MAURITIUS. Een magische mozaïek
Het Mauritiaans mirakel noemt men het : de manier waarop verschillende rassen naast elkaar leven en hoe het toerisme in goede banen wordt geleid.
De parel in de Indische oceaan is een heerlijke exotische fruitsla.
Lene Kemps
Dit is mijn lievelingsplek, ” zegt Micheline Collet-Serret (38). Ze is een vijfde generatie Mauricienne, opgegroeid op het eiland en als zoveel van haar leeftijdgenoten in Frankrijk gaan studeren. Ze heeft er een baan gevonden, ze vertegenwoordigt de Mauritiaanse luxehotelketen Beachcomber. Dat laat haar toe regelmatig naar het eiland terug te keren en op haar favoriete plaats, bovenop Le Morne Brabant, de hoge berg, te mediteren. De legende wil dat de woeste berg een toevluchtsoord voor ontsnapte slaven was. Volgens het verhaal waren die vluchtelingen er zich niet van bewust dat de slavernij in 1835 werd afgeschaft. Ze sloegen in paniek toen ze een legertje soldaten de berg zagen opkomen en gooiden zich van de hoge bergtop. Vandaar de naam : Le Morne, the mournfull one, de rouwende berg. “Als het stil is, hoor je de slaven zuchten”, beweert Micheline ietwat sinister. Voor haar is dit plekje symbolisch voor de schoonheid van het eiland. “De berg maakt je nederig, de natuur maakt je dankbaar. De rijkdom van Mauritius is magisch en dat voel je op deze berg het beste. “
Piepklein en beeldschoon. Zo’n zestig kilometer van noord naar zuid en vijfenveertig van oost naar west. Minder groen dan de Seychellen, niet zo spectaculair als Reunion. Maar desalniettemin de parel van de Indische Oceaan. Een eiland dat langzaam bezit van je neemt. Een oaze van wit zand, blauw water en wuivende palmen. Watervallen, majestueuze bergen en tropische tuinen. Gigantische waterlelies en een weelde aan zeldzame bloemen. Een droom voor reisagenten en tortelduifjes. Mark Twain beweerde dat God eerst Mauritius heeft geschapen en pas daarna het paradijs.
Mauritius als generale repetitie voor Eden, dat verklaart meteen de aanwezigheid van vreemde flora en fauna : de Mauritiaanse torenvalk en parkiet, Telfair stinkhagedis, Gunthers gecko, de roze duif. En niet te vergeten : de dodo. Een eigenaardige dikke waggelende vogel die niet kon vliegen en dus reeds in de 17de eeuw kompleet werd uitgeroeid door de Nederlandse kolonizator en zijn hond. Je begrijpt meteen waarom de Britse zoöloog Gerald Durell dit eiland zo fantastisch vond en er een amusant boekje over schreef. In het schild van zijn Wildlife Preservation Trust staat trouwens een dodo.
Micheline heeft tedere herinneringen aan het eiland. “Ik besefte niet hoe geprivilegieerd ik was, tot ik mijn Europese vrienden over hun jeugd hoorde vertellen”, zegt ze. “Als kind ben je per definitie onbezorgd en onschuldig, maar Mauritius is een prachtige plaats om jong te zijn. Kalm en sereen. Geen misdaad, grauwheid of problemen. Alleen zon en lachende mensen. Europeanen kunnen het zich gewoon niet voorstellen. ” Toen zij in de jaren zestig opgroeide, had haar familie nog huispersoneel. “Ik had een nounou, een Creoolse kinderjuf, die me Mauritiaanse liedjes leerde en bij wie ik ging uithuilen als mijn ouders boos op me waren. Bij mijn thuiskomst van school was er de geur van afternoon tea en het geluid van moeders piano-oefeningen. Ik werd naar mijn privé-school gebracht door de chauffeur. Het was een bevoorrechte jeugd, die snel tot het verleden zou behoren. Na de onafhankelijkheid in ’68 kwam het hele eiland in een demokratizeringsproces terecht. “
Van Michelines koloniaal getinte herinneringen is op het eiland weinig overgebleven. Volgens de ene teorie heeft de Indische regering de politieke top van Mauritius is vooral Indisch omdat die groep de meerderheid van de bevolking uitmaakt geen zin de huizen te bewaren omdat ze niet aan hun eigen verleden als slaven willen herinnerd worden. “Onzin”, zegt Micheline. “Het is gewoon de schuld van de cyclonen die over het eiland razen. Ze vernielen alles. Bovendien is zo’n houten huis duur in onderhoud. Ze zijn door stabiele stenen konstrukties vervangen. Op het hele eiland zijn nog een tiental koloniale huizen te vinden. De regering heeft geen programma om ze te restaureren of te bewaren, er zijn andere prioriteiten in dit land. “
Bij een wandeling op domein Eureka, eigendom van de familie van de Franse “eilandschrijver” Le Clézio, kan je je zo ongeveer voorstellen hoe Michelines leven moet geweest zijn. Tee drinken op het terras, uit vaatwerk van de Indische Compagnie. Een boek lezen in een rieten stoel. Rust en zonneschijn. Te charmant voor een Attenborough-film, te etnisch voor een produktie van James Ivory. Micheline wordt er niet al te nostalgisch van. “Europeanen zijn altijd onder de indruk van die koloniale sfeer. Voor ons is het gewoon… voorbij. “
Mauritius werd achtereenvolgens ingepalmd door de Portugezen als Ilha do Cerne, door de Nederlanders als Mauritius naar de Prins Van Oranje , door de Fransen als Ile de France en door de Britten die het weer Mauritius doopten. Deze wisselende kolonizatie had vreemde gevolgen. De Portugezen introduceerden apen en ratten. De Nederlanders brachten suiker, Javaanse herten en Afrikaanse slaven mee. Het strafrecht op het eiland volgt de Britse wetten, maar op burgerlijk vlak heerst de Franse Code Napoleon. Auto’s rijden op het linkerbaanvak, maar de straten hebben Franse namen. De bekeuring wordt in het Engels opgesteld, maar de politie-agent zal je in het Creools of Frans aanspreken. Een kranteartikel begint steevast in het Frans, schakelt over op Engels voor politieke uitspraken en op Creools als er eilandbewoners aan het woord komen.
Misschien was Mauritius voor God niet alleen een vingeroefening wat de natuur betreft, maar ook een experiment in multi-kultureel samenleven. Mauritius is een merkwaardige mozaïek. Zo’n zestig procent van de inwoners is Indisch, waarvan de meerderheid Hindoe, de rest moslim. Zo’n drie procent is van Chinese afkomst. En de rest wordt in de statistieken als “algemene bevolking” omschreven. Het zijn blanke Europeanen (twee procent) en kreolen. Deze laatste groep waren oorspronkelijk slaven, aangevoerd uit Afrika of Madagaskar.
De felgekleurde vreedzame samenleving wordt het Mauritiaans Mirakel genoemd en elke eilandbewoner is er trots op. Ze hebben allemaal hun eigen “mengverhaal”. De ouders van Fatima zijn katoliek en islamitisch, blank en donker. Martine is Franco-Mauritiaans en getrouwd met een kreool. Aan het diner zitten ze voor me op een rij : de Chinese vrouw van de hoteldirekteur, de Franse pr-dame, de Indische gids, de Afrikaanse heer van de toeristische dienst. En ze voelen zich allemaal Mauricien. Sinds de onafhankelijkheid staan de kranten vol over de zoektocht naar een nationale identiteit. Zoals een journalist het uitdrukt : “Zullen we een fruitsla blijven waarin elke ingrediënt zijn kleur en smaak behoudt ? Of worden we compote, een gladde mengeling met de smaak van alles en niets in het biezonder. ” Fruitsla of moes, zelfs de Mauritiaanse clichés zijn fris en exotisch.
Op enkele onlusten van jaren geleden na, werkt de etnische mix prima. “Het merendeel van de bevolking is Indisch en dus van nature pacifistisch en tolerant”, zegt Sulaiman Patel van de hotelketen Beachcomber. “Verder mag je niet vergeten dat we op een klein eiland leven. Waar moeten we naartoe als we ruzie maken ? Onze kracht ligt in samenwerking en die zit in onze demokratie ingebakken. Zelfs de verliezers krijgen een plaats in het parlement. Wij zijn van mening dat wie mondig is, tevreden blijft. ” Op het kerkhof staan Chinese tombes vredig naast de katolieke graven. Religieuze feestdagen door de vele rassen zijn het er meer dan dertig per jaar worden vrolijk door de hele gemeenschap gevierd. “Mauritius is de enige plaats ter wereld waar een moslim op school Mandarijns leert”, zegt Sulaiman. “Elke kultuur behoudt zijn eigenheid, maar respekteert de andere. “
De Mechelse Ann Van den Bergh vestigde zich tien jaar geleden op het eiland. Ze maakt Belgische chocolaatjes die ze verkoopt aan de grote hotels en aan Air Mauritius. “Zelf eet ik graag chocolade en er waren hier geen goede pralines te krijgen. Zo simpel is het”, zegt ze. Uit Europa mist ze de boeken, platen en cd’s en soms zelfs de stress. “Tja, de struggle for life kennen we niet”, zegt ze. “Het is verleidelijk lui te worden en tevreden te zijn met wat je hebt. Ambitie lijkt niet zo belangrijk onder een stralende zon. Soms erger ik me aan het laat-maar-waaien-tempo van het eiland. “
Ann heeft haar plaats gevonden op Mauritius. “Ik heb mijn bedrijf opgebouwd en ik heb een fijn leven. Op een vrije dag kan ik varen, snorkelen en prachtige wandelingen maken. Het is heel makkelijk om hier je hart kwijt te raken. ” Al is ze het niet volledig eens met de rooskleurige visie. “Nu leeft iedereen vreedzaam naast elkaar omdat het ekonomisch goed gaat. Er is geen werkloosheid, geen schrijnende armoede en dus geen reden tot onrust. Maar die is wel potentieel aanwezig. Heel simplistisch gezien zijn er kastes : de Indiërs doen in stof, de Chinezen in voeding en de Fransen in suiker. Maar de kreolen doen het werk. “
In zijn prachtige boek Many colours, one nation zegt journalist Claude Pavard dat Mauritius als een pointillistisch schilderij is, samengesteld uit mikroskopische vlekjes kleur die samen een landschap vormen. In zijn boek heeft hij alle grote Mauritiaanse families gekatalogeerd. Uit Europa kwamen de Koenigs, Maudaves, Maingards of Pitots. Uit India onder andere de families Tirvengadum, Rama of Jugnauth. Uit China zijn er namen als Lim Fat en Ah Chuen. Ze poseren trots en met een hoofd vol plannen op vergeelde zwart-witfoto’s. “Iedereen is nieuw in dit land”, zegt Martine Jasmin, public relations van hotel Shandrani. “We zijn allemaal immigranten. Onze geschiedenis is te kort om diepliggende vetes en haatgevoelens te koesteren, maar net lang genoeg om een gevoel van samenhorigheid te ontwikkelen. Mauritius zit in een stroomversnelling, ekonomisch en industrieel. We beseffen dat we moeten samenwerken als we het eiland willen bewaren. “
Martines voorvader, vijf generaties geleden, was een piraat die door zijn werk in kontakt kwam met het eiland en er prompt verliefd op werd. Hij keerde terug naar Frankrijk om vrouw en kinderen te halen, een reis die zo lang duurde dat het eiland ondertussen in Engelse handen was overgegaan. Maar met de typische Mauritiaanse breeddenkendheid zei de overheid : er is plaats voor iedereen.
Ondertussen is men voorzichtiger geworden. Toerisme is na suiker en textiel de derde sektor van het land, maar groei wordt nauwkeurig gekontroleerd. Massatoerisme wordt resoluut afgeweerd, al komen er toch een klein half miljoen toeristen per jaar. Geen charters, geen rugzakken. Wel hoteltoerisme, en dan nog. “Je moet hotels niet als paddestoelen uit de grond laten schieten”, zegt Suresh Seegobin, commercieel direkteur van Air Mauritius. “De verhouding tussen toeristen en eilandbewoners moet evenwichtig blijven. Ik zou niet kunnen verdragen dat de stranden vol liggen met toeristen zodat er geen plaats meer is voor de Mauriciens. “
Mauritius verkoopt zichzelf als een exclusieve up-market bestemming. “We hebben de eerste klasse in de vliegtuigen bewaard om een bepaald soort mensen aan te trekken”, aldus Seegobin. “We mikken op het betere gamma. Ik weet dat zo’n uitspraak elitair is, maar Mauritius mag geen tweede Goa worden. We moeten het eiland niet ontwrichten. daar is het te kostbaar voor. “
Onder de palmbomen, in een wit prieeltje zit hij in zijn smoking en zij in een witte jurk. De honeymooners. Ze kijken naar de zonsondergang, drinken uit een kokosnoot met een parapluutje en genieten van de blikken van de toeschouwers. Dit moet een huwelijksreis uit de boekjes zijn. Later op de avond dansen ze de traditionele sega, de dans van de slaven, met schuifelende voeten in het zand. “Dit land is te mooi om waar te zijn, er is zelfs geen ekwivalent voor de blues”, zegt Micheline. “Zelfs de dans van de slaven heeft nog iets vrolijks. “
Wit zand, blauw water en wuivende palmen als generale repetitie voor het paradijs.
Le Jardin des Pamplemousses : een tuin vol zeldzame planten, onder andere gigantische waterlelies.
De kreolen waren oorspronkelijk slaven, aangevoerd uit Afrika en Madagaskar.
De etnische mix werkt, iedereen leeft vreedzaam naast elkaar.
Slechts een tiental houten koloniale huizen overleefden de cyclonen.
Het domein Eureka van de Franse familie Le Clézio : nostalgie en romantiek.
De struggle for life bestaat op dit eiland niet.
Zelfs op het kerkhof liggen verschillende kulturen naast elkaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier