Madredeus
Aan de Taag, waar eeuwen geleden ontdekkingsreizigers en avonturiers het ruime sop kozen, blijven Teresa Salgueiro en fantast Pedro Ayres Magalhaes plannen smeden om de wereld te veroveren. Een ontmoeting met Madredeus in Lissabon.
Een zaterdag in maart in Lissabon. Echt koud is het niet, maar er hangen wel wolken boven de stad. Omdat de zon er af en toe doorpriemt en het droog blijft, is dit naar Belgische normen een vrij mooie dag te noemen. Maar voor de Portugezen is dit snertweer. Teresa Salgueiro, de zangeres van Madredeus die ons samen met songschrijver Pedro Ayres Magalhaes deze namiddag vergezelt, draagt een muts. Een maatregel van een professional zo blijkt: om te voorkomen dat een verkoudheid haar gouden stembanden aantast.
Wie in Lissabon over muziek praat, kan niet aan de fado voorbij. De Portugese blues ontstond in de straten die we vanop het dakterras van een hotel overschouwen. Hoewel Madredeus geen zuivere fado speelt, is die traditie zeker voor Teresa Salgueiro richtinggevend geweest. De fado-bars in de stad zijn er vooral op uit toeristen te lokken. Heeft het genre z’n authenticiteit verloren en is het vergleden tot folklore? Salguiero vindt van niet.
“Fado heeft vele gezichten. Ik heb zelf een heel sterke voeling met deze stijl. Ik vrees niet dat het door de commercialisering en het toerisme doodgeknuffeld wordt. Ik geloof dat de fado zal overleven. Genoeg jonge mensen houden er nog van. Het lijkt eenvoudige muziek, maar ze gaat heel diep en is rijk aan nuances. Elke zanger kan zijn eigen ziel in de fado leggen. De songteksten en gedichten worden vaak ook aangepast door de vertolkers. Het woord is primordiaal. Ik denk dat Madredeus dat alvast gemeen heeft met de fado.”
Vorig jaar trok de naar Nederland uitgeweken zanger Fernando Lameirinhas in het liedje ‘ Fado Dois Mil‘ aan de alarmbel. Hij schreef over de fado: ” Will you still be the voice of the people/sing the sadness of poverty/or will you be the same old face/dressed up in worn-out clothes“. En ook: ” Before, the poor had little more/than the comfort of their fado/now, not even that is left/even that’s been stolen away.”
Salgueiro relativeert de aanklacht: “Uiteraard had de fado in de tijd van Amália Rodriguez een grotere impact op onze cultuur. Na de revolutie in ons land is de muziek even in onmin geraakt, omdat ze onterecht geassocieerd werd met het oude regime. Onze maatschappij heeft toen een metamorfose ondergaan. De grenzen gingen open en de fado werd blootgesteld aan invloeden van buitenaf. Maar fado zal nooit een deel van de massacultuur worden. Het is iets heel persoonlijks. Daarom gaan de liedjes meestal ook over eenzaamheid. Ik ben het er zeker mee eens dat de fado aan de armen toebehoort. Fado is een schreeuw waarin je je twijfels uitroept. Maar het is tegelijk een liefdesverklaring aan het leven.”
Portugal heeft zijn status de voorbije jaren aardig opgekrikt, maar de sociale problemen zijn het land nog niet uit. Salgueiro heeft dankzij Madredeus de luxe om de wereld te zien en veel geld te verdienen, maar schuldgevoelens zijn haar vreemd.
“Omdat ik met het leven dat ik leid ook veel geld uitgeef. Ja, ik reis veel, en dat is niet goedkoop. Het mag je misschien verbazen: ik ben niét rijk. Natuurlijk ben ik ook niet arm meer. Ik heb voldoende op mijn bankrekening om goed en gezond te kunnen leven. Ik kan gaan en staan waar ik wil. Maar daar hoef ik mij niet schuldig om te voelen. Dat er nog altijd een fundamentele ongelijkheid bestaat tussen Noord en Zuid stemt me triest, dat wel. Maar schuldig? Nee.”
Het Portugese volk mort. Voor de kleinste verkeersovertreding moet het zware boetes afdokken, terwijl de meeste autowegen er abominabel bij liggen. De burger betaalt ook veel belastingen, maar ziet er weinig van terug. In Lissabon wordt in sommige buurten serieus geïnvesteerd, ze ogen als één grote bouwwerf, maar in de oude stadskern zijn vele, nochtans fraaie azulejo-gevels hun glans kwijt. De hoofdstad bezit wel degelijk dynamische plaatsen die heropleven. Het nachtleven aan de oever van de Taag floreert, met trendy jazzy houseclubs. Als je er een rondje geeft, weet je echter dat de modale jonge Portugees de pinten hier niet kan betalen. Ietwat weggestopt zijn er ook nog de sloppenwijken, waar de hoge concentratie junkies een ware plaag is.
“Het lijkt alsof we comfortabeler leven, maar dat is slechts schijn”, meent Salgueiro. “We hebben de illusie dat we rijker zijn dan vroeger. We hebben toegang tot dingen waar we vroeger enkel van konden dromen. Maar er schuilt een addertje onder het gras: veel mensen die ik ken, kopen alles op krediet. De realiteit is dat alles zo snel gaat dat we vergeten waar we vandaan komen, en dat we er ook geen benul van hebben waar we naartoe hollen. We beleven rare tijden. Niet enkel in Portugal, ik zie dat in alle landen gebeuren. Mensen verliezen de pedalen. Ze verloochenen hun roots. Het materialisme steekt hen de ogen uit.”
Vijftien jaar geleden, toen Madredeus zijn eerste stappen zette, was er voor muzikanten geen infrastructuur in Portugal. “Mensen waren het niet eens gewend om naar concerten te gaan”, zegt Salgueiro. “Tegenwoordig wel. Het is verbazingwekkend hoe in vijftien jaar tijd het klimaat helemaal is omgeslagen. De Portugese muziekindustrie is momenteel heel actief. De fado krijgt vers bloed geïnjecteerd, er wordt op een frisse manier teruggegrepen naar de traditie en de zwarte musici halen de banden met Afrika weer nauwer aan. Ook de lading boysbands en meidengroepen is onafwendbaar. ( lacht) Er is een plaats voor alles. Ik hoop dat de huidige stroom de komende jaren geconsolideerd wordt.”
Pedro Ayres Magalhaes, het brein van Madredeus, heeft het vers van de pers gerolde artwork van de nieuwe cd ‘ Movimento‘ gekregen uit handen van de promotieverantwoordelijke van platenfirma EMI. Hij is blij als een kind, want de cd- inlay werd volledig door hem geconcipieerd. In het hart van het boekje prijkt een tekening die hij maakte. Allerlei figuurtjes bestijgen een berg. Sommige al stappend, andere met de fiets. Magalhaes is wildenthousiast, tot hij ziet dat de vouw niet juist zit. De perfectionist vloekt even, maar dan neemt de fantast in hem het woord.
“De plaat verschijnt in 35 verschillende landen. Je moet dus iets universeels op de hoes zetten. Een groepsfoto wou ik niet. Ik had deze schets gemaakt, met de bedoeling ermee naar een fotograaf te stappen en vervolgens het tafereel te ensceneren. Plots dacht ik: dat klad zelf is misschien interessanter.”
Zoals met alles wat Magalhaes doet, heeft de tekening een boodschap. Het is een metafoor voor het leven. Net als de cd-titel ‘Movimento’ suggereert de schets beweging. “Het leven is klimmen. Het leven is zelden een vlotte wandeling. Zonder de nodige inspanningen geraak je niet vooruit.”
Het thema van de openingstrack ‘ Anseio (Fuga Apressada)‘ sluit daarbij aan. “Dat nummer gaat over het verlangen dat sommige mensen koesteren om een visie op de wereld te ontwikkelen. Eeuwen geleden hield dit de wereldreizigers en filosofen al bezig. Het verschil is: vroeger kregen kinderen op school zekerheden ingepompt. Haarfijn werd uitgelegd wat van hen verwacht werd. Hun levenswandel werd voor hen uitgetekend. Omdat wij tegenwoordig bestookt worden met informatie en de opvoeding ook minder rechtlijnig is, groeit de drang om de wereld te begrijpen. Die honger pusht ons om te reizen, lezen, studeren en communiceren. Wij moeten die zoektocht tolereren en stilstaan bij mogelijke conclusies. Dat is de essentie van Madredeus: die hunkering naar wijsheid is ons motief, dat is wat ons drijft. We ontdekken constant nieuwe culturen die ons telkens weer inspireren. Wanneer we een liedje maken, is het alsof we een foto nemen van alle plekken waar we al gespeeld hebben. De wens om de wereld ondanks zijn complexiteit te vatten, is de motor die ons aan de gang houdt.”
De vraag of hij de wereld ooit zal doorgronden, is niet eens relevant. “De queeste op zich is het belangrijkste. Die mag nooit stoppen, want dan wordt de creativiteit niet langer gevoed. Je mag dan misschien het ultieme doel nooit bereiken, als je achteromkijkt, moet je toch vaststellen dat je moed en doorzettings:vermogen je voldoening geven en dat je je onderweg best geamuseerd hebt. Filosoferen is een hobby als een andere.” ( lacht)
Bezieler Magalhaes was dé songleverancier van Madredeus. Maar zoals blijkt uit de credits van ‘Movimento’, raakt de rest van de groep hoe langer hoe meer betrokken bij het scheppingsproces. Toetsenman Carlos Maria Trindade had op het album ‘O Paraíso‘ al een verdienstelijke inbreng. Ook gitarist José Peixoto en bassist Fernando Júdice laten zich niet onbetuigd.
“Ik vind het spijtig dat Teresa nog geen enkele song heeft geschreven”, verzucht Magalhaes. “Mijn ambitie was altijd: het componeren vergemakkelijken. Ik vertelde mijn muzikanten: ‘Een heel simpel muzikaal idee, vijf noten slechts, wat spielerei met klanken of woorden kunnen volstaan om een nummer te doen ontkiemen. Je hoeft daar geen doctoraat voor te hebben. Je moet weten welke richting je uit wil: da’s al.”
“Ik zou graag nummers schrijven, maar ik voel me er nog niet klaar voor”, reageert Salgueiro op het ballonnetje dat Magalhaes oplaat. “Toegegeven, ik heb het nog nooit geprobeerd. Misschien ben ik, omringd door zulke fantastische muzikanten, een beetje geïntimideerd. Mijn achtergrond verbleekt bij die van hen. Ik heb nooit een muzikale scholing genoten. Voorlopig mis ik ook de drang om te schrijven. Waarom zou ik mij eraan wagen? De andere leden bieden mij mooie liedjes. Die te vertolken, is al een hele uitdaging. Ik zie de songs van Madredeus als een hymne aan het leven. Ze draaien om menselijke relaties, meditatie en contemplatie. Ik kan er mij volledig mee identificeren. Hoewel ze niet gebaseerd zijn op mijn eigen persoonlijke ervaringen, kan ik er zonder veel moeite emotie in steken. Het zijn liedjes die je aan het reflecteren zetten.”
“Ik denk dat het reizen met de jaren de grootste inspiratiebron voor Pedro is geworden. Dat geeft hem andere perspectieven. Naast de confrontatie met diverse culturen, is ook onze Portugese identiteit bepalend. Als je onze geschiedenis bekijkt, zie je dat het rondzwerven in de Portugese aard ligt: de ontdekkingsreizigers, de avonturiers, de talloze emigranten, allen hadden ze de wil om de koffers te pakken en het ruime sop te kiezen.”
De huidige bezetting van Madredeus heeft een uitgesprokener teamspirit dan de oorspronkelijke, met mede-oprichter Rodrigo Leao, accordeonist Gabriel Gomes en cellist Francisco Ribeiro nog in de rangen. Magalhaes: “We zijn nu een gesofisticeerdere groep. Ook qua organisatie en agendabeheer loopt alles nu gesmeerd. Al heeft dat natuurlijk ook met de ervaring te maken. We dweilen nu al tien jaar met onze muziek de wereld af. We begonnen zestien jaar geleden in Portugal als amateurs. Bij de start was Madredeus iets heel natuurlijks. Een experiment. Een open muziekschool. Geleidelijk aan evolueerde de groep tot een menselijke machine. Vol regels en plannen, die elk jaar weer veranderen. ( lacht) We moeten regelmatig op onze voornemens terugkomen.”
De Portugezen staan bekend als een volk van individualisten. Ze ondervinden moeilijkheden om de handen in elkaar te slaan. Madredeus heeft een voorbeeldfunctie, zendt een signaal uit naar de landgenoten: L’union fait la force. Salgueiro: “Ik koester deze groep. De onderlinge band wordt steeds sterker. Ieder van ons heeft zijn eigen noden en interesses. De verleiding om je eigen nukken te volgen is groot. Maar wij vinden het belangrijk dat we deze groep samenhouden. We geloven allemaal in dit buitengewone avontuur. We hebben, door die ingesteldheid, al vele dromen kunnen waarmaken. We komen uit heel uiteenlopende milieus, maar de liefde voor muziek bracht ons bij elkaar. We vertrouwen elkaar volkomen. Wat Pedro zegt, is waar. Elk jaar gooien we ons schema opnieuw overhoop. We denken telkens het ideaal gevonden te hebben. Het huidig systeem zit zo in elkaar dat we twaalf dagen per maand in het buitenland vertoeven. Het is in ieder geval de bedoeling dat we meer tijd thuis in Lissabon doorbrengen.””
Dat laatste is onder meer ingegeven door de gewijzigde familiale situatie van de zangeres. Twee jaar geleden zette ze een dochter op de wereld. “Een gebeurtenis die me een andere kijk heeft gegeven. Het is alsof het ouderschap me door een andere bril doet kijken. Ik zie nu duidelijker het grotere geheel. Ik begrijp het leven beter en heb zeker aan maturiteit gewonnen. Madredeus zal er zeker niet onder lijden. Integendeel, mijn werk is nog belangrijker geworden dan voorheen. Ik beleef alles intenser. Moeder zijn is veeleisend én verrukkelijk. De combinatie met het toeren moét mogelijk zijn. Het is net als met het zingen: je moet constant je weg zoeken. Dat maakt het leven boeiend.”
Ik leg Magalhaes het dilemma voor waar alle groepen ooit voor komen te staan: als je op een gegeven moment iets anders probeert, krijg je de reactie dat je verraad pleegt tegenover jezelf en je publiek. Houd je aan je eigen stijl vast, dan krijg je het verwijt dat je jezelf herhaalt. “Hoe wij die klip omzeilen? Met beweging en creativiteit. Daarom hebben we besloten om zoveel mogelijk te spelen op plaatsen waar we nog niet eerder zijn geweest. Elk jaar willen we minstens één nieuw land veroveren. Zo blijft het fris voor ons. Om diezelfde reden actualiseren we onze muziek continu. Dat is geen makkelijke opdracht, maar we kiezen bewust voor die politiek. We bekijken dat land per land: we geven in België niet hetzelfde concert als in Portugal of Duitsland. Het maakt niet uit of we buiten of in een kerk spelen, in het rockcircuit of in theaters. In Helsinki hebben we zelfs al in een circustent gestaan.”
“We opteren voor het onverwachte. Als we ergens komen waar we al eerder optraden, waken we erover dat we niet in herhaling vallen. Ons uitgangspunt is: tachtig procent van het materiaal moet onbekend zijn voor de meerderheid van het publiek. We spelen vaak songs die we nog niet hebben opgenomen en rakelen ook met plezier oude, vergeten nummers weer op. Zelfs in Portugal streven we ernaar om de luisteraars te verrassen. Als we nu oude songs vanonder het stof halen, komen die er helemaal anders uit dan vroeger. Daar is deze groep heel sterk in: het herinterpreteren van het eigen materiaal. Je leert jezelf en je werk beter kennen door te reizen. Vorig jaar waren we voor het eerst in Belgrado. We hoorden daar verhalen over hoe onze muziek de mensen kalmeerde tijdens de bombardementen. We speelden er voor 4000 toeschouwers. Een heel emotionele ervaring. Het was jaren geleden dat die mensen nog een optreden hadden bijgewoond. Weet je, wij zijn een goedkope groep. Wij nemen geen crew van 50 man op sleeptouw. We toeren slechts met z’n tienen. Op die manier kunnen we ook landen bezoeken als Joegoslavië, waar honger en werkloosheid heersen.”
Nu Madredeus bijna overal respect krijgt, winnen onze platen aan belang”, zegt Magalhaes. “We hebben intussen ook de middelen om kwalitatieve albums te maken. We sleutelen hard aan het concept én aan de performance. Ik denk dat we net door die houding wereldwijd mensen aanspreken, zonder slaven te zijn van de traditionele amusementssector. We worden niet gedwongen om te gast te zijn in talkshows, ons kapsel te verzorgen en lachend handjes te schudden.” In videoclips ziet hij wel heil. “Daar zou ik mij vaker in willen uitleven. Maar voor meer dan een of twee video’s per album krijg ik geen budget. Dat is zonde. Wanneer ik een plaat produceer, zie ik constant beelden voor me. Een hele film, met Teresa in de hoofdrol. Het zijn heel duidelijke tableaus die zich voor mijn ogen ontrollen. Ik vind dat de platenbonzen kansen laten liggen: met de dvd is er nu zoveel mogelijk. De combinatie van muziek en beeld is een braakliggend terrein. Het zou prachtig zijn als we de rijkdom die in onze songs zit cinematografisch konden vertalen. Dat zou een nieuw vehikel zijn voor de talloze fantasieën die in mijn hoofd ronddwalen. Een film maken lijkt me veel boeiender dan te gaan tateren in een talkshow.”
Madredeus heeft in ’94 even van het filmmedium geproefd toen de groep de soundtrack leverde voor ‘ Lisbon Story‘ van Wim Wenders. “Een unieke samenloop van toevalligheden”, bestempelt Magalhaes het project. “We namen in maart ’94 demo’s op. Wim Wenders verbleef hier en nodigde mij uit voor een diner. Hij vertelde dat hij een film over Lissabon ging maken en vroeg of hij onze muziek mocht gebruiken. Ik stelde voor dat hij in de studio zou binnenspringen, zodat hij de nieuwe nummers kon horen. Omdat die liedjes hem wel bevielen, gaf ik hem een tape mee. Hij had toen nog geen script. Hij was slim genoeg om met mij een dialoog aan te gaan, anders was ik nooit met hem in zee gestapt. We besloten het verse repertoire op te delen: de ene helft probeerden we uit op onze concerten, de andere reserveerden we voor de film. De songs voedden hem: eentje over de Taag, een vrolijk nummer over de Alfama-wijk, een triest nummer over de Mouraria-buurt waar ik vroeger woonde… Het script groeide organisch. Sindsdien hebben nog andere regisseurs me gepolst, maar ik wil geen deals sluiten met mensen die nog niet eens zeker zijn dat ze het nodige geld bij elkaar krijgen en ons willen strikken in de hoop daarmee sponsors over de streep te trekken. Bij geen enkele van die voorstellen was er trouwens een inhoudelijk verband tussen het verhaal en onze muziek. Wij kunnen enkel songs schrijven voor Teresa, niet voor een film. Bij Wim Wenders pasten alle stukjes wonderwel in de puzzel. Nee, als er nog een film met Madredeus-muziek komt, maak ik hem zelf. Echt, op een dag doe ik dat. Want alle songs die we opnemen, hebben een choreografie.”
Wat doet een popgroep uit het Europese continent die internationaal wil doorbreken doorgaans? In het Engels zingen, want dat verhoogt de kansen op succes. Denken ze. Madredeus heeft die idee-fixe doorbroken, doet koppig zijn zin in het Portugees en heeft de wereld aan de voeten liggen.
“Zopas werd hier in Portugal een compilatie van mijn rockgroep Heróis do Mar uit de jaren tachtig op de markt gegooid. De plaat vliegt over de toonbank, terwijl we vroeger amper 4000 exemplaren verkochten, want wij waren destijds het snoepje van de intellectuelen. Mensen waren toen, twintig jaar geleden, verward door het internationalisme dat sinds de jaren veertig regeerde. Elk volk heeft een aparte smaak en een eigen levensstijl. Het is idioot ons allemaal plots te verplichten Engels te spreken. Er leefden hier lange tijd vooroordelen over onze taal. Het Portugees werd beschouwd als een lelijke zangtaal. Je had groepen die songs van The Beatles vertaalden. Dan reageerden de mensen: ‘Dat klinkt toch niet.’ Natuurlijk niet. Je kan geen Angelsaksische song nemen en daar dan een Portugese tekst op zetten. Je moet een nieuwe muzikale context bedenken als je in het Portugees wil zingen.”
“Ik heb een theorietje waarmee ik de mixers in de studio altijd duidelijk maak hoe ze onze muziek moeten benaderen. Ze moeten de muziek zien als een zon. Je hebt de nucleus binnenin: dat is de stem. Gitaar, bas en keyboards zijn de stralen. Dat geeft een hemelse sfeer. De menselijke stem staat in het midden. ‘Movimento’ straalt meer dan al onze vorige platen. Er zit meer zonneactiviteit in. Like a solar explosion.
‘Movimento’ van Madredeus, bij EMI.
Concert: 26 juni in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel.
Peter Van Dyck / Foto’s Guy Kokken
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier