel en ik wilden niet de voorgeschreven route volgen en als een soort Lennon & McCartney binnen het popidioom blijven. De band met de Superstars is onverminderd sterk, we hebben samen heel wat meegemaakt. Nu ik gastcurator van de AB ben, was hét moment gekomen om de groep weer bij elkaar te roepen en een oud plan op te vissen : Jerusalem coveren, een song van een uur van stonerrockband Sleep.

Het wordt stilaan tijd dat ik in artistieke zin een trapje hoger klim. Met het komende AB-weekend sluit ik een decennium af als muzikant. Ik zie een hoop geklooi en ondoordachtheid, als ik op de voorbije tien jaar terugblik. Ik heb nog niet het gevoel dat ik ook maar iets waardevols heb achtergelaten.

Ik kan helemaal over de rooie gaan zonder drugs. Daarom heb ik altijd een heilige schrik van roesmiddelen gehad. Uit zelfbescherming blijf ik er af.

Een artiest is verplicht slecht te zijn. ” Boy, you really know how to make your life complicated”, zei de Engelse schrijver David Baddiel me toen we samen met Saint-Amour toerden. Je mag je slechte kant niet negeren als songschrijver. Toch lukt het me een gentleman te blijven, omdat ik veel kwijt kan in mijn werk.

:: Op 23 en 24/10 is Mauro Pawlowski gastcurator in de 25-jarige Brusselse Ancienne Belgique.

Hij programmeert dat weekend onder andere Tom Barman, Rudy Trouvé, Dez Mona, Evil Superstars

en Ultracowboy. Meer info : www.abconcerts.be

Tekst Peter Van Dyck I Foto Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content