MARABOUTS magie als therapie

Zal mijn geliefde me in de steek laten? Zal mijn vrouw kinderen krijgen? En zal mijn zoontje genezen? Het zijn maar enkele van de vele vragen die de inwoners van de Malinese stad Djenné voorleggen aan hun marabouts. Antropoloog Geert Mommersteeg polste voorzichtig naar het geheim van hun magische kennis.

De Nederlandse antropoloog Geert Mommersteeg verbleef in de jaren ’80 acht maanden in Djenné. Hij vastte mee tijdens de ramadan en trok gewapend met een koran naar de bijeenkomsten waar marabouts uit het heilige boek van de islam voorlezen. Geleidelijk kon hij hun vertrouwen winnen. Tijdens de gesprekken die hij met hen voerde, lichtten ze een tip van de sluier van hun geheime kennis. In zijn boek In de stad van de marabouts brengt Mommersteeg verslag uit van zijn bewogen verblijf in de lemen stad.

Geert Mommersteeg: Aanvankelijk wou ik de machtsrelaties tussen de verschillende maatschappelijke groepen in Djenné bestuderen: de handelaars, de ambachtslui en de religieuze specialisten. Omdat de twee eerste groepen al bestudeerd waren, begon ik bij de derde, de marabouts. Ik ben bij dat onderwerp blijven steken uit persoonlijke interesse. Bovendien kostte het veel tijd om met die mensen in contact te komen.

Welke moeilijkheden ondervond u tijdens het veldwerk?

Je moet mensen bereid vinden om kennis over te dragen. Geduld is belangrijk. De mensen moeten aan je kunnen wennen. Met rustig afwachten heb ik geen moeite, maar soms was ik gefrustreerd over de beperkte mededeelzaamheid. Onze gesprekken waren geen keurige interviews op basis van vragenlijsten. Ze werden soms afgebroken omdat er een buurman langskwam, omdat er schapen door het huis liepen, of omdat de marabout er gewoon geen zin in had. Toen ik weer eens gefrustreerd was, troostte mijn assistent me met het spreekwoord “beetje bij beetje bouwt de vogel zijn nest”. Hij bedoelde dat ik rustig moest afwachten en goed luisteren terwijl de grote mensen spraken.

Wat doen marabouts precies?

Ze zijn gespecialiseerd in openbare en geheime kennis. De openbare rol van de marabout bestaat uit het geven van koranonderwijs aan jonge kinderen. Concreet houdt dat in dat die kinderen de koran leren reciteren. In West-Afrika is het Arabisch een vreemde taal. De kinderen in de koranscholen leren dus verzen zonder dat ze de betekenis van de woorden kennen. Vroeger kwam het vaak voor dat ze de hele koran uit het hoofd kenden. Nu leren ze vooral de kortere soera’s vanbuiten die ze als moslim nodig hebben. De meeste marabouts zijn gespecialiseerd in het lager koranonderwijs. Daarnaast telt Djenné ook een tiental scholen voor gevorderd koranonderwijs, waar mannen van twintig tot vijftig jaar oud les volgen. Ze leren er Arabische grammatica, versleer en taalkunde.

Waaruit bestaat de geheime kennis van marabouts?

Het geheime domein van de marabout, maraboutage, bestaat uit divinatie, toekomstvoorspellingen, waarzeggerij en amuletten. Daarbij is het steeds de bedoeling voorspoed aan te trekken en tegenspoed af te weren. Het gaat om heel concrete dingen zoals een vrouw vinden, kinderen krijgen of rijk worden. Tussen de marabouts onderling bestaan er grote verschillen. Om te beginnen zijn er de echte geleerden, die gespecialiseerd zijn in het openbare domein. Ze weten veel over theologie en spreken perfect Arabisch. Vaak zijn deze marabouts niet geneigd te bekennen dat ze zich ook met maraboutage bezighouden. Daarnaast is er een middengroep, die zich zowel met het openbare als met het geheime domein bezighoudt. Deze marabouts geven doorgaans les in het lager koranonderwijs, maar houden er ook een kleine amulettenpraktijk op na. Tot slot zijn er de charlatans, die alleen maar doen alsof ze over geheime kennis beschikken. Als buitenstaander moet je voorzichtig zijn met dergelijke uitspraken, omdat de inwoners van Djenné toch altijd een zekere kracht aan maraboutage toeschrijven. Maar ik ken verhalen van marabouts die geen letter Arabisch kennen en toch een praktijk hebben. Ze doen alsof ze amuletten maken en krabbelen lukraak papiertjes vol.

Wat moeten we ons bij een amulet voorstellen?

Amuletten zijn stukjes papier waarop allerlei tekens worden geschreven. Meestal staat er een magisch kwadraat op, een getallenvierkant waarvan de rijen, kolommen en diagonalen allemaal dezelfde som opleveren. De cijfers in het kwadraat worden afgeleid uit de numerieke waarde van de woorden uit een korancitaat. De hele idee achter amuletten is dat de korantekst krachten bevat, die kunnen worden benut. Maar daarvoor is kennis nodig. Om te beginnen moet je weten welk koranvers geschikt is voor een bepaalde gelegenheid. Bovendien moet je met de djinns of geesten – in de islamwereld algemeen aanvaarde wezens – in contact kunnen treden. Marabouts gebruiken de djinns als boodschappers en weten hoe ze hen moeten aanspreken. De procedure om een amulet te maken is erg ingewikkeld en het papiertje ziet er bijzonder geheimzinnig uit. Het uiteindelijke amulet is een leren etui waarin het papiertje verpakt zit. Je kan het in huis ophangen, begraven of op het lichaam dragen. Vooral kinderen hebben vaak een amulet om de hals hangen. Volwassenen dragen het minder openlijk. Ze willen niet laten zien dat ze er een bezitten en dragen het onder hun bovenkleed. Bij vrouwen zie je soms dunne draadjes over de schouder lopen als hun gewaad wat afzakt. Dan kan je er zeker van zijn dat er een amulet onder zit. Sommige volwassenen hebben een geldbeugel vol amuletten of dragen ze in hun ceintuur.

Maar er zijn, schrijft u, ook vloeibare amuletten.

Ja, de korantekst wordt dan op een schrijfplankje geschreven en daarna afgewassen. Het water dat van het plankje komt, wordt opgevangen en gedronken. Dat is een letterlijke verinnerlijking van de tekst, waarbij wordt aangenomen dat de kracht van de tekst overgaat op wie hem drinkt. Het is een heel mooi gebruik van schrift. Een vloeibaar amulet kan overigens ook bij het badwater gevoegd worden. Men neemt aan dat zich in de buurt van elk lichaamshaar een gaatje bevindt. Langs die weg kan de kracht van de tekst in het lichaam binnendringen.

Bepaalde amuletten kunnen worden geïnhaleerd…

Rookamuletten worden door middel van rook in het lichaam opgenomen. Het zijn stukjes schors waarop teksten zijn gekrabbeld of die in amuletwater zijn gedrenkt. Vaak worden ze gecombineerd met een of andere heilzame plantaardige stof. Om een rookamulet te inhaleren, hangt de gebruiker met het hoofd boven een stoofje, waarop de schors ligt te verbranden.

Wat betekent het wanneer een marabout “een aalmoes voorschrijft”?

Soms gebiedt de marabout een aalmoes of sara te geven aan een behoeftige, opdat het geluk werkelijkheid zou worden. Stel dat iemand vraagt of hij veilig zal aankomen als hij op reis gaat. Een mogelijke uitspraak van de marabout is dat dit het geval zal zijn, op voorwaarde dat hij een kip schenkt aan een behoeftige. Op het moment dat de kip aan de behoeftige wordt overhandigd, antwoordt deze met de woorden: “Moge uw wens uitkomen.” Dat is de gebruikelijke formule die iemand moet uitspreken als hij een gift krijgt. Diegene die de aalmoes ontvangt, weet niet waarover het gaat – dat is het grappige – maar wenst altijd dat de wens uitkomt. Het geven van aalmoezen behoort tot de grondregels van de islam. Op vrijdag weten de bedelaars altijd de weg naar de moskee te vinden. Ook zij hebben steevast hele litanieën klaar om de milde gever te zegenen.

Geloven mensen echt in maraboutage?

Dat mensen naar een marabout gaan, heeft wellicht met psychische redenen te maken. Marabouts zijn een soort therapeut. Als iemand in Djenné ziek is, gaat hij naar het westers ziekenhuis. Maar meestal raadpleegt hij ook een marabout. Voor psychische problemen gaat hij uitsluitend naar een marabout, bijvoorbeeld als hij zich onrustig voelt en niet precies weet waarom. Die bekijkt de situatie en besluit of die persoon zich zorgen moet maken of bepaalde maatregelen moet treffen. Er zijn twee soorten problemen: de grote levensvragen en de dagelijkse beslommeringen. Het antwoord op de grote levensvragen vindt de inwoner van Djenné in de koran, maar voor de dagelijkse beslommeringen – “Waarom draait mijn winkel niet?”, “Waarom houdt mijn vriendin niet van me?”, “Waarom kan mijn vrouw geen kinderen krijgen?” – zoekt hij een marabout op.

Hebt u de indruk te zijn doorgedrongen tot de geheime kennis?

De marabouts waren bereid mij bepaalde geheimen uit te leggen, omdat ze ervan uitgingen dat ik het toch niet helemaal begreep. In ieder geval wisten ze dat ik die geheimen zelf niet in de praktijk zou brengen. Op een bepaald moment liet een marabout me toe aanwezig te zijn terwijl hij een liefdesamulet maakte. Later heb ik gehoord dat de reden voor zoveel openheid was, dat ik geen Arabisch begrijp. In mijn boek heb ik niet alle geheimen prijsgegeven die ze mij hebben toevertrouwd. Dat doe je niet met geheimen.

Wordt er geld verdiend met maraboutage?

Allerlei verhalen en parabels illustreren dat het niet past om geld te verdienen met maraboutage. Eén van de grondregels van de islam is dat je moet werken voor je geld. Marabouts beklemtonen steeds dat hun bezoekers “afstaan wat ze kunnen missen”. Maar de grens tussen de vrijwillige gave en de vraagprijs van de specialist is moeilijk te trekken. Sommige marabouts zijn echt rijk. Ze zijn geleerd en hebben een grote faam. Soms hebben ze klanten tot in Europa. De heel rijke marabouts wonen trouwens al lang niet meer in Djenné, maar zijn uitgeweken naar Bamako. In schril contrast daarmee staan de bedelmarabouts, die afhankelijk zijn van hun leerlingen, die in de straten van Djenné elke maaltijd bij elkaar moeten bedelen.

Bestaan er ook vrouwelijke marabouts?

De Malinese maatschappij is tamelijk opgedeeld. Eén keer ben ik bij een vrouwelijke marabout op bezoek geweest, maar het gesprek verliep eerder stroef. Vooral interessant is dat haar mannelijke collega’s mij er fijntjes op wezen dat er geen vrouwelijke marabouts bestaan. In het mannelijke vertoog komen die dus niet voor, terwijl die mannen maar al te goed weten dat ze er zijn. Het was ook problematisch meer over hen te weten te komen. Door mij in hen te verdiepen, liep ik het risico de mannelijke marabouts voor het hoofd te stoten.

Wat is u het meest bijgebleven?

Ik heb als antropoloog mijn stek gevonden in Djenné. Ik heb er relaties en vriendschappen opgebouwd. Wie langere tijd in een vreemde cultuur heeft geleefd, valt een beetje tussen twee culturen in. Ik ben natuurlijk in Nederland opgevoed, maar ik heb toch van die andere cultuur mogen proeven. Ik ben allerlei dingen gaan relativeren, zoals de drang tot consumptie in het westen en het omgaan met tijd. Djenné is de laatste vier jaar wel sterk veranderd. Er is nu elektriciteit en stromend water. Toen ik er in de jaren ’80 verbleef, was er niet eens straatverlichting. Er waren enkel olielampen. De romantische inborst van de antropoloog zegt dat het vroeger beter was, maar voor de mensen in Djenné is het nu beter. Ik ben heel benieuwd hoe ik die veranderingen zal ervaren als ik dit jaar terugga. Vandaag wordt er in Djenné ook televisie gekeken. Dat proces is in heel Afrika aan de gang. Ik keur dat niet af, maar vind het wel jammer. Ik ben benieuwd naar het effect van de modernisering. Nu er in Djenné zelfs naar Derrick gekeken wordt, wat is dan nog de rol van de marabout?

Geert Mommersteeg, In de stad van de marabouts, Amsterdam, Prometheus, 192 p., 595 fr.

Sofie Messeman en Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content