Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Voor hem blijft het een raadsel.

Waarom willen vrouwen alleen maar klassieke tassen ?

De frustraties van een tassen-ontwerper.

LENE KEMPSFOTO : LIEVE BLANCQUAERT

Toen Lorenzo Lebon zes seizoenen geleden met een designer-tassenkollektie startte, was hij ei zo na de enige. Lieve Van Gorp was er nog, maar die heeft nu de rangen van de mode-ontwerpers vervoegd. Dus moet hij de baan breken, aan de weg timmeren, de voorloper zijn. Dat is dertig verkooppunten (in binnen- en buitenland) later, nog steeds geen makkelijke positie.

In het begin kondigde hij net als Lieve Van Gorp aan dat accessoires slechts een vertrekpunt waren, een visitekaartje dat hem moest helpen later een kledingkollektie te lanceren. Een erg marketinggerichte gedachte vonden we toen, iets wat hij nu wil weerleggen. “In de mode moet je weten aan welke kant van de barriĆØre je staat : de commerciĆ«le of kreatieve. Ik wilde toen aangeven dat ik niet de miskende artiest op de zolderkamer wil zijn, maar dat ik rekening hou met de eisen van de markt. Het gaat me niet om zonder meer mooie vormen maken, ik wil ze ook verkopen. Dat betekent niet dat ik toegevingen doe. Ik blijf trouw aan mijn eigen stijl. “

Hoe staat het met je plannen om een kledingkollektie te beginnen ?

Lebon : Ze zijn er nog steeds, maar ik ben er niet klaar voor. Tassen fascineren me meer dan ik had verwacht. Elk seizoen ontdek ik nieuwe mogelijkheden. Pas als ik voel dat de accessoires goed gevestigd zijn, begin ik aan kleding. Ook in de kleding zou ik bij leer blijven. Het klinkt een beetje morbide, maar ik zou er de nadruk op leggen dat het om een dierehuid gaat die je dicht op je huid draagt. Leren kleding heeft iets primitiefs en dierlijks, dat wordt vaak vergeten. Ik weet ongeveer hoe ik dat koncept wil uitwerken, maar wil er voorlopig niets over kwijt want een goed idee wordt in de mode vaak gepikt.

Ook in je tassen laat je het materiaal voor zichzelf spreken.

Lebon : De vorm vloeit voort uit de materie. Je moet de eigenheid van het materiaal benadrukken. Als ik linnen gebruik, zal ik het niet geel verven maar laat ik het “patattenzak-achtig”. Bij leren tassen blijven de randjes onafgewerkt en het materiaal ruw korrelig. Ik vind het basismateriaal te belangrijk om te verbergen.

Hebben de klanten en winkels gereageerd zoals verwacht ?

Lebon : In het buitenland heb ik de winkels die op mijn verlanglijstje stonden. Chicago, Milaan, Tokyo. Dat zit wel goed. In eigen land loopt het anders. Ze staan weigerachtig tegenover extreme tassen. Zelfs een avant-garde zaak als Stijl verkoopt het klassieke Il Bisonte. Een vooruitstrevende winkel als XSO in Antwerpen zei me dat ik te ver ging in mijn kreaties. Als zij het al vinden ! Met andere zaken werk ik goed : Profiel in Leuven en Hot Couture in Gent bijvoorbeeld hebben geen problemen met het produkt.

Het is een kwestie van instelling. Van een accessoire verwacht men dat het letterlijk bijkomstig is, diskreet en onopvallend, een basic. Terwijl het zulke prachtige objekten zijn. Ik ben niet het genre ontwerper dat vindt dat je een tas op een voetstuk moet zetten, om ernaar te kijken. Ze is en blijft funktioneel. Maar bijkomstig ? Zeker niet. Essentieel.

Zelf koop ik ook klassieke tassen. Je gebruikt ze dagelijks en dus wil je niet dat ze opvallen, want dan word je ze snel beu.

Lebon : Klinkt logisch, maar toch klopt het niet. Vergelijk eens met kleding. Als je een pakje van Margiela koopt, dan ga je daar toch niet in joggen. Je draagt het enkel op gepaste gelegenheden. Maar een tas wordt elke dag meegezeuld en volgepropt. Welke vrouw heeft bijvoorbeeld nog een avondtasje ?

En dan dat verdomde A4-formaat ! Je kan om het even wat produceren, als er maar een filofax en een tijdschrift inkan. Ik hƩb A4-formaten, maar ik ontwerp ook ronde en driehoekige dingen. Ik merk dat vrouwen erdoor aangetrokken worden, ze hangen ze aan hun arm, betasten ze en wat doen ze uiteindelijk ? Ze proberen er hun filofax en tijdschrift in te proppen. Ik vertel hen dan dat niet elke tas een werktas is, misschien kan je wel een restaurant-tas of uitgaans-tas gebruiken, maar dat gaat er niet in.

De grote suksessen zijn klassieke tassen : Gucci, HermĆØs, Vuitton, Delvaux. Prada is misschien de enige moderne designer-tas.

Lebon : Nu ja, modern. Ze gebruiken nylon. Wat vorm, betreft zijn ze niet erg vernieuwend. Typisch geval van A4-fixatie. Het sukses van de grote klassiekers is weer iets anders. Die tassen zijn een pak duurder dan de mijne en richten zich tot een ander publiek. Maar het blijft vreemd. Een jong en modern meisje zal naar een Kelly-tas van HermĆØs verlangen of een namaak-Chanel kopen. Waarom geen avant-garde ontwerp ? De kledingsmaak is veranderd, die voor tassen niet.

Misschien is het een kwestie van evenwicht. Bij speciale kleding wil je niet nog eens een extra-opvallende tas.

Lebon : Ik zie het anders. Een designer-tas kan kracht geven aan eenvoudige kleding. Het is gewoon een manier om de zaken te bekijken en vandaag is dat : kleding komt op de eerste plaats, dan schoenen, dan een hoed en uiteindelijk heb je nog een tas nodig. Hoewel dat het stuk is dat je het meest intensief gebruikt. Vroeger hoorde bij een nieuwe outfit een nieuwe tas, dat was gewoon zo.

Ik maak me sterk dat het een kwestie van tijd is. Het heeft ook even geduurd voor hoeden weer ingeburgerd waren. VĆ³Ć³r Elvis Pompilio of Christophe Coppens dacht niemand eraan een hoed te dragen. Iemand moet de weg vrij maken. En voor de tassen moet ik dat blijkbaar helemaal alleen doen.

Misschien vindt men je prijzen te hoog.

Lebon : Ze gaan van 4000 tot 16.000 frank. Vergeleken met wat vrouwen uitgeven aan kleding is dat niet buitensporig. Vergeleken met andere designer-tassen ook niet. Ik heb geen gigantische winstmarges. Ten slotte is het basismateriaal niet goedkoop en het is allemaal handwerk. De mensen zijn goedkope produkten gewend en hebben geen benul meer van kwaliteit en ambacht. Ze betalen enkel nog voor een gekende naam of statussymbool.

Als ik mij moet aanpassen aan die burgerlijke smaak, dan is het voor mij niet langer interessant. Maar ik denk aan andere oplossingen.

En die zijn ?

Lebon : Ik denk eraan een kleine kollektie dure en exclusieve stukken te kombineren met een reeks simpele basics. Ik denk aan een eigen winkel. Ik heb nog massa’s plannen.

Welk lot wens je een oude Lebon-tas toe : de voddenmarkt of het museum ?

Lebon : Ik zou me met beide kunnen verzoenen. In een museum wordt ze bewonderd om haar vorm. Op een markt wordt ze ontdekt, gestreeld en gekocht. Dat zie ik wel zitten.

Lorenzo Lebon, tel. (02) 734.26.71.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content