MARIA AMPARO ESCANDON Zelfs de heiligen zijn voyeurs
De devote Esperanza duikt in Escandóns roman “De heilige reis van Esperanza” onder in de wereld van de prostitutie om haar dochter op te sporen. Op haar tocht wordt ze geconfronteerd met de verschillen tussen de archaïsche Mexicaanse en de moderne Amerikaanse cultuur.
De mooie boekhoudster Esperanza Diaz, het hoofdpersonage uit De heilige reis van Esperanza, wordt niet door het lot gespaard. Eerst krijgt haar man José Luis een dodelijk busongeluk, en twaalf jaar later bezwijkt haar dochter Blanca aan een onbekende virusziekte. De heilige Judas Tadeo fluistert haar echter in dat Blanca niet dood is, maar elders leeft. De zeer devote Esperanza twijfelt geen moment aan het visioen en schiet in actie. Omdat ze ervan overtuigd is dat Blanca is verkocht aan mensenhandelaars, gaat ze in bordelen werken, eerst als schoonmaakster, later als prostituee. Ze maakt een grote indruk op klanten én pooiers, maar nergens vindt ze een spoor van Blanca. Uiteindelijk raakt ze verzeild in de grensstad Tijuana en ten slotte in Los Angeles.
Esperanza’s reis van het arme Zuid-Mexico naar de rijke Amerikaanse westkust is ook een tocht door de tijd. Vanuit een wereld die zich haast nog in de Middeleeuwen bevindt, belandt ze plots in een stad die de 21ste eeuw al is binnengegaan. Haar individualistisch katholicisme, dat steunt op de doos met heiligenbeeldjes die zij overal met zich meeneemt, sluit haar af voor de invloeden van de moderne tijd. Daardoor kan ze onbevangen de cultuurverschillen tussen Mexico en de Verenigde Staten ervaren.
Esperanza Diaz gaat elke dag naar de mis en ze biecht meer dan eens per week. Tot groot genoegen van de pastoor, die door de tralies van zijn biechtstoel heen ook oog heeft voor haar verleidelijkheden. Esperanza bidt nooit tot God, maar alleen tot de heiligen. Enkele van deze katholieke heiligen komen ons bekend voor, andere zijn typisch Mexicaans. Ze lijken op de vele goden die de religies van het oude Mexico bevolkten.
Maria Amparo Escandón: Die gelijkenis is niet toevallig. Toen in de 16de eeuw de Spaanse missionarissen de Azteekse en andere indiaanse volkeren trachtten te bekeren tot het christendom, is hen dat slechts gedeeltelijk gelukt. De indianen werden katholiek, maar konden niet accepteren dat er maar één God bestond. Ze behielden hun veelgodendom door de vele katholieke heiligen de rol van godheid te geven: voor elk probleem was er een heilige die uitkomst bood, zoals er in hun vroeger geloof voor elk aspect van het leven een godheid bestond.
Esperanza heeft veel heiligen te harer beschikking, die ze consequent “mijn heiligen” noemt. Wilde u hiermee aantonen hoe overdreven ver sommige katholieken in hun heiligenverering gaan?
Nee, ik wilde een beeld geven van deze typisch Mexicaanse vorm van katholicisme zonder er enig waardeoordeel over uit te spreken. Natuurlijk weet ik ook wel hoe archaïsch dit geloof is, maar ik heb gemerkt hoeveel kracht en troost mensen eruit kunnen putten. In onder- of halfontwikkelde samenlevingen zoals de Mexicaanse, waarin nog relatief veel mensen overlijden door natuurgeweld, ziekte of ondervoeding, helpt het geloof hen met hun verdriet te leven.
In Mexico bestaat er een lange overgangsperiode tussen overlijden en werkelijk dood zijn. Zoals ik in mijn roman beschrijf, worden de kerkhoven uitstekend onderhouden en gaan veel families er elke zondag picknicken. Er wordt een tafelkleed uitgespreid over de grafsteen en uitgebreid gegeten en gedronken. Ondertussen worden de laatste nieuwtjes uitgewisseld, zodat de overledene weer van alles op de hoogte is. In veel gezinnen is het gebruikelijk nog maandenlang na iemands overlijden bij elke maaltijd een bord en bestek voor hem of haar klaar te zetten. Je kunt dit afdoen als bijgeloof, maar het alternatief is vaak dat de overlevenden een depressie krijgen of zelfs zelfmoord plegen.
In ultrakatholieke culturen wordt de vrouw gezien of als een hoer, of als een madonna. Esperanza brengt de klanten en de pooiers in verwarring omdat ze iets van beiden heeft. Maakt die dubbelzinnigheid haar zo onaantastbaar?
Ik denk dat vooral haar onschuld haar zo onaantastbaar maakt. Ze weet heel goed hoe het er in bordelen toegaat, anders zou ze ook niet zo bezorgd zijn voor haar dochter. Toch verwacht ze niet dat haarzelf iets zal overkomen, omdat haar heiligen haar beschermen en omdat ze nooit veel heeft meegemaakt in het achtergebleven dorp in Zuid-Mexico waar ze vandaan komt. Ze heeft iets van een vrouwelijke Don Quichot, al vecht ze tegen een heel ander soort windmolens.
Haar combinatie van hoerige aantrekkelijkheid en echte moederlijkheid heeft inderdaad een verwarrend effect op mannen. In Tijuana ontmoet ze een pooier die er zich op beroemt dat elke vrouw op wie hij zijn oog liet vallen voor hem bezweken is. Hij geldt als een gevaarlijk man, maar is ook de zoon van een prostituee die zelf nog altijd in zijn bordeel werkt. Esperanza is in zekere zin het spiegelbeeld van zijn moeder, maar dan twintig jaar jonger, en tegen haar is hij niet opgewassen.
In het Roze Paleis, het beroemdste bordeel van deze al even beroemde grensstad, is Esperanza’s enige klant een Amerikaanse rechter. Hij betaalt haar zoveel dat ze geen enkele financiële behoefte meer heeft aan andere klanten. Bovendien wil hij geen seks, maar gewoon wat moederlijke tederheid.
De pooiers en hoerenlopers in uw roman blijken ongevaarlijke en soms zelfs sympathieke mannen te zijn, anderen zijn gefrustreerde macho’s die zich slechts veilig voelen in de rol van gluurder aan de kijkerszijde van de door u beschreven “sex-o-scoop”…
Ik ben trots op mijn beschrijving van de sex-o-scoop. Wie ooit de moeite neemt er zelf een te bouwen, zal geld scheppen. In Los Angeles wordt Esperanza aangeworven door een zekere Doroteo, die een nogal ongewoon sekstheater uitbaat. Doroteo heeft ontdekt dat de klassieke peepshow voor veel mannen te gekunsteld is. Ze geven er de voorkeur aan vrouwen te bespieden in alledaagse situaties: vrouwen die een magazine lezen, hun nagels lakken, een telefoongesprek voeren of desnoods masturberen. De mannen gluren in de hoop dat ze hen op iets intiems kunnen betrappen en zo achter het geheim van hun vrouwelijkheid komen. De grap is natuurlijk dat de sex-o-scoop even gekunsteld is als de gewone peepshow, maar het artificiële is meer naar de achtergrond verdrongen. De vrouwen mogen onder geen beding laten merken dat ze weten dat ze geobserveerd worden.
Esperanza is de meest bekeken vrouw in het theater. Dat heeft ze gedeeltelijk te danken aan het feit dat ze een altaar van heiligenbeelden in haar kamertje heeft opgesteld. Veel klanten zijn erdoor gefascineerd en menen dat het geheim van haar vrouwelijkheid in haar altaar schuilt, terwijl het gewoon een attribuut van haar religie is.
De sex-o-scoop is maar een klein deel van het voyeurisme dat in mijn roman steekt. Alle Mexicaanse personages kijken dagelijks naar een soap. En wat is een soap anders dan een blik in het verzonnen privé-leven van andere families? De priester bij wie Esperanza te biechten gaat, is een professionele voyeur, die alles weet van de seksuele escapades van zijn parochianen. Zelfs de heiligen zijn in wezen voyeurs, want om over je te waken, moeten ze je dag en nacht in de gaten houden. “God ziet u” luidt het oude spreekwoord. Dat zegt genoeg.
In nagenoeg alle reisverhalen ondergaat de verteller of de hoofdpersoon een verandering door te reizen. Esperanza’s trip naar de Verenigde Staten heeft alleen gevolgen voor haar uiterlijk. Waarom ontbreekt elk spoor van een cultuurschok?
Dat heeft alles te maken met het feit dat Esperanza een Mexicaanse is. Toen in de 19de eeuw Ieren, Duitsers en Italianen naar de Verenigde Staten emigreerden, zat er een oceaan tussen hun oud en hun nieuw vaderland. Wie was geëmigreerd, bezocht de achtergebleven familieleden nooit meer. Bovendien waaierden de immigranten uit over het hele grondgebied van de Verenigde Staten. De Latino’s hoeven geen oceaan over te steken om naar hun oude vaderland terug te keren. De meesten van hen gaan geregeld terug naar Mexico of een ander Midden-Amerikaans land en houden zo contact met hun taal en cultuur. Daarnaast zakken er zovelen af naar zuidelijke staten als Florida en Californië, legaal en illegaal, dat ze zich niet hoeven aan te passen aan de Noord-Amerikaanse taal en tradities. Een klein deel van de Latino’s veramerikaniseert. Een ander deel past zich min of meer aan, en een groot deel blijft Spaans spreken en zich gedragen volgens de normen van het land van herkomst. Vandaar de opmars van het Spaans in bepaalde Amerikaanse staten. De aanwezigheid van miljoenen Spaanstaligen zal op den duur leiden tot het ontstaan van een hybride cultuur. In de volgende eeuw zal er in steden als Los Angeles en Miami een soort Spanglish worden gesproken. Je merkt nu al dat veel Engelse woorden verbasterd worden. Veel mensen spreken niet meer over een carpet als ze een vloer bedoelen maar over een carpetta, en over een trocka in plaats van over een truck.
Ik volg dit soort ontwikkelingen op de voet. Samen met mijn man run ik een reclamebureau voor Mexicaanse bedrijven die in de Verenigde Staten Spaanstalige reclame willen maken. Esperanza ziet in Los Angeles slechts hoe Mexicaans de stad is. Het maakt niet uit dat ze nauwelijks een woord Engels kent, want iedereen spreekt Spaans. Overal zijn Mexicaanse winkels en voor de deuren van de kerken verkoopt men zelfs heiligenbeeldjes, zodat ze haar omvangrijke verzameling nog kan aanvullen.
Is haar reis naar de Verenigde Staten eigenlijk ook een reis in de tijd van de Middeleeuwen naar de twintigste eeuw?
Eigenlijk wel. Esperanza leeft in onze tijd, maar haar devotie en manier van denken zijn nog middeleeuws. Ze wordt wel een beetje moderner: in de Verenigde Staten schrijft ze in een brief naar haar huisgenote en vriendin Soledad dat ze zich nu eindelijk een telefoon gaat aanschaffen. Het enige wat iedereen in Zuid-Mexico in huis heeft, is een televisie. Zelfs de pastoor kijkt dagelijks naar een populaire soapserie. Alleen hij heeft ook nog een video, zodat de koster elke aflevering kan opnemen die hij moet missen.
Soaps vervangen in zekere zin het vertellen van verhalen aan het haardvuur, maar hebben als bijkomend effect dat mensen in achtergebleven gebieden iets van de wereld kunnen zien.
Ook uw roman is in wezen een soap. Het lag dus voor de hand dat hij zou worden verfilmd.
Ja, en nog wel door de grootste onafhankelijke filmstudio van de Verenigde Staten. De film heeft al diverse prijzen gewonnen in Amerika en komt in oktober in Spanje uit. Ik hoop dat hij nadien ook in andere Europese landen te zien zal zijn.
De heilige reis van Esperanza heeft de vorm van een soap en is ook wel bedoeld als een persiflage op dit genre, maar ik hoop dat de lezers door die vorm heen prikken. Ik heb iets willen duidelijk maken over de invloed van twee totaal verschillende culturen: de archaïsche Mexicaanse en de moderne Amerikaanse. Veel van mijn landgenoten staan net als ik met één been in elk van deze culturen. Zoals een van mijn personages zegt: “Ik voel me een amfibie: een kikker die al zover geëvolueerd is dat hij op het land kan leven, maar die toch geregeld terugmoet naar het water waar hij vandaan komt om te verhinderen dat hij uitdroogt.”
Maria Amparo Escandón, De heilige reis van Esperanza, uit het Amerikaans vertaald door Susan Jansen, Vassallucci, 1999, 217 blz., 690 fr.
Jeroen Kuypers & Piet de Moor / Foto Lieve Blancquaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier