Vaak grimmige maar o zo mooie werelden op papier, schept François Schuiten, tekenaar van onder andere de stripreeks ‘De duistere steden’. Een veel lieflijker universum vinden we bij zijn broer Luc, een architect die droomt van een groene toekomst.

François Schuiten : ” We komen uit een nest van architecten. Vader was architect, mijn zus en haar man zijn het ook, en mijn broer Luc.”

Luc Schuiten : “Vader ontwierp huis en tuin altijd samen, als één geheel. En moeder had een passie voor de natuur. Mijn werk aan een ecologische leefomgeving is dus een soort synthese van de twee.”

“Tegenover De duistere steden van François staan mijn ‘steden van het licht’. Daar waar François verhalen vertelt, wil ik dat absoluut niet. Ik wil een boodschap overbrengen, een beeld van een mogelijke toekomst schetsen. Kunstenaars moeten niet de hele tijd de slechte kanten van de maatschappij benadrukken, maar er effectief iets aan doen : tonen wat zou kunnen zijn als we er samen onze schouders onder zetten. Ik ben dan ook een product van ’68, twaalf jaar ouder dan François.”

“Professioneel teken ik vaak met de computer. Voor een architect is dat een zeer handig en precies hulpmiddel. Maar voor mijn communicatie met het grote publiek gebruik ik potlood en papier : dat is veel picturaler, heeft meer expressie, zeggingskracht, de atmosfeer is belangrijker.”

François : ” Je zou toch niet willen leven in de wereld die je zelf tekent, zeggen mensen me vaak. Alsof ik dat zou willen ! Dat is Luc zijn sector. In zijn universum zou ik wel willen leven. Ik heb soms zin om een wereld te tekenen die me bang maakt maar tegelijk ook fascineert en verwondert. Al ben ik ook wel een beetje bang van de uniformiteit van Lucs wereld.”

Luc : “Uiteraard. Een hele stad van alleen maar Horta zou ook vreselijk zijn. Wat interessant is, is diversiteit, eclecticisme.”

François : “Maar dat is dan weer moeilijk te tekenen. Het wordt een chaos. Het is veel gemakkelijker steden te tekenen in één stijl. Zoals bijvoorbeeld Urbicande of Xhystos in mijn strips. Waar je dan ‘urbatecturale’ brigades hebt die alles komen controleren op uniformiteit. Sommige sterarchitecten doen dat trouwens echt : ze leggen contractueel vast dat er aan hun werk niets mag veranderen, tenzij met hun goedkeuring. Ze volgen met argusogen de kleinste wijziging die de eigenaars aanbrengen. In hun eigen interieur !”

François : ” Luc is een echte utopist. Maar soms moeten we effectief ook ver in de toekomst durven kijken, de lat hoog leggen. Het is een manier om onze geest te bevrijden, met een wit blad te beginnen.”

Luc : “Utopist is voor mij een eretitel. In 1960 was een reis naar de maan nog een grote utopie. Maar door er genoeg middelen tegenaan te gooien, werd het gerealiseerd.”

François : “Utopieën zijn noodzakelijk, ook al worden ze niet gerealiseerd. Ze zorgen voor vooruitgang. In het denken, in de technologie. Alles komt in beweging dankzij utopieën. Het vreselijkst is om er geen te hebben.”

Luc : “Dan blijven we achter zonder toekomstproject. Zoals nu. We gaan vooruit aan een fenomenale snelheid, maar niemand weet waar we naartoe gaan. De toekomstbeelden die ze ons voorschotelen, zijn altijd catastrofaal.”

“We moeten de natuur weer in het centrum van het debat plaatsen. De planeet heeft zich altijd biologisch ontwikkeld. Pas vrij recent in onze geschiedenis zijn we gaan denken dat we een toekomst kunnen bouwen enkel op industrie en technologie. Nu beginnen we ons te realiseren dat dát de echte utopie is : geloven dat we eindeloos kunnen doorgaan zoals we bezig zijn, terwijl we meer consumeren dan de planeet produceert. En dus zegt men nu : we weten dat we halsoverkop naar de afgrond snellen, maar we hebben een plan… We gaan een beetje minder snel richting afgrond rijden. En dat is het dan ! Terwijl we eigenlijk een scherpe bocht moeten nemen om niet tegen de muur te knallen.”

“Neem nu de auto-industrie. De overheid maakt aanzienlijke middelen vrij om die te redden. Om auto’s te blijven produceren die compleet krankzinnig zijn. Ga maar eens na : een auto weegt tien keer meer dan datgene wat hij vervoert, en een benzinemotor heeft een rendement van 10 procent. Tel dat op en je komt aan een totaal rendement van ongeveer 1 procent. En daarvoor vervuilen we ons milieu en verbruiken we in nog geen twee eeuwen tijd alle aardolie, waar de planeet miljoenen jaren over heeft gedaan om ze te produceren. En tegen de komende generaties zeggen we : sorry, alles is op, zoek nog maar wat bruikbaars tussen ons afval. Is dat nu een plan ?”

“We moeten zwaar investeren in biomimicry ( een natuurlijke, milieuvriendelijke manier om materialen en energie te produceren, de ruggengraat van Luc Schuitens toekomstvisie). Een spin maakt een draad die zo sterk is als staal, met alleen haar lichaamsenergie en zonder afval. Dat is het soort processen dat we onder de knie moeten krijgen. En ons toeleggen op duurzame ontwikkeling : niet alles afbreken en weer opbouwen maar onze omgeving gestaag omvormen, in een welbepaalde richting. Dat is de beste garantie tegen grote fouten.”

François : ” Ik ben bang van een wereld die bedacht is op één manier, ik geloof niet in een eenduidige oplossing. Daarom laat ik in mijn strips ook zien wat er gebeurt als er één idee is dat ontspoort. Wat me bijvoorbeeld aantrekt in Brussel is de chaos. Het onwezenlijke, absurde creëert verhalen. Dat is heel opwindend materiaal voor mij. Wat me dan weer stoort, is haar zelfdestructie : in de loop van haar geschiedenis vergat de stad vaak haar eigen verleden en ging voor de radicaalste, vreselijkste beslissingen.”

Luc : “Terwijl er net nu in Brussel nauwelijks nog een beslissing genomen kan worden. Loodzware politieke structuren zorgen ervoor dat er altijd een consensus moet zijn, zodat er uiteindelijk steeds gekozen wordt voor de banaalste oplossing.”

François : “Ze hebben een blinde machine gebouwd.”

Luc : “Ze modderen maar wat aan en komen op die manier tot zoiets als de Europese gebouwen, waar compleet geen visie achter zit.”

François : “Heel de Europese wijk is een urbanistische aberratie, iets waar uiteindelijk niemand tevreden mee is. En de absurde mechanismen achter dat soort van totale ontsporingen probeer ik in mijn stripverhalen bloot te leggen.”

“Het ‘Belgisch compromis’ heeft voor ons land zeker ooit een grote waarde gehad en zorgde ervoor dat we altijd wel een oplossing vonden, ondanks onze verschillen. Maar nu zien we dat dit mechanisme leidt tot een complete inertie. We zijn aan het einde gekomen van een systeem dat helemaal is geblokkeerd, en Brussel bevindt zich in het hart van dat systeem. Steden als Antwerpen, Gent en zelfs Luik zijn nu veel daadkrachtiger. Maar goed, Brussel is altijd een beetje een monopoliespelletje geweest, iedereen heeft zich goed geamuseerd met die stad : ‘Ik verkoop de Wet-straat en daarna ga ik ergens anders wonen.’ Maar op een dag zullen we dit land toch moeten heruitvinden. En dat gaat interessant zijn. Gaan we er om te beginnen al toe in staat zijn ?”

“Aan de andere kant zie je in Brussel dan weer een enorme creativiteit. Talloze vormen van expressie die met elkaar in contact komen, zich vermengen.”

Luc : “En dat komt door de mengelmoes die deze stad is. Hoe groter de diversiteit, hoe groter het aantal nieuwigheden dat daaruit voortkomt. Getto’s leiden tot steriliteit.”

De expo ‘ Vegetal City’, Luc Schuitens spraakmakende visie op een groene toekomst voor de stad, loopt nog tot 30 augustus in het Brusselse Jubelparkmuseum.

François Schuiten is een van de striptekenaars die deelneemt aan de tentoonstelling ‘ Belgisch stripverhaal : een kruisbestuiving’, tot 30 juni in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel.

Door Jan Haeverans Foto’s Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content