Al meer dan een half jaar staan “Liever vrijen” en “Het penseel van de liefde” op de Vlaamse bestsellerlijst. Vanwaar dat succes? Volgens auteurs Maureen Luyens en Bo Coolsaet is de nood aan juiste informatie bijzonder groot.

Uroloog-androloog Bo Coolsaet is inmiddels bij het brede publiek bekend. Niet alleen omdat van Het penseel van de liefde al 22.000 exemplaren zijn verkocht, ook omdat hij de voorbije maanden naar aanleiding van het op de markt brengen van de Viagra-pil herhaaldelijk optrad als woordvoerder van de penis. Momenteel worden er zelfs plannen gemaakt voor een televisieprogramma met hem, en zijn boek wordt in het Duits vertaald.

Seksuologe Maureen Luyens doceert aan de UIA en begeleidt al vele jaren mensen met seksuele en relationele problemen. Liever vrijen moest het zonder Viagra-effect doen maar is toch al goed voor een verkoop van 10.000 exemplaren.

Statig poseren beiden voor de foto: Bo Coolsaet vertrouwd met de lens, Maureen Luyens nog wat knipperend met de ogen. Ze hebben elkaar nog maar één keertje ontmoet, ter gelegenheid van een televisieprogramma. Het voorstel om samen van gedachten te wisselen over het seksuele leven van de Vlamingen viel meteen in goede aarde. Beiden zijn gepassioneerd met het onderwerp bezig, leggen eigen accenten maar zijn het vaak met elkaar eens. Twee zachte stemmen kunnen niet bekvechten, hooguit genuanceerd van mening verschillen. Tijdens het gesprek ging de aandacht minder naar seksualiteit dan naar intimiteit en sensualiteit. “Als we erin zouden slagen het accent daarop te leggen en niet zozeer op het genitaal bevredigingsgevoel, dan zou voor velen al een aantal problemen opgelost zijn”, aldus Coolsaet.

Hoe komt het dat twee informatieve boeken over seksualiteit in Vlaanderen als zoete broodjes over de toonbank gaan?

Bo Coolsaet: Het succes is niet plaatselijk, de honger naar informatie is in de westerse wereld vrij algemeen. Mensen voelen dat de informatie die ze via tijdschriften en televisie krijgen onvolledig en onjuist is. Vanuit hun opvoeding hebben ze bepaalde opvattingen meegekregen, nu vernemen ze via de media wilde verhalen van individuen die hen doen twijfelen aan zichzelf. Ook in de werksituatie of onder vrienden vertelt men elkaar zaken die zowel in negatieve als in positieve zin een verwrongen beeld geven van de werkelijkheid. De ene collega zegt: “Bij mij hoeft hij niet meer te komen.” De ander zegt: “De mijne wil wel drie keer per nacht.” Mensen weten niet meer wat normaal is.

Wat “normaal” is, is ook moeilijk te bepalen. Wij noemen “normaal” wat het meeste voorkomt, en dat varieert in de tijd, van volk tot volk, van cultuur tot cultuur. Aan beide kanten van de meerderheid bestaan er natuurlijk uitzonderingen, en het zijn dikwijls die die in de media terechtkomen en die de mensen op een verkeerd spoor zetten.

Maureen Luyens: Het lijkt wel alsof er een soort nieuwe normen is ontstaan, waaraan men meent te moeten beantwoorden. Het moet zo vaak, men moet gelijktijdig een orgasme beleven, de penis moet in de vagina en het moet altijd een feest zijn. Dat is allemaal niet erg realistisch.

Coolsaet: Onlangs kwam een koppel bij mij op consultatie met de vraag waarom de vrouw het sperma van haar man niet kon voelen wanneer hij in haar klaarkwam; die vrouw beweerde dat ze dat bij haar vorige partner wel kon. Nu is het fysiek onmogelijk om die zaaduitstorting te voelen. Waar hálen mensen dat soort ideeën? Een jongen van vijftien, smoorverliefd op zijn lerares, wil met haar naar bed en komt vragen om zijn penis te verlengen. Er bestaan zoveel mythes.

Luyens: Heel wat mensen zijn ook op zoek naar herkenning. Een seksuele relatie is een spanningsveld. Vaak bestaat er een conflict over hoe het nu eigenlijk moet, en je zoekt naar aanknopingspunten. Als je in zo’n boek iets van jezelf kan herkennen, kan je dat gebruiken om je partner te overtuigen. Bijvoorbeeld van het feit dat het niet abnormaal is wanneer je op middelbare leeftijd eens minder zin hebt.

Coolsaet: Als er conflict is, is er eigenlijk nog contact. Maar het gebeurt heel dikwijls dat er zelfs geen conflict is. Een vrouw vertelde me dat ze de tekst aan haar man had gegeven en hem gedwongen had die in bed te lezen omdat ze er samen niet meer kunnen over praten. Zo’n boek geeft hen de mogelijkheid om weer van gedachten te wisselen. Hij kan zeggen dat hij wel of niet akkoord gaat en zij heeft iets waarop ze kan terugvallen. Want niet iedereen stapt naar een therapeut. Heel veel koppels en individuen blijven met hun problemen zitten.

Hebt u er een idee van hoeveel procent van de bevolking baat zou hebben bij een consultatie maar niet komt?

Coolsaet: Een van de voordelen van onze boeken is dat mensen die eerst in alle intimiteit kunnen lezen. Ze kunnen hun probleem dan min of meer situeren en oordelen wat er moet gebeuren. Maar er bestaat nog steeds een drempel en die moet weg.

Luyens: Ook al wordt de stap nu vlugger dan vroeger gezet, ik zie nog steeds mensen die daar tien of vijftien jaar mee hebben gewacht. Maar ik zie ook heel wat paren vrij kort na hun huwelijk. Of mensen van in de dertig – de kritieke leeftijd om zwanger te worden – die dan plots een bestaand seksueel probleem heel vlug willen oplossen. Ik ben er zeker van dat er momenteel bij het doorsneepubliek een grote behoefte bestaat.

Vanwaar die grote nood?

Coolsaet: Vroeger loste de vrouw haar gebrek aan intimiteit op door contact met haar kinderen. Die rol in de procreatie, het moederschap, was bijna allesvereisend. Nu worden er minder kinderen geboren en is dat contact beperkt of niet aanwezig. De behoefte aan intimiteit blijft natuurlijk wel bestaan en de man kan die niet geven. De vrouw wordt zich daar nu meer van bewust en vraagt niet in eerste instantie om seksualiteit maar om intimiteit. Dat alles geeft heel andere dimensies aan de relatie.

Luyens: Heel wat jonge paren hebben hoge verwachtingen van de relatie en ook van buitenaf wordt een grote druk op hen uitgeoefend. Ze willen een goede relatie, dus zouden ze veel moeten praten en zouden ze een goed seksueel contact moeten hebben. Tegelijk moeten ze ook maatschappelijk een aantal dingen waarmaken.

De maatschappelijke evolutie, de overgang van een hiërarchische relatie naar een gelijkwaardige, heeft ervoor gezorgd dat vrouwen zich persoonlijk kunnen ontwikkelen, en dat vind ik absolute winst. Het feminisme heeft ook de penis-in-vagina-obsessie, die we voor een groot deel aan Freud te wijten hebben, gerelativeerd door erop te wijzen dat vrouwen ook op andere manieren bevredigd kunnen worden. Maar de vrouwenbeweging probeerde ook de mannen te veranderen en was zeer eisend. De man moést actiever zijn in het gezin, hij moést de vrouw ruimte en vrijheid geven. Dat heeft tot veel ellende geleid.

Ik merk geen problemen wanneer een vrouw naar onafhankelijkheid en zelfontplooiing streeft maar dat doet naast haar partner. De meeste problemen komen voort uit het feit dat men elkaar voortdurend wil veranderen. Als de vrouw vanuit het idee “ik wil mezelf realiseren” te eisend wordt, loopt het verkeerd.

Het is dus toch allemaal de schuld van het feminisme?

Coolsaet: We moeten een duidelijk onderscheid maken tussen gevers en nemers. Het zijn de nemers, de egocentrische mannen óf vrouwen, die in de problemen komen. Als het hoofddoel is te geven aan de ander zonder dat er daardoor machtsverschillen ontstaan, kunnen er bijna geen problemen rijzen, maar wel als je eist dat de ander bepaalde dingen doet. En dat is eigenlijk ook een fundamenteel probleem in de seksualiteit. Van zodra je van de ander eist dat dit en dat gebeurt, en in die houding en zoveel keer, gaat het fout. Want het is zeldzaam dat twee individuen met een verschillende gender-eigenschap, een verschillende emotionaliteit en een verschillend fysiek ritme in het beleven van seksualiteit op een bepaald ogenblik precies hetzelfde van elkaar verlangen. Dat kan gebeuren, maar dat zijn uitzonderlijke situaties.

Men moet oog hebben voor de behoeften van de ander. Een man die bij me kwam klagen over erectiestoornissen, vertelde dat zijn vrouw wanneer hij haar genitaal streelde of oraal prikkelde een boek begon te lezen. Zoiets lijkt onwaarschijnlijk, maar het gebeurt. Vele vrouwen zijn heel waarschijnlijk in gedachten bij hun huishoudelijke problemen terwijl hun man met hen bezig is. Dat bedoel ik met niet geven aan elkaar: wel fysiek, maar niet emotioneel. En die man is dan bijna verplicht om die vrouw te gebruiken. Ik ben geen mannenverdediger, verre van, maar in zulke omstandigheden is dat wraakroepend. Zo’n vrouw moet voorzichtig zijn: als zij de intimiteit aan haar man weigert, kan dat belangrijke gevolgen hebben. En als hij dan elders intimiteit zoekt, aanvaardt ze dat dikwijls niet. Het omgekeerde, dat de man zich niet geeft, bestaat ook. Zeer dikwijls zijn er misverstanden en is er onbegrip voor elkaar.

Luyens: Het gaat om de balans tussen geven en nemen. Het gaat ook vaak fout op seksueel gebied omdat mensen te weing durven nemen voor zichzelf en te veel geven. Men kan de ander ook té graag zien. Ik denk aan vrouwen die uitsluitend vrijen om hun partner tegemoet te komen. Dat kan best voor één keer, maar op lange termijn ontstaan er frustraties.

U vermijdt beiden het woord “impotentie” en verkiest “erectieproblemen”. Bestaat er een gelijkaardig alternatief voor frigiditeit?

Coolsaet: Er bestaat een diversiteit aan potentieproblemen. Het kan bijvoorbeeld gaan om libidovermindering, erectie-, ejaculatie- of orgasmestoornissen. Het is van belang duidelijk te maken over welk aspect van het probleem je het hebt, want die zaken worden nogal eens met elkaar verward, ook door artsen, die dan verkeerde medicatie voorschrijven.

Luyens: Ook onder de term frigiditeit worden alle mogelijke vrouwelijke problemen gestopt. Een man vertelt me bijvoorbeeld dat zijn vrouw frigide is, maar dan hoor ik dat die vrouw regelmatig zin heeft om te vrijen, initiatief neemt, seksuele opwinding voelt bij aanraking en een zeldzame keer klaarkomt bij gemeenschap. Die vrouw is dus zogezegd frigide omdat ze niet altijd klaarkomt. De term drukt net als impotentie een stempel op iemand. Het roept het beeld op van een koele of afstandelijke vrouw. Wanneer je ook hier het probleem beter kan benoemen, door bijvoorbeeld “geen zin” of “een orgasmeprobleem”, werkt dat zeer bevrijdend voor iemand die zich al jaren zo etiketteert en daarin bevestigd wordt door de partner.

In hoeverre ligt de oorzaak van een seksueel probleem in de relatie?

Luyens: Wat mij dikwijls opvalt, is dat het soort seksuele relatie dat mensen hebben vaak een weerspiegeling is van de rest van de relatie. Je ziet vaak dat een man met een vroegtijdige zaadlozing in de bredere context iemand is die moeilijk intimiteit aankan, die, om wat voor reden dan ook, “niet te dichtbij” kan zijn. Je kan je in dit geval afvragen of die vroegtijdige zaadlozing een probleem is. Of is dat voor deze man de beste manier waarop hij kan reageren? Want hoe sneller hij ejaculeert, hoe vlugger hij kan ontsnappen aan het heel dichte intiem-zijn met zijn partner. Dat fenomeen zie je vaak terug, en kan bijvoorbeeld ook bij erectiestoornissen meespelen.

Dat iemand niet te dichtbij wil zijn is begrijpelijk: niet iedereen moet op dezelfde manier intiem zijn. Een van die “nieuwe normen” zegt dat ieder paar heel intiem met elkaar moet zijn. Maar ik ga sterk uit van de gedachte dat ieder moment van een seksuele relatie eigenlijk verschillend is. Als ik langdurig met paren praat, merk ik dat élk seksueel contact een moment is waarop men zijn lichaamsgrenzen aftast. Het gaat om een moment van zich openstellen voor de ander, en de ander toe te laten. Een basisvoorwaarde om dat te kunnen, is dat je je op dat moment goed voelt, en eigenlijk ook veilig voelt. Ik kan me best voorstellen dat wanneer een koppel ruzie heeft gemaakt, het voor een van beiden dan moeilijk zal zijn om zich open te stellen en dat die enkel een kort seksueel contact zal willen. Terwijl je je, als je samen een goede dag hebt gehad, je veel gemakkelijker kan openstellen en de intimiteit ook langer kan laten duren.

Coolsaet: Daarnaast zou ik willen wijzen op het belang van de communicatie, van het sensuele, het liefdevol naar elkaar kijken, luisteren en elkaar desgewenst voelen. Wanneer er een sensuele band is, geeft dat een andere dimensie aan de dingen die we doen. Als die bijna spirituele aanwezigheid daar is, krijgt ook je werk een andere dimensie. Dat bedoel ik met die sensualiteit. Natuurlijk zal niet iedereen zomaar in staat zijn dat onmiddellijk te realiseren, maar het zijn toch denkpistes die we willen meedelen zodat men erover kan nadenken, want het kán.

Luyens: Je wijst op het belang van de grote betrokkenheid op mekaar. Onlangs was ik op een symposium waar iemand een groot voorstander was van de open eye sex. Voor mij was dat een beetje een revelatie, maar het is inderdaad wel zo: als je vrijt met je ogen open, heb je een veel directer contact met je partner dan het puur fysieke, dat je op dat moment als het ware overstijgt. Tezelfdertijd realiseerde ik me dat dat toch ook niet zo evident is. Want ik hoor, en heb daar alle respect voor, dat er heel wat mensen bang zijn om zich naakt te laten zien. Vrouwen die liefst vrijen met het licht uit en een deken over zich omdat ze zich niet bloot willen geven. De “nieuwe norm” zegt dat niemand nog een schaamtegevoel zou mogen hebben. Ik hoop dat een gevoel van schaamte niet verloren gaat.

Coolsaet: Ik ben een groot voorstander van de cultuur van het omhullen – op gepaste tijden, omdat het ook de mystiek verhoogt – maar het moet natuurlijk niet zo zijn dat een man zijn vrouw nog nooit naakt gezien heeft. Het is bijna niet denkbaar, en toch komt dat nog zo vaak voor. Ook bij stukken van de bevolking waar je het niet zou verwachten.

Komt de oudere generatie met andere problemen aankloppen dan de jongere?

Coolsaet: Het is wonderbaarlijk, maar je ziet vaak dat jonge mensen in het begin van een vrijage, ook op gebied van seksualiteit, goed overeenkomen, maar meteen na het huwelijk of na een andere afspraak om samen te blijven met seksuele problemen beginnen te kampen.

Luyens: Dat is inderdaad een spectaculair fenomeen maar het is te verklaren. Wanneer jonge mensen elkaar leren kennen, vrijen ze omdat ze van elkaar houden natuurlijk, maar ook vanuit een gevoel van nieuwsgierigheid, verliefdheid en het verlangen de ander te veroveren. Voor jongens, die meer dan meisjes ervaring hebben met masturbatie, geldt ook de behoefte om klaar te komen.

Bij een vaste relatie valt die nieuwsgierigheid weg, de verovering ook. En de verliefdheid? Het spijt mij, maar de gemiddelde duur van verliefdheid bedraagt 12 tot 18 maanden. Wat blijft er over? Alleen het houden van. Voor een man is er de fysieke behoefte om klaar te komen, voor de vrouw alleen maar het houden van. De relatie moet optimaal zijn eer zij zich kunnen geven. Dat is het grote drama bij veel koppels.

Coolsaet: Tijdens de periode van verliefdheid beslissen om samen te blijven, is eigenlijk uiterst riskant. De kans dat de honger verzadigd is, is groot. Daarom is het zo belangrijk dat mensen elkaar goed leren kennen eer zij een duurzame relatie aangaan, zodat ze goed weten of ze kunnen evolueren naar een meer consistente en langdurige vorm van liefde. Als het de bedoeling is om tijdens de verliefdheid zoveel mogelijk van elkaar te nemen, wat vaak het geval is, loopt het faliekant af. Die schoonheid van dat mooie lichaam of die intellectuele, emotionele kwaliteiten die op dat moment boeien, vind je zes maanden later bij een ander op een aantrekkelijker manier terug. Want de prikkeling van de verleiding blijft.

Luyens: Persoonlijk vind ik het risico van verliefdheid op latere leeftijd nog veel groter. Niks drijft de libido zo aan als verliefdheid, ook wanneer men al wat ouder is. Ik heb mensen in alle stadia van vreemdgaan gezien en ik merk dat ze vanuit die overweldigende verliefdheid soms de stap zetten om thuis weg te gaan. Vrouwen van veertig, die een duurzame relatie achter de rug hebben maar daarin seksueel niet tot ontwikkeling zijn gekomen, worden smoorverliefd op een collega op het werk. Heel vaak zeggen ze dan: “Dit moet nu toch wel de liefde zijn. Nu voel ik pas hoe mijn lichaam kan verlangen naar de ander.” En dan nemen ze impulsief een beslissing. Ik heb er geen bezwaar tegen dat mensen uit elkaar gaan. Ik zeg wel: “Wees voorzichtig eer je die stap zet.” Want ik zie heel veel mensen die later spijt hebben.

Coolsaet: We moeten de moed hebben om dat te durven zeggen. We doen dat niet om moraliserend te zijn maar omdat we weten welke catastrofen daaruit kunnen volgen. Verliefdheid heb je niet in de hand, het is een extase en je kan het ook een ander niet kwalijk nemen. Het gaat erom wat je ermee doet. Het wordt zo weinig gezegd dat je moet opletten met verliefdheden.

Hoe ver staat het wetenschappelijk onderzoek? Weten we nu stilaan alles over seks of weten we nog niks?

Coolsaet: Op gebied van de pure seksualiteit is eigenlijk alles nog te verwachten. De mechanismen in verband met zenuwverzorging, de chemische processen en mechanische fenomenen komen nu langzamerhand naar boven. Daarmee is een begin van therapie mogelijk op puur biologische basis.

Luyens: Het onderzoek bij de vrouw staat veel minder ver dan bij de man. De seksualiteit bij de vrouw zou nog veel ingewikkelder zijn dan bij de man, dus het zal nog wel een tijd duren voordat men die kennis kan toepassen. Ik hoop dat de libidopil voor vrouwen er snel komt.

Coolsaet: Waarom de libido bij de een meer ontwikkeld is dan bij de ander, weten we nog niet. De chemische reacties die zich in de hersenen afspelen, kennen we niet. Het is niet uitgesloten dat we binnen tien jaar de mechanismen van de libido wel zullen kennen. Dan zou kunnen blijken dat weinig of geen seksueel verlangen niet noodzakelijk veroorzaakt wordt door een gebrek aan “gaarne zien”, maar door iets anders.

Stel dat er een libidopil komt voor vrouwen of mannen, dan rijst opnieuw de vraag of je dat verlangen via medicatie moet gaan regelen. Hoofdpijn als excuus kan dan niet meer?

Coolsaet: Het zal weer verkeerd zijn om die pil te willen verstrekken aan mannen of vrouwen met een normale libido. Als wij heil zien in die pil, denken we aan mensen die daar een gebrek en behoefte aan hebben. We willen ons tot hen beperken, maar het is altijd zo moeilijk als zoiets op de markt komt. Het voorschrijven van die pil sluit het ongecontroleerd gebruik ervan niet uit. We kunnen ons in ieder geval aan nog veel grotere discussies verwachten.

Luyens: Ik denk aan vrouwen die eronder lijden dat ze hun partner niet méér tegemoet kunnen komen dan nu. Het probleem is dat veel mensen verwachten dat ze door zo’n pil meer zin zullen krijgen en zo ook hun relatie zullen kunnen redden. Daar heb ik grote twijfels over. Er zijn relaties die stukgaan omdat er seksuele problemen zijn, maar ik durf toch zeggen dat dat niet de meerderheid is. Als de relatie stukgaat, spelen heel vaak ook andere elementen mee.

Welk advies zou u geven aan de minister voor Mediabeleid?

Coolsaet: Ik heb daar een vrij duidelijke mening over: zolang het informatie over seksualiteit betreft, is alles mogelijk. Daarnaast moet er openheid zijn, wat getoond wordt mag zelfs prikkelend of fantasiestimulerend zijn. Indien pornografie op een juiste wijze gebracht wordt bij een bevolking die erop is voorbereid – wat nu niet het geval is – is het niet noodzakelijk negatief. Het kan louterend zijn maar moet getoond worden onder supervisie van mensen die pornografie kennen, seksuologen bijvoorbeeld, en daardoor een positieve inbreng hebben. Nu is pornografie commercieel, pervers, ontaard. En dat is onaanvaardbaar.

Het is belangrijk om te wijzen op de gevoeligheid en breekbaarheid van alles wat met intimiteit te maken heeft. Het ongelimiteerd gebruikmaken van seksuele contacten tijdens de jeugd blijft niet zonder gevolgen voor een latere, eventuele duurzame relatie. Onlangs werd in een Telefacts-reportage getoond hoe jongeren tijdens hun vakantie op Ibiza drie, vier verschillende partners hadden per nacht en daar zeer euforisch over deden. Zoiets kan niet zonder kwetsuren. Zo’n reportage wordt dan uitgezonden zonder commentaar. Onaanvaardbaar!

Luyens: Ik maak een groot onderscheid tussen kinderen en volwassenen. Kinderen zijn niet in staat werkelijkheid en fantasie van elkaar te scheiden. In de media worden de grenzen voor kinderen overschreden, en dat geldt misschien nog meer voor geweld dan voor seksualiteit. Als ouders daar niet corrigerend optreden, lijkt het voor de kinderen alsof dit allemaal maar gewoon is. En als je je vrouw tijdens het vrijen wil slaan, dan doe je dat maar. Vijf jaar geleden zou ik de laatste geweest zijn om over het wit vierkantje te praten, maar tegenwoordig denk ik: ja.

Coolsaet: Dat heeft niks te maken met persvrijheid. Het is beschermend optreden.

Jo Blommaert / Foto’s Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content