Manhattan aan de Maas

Liefhebbers van moderne bouwkunst vinden Rotterdam hét einde. Om na een stadswandeling terug op krachten te komen zijn er bruisende grand-cafés, gezellige bistro’s en feestelijke restaurants.

Het stadscentrum van Rotterdam bestaat uit plukjes oud en nieuw. Het is zo’n onsamenhangend geheel, dat het tijd kost om er als vreemdeling je draai te vinden. Om Rotterdam te doorgronden moet je moeite doen. En dat loont, want blijkt dat je ook van deze stad, voor velen ‘de lelijkste van Nederland’, kan houden. Voor modern ingestelde mensen met een open geest, zoals de student architectuur die ons op een stadswandeling begeleidde, is Rotterdam zelfs oneindig interessant. Wij helpen u op weg, zodat u tijdens een dagtrip kan genieten van het goede van Rotterdam, dat tegenwoordig aan weerszijden van de Nieuwe Maas is te vinden. Wij selecteerden typische trefpunten en bijzondere adresjes waar het aangenaam verpozen is.

Er valt in Rotterdam veel te beleven op het gebied van architectuur en stedenbouw. In de 19de en begin 20ste eeuw ontstonden uitgestrekte arbeiderswijken, waar de woonomstandigheden verre van ideaal waren. Stadsarchitect Oud trachtte hierin verandering te brengen door tussen 1918 en 1920 in Sprangen voor het eerst gemeenschappelijke tuinen aan te leggen. Vandaag echter is dit westelijk gelegen stadsdeel een voor de toerist te mijden probleembuurt.

De Kliefhoek in Rotterdam-Zuid werd in 1927 gebouwd en geldt ook nu nog als een esthetisch verantwoord voorbeeld van de bouw van een arbeiderswijk. Vervolgens werd Rotterdam de bakermat van het zogenaamde Nieuwe Bouwen, een belangrijke stroming van moderne architectuur in het vooroorlogse Nederland. Spraakmakende voorbeelden zijn onder meer de Van Nellefabriek, de Bergpolderflat (de eerste galerijflat van Nederland) en de witte villa’s bij het Museumpark.

Het bombardement van mei 1940 vernielde 24.704 woningen, 24 kerken, 13 ziekenhuizen, 62 scholen, 25 openbare gebouwen en ruim 6000 kantoor- en bedrijfspanden. Bij de heropbouw van de kern ontstonden, naar moderne 20ste-eeuwse ideeën over de functionele stad, grote verzameleenheden, waarbij het winkelcentrum Lijnbaan (1955, architecten Van den Broek en Bakema) wereldfaam verwierf. Het was het eerste voorbeeld van een voor rijverkeer afgesloten winkelgebied.

Naast aandacht voor woonhoven en expeditiestraten, is er bij de heropbouw ook veel aandacht besteed aan typische naoorlogse gebouwtypes, waarbij architecten zich konden uitleven. Maar in de jaren ’70 begonnen bewoners te klagen over het klinische aspect van het centrum. Het stadsbestuur heeft dan gepoogd om het geheel op te vrolijken met woningen, en culturele en recreatieve voorzieningen. Alom werd opnieuw gekozen voor moderne architectuur.

Gezellig is Rotterdam niet: de brede lanen en nieuwbouw maken er de meest Amerikaanse stad van Nederland van. Dit gevoel zal in de toekomst alleen maar worden versterkt. Aan de overzijde van de Nieuwe Maas, aan de zuidoever, ziet men De Kop van Zuid. Dit stadsdeel is te bereiken via de nieuwe, elegante Erasmusbrug – door de hoge, geknikte pyloon ook wel De Zwaan genoemd. Hier worden de zaakjes op zijn Amerikaans aangepakt. “Geen woorden maar daden”, zoals de Feyenoord-supporters scanderen.

Voor 2010 moet op De Kop van Zuid een geheel nieuw stadsbeeld ontstaan, dat nu al de bijnaam heeft van Manhattan aan de Maas. In het voormalige havengebied zullen straks torenhoge gebouwen verrijzen. De bedoeling is om wonen, werken en ontspannen op attractieve wijze te combineren. De nieuwbouw, gecombineerd met het rijke havenverleden, maken een wandeling op de Kop van Zuid tot een speciale belevenis. Je treft er Hotel New York in het voormalig hoofdkantoor van de transatlantische rederij Holland Amerika Lijn. Na tien jaar leegstand werd het historische pand heringericht en in 1993 heropend als een eigentijds hotel-café-restaurant. Het Grand hotel heeft torenkamers en penthouses. Op de begane grond bevindt zich een drukbezochte brasserie met oesterbar, theesalon en leestafel. Alles en iedereen loopt hier door elkaar. Deze boeiende brasserie, met uitzicht op de rivier, werd een ware ontmoetingsplaats voor Rotterdammers en reizigers.

Op de kades werden eertijds de emigranten huilend uitgezwaaid. Een 500 meter verderop ligt de oude vertrekhal waarin nu Café Rotterdam is ondergebracht. Het is er goed zitten, want je hebt panoramisch uitzicht over de Maas met de traag voorbijglijdende binnenschepen en de Erasmusbrug. ’s Avonds zijn de moderne, witte gebouwen aan de andere oever verlicht. Het interieur van Café Rotterdam kan je omschrijven als understated chic, met veel metaal, glas en hout. Het gelijkvloers doet dienst als café. Het restaurant is een deftige brasserie met zo’n 200 zitplaatsen verdeeld over drie verdiepingen. De spijskaart vermeldt bereidingen uit de fusion-kitchen, zoals schelvis met een risotto van rode kroten met peterselie-pesto (22.50 fl) of pot-au-feu van boerenscharrelkip met kokos, tomaat en toast met avocadomousse (29.50 fl). In het café kan je terecht voor koffie, een lekker broodje en een zondags ontbijtbuffet.

Wat verderop ligt de door oude pakhuizen omgeven Entrepot-haven. Dit voormalige douanevrije gebied kreeg een nieuwe functie als uitgangsbuurt. In City Marina liggen plezierjachten, die vanuit de terrasjes rond de haven zijn te bewonderen. In de pakhuizen is een grote exotische supermarkt ondergebracht en aan de havenkant zijn restaurants als Wok Café voor sizzling good times of Pasta en Basta, waar er zingend wordt bediend.

Op het gelijkvloers van een modern gebouw op de punt naar de Binnenhaven is Zilt, dat vorig jaar door het Rotterdamse Dagblad werd benoemd tot Restaurant van het Jaar. Zilt is een eethuis op niveau zonder hinderlijke stijfheid en wordt druk bezocht door tweeverdieners. De inrichting is vermakelijk: in de tafeltjes zijn strandstillevens ingebouwd die vanachter glas zijn te bewonderen. Er is een kroonluchter van mosselschelpen en een kast in een grote zeecontainer. In de keuken heeft de 27-jarige Marcel Beyerling het voor het zeggen. Hij kiest voor dagverse vis, schaal- en schelpdieren en eersteklas specerijen. Specialiteiten zijn: rijkgevulde vissoep met rouille en croûtons (15 fl) en gegrilde tonijn met een lauwwarme vinaigrette met tomaat, sjalotjes, pijnboompitten, spek en kappertjes (34.50 fl). Het populaire driegangenmenu kost 52.50 fl. Voor warme dagen is er een ruim terras aan het water.

De terugtocht naar Rotterdam-Noord kan via de Erasmusbrug of met een van de zeven watertaxi’s van Hotel New York die passagiers van de Wilhelminakade naar Noord overvaren. Er wordt aangemeerd in de Veerhaven, in de volksmond ook wel Parkhaven genoemd, vanwege de bomen rond het haventje. Om het oude karakter te bewaren, heeft de stad gratis ligplaatsen beschikbaar gesteld aan eigenaars van oude boten. Op 50 meter van de Veerhaven is Zinc, oorspronkelijk een project van Rob Baris (zie Montaigne). Nu staat zoon Daniel aan het fornuis. Zinc is een bijzonder eethuisje, waar het er semi-nonchalant aan toe gaat. Op het voetpad staan kisten met groenten en fruit opgestapeld. Binnen ligt zaagsel op de vloer en kijkt men tegen half afgekapte muren en half gesloopte plafonds. In Zinc is het altijd druk en je zit bij je buren op schoot. Er is geen spijskaart: het menu-van-de-dag wordt aan tafel voorgesteld. Op het bord verschijnen gerechten die het midden houden tussen verzorgde Nederlandse huismanskost en een slordige versie van de Franse streekkeuken. Je hebt keuze uit vier wijnen. Zinc is netjes-alternatief en ‘hartstikke gezellig’!

Achter de hoek bevindt zich Zeezout, een modern visrestaurant dat een goede reputatie geniet en dat momenteel erg in de mode is. De eigenaars van Zeezout werden opgeleid en werken samen met de eigenaars van de De Engel (zie verderop).

Volgt men de Parkkade dan komt men aan De Parkheuvel, in de volksmond de Bult genoemd. Deze uitzichtheuvel werd gerealiseerd met het slib dat vrijkwam bij het graven van de Maashaven. Op de groene heuvel ligt het gastronomisch restaurant Parkheuvel, ontegensprekelijk het beste restaurant van Rotterdam. De eetzaal is een rotonde van glas, vanwaar men een bijna onbelemmerd uitzicht heeft over de Nieuwe Maas. Chef-kok Cees Helder is voor een groot gedeelte autodidact. Toch is hij een gedegen vakman, die ondanks zijn twee Michelin-sterren bescheiden bleef. Zijn herkenbare keukenstijl is Frans van inspiratie. Culinaire evergreens zijn: langoustines met knolselderij, lintmacaroni en lobbige dressing van honing en lavendel (47.50 fl), gegrilde tarbot met paddestoelen en krokante aardappel met ingekookte vleesjus (67.50 fl) en gebraden eend uit Bresse met gekarameliseerde uitjes met appel en uienpuree (57.50 fl). Parkheuvel wordt door zakenlieden en particulieren bezocht en heeft menu’s van 97.50 fl tot 162.50 fl.

Loos bestaat 10 jaar, is een begrip en wordt zowel bezocht door artiesten als door stijve burgers. Die mengeling maakt dat het bij Loos aangenaam toeven is. Gerard Reve kwam er zijn verjaardag vieren en typeerde het eten als: “een maaltijd zoals alleen de Moeder aller moeders mij had kunnen bereiden”. Loos is te vinden in het mooie Scheepvaartkwartier aan het statige Westplein, dat is gelegen aan de andere kant van de Veerhaven. In de grote open ruimte is een café en, twee trapjes hoger, een restaurant. In het café wordt gebabbeld, er wordt Belgisch bier gedronken en gerookt. Je kan er een broodje met mozzarella, pesto en tomaat of een salade met gegratineerde geitenkaas en artisjokken bestellen. In het restaurantgedeelte zijn de tafels gedekt met wit linnen. De spijskaart vermeldt wild samengestelde gerechten uit de nieuwe-wereldkeuken. Er zijn menu’s van 43.50 fl tot 79.,50 fl.

Het Vasteland ligt aan de rand van het Scheepvaartkwartier en wordt de culinaire boulevard genoemd. Slagerij Châteaubriand is bekend voor zijn Schots lamsvlees, gevulde spekrollade, pekelvlees en lamsbout. In de winkel is een kleine eettoog en er zijn twee raamtafeltjes. Lunchen kan vanaf 29.50 fl.

Schmidt is ongetwijfeld de mooiste en de duurste viswinkel van Rotterdam. De rijkgevulde visvitrine loopt als een slinger door de winkel. Gerookte haaibuikjes die naar paling smaken, prachtige tarbot, gerookte aal of schier (“de lekkerste met het zilveren buikje”), wilde Schotse zalm, ham (zeeduivel zonder kop): er is keuze genoeg. Schmidt is een groot en goed georganiseerd bedrijf met vijftien vrachtauto’s, die de beste restaurants van Nederland van verse vis voorzien.

Bij taartarchitect Van der Graaf komen mensen voor een speciale taart. Er zijn zelfs digitale creaties waarbij men op ouwel met eetbare inkt kleurenfoto’s afdrukt. De firma doet aan taart-entertainment en is de maker van de grootste taart van Nederland (115 m2). Aan de ene kant van de winkel verkoopt men gebak en bonbons, aan de andere kant kaas en olijven. Het mengsel van parfums is niet erg geslaagd.

Langs de Boompjeskade stappen we verder richting Willemsbrug: op het resterende landhoofd van de oude Willemsbrug (gesloopt in 1981) is het Maastheater, met op waterniveau een dansvloer met podium. Bij stormachtig weer stijgt het Maaswater tot boven de ramen rond de dansvloer. Bij de Willemsbrug liggen Waterstad, het ultramoderne station Blaak en de Oude Haven, dat voor heel wat mensen het gezelligste uitgaansplekje is. Vanaf de terrasjes kijk je uit over het Witte Huis. Het is een van de weinige grote gebouwen dat de bombardementen van mei 1940 trotseerde. Het werd in 1897 gebouwd in een mengelmoes van stijlen en is met zijn 45 meter hoogte de eerste wolkenkrabber van Europa. De binnenstad is via een voetgangersbrug met de Oude Haven en het achterliggende woongebied Groenendaal verbonden. Om voetgangers te prikkelen om deze veilige verbinding over de verkeersdrukke Blaak te gebruiken, kreeg architect P. Blom de opdracht om de brug op een bijzondere wijze te ontwerpen. Geïnspireerd door de Ponte Vecchio in Florence, bebouwde Blom de brug met kubuswoningen. Die werden wereldberoemd en omdat iedereen wil weten hoe je in zo’n gekantelde kubus, met een punt op een betonnen kern, kan leven, stelde een slimme kubuseigenaar zijn woning open voor betalend bezoek. Hij werd er rijk mee.

Van de Oude Haven gaat de voettocht richting museumpark waar zich het door architect Van der Steur ontworpen Museum Boijmans van Beuningen, het Nederlands Architectuurinstituut, Kunsthal Rotterdam, het Natuurmuseum en het Chabotmuseum bevinden. Hier begint de Witte De Withstraat, die herleeft nu er trendy winkels en restaurants verschijnen. Een leuk adresje is Artusi, dat aangenaam sober is ingericht. Het ontwerp van het geheel, de meubels incluis, komt van het naast de deur gelegen ontwerpbureau Ecce. Er is een open keuken waar spontaan wordt gekookt en verse kruiden voor een mediterraan geurtje en kleurtje zorgen. Specialiteiten zijn onder meer: calamares à la romana (14.50 fl) en gebraiseerde kalfstong met bospaddestoelen (17.50 fl). ’s Zomers kan men buiten op het voetpad dineren en beleeft men de gezelligheid van de Witte De Withstraat van dichtbij.

Schuin tegenover Artusi ligt wereldeethuis Bazar. In dit grote en druk bezochte multiculturele restaurant komen overwegend jonge mensen. De dag begint hier om 8 uur met een ontbijt. Op de ontbijtkaart staan onder meer duizend-gaten-flensjes met honing of geroosterd kaneelbrood met poedersuiker. Wil men lunchen of dineren, dan is er een uitgebreide en bijzonder gevarieerde spijskaart. Heel wat warme bereidingen zijn ontleend aan de Noord-Afrikaanse of Libanese keuken. Kebab is specialiteit. Liefhebbers van de vegetarische keuken komen aan hun trekken met Gh’Ti Koekoe (Perzische aardappelkoekjes op spies) of viva falafel, wat staat voor stoofschotel met artisjokken, erwten en falafel. De keuken is non-stop geopend, in het weekend tot na middernacht. Bij dit wereldrestaurant hoort een wereldhotel met zes kamers. Bazar heeft dezelfde eigenaars als Grand Café Dudok (zie verder), waar een gezapiger publiek over de vloer komt.

In De Engel is het dagelijks feest. Er heerst een wervelende ambiance: alom wordt uitgelaten gebabbeld en met smaak gegeten. Op de vloer liggen brede houten planken en er wordt gegeten van grote, houten tafels: De Engel heeft een interieur dat heeft geleefd. Sfeermaker is chef-kok Herman den Blijker, een Rotterdamse reus van 135 kg (hij komt van 155 kg), die door zijn voorkomen en doen en laten een levende reclame is voor zijn smakelijke keuken. Zijn bereidingen zijn landelijk, marktgericht en royaal. Mensen die hier regelmatig komen doen de spijskaart niet meer open. Zij kiezen voor het dagmenu van vier gangen (79.50 fl). Herman den Blijker kookt zoals hij is: krachtig en oprecht. Een topper is het Maas-Rijn- en IJselvee. Dit Hollandse weiderund geeft vlees dat zo puur is dat het zonder problemen meer dan zeven weken kan hangen en rijpen. Herman bereidt longhaas, staart en ribstuk en brengt het edele vlees met zo min mogelijk tierelantijnen op het bord. Van het nekvlees maakt hij pastrami. Het restaurant kreeg drie jaar terug een Michelin-ster. Die ster weerhoudt Herman den Blijker er niet van om verwende klanten een gehaktbal voor te schotelen: hij verwerkt er wel wat truffel en zwezerik in. Andere succesnummers zijn: stamppot van peen en uien met op de huid gebakken goudbrasem, en klapstuk of gestoofde lamsschenkel met tijm, rozemarijn, couscous en krachtige vleesbouillon.

Rotterdammers die van lekker eten houden en van gezelligheid volgen Rob Baris. Deze keer nodigt hij zijn schare vrienden en kennissen uit in de wijnbar, annex restaurant Montaigne. Na succesnummers als Kantine Werklust en Zinc (zie hiervoor), is Rob Baris aan zijn negende project toe. Het eerste restaurant was overigens een vegetarisch eethuis en een zuurdesembakkerij. Op het gelijkvloers van Montaigne is een wijnbar waar men wijnen per glas of per fles degusteert. Het kelderrestaurant is het rendez-vous van artistiek en intellectueel Rotterdam. Er wordt Frans en soms een beetje Italiaans gekookt. Rob Baris ontvangt, legt uit wat de pot schaft en is de grillmaster. Er is geen spijskaart. Een menu van drie gangen komt op 55 fl., vier gangen op 60 fl. en vijf gangen op 65 fl. De deur blijft open tot 22 u.30.

De Binnenweg is de warmste straat van Rotterdam. In de grijze zone, juist voordat het louche gedeelte van de straat begint, vind je Eten. In dit gezellige, schemerige eethuis, dat door het Rotterdams dagblad in 1997 werd uitgeroepen tot Restaurant van het Jaar, komen advocaten feestvieren of kijken verliefden elkaar tijdens een tête à tête diep in de ogen. Het decor is speels-speciaal. De koks zijn jong en vol ambitie. Hun bereidingen verrassen en vallen de ene keer wat meer in de smaak dan de andere. Zo wordt gerookte paling op het bord gebracht met inktvistagliatelle, bosui en tamarindesaus. Kreeft wordt als taartje geserveerd met truffel, aardappel en venkel met ansjoviscrème. Eten heeft menu’s van 47.50 fl. tot 85 fl.

Het pand waarin het Grand-Café Dudok is ondergebracht, werd ontworpen door een van Nederlands bekendste architecten: W.M. Dudok. Het sobere en zakelijke gebouw leed een anoniem bestaan als onderkomen voor een verzekeringsmaatschappij. Het kwam in de aandacht toen er in 1991 een grand-café opende. Dudok kan je omschrijven als een sympathieke drink- en eetfabriek. Het decor van de industriële ruimte is opgebouwd uit beton, plaatstaal en glas. Dudok is bekend om zijn ontbijt, de lekkere broodjes en de appeltaart, die de beste van Rotterdam is. Dudok is gelegen bij het belangrijkste winkelwandelgebied en het warenhuis de Bijenkorf. Hier zijn de winkels ook ’s zondags open en maken dan hun grootste omzet.

Een van de snuisteradresjes is DAD, wat staat voor Dutch Art & Design. DAD ligt in het oudste deel van de stad, op een steenworp van het drukke winkelcentrum. Het is een pand vol verrassingen, met interieurshop, ontwerpbureau en romantisch theesalon. Aan de mooie houten tafels, te midden van beschilderde muren en klimop die van het plafond neerhangt, kan men bij een afternoon tea (24.50 fl.) bijkomen van de vermoeienissen. De kaart vermeldt een zorgvuldig samengesteld thee-assortiment, een alom geroemde clubsandwich (14.50 fl.) en chocoladetaart (5.75 fl.).

Gaat men verder in noordelijke richting, dan treft men aan de andere kant van de Goudse Singel het Noordplein. Daar bevindt zich de grootste kookwinkel van Nederland. Kookpunt heeft alles waarvan een hobbykok droomt, zoals exclusieve fornuizen, pannen en een volautomatische espressomachine die koffie maalt, zet en opruimt. De laatste gadgets zijn: bain-marie-pannetjes, stokbroodvasthouders, gehaktbalknijpers, deegroerders, rubberen pannenlappen en zeep van staal tegen hinderlijke uienlucht. De winkel heeft een kooktheater waar gerenommeerde koks demonstraties geven.

Schuin tegenover Kookpunt vind je traiteur Genova. De Italiaanse winkel is het domein van Caroline van Gelderen en je kan bij haar aankloppen voor versgemaakte deegwaren, in huis gebakken brood, uit vaten getapte olijfolie, zelfgestampte pesto’s, vier soorten tapenade en olijven. Naast de winkel is een bescheiden lunchroom. Voor na zonsondergang is er De Blauwe Vis, een bar met nachtkeuken, ondergebracht in een voetgangerstunnel bij het Centraal Station, in de kille zakenwijk Weena. De ondergrondse pijp wordt verlicht door gekleurde neonbuisjes. Het publiek is jong en studentikoos en gedraagt zich opvallend netjes.

Info: Nederlands Bureau voor Toerisme, postbus 136, 1050 Brussel. Tel. 02/543.08.04. Of: Rotterdam Tourist Board, VVV en Archi Center, Coolsingel 65, Postbus 21550, 3001 AN Rotterdam. Tel. (00-31) 10/402.32.00.

FOTO 2

Pieter van Doveren / Foto’s Tony Le Duc

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content