Man of sandwichman?
Tijdens de mannenmodeshows voor zomer 2012 in Milaan en Parijs zag onze verslaggever veel potsierlijk theater, maar nu en dan ook een flits genie.
Soms vraag je je af waar zo’n modeshow voor dient. Je zit om negen uur ’s ochtends in een verduisterde tent op de binnenplaats van de militaire school van Milaan te staren naar achtereenvolgens : een Scandinavische vissershaven, een Grieks strand, een Florentijnse heuvel en, ten langen leste, de exit van een ingebeelde nachtclub. Waar vier stoere, in zwartleren pantalons en stiletto’s gehulde mannen plotsklaps uitbarsten in een dolle choreografie.
Tot zover de show van Dsquared2. De kleren lijken van ondergeschikt belang. Een vulgair rood zwembroekje, met op de achterzijde de plaatsnaam Mykonos, gespeld in grote witte letters, is het enige stuk textiel dat blijft hangen.
Moeten we modeshows beschouwen als entertainment of als werkinstrument voor de textielindustrie ? Waar ligt de grens tussen fantasie en de echte wereld ?
Bij onder meer Versace en Alexis Mabille lijkt de show vooral een marketingstunt om de samenwerking met een massamerk kracht bij te zetten. Mabille, een Fransman met een ietwat truttige kijk op mode, gaat in zee met de ondergoedfabrikant Hom en toont niet veel meer dan strippers in slipjes. Het is een collectie die letterlijk niets om het lijf heeft.
Donatella Versace verschijnt op de catwalk in een jurkje uit de collectie die ze later dit jaar uitbrengt met H&M. Is daarmee alles gezegd ? Neen. De show die voorafgaat, is geweldig in al zijn exuberantie. Zo ridicuul, maar tegelijk fantastisch, dat je er alleen met wijdopen mond naar kunt staren, een beetje zoals naar een film van Michael Bay. Ik heb in het echte leven nog nooit een man in kleren van Versace gezien. Met deze show staat het merk tenminste weer op de kaart.
Giorgio Armani zou een soortgelijke impuls kunnen gebruiken. De man doet in Milaan verbitterde uitspraken over zijn concurrenten, die volgens hem ridicule kleren maken waarin geen enkele man gezien wil worden. Maar welke modieuze jongeman voelt zich nog écht aangesproken tot Armani ? Zijn bedrijf doet nog gouden zaken, maar kan hij de jongeren blijven overtuigen ?
In Milaan noteren we mooie momenten bij Umit Benan, die aan een tuintafel een in de eighties gedrenkte hommage brengt aan Nino Cerruti, die zelf verrukt lijkt. Bij Trussardi, waar Benan pas is aangesteld als ontwerper, is de show sterker dan de collectie : groepjes mannen (onder wie ex-supermodel Mark Vanderloo) worden in auto’s voor het hoofdkwartier van het merk gedropt, en begeven zich met hun koffers naar de liften in de lobby van het gebouw.
Oef, veilig geland
De lijn D&G wordt ten grave gedragen met een collectie gebaseerd op de foulardprint. Bedrukt zijde wordt gecombineerd met denim en linnen. Simpel en efficiënt. Bij Dolce e Gabbana gaat het over résille, textiel met gaatjes, en over model David Gandy, voor wie de ontwerpers diezelfde dag in Milaan een soort keizerlijke triomftocht hebben georganiseerd. Goed gek.
Gucci (sixtiesrockers in de Provence), Bottega Veneta (variaties op het pak) en Burberry Prorsum (met de hand afgewerkte details) zijn goed geoliede machines, maar lijken dit keer min of meer op automatische piloot te functioneren. Oef, veilig geland.
Hetzelfde kan in Parijs worden gezegd voor Lanvin, Hermès en Paul Smith : uitstekende punten, maar geen verrassingen.
Raf Simons gaat met Jil Sander iets te veel richtingen uit. Donker primeert, zoals bij nogal wat merken. Maar een dikke pull onder een jas van transparant plastic lijkt toch wat extreem voor het heetst van augustus. Dirk Bikkembergs ziet de zomer wit, al dan niet met tomatenprint.
Prada verbluft (niets nieuws daar) met een bonte golfcollectie. Jasjes en schoenen zijn belegd met glazen steentjes, hemden hebben cartooneske fiftiesprints, donsjasjes zijn bedrukt met felgekleurde bloemen. Bij Calvin Klein Collection is Italo Zucchelli in goede doen met het soort gesublimeerde hightech sportswear dat we intussen van hem gewoon zijn. Hij krijgt ook de prijs voor coolste celebrity van het seizoen, teenybopper Joe Jonas.
En dan is er nog de flamboyant dandyeske garderobe van Piombo. Een double-breasted jasje in badhanddoekmateriaal ? Hm, yes please (en lever daar maar meteen een openluchtzwembad en palmboom bij).
Parijs opent discreet, met een overtuigende show van het Japanse merk John Law-rence Sullivan. De tweede mannencollectie van Mugler is al bij al een mager beestje. Formichetti, artistiek directeur van het merk, heeft een smeuïg filmpje op Xtube gegooid en op elke stoel ligt een ranzig tijdschrift met foto’s van halfnaakte mannen.
Maar Romain Kremer, zijn ontwerper, lijkt niet veel rekening te hebben gehouden met de Griekse fantasieën van Formichetti. De show ligt volledig in het verlengde van wat Kremer tot enkele seizoenen geleden solo deed. Zacht fluo, voor een technorave in de nineties. Oké, maar waar staat Mugler voor ?
De beste show in Parijs is die van Riccardo Tisci voor Givenchy. Usher en Kanye West zitten frontrow, met Amanda Lear als buffer. Technotronics Pump up the Jam boemt door de luidsprekers. Het embleem van de collectie is een afzichtelijke bloemenprint met Versace-allure (de Strelitzia of paradijsvogelbloem), en er is geen spoor meer van het zwart waarmee Tisci naam heeft gemaakt. Wel veel wit, en gifgroen (de inspiratie komt van de surfersgarderobe, net zoals bij Adam Kimmel, Gaultier of Kenzo). De ontwerper stopt op de catwalk B-boys en andere hunks in rokjes. Dat werkt. Maar hoe groot is de kans dat we volgend jaar Usher in zo’n wit plooirokje zien ?
Simons zonder franje
In vergelijking met de zielloze shows van Christian Lacroix en John Galliano, twee voorbeelden van merken waar de ontwerpers zijn opzijgeschoven, is Ann Demeulemeester een openbaring. Al is het maar omdat zij ziel heeft in overvloed. De catwalk is met zand bestrooid (zoals bij Zegna en Corneliani in Milaan), de muziek komt onder meer uit Nico’s Desertshore. Demeulemeester mengt militaire en formele elementen, discrete parels en borduursels. Ze volgt haar eigen weg.
En de andere Belgen ? Kris Van Assche leek nooit zo op zijn gemak. Zowel voor zijn eigen label (beatlekraagjes, zonnebrillen, polohemden), als voor Dior (pakken, hemden en tops in combinaties van linnen en bruin leder). Walter Van Beirendonck blijft belangrijk. Zijn show behoort tot de top vijf van het seizoen, met ingenieuze patchworks, herinterpretaties van de Ivy League-garderobe, vichyruitjes en bloemenprints. De beste make-up ook, van Igne Grognard.
Raf Simons heeft zijn merk ternauwernood kunnen redden uit de klauwen van zijn Italiaanse producent. Hij runt voorlopig zelf zijn confectiebedrijf. De show echoot een hoogtepunt in zijn carrière, toen hij zijn jongens over de roltrappen van La Villette stuurde. Dit keer, in het oude hoofdkwartier van Crédit Lyonnais, zijn de roltrappen korter, en is de collectie beheerster : geruite regenmantels met naden in spiraal, leren hesjes, en overal X’en. Geen franjes, maar toch Raf Simons.
Dries Van Noten heeft een jonge, dynamische show. Veel sportieve jasjes en broeken, bordeaux, vlaskleurig of donkerblauw, in zijde of ruw linnen, soms afgewerkt met details in technisch materiaal. Van al zijn generatiegenoten heeft Van Noten op dit moment het meest zijn vinger op de pols van de tijdgeest. Zijn mode is forever young, niet nostalgisch, en vooral : echt.
Bij Yves Saint Laurent laat Stefano Pilati franjes achterwege. Hij toont vooral pakken, in klassiek blauw, wit en beige. En trenchcoats, bombers, safari-jasjes, voorzichtige sportswear in zijde. Een uitstekende collectie.
Kim Jones, de nieuwe Men’s Style Director van Louis Vuitton, werkte in het verleden voor sportswear-merk Umbro en pakkenfabrikant Dunhill. In zijn eerste debuut voor LV zie je de invloeden van die vroegere werknemers, maar ook van Afrika, waar Jones is opgegroeid. Er is retro- sportswear ; een Afrikaans luik voor de fashionista’s in het publiek (rood en blauw geruite sjaals en hemden die verwijzen naar zowel het damier-motief van het merk als het textiel van de Masaikrijgers) ; en een eerder sobere pakkenparade, voor de klanten van het luxemerk in de echte wereld. De show is efficiënt en commercieel, en de collectie is precies wat een merk als Vuitton nodig heeft. Conservatief, maar toch jong van geest.
De (wat mij betreft) begeerlijkste kleren voor komende zomer hangen in Parijs gewoon in een showroom. Bij Sacai, het merk van de Japanse Chitose Abe. En zo is het goed. Je moet haar kleren van dichtbij zien, voelen, aantrekken. Er zijn vederlichte bomberjackets in technisch materiaal, felgekleurde zachte cardigans, met pailletten versierde shorts. Voor zover ik weet, maakt niemand op dit moment modernere mannenmode.
De wereld ziet blauw
Op Pitti Uomo, ’s werelds belangrijkste textielbeurs voor heren, zochten we naar de trends die straks de grote stijlfenomenen van het moment moeten wegduwen. Wat komt er na preppy-met-een-strikje en heritagemode ? Meer van hetzelfde. Vintage blijft inspireren. En klassiek is nog altijd in trek. Alles vloeit misschien nog wat meer in elkaar. En stijf is uit. De zomer van 2012 wordt opvallend zacht : aaibare, lichtjes verweerde of gekreukte stoffen, gedempte kleuren – in alle tinten blauw. De Aztekenprints die deze zomer na Japan ook de rest van de wereld domineren, wijken voor Afrikaanse waxprints, en bloemen. Sport van het moment : cricket, en de Olympische Spelen door Britse bril (bij Hackett en schoenenmerk Church, en op de catwalk bij onder anderen Vivienne Westwood en Nicole Fahri). Pitti heeft elk jaar twee eregasten. Dit seizoen werden twee Amerikaanse labels uitgenodigd : Band of Outsiders (met een defilé geïnspireerd door West Side Story), en de meisjes van Rodarte (met enkele Hollywoodjurken, tentoongesteld in een verlaten gebouw).
Onze tien favoriete ontdekkingen van Pitti vindt u terug op knackweekend.be
Door Jesse Brouns – Foto’s Catwalkpictures
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier