Het Vrijheidsbeeld hoort niet bij mijn lievelingsplekken. De vrouw van de Franse beeldhouwer Bartholdi oogt pompeus, haar boodschap is, net als haar binnenste, hol en op het eilandje waar ze staat is het altijd te druk. Voor mij is de dame in de eerste plaats een obstakel. Als ik langs de Hudson fiets, moet ik telkens vertragen of zelfs afstappen op de plek waar de toeristen verzamelen voor de overzet naar Lady Liberty en Ellis Island. Het is een uitgelaten internationale bende. Ze zijn dan ook op vakantie. Zonder zorgen en zonder aandacht voor ons, haastige New Yorkers. Wij, joggers, rollerbladers, snelwandelaars en fietsers in Battery Park moeten dus goed uit de doppen kijken dat we onze gasten niet bezeren. Die verantwoordelijkheid doet ons wel eens sakkeren. Te veel is te veel. Vooral de laatste jaren. In 1993 kwamen er 23 miljoen toeristen naar New York, in 2000 maar liefst 36 miljoen. 5,5 miljoen daarvan bezochten het Vrijheidsbeeld.

En dan kwam 11 september. In de dagen daarna veranderde Battery Park in een omheind, zwaar bewaakt militair kamp. Geen mens wist wanneer het Vrijheidsbeeld en haar veel interessanter zusje Ellis Island weer zouden openen. In november vertrokken de soldaten. Battery Park was weer van het volk. Maar het Vrijheidsbeeld bleef gesloten. Er moesten nieuwe veiligheidsmaatregelen worden uitgewerkt, zei de regering. De toeristen moesten zich vergenoegen met een beeld vanaf de oever van Battery Park of de ferry naar Staten Island. Nu kon ik in het park fietsen zonder te hoeven afstappen, maar in plaats van ervan te genieten, miste ik de drukte.

Vandaag is het 20 december. Straks om negen uur vertrekt voor het eerst sinds 11 september weer een overzet naar Liberty Island. Ondanks de felle westenwind schuift een lange rij mensen aan. Dit keer hoef ik niet uit te kijken bij het passeren, want ik sta zelf in de rij. Het is mijn tweede bezoek aan het beeld. Het eerste was in het begin van de jaren tachtig, op aandringen van mijn broer die op bezoek was. Voor en achter mij staan tv-ploegen en fotografen. Net als ik horen ze bij het leger journalisten dat de feestelijke heropening komt verslaan.

Eindelijk is het mijn beurt om de witte tent binnen te stappen die naast de overzetboot is opgesteld. Mijn rugzak en jas moeten door een röntgenmachine, ikzelf door een metaaldetector. Gewapende politieagenten kijken nauwlettend toe. Voor 11 september stapten bezoekers gewoon op de boot en daarmee uit. Als je in het Vrijheidsbeeld zelf wou, werd je tas of rugzak wel doorsnuffeld.

Als nationaal symbool werd het beeld ook voor 11 september als een potentieel doelwit voor terroristen beschouwd. Voorlopig echter heeft de kolossale dame in haar 115-jarig bestaan meer schade geleden door perioden van verwaarlozing dan door aanslagen of politieke acties. In 1916 werd haar arm licht beschadigd door een munitie-explosie in de haven, die werd toegeschreven aan Duitse saboteurs.

Recenter werden wel eens vlaggen of spandoeken vanaf haar toorts ontvouwd, klom er een Black Panther naar boven of landde een milieuactivist met een parachute in haar kroon, maar terrorisme kun je dat niet noemen. Het beeld blijft natuurlijk een aantrekkelijk doelwit. Door het op te blazen zouden de terroristen geen enorme schade veroorzaken, maar de Amerikanen wel razend maken en daar lijkt het toch om te gaan. Voorzichtigheid is dus de boodschap.

Na de controle op wapens, bommen en granaten moet ik nog een identiteitsbewijs tonen en dan mag ik op de overzet, de Miss Freedom. Een agent telt de koppen en noteert het aantal in een boekje. Een laatste controle door twee agenten met snuffelhonden en we worden eindelijk terroristenvrij verklaard. Ik zit naast een tevreden Brits gezin. “We hoorden pas gisteren dat het Vrijheidsbeeld vandaag weer openging”, zegt moeder. “Je bent toch niet echt in New York geweest als je dat niet hebt gezien.” Ik zwijg beleefd. Op de kade van Liberty Island staat minister Gale Norton, die de nationale parken en monumenten onder haar bevoegdheid heeft, met haar gevolg op ons te wachten. Iedereen krijgt een handdruk en een Amerikaans vlaggetje, terwijl op de achtergrond de militaire mars dreunt waarop wij destijds als kind zongen: “Charel, ik heb uw gat gezien”.

Men leidt ons naar een verwarmde tent waar de openingsplechtigheid plaatsgrijpt. Op onze stoelen hebben we een schitterend gezicht op de in de ochtendzon glanzende, onvolledige skyline. De notabelen prijzen elkaar, het vaderland, de president en de burgemeester. Wat later, aan de voet van het standbeeld, poseren lachende Japanners terwijl ze hun vlaggetjes omhoog houden zoals Lady Liberty haar toorts. In de dame mogen er nog geen bezoekers. Niemand van de Amerikanen, Fransen, Nederlanders, Chinezen of Britten rond mij blijkt dat erg te vinden. De cafetaria kan er maar wel bij varen. Het is nog maar halfelf en aan alle tafeltjes worden al gretig hamburgers, friet en cola binnengespeeld. Terug in Battery Park staat een rij van vierhonderd mensen te wachten voor de volgende overzet. Een normale dag, zou je bijna denken.

Jacqueline Goossens vanuit New York

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content