LOREENA McKENNITT Mijn carrière is een excuus om te leren
Er zijn weinig artiesten van wie het artistieke en het privé-leven zo gracieus in elkaar overvloeien. Loreena McKennitt groeide op in een achterhoek in Canada, maar toen ze hoorde dat ze Ierse en Schotse voorouders had, begon ze een queeste naar haar Keltische wortels en keek ze niet meer achterom. Haar muziek is zoals ze die onderweg ontmoette : zweverig Iers of zwierig oriëntaals. Jacky Huys
Ze las boeken en volgde paden. Ze trad letterlijk in de voetsporen van haar verre voorgangers in Ierland, Spanje en Marokko. Ze zette teksten van Shakespeare op muziek en van middeleeuwse monniken die hun leven lang teksten kopieerden. Plaat na plaat merkte ze dat de zoektocht in haar verleden een zoektocht is naar zichzelf.
In april ’94 ontmoette ik Loreena McKennitt voor het eerst. Ze had net The Mask and Mirror gemaakt, haar vierde, en ze was daar nogal trots op. Ik vroeg haar of ze zich nog kon herinneren wat haar in de richting van muziek geduwd had. En ze zei : ?Ik stel me voor dat ik een opera heb gezien, toen ik nog een kind was. Maar ik had geen enkele ambitie in die richting. Op school blonk ik uit in sport en als ik daar niet bezig mee was, dan was ik uren aan het zwerven door bossen en weiden. Ik kom ook uit een volslagen amuzikale familie : mijn vader was veekoopman, mijn moeder verpleegster. Verder was er een muzieklerares, die ook operettes componeerde, maar die ik me vooral herinner vanwege haar onblusbare fantasie. Ze maakte een onuitwisbare indruk op jonge meisjes als wij, en ik denk dat het haar schuld is dat vijf, zes van ons uiteindelijk in de muziek terechtgekomen zijn.
Pas toen ik al een behoorlijke tiener was, ben ik in de ban geraakt : Noord-Amerikaanse folk, Joni Mitchell, Leonard Cohen, Peter, Paul & Mary. Toen ik naar Winnipeg verhuisde, werd ik lid van een folkclub waar veel leden van Schotse, Welshe en Ierse afkomst bleken te zijn. Ze speelden die muziek en brachten ook elpees mee van mensen als Alan Stivell of Planxty, en ik kon daar geen weerstand tegen bieden.?
Speelde jij toen zelf ook traditionele folk ?
Loreena McKennitt : Pas toen ik in die club lid werd. Daarvoor wist ik niet eens wat traditionele folk was en had ik nog nooit van kelten gehoord. Als ik meedeed aan zangwedstrijden gaf ik me wel altijd op in de categorie folk en niet zonder succes, maar ik wist niets van de geschiedenis af. Mijn hele carrière en leven heb ik me eigenlijk vooral door mijn instincten laten leiden. Ik heb tien jaar klassieke piano gestudeerd en vijf jaar klassieke zang en ik werd er gek van : ik had het gevoel dat ik in het leger zat en dat elke vorm van creativiteit moest gesmoord worden.
Het is, qua carrière, relatief snel gegaan. Heeft dat te maken met het feit dat je van bij het begin je eigen platenbaas bent geworden ?
Mijn carrière heeft een organisch pad gevolgd. Ik had in het theater en de musical gewerkt, maar ik voelde me nooit goed omdat ik het niet kon hebben dat anderen mijn lot bepaalden. Audities, onzekerheden, een week in een club hier, een productie van drie maanden daar : ik werd het op de duur strontbeu. Toen ontdekte ik de harp, de Keltische muziek én het boekje Hoe Maak Je Je Eigen Plaat. Dus heb ik 10.000 dollar geleend van mijn familie en in een week tijd mijn eerste plaat opgenomen. Toen vroeg ik de technicus waar ik cassettes kon laten maken van mijn mastertape, en die deelde ik uit aan vrienden. Ik besefte dat ik podiumervaring miste en dus ging ik op straat in Toronto spelen, waarbij ik ook mijn cassettes te koop aanbood. En ik merkte heel snel dat nogal wat mensen geïnteresseerd waren en dat ze er zelfs in platenwinkels naar gingen vragen. Platenwinkels contacteerden me, ik had er geen flauw benul van hoeveel ik voor die dingen moest vragen.
Maar het werkte ?
Ik verdiende zoveel dat ik in ’87 een tweede plaat kon opnemen. Geleidelijk aan ben ik dan een groep gaan verzamelen, maar ik ben ook op straat blijven spelen. Eind ’89 bleek dat ik van m’n derde elpee 35.000 stuks had verkocht en werd ik benaderd door multinationals. Maar ik was niet echt happig, want ik maakte cd’s voor twee dollar die ik bij concerten verkocht voor twintig dollar : nettowinst achttien dollar. Dat waren condities die platenfirma’s me niet konden of wilden geven. De Warner-groep is uiteindelijk het dichtst in de buurt gekomen.
Met je eerste door Warner verdeelde cd, ?The Visit?, is je grote queeste echt begonnen.
De pan-Keltische geschiedenis als springplank, ja. Met ?The Mask and the Mirror? ben ik geografisch nog een stuk verder gegaan. Ik had in het begin geen enkel besef van waar ik zou uitkomen, ik wist alleen dat ik moest vertrekken bij dat ene beeld waar ik allang mee rondliep : een avondmarkt ergens in Spanje. Dus ben ik Spaanse geschiedenis beginnen studeren en heb ik gevonden dat er rond de vijftiende eeuw drie religies waren in dat land : de christelijke, joodse en islamitische. En wat me nog het meest verbaasde, was het gemak waarmee deze drie godsdiensten vredevol naast elkaar leken te kunnen bestaan. Daarnaast vond ik ook uit dat Spanje in die tijd een enorme invloed had op de manier waarop de westerse beschaving zich ontwikkelde : astronomie, wiskunde, literatuur, muziek, kunst in het algemeen. Wat me altijd het meest gefascineerd heeft is religie, filosofie, spiritualiteit, theologie. Hoe evolueert een simpel religieus besef bij een kind tot indoctrinatie ? Wat is god ? Wat heeft spiritualiteit met religie te maken ? Waarom is het katholicisme in pakweg het zuiden van Georgia zo verschillend van het katholicisme toen Christus nog leefde ? En van zodra ik daarmee bezig was, kreeg die plaat, dat concept, meteen vorm. Ik ben me dan gaan verdiepen in het Moorse element, waardoor ik naar Marokko moest reizen. Het was tijdens de ramadan en ik heb hoogstens een rudimentaire introductie gekregen in de islam, maar ook dat heeft mijn ogen geopend.
Heb je er ondertussen antwoorden door gekregen op De Grote Vragen van het Leven ?
Nee, ik heb hoogstens enkele simpele, hoogst persoonlijke conclusies getrokken. Ik zie bijvoorbeeld dat de mensen nood hebben aan spiritualiteit in hun leven. De georganiseerde religies zijn bedoeld als een tegemoetkoming aan die nood, maar het is fout gegaan op het moment dat in die organisaties machtsmisbruik en manipulatie zijn binnengeslopen. Ikzelf ben spiritueel en ik haal al mijn innerlijke kracht uit de natuur en uit de natuurlijke orde der dingen. Maar ik besef : er zijn altijd veel meer vragen dan antwoorden.
Spiritualiteit was veel puurder voor kerken en politieke partijen er een patent op namen.
Natuurlijk. Toen er nog mystiek bij was. Ik heb altijd nogal wat gevoeld voor de soefi’s (aanhangers van mystisch-ascetische richting in de islam die naar het pantheïsme overhelt, red.), maar ook die zijn merkwaardig geëvolueerd. Soefi’s vinden niet van zichzelf dat ze een godsdienst vertegenwoordigen, maar dat ze godsdienst zijn. Religies ontstaan altijd dicht bij de natuur, maar drijven daar steeds nadrukkelijker van weg. De prechristelijke iconografie en symbolisme verwijzen bijvoorbeeld naar eenhoorns, de indianen van Noord-Amerika gebruikten natuurelementen in hun kleren, maskers, totempalen. In het beste geval blijft zo’n godsdienst bij de natuur staan en kunnen volgelingen nog altijd ondersteboven zijn van, pakweg, de lente en het daarmee gepaard gaand gevoel van herboren worden. Ik ben bang dat de moderne mens het gevoel verloren heeft om verbaasd te worden door de natuur. Ik heb vastgesteld dat de mensen die meest met spiritualiteit bezig zijn ook het creatiefst zijn. In het Westen zegt men gemakkelijk dat moslims fundamentalisten zijn, maar da’s onzin : je hebt extremisten binnen de katholieke kerk in Amerika vooral en je hebt extremisten in de folkmuziek.
Ben je een beetje razend als mensen zeggen dat jij new-agemuziek maakt ?
Ik begrijp het alleen niet goed. In Canada is er geen sprake van : daar heeft men mijn carrière vanaf het begin gevolgd en weet men wie ik ben. In Amerika is er af en toe iemand die de vraag stelt of ik new age ben, maar in Europa is er alleen af en toe iemand die het niét vraagt. Ik word alleen kwaad als men onder new age ?passieloze achtergrondmuziek? verstaat, want die maak ik pertinent niet. Een platenfirma wil dat een plaat in de Billboard-hitparade komt en dan moet je kiezen in welk genre. World ? New age ? Ze doen maar.
Ik had het gevoel dat het interview toen nog niet af was. Ik heb het uitgeschreven, maar niet gepubliceerd. Bijna vier jaar later ontmoeten we elkaar weer, in Amsterdam deze keer. Ze heeft een vers opus klaar, The book of secrets, dat eindigt met het aangrijpendste dat ze ooit gemaakt heeft : Dante’s prayer. Sinds onze vorige tête-à-tête is ze eerst nog uitgebreid op tournee in Europa gegaan en in de zomer van ’95 is ze met de research begonnen van ?The book of secrets? : een maand in Italië, dan naar Japan, daarna heeft ze op de Transsiberië Express gereisd en is ze beginnen schrijven, tot ze in maart vorig jaar de studio is ingetrokken. Ze heeft die pas in mei van dit jaar weer verlaten.
Laat je het leven nog altijd op je afkomen ?
Je pakt je valiezen, je gaat naar de luchthaven, je beslist een locatie te kiezen in mijn geval Italië en wat daarna gebeurt, is onvoorspelbaar. Ik heb er een pak boeken gekocht en ik heb er kennisgemaakt met een professor in de archeologie die bezig was een begraafplaats van de Etrusken bloot te leggen. En van het een komt het ander : ik gooi een net uit en na een tijdje kijk ik wat erin zit. Ik zie mijn platen als het auditieve equivalent van de reisverhalen van Paul Theroux of Bruce Chatwin. Ik verwijs graag naar de uitspraak van Lao Tse : ?Een goed reiziger heeft geen vastomlijnde plannen en heeft niet de bedoeling aan te komen.? Het gaat er mij om mensen en culturen te ontmoeten en ergens lang genoeg te blijven om onder de huid te raken. Natuurlijk ben ik geïnteresseerd in de Keltische geschiedenis, in architectuur, in urbanisatie en milieu, maar ik wil vooral dat het leven op me afstormt, ja.
Heb je ondertussen al door dat deze hele zoektocht niet naar het Keltisch erfgoed is, maar naar jezelf ?
Er is niet de minste twijfel dat je erg veel over jezelf te weten komt als je reist. En mijn hele carrière is eigenlijk maar een excuus om van alles te leren over dingen die mij fascineren. Op je eentje reizen is een hoogst explosief mengsel van onschuld en kwetsbaarheid, dat voor een creatief artiest een essentieel onderdeel van zijn werk is. Dit gezegd zijnde zijn er ook louter objectieve redenen te geven waarom reizen goed is : Noord-Amerikanen en Canadezen hebben niet dezelfde intellectuele standaard als Europeanen, hun opvoeding wat betreft geschiedenis en cultuur is eigenlijk onbestaand in vergelijking met die van jullie. Als je dat dan naast de vaststelling legt dat de Verenigde Staten het machtigste land is en dat Canada een van de welvarendste en rustigste naties in de wereld is en dat geen van beide ook maar enige interesse heeft in de rest van die wereld, dan kan ik daar eigenlijk niet inkomen. Ik maak er een erezaak van. Een voorbeeld : Canada heeft zijn kernreactoren tien jaar vroeger opgedoekt dan overeengekomen was. Op zich juich je dat toe. Maar daarna vraag je : ?Waarom ?? En dan vind je uit dat Canada die afgedankte reactoren aan China en Turkije verkocht heeft. En als Canadese wereldburger kom ik dan in opstand.
De vorige keer leek je oppervlakkig met soefisme in contact te zijn gekomen : da’s een van de thema’s die je op de nieuwe plaat hebt uitgewerkt.
Hoe kun je een ziel gezond maken en gezond houden : ook dat is een van de levensvragen waar ik mee zit. Hoe meer ik met de leer van de soefi’s bezig ben, hoe meer ik voel dat zij daar verstandige dingen over te zeggen hebben. Veel mensen associëren soefi’s met moslim-fundamentalisten, maar volgens sommige historici bestonden zij al van voor de islam en was Jezus eigenlijk een soefi. Ik zou alleen willen dat ik meer tijd had om hun leer te bestuderen. Als dusdanig moet je dus niet proberen mijn teksten als lessen te beschouwen : het zijn hoogstens discussienota’s. Zo van : ik ben geen autoriteit in deze materie, maar misschien hebben de mensen hiermee iets om over na te denken. Als mensen naar me willen luisteren terwijl ze stofzuigen of een bad nemen : fijn. Als ze me als een soort katalysator zien : even fijn. Buiken kunnen honger hebben, geesten ook. Ik merk dat steeds meer mensen lak beginnen krijgen aan de spitstechnologische maatschappij en dat ze steeds nadrukkelijker op zoek gaan naar die onzichtbare, sterke, onontkenbare krachten van de ziel, de geest, het instinct. Ik ook, en het soefisme zie ik daarbij als een interessante leraar, een methode, misschien zelfs een filosofie, maar niet als een godsdienst.
Heeft je zoektocht jou een evenwichtiger, wie weet zelfs gelukkiger vrouw gemaakt ?
In veel opzichten wel, ja. Mijn zoektocht heeft een aantal verwachtingen ingelost, een aantal theorieën bevestigd en dus een aantal witte vlekken in mijn leven ingevuld. De mensen hebben uiteindelijk zo’n kleine en universele behoeften. Maar anderzijds ben ik niet volkomen gelukkig omdat mijn medaille ook een ommekant heeft : door zoveel te reizen heb ik eigenlijk geen huis, geen anker meer. Sinds 1991 leef ik in hotels, restaurants en luchthavens. Het heeft een slopend effect gehad op mijn relationeel leven : als ik mijn vrienden nog eens zie, dan is het in hotels, restaurants en luchthavens. Vandaar dat ik gezegd heb : ik breng ?The book of secrets? uit, ik praat er met een paar mensen over en uit. Ik zou twee, drie jaar kunnen toeren op basis van de plaat, maar ik doe het niet : ik wil een jaar rust, herbronnen, mijn familie en mijn vrienden weer leren kennen, deel uitmaken van een kleine gemeenschap.
Je hebt je werkstuk ?The book of secrets? genoemd.
Da’s de titel van een hoofdstuk uit een boek dat ik onlangs gelezen heb : Science and the Secrets of Nature. En dat deed een belletje rinkelen : er zijn nog zoveel geheimen in de wereld. De soefi’s hebben het daar ook vaak over : het zichtbare en het onzichtbare. Er zijn nog zoveel onopgehelderde elementen over onszelf, zoveel capaciteiten in ons die liggen te wachten op de juiste katalysator.
Ik ben de laatste tijd zelden zo ontroerd geweest als door de slottrack van ?The book of secrets? : ?Dante’s Prayer?.
Eind ’95 had ik zoveel research gedaan dat ik mijn gedachten eens op een rij wou zetten, mijn bevindingen laten insijpelen, een week ergens op mijn eentje zitten zonder telefoon of fax of zelfs mensen om me heen. En dus dacht ik : als ik nu eens de Transsiberië Express zou nemen ? Maar wat ik ervaren heb, was absoluut niet wat ik verwacht had. Ik was vooral ondersteboven van de absolute desintegratie waar die immense natie onder te lijden heeft. Dat wantrouwen in elkaar, die hopeloosheid ook, ik vond dat verwarrend. Ik was van plan geweest om gewoon in mijn coupé te blijven zitten met mijn boeken Dante’s Inferno onder andere en geschriften, maar ik kon me niet concentreren : mijn aandacht werd constant weggezogen naar alles wat zich rondom mij afspeelde. Op de duur vloeide dat in elkaar over : wat Dante schreef over de condition humaine en wat ik in Siberië voor mijn ogen zag gebeuren.
Sommigen durven beweren dat je ?helemaal hoofd en geen gevoel? bent in je werk.
Wat kan me dat schelen ? Ik heb nog nooit muziek gemaakt met een afzetmarkt in mijn achterhoofd. Ik doe alleen wat ik zélf interessant vind. Mijn platen zijn documenten van wie ik op een moment in mijn leven ben. Als men mee wil gaan, dan doet men dat op zijn eigen voorwaarden : ik ken mensen die geen snars willen weten van de thema’s waar ik het over heb, maar die alleen die serene auditieve atmosfeer willen ondergaan. Waarom niet ? Ik zie mezelf helemaal niet als een intellectueel. Ik kan de indruk wekken een academicus te zijn, maar ik heb nauwelijks de middelbare school uitgedaan. Een autodidact, ja, een boekenwurm, ja, een gewone vrouw die haar weg zoekt in het leven, ja, maar geen brein en niet in het bezit van de antwoorden.
?The book of secrets? van Loreena McKennitt is verschenen bij Quinlan/WEA.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier