loopjongens van Raf Simons

Raf Simons kaapt zijn modellen niet weg bij grote bureaus in Milaan en Parijs, wel op Pukkelpop of aan de kassa van de cinema. Gewone jongens die halsoverkop in een bus naar Parijs belanden en het over één ding eens zijn : dees is graaf, gast.

Yorrick De Leeuw (19), Rumst Student toegepaste informatica in Antwerpen

“Ik ging met mijn broer Jano naar de film in Metropolis toen mensen van Raf ons vroegen of we geïnteresseerd waren om mee te gaan naar Parijs. Dat was toen in de Salle Wagram bij de Arc de Triomphe, meteen heel chic. Ik vond het zelf maar een raar idee, er zijn veel knappere gasten, maar mijn ouders vonden dat ik die kans moest grijpen. De oudere modellen nemen de nieuwelingen meteen onder hun hoede, er is geen concurrentie onder de jongens. Als ik professionele modellen leer kennen, jongens die bij een agentschap zitten, merk ik toch een verschil. Die zijn algauw een beetje verwaand of zo. Als die twee minuten moeten stilzitten bij de schminksters, beginnen ze al te zeuren. In Firenze waren de donkere jongens wel in het voordeel, want met mijn bleke huid kon ik niet in de zon komen. Ik moest in de bloedhete tent in dat park blijven zitten en douchen had toch geen zin. Er was maar water voor vijftien jongens om te douchen en tegen de tijd dat je terug was gelopen, was je opnieuw doorweekt.”

Jano De Leeuw (19), Rumst Student toegepaste informatica in Antwerpen

“Ik heb vorig schooljaar een tijdje industrieel ingenieur gestudeerd, maar de theorie lag me niet zo. In mijn vrije tijd maak ik al een paar jaar websites voor bedrijven als Beemsterkaas en probeer ik meer contacten uit te bouwen. Ik voel me niet bijzonder of zo. Uiteindelijk zit het publiek daar ook niet om naar jou te kijken, maar voor de kleding. De shows van Raf zijn voor mij een kans om op andere plekken te komen, om iets nieuws te leren kennen. Je gaat je een dag amuseren in Parijs en je krijgt er nog vijftig euro voor ook. Als je urenlang in een bus zit en in een file komt te staan, word je wel eens geërgerd, maar niet tegenover de andere jongens. Het is gewoon fun van begin tot einde, heel gemoedelijk. Ik heb met Yorrick ook al enkele keren het defilé van de Antwerpse modeacademie gelopen, en daar gaat het er helemaal anders aan toe. Als je daar een schminkster nodig hebt, kun je beginnen zoeken.”

Florian Tomballe (17), Antwerpen Volgt kunsthumaniora in Antwerpen

“Raf is voor mij in de eerste plaats een lieve gast, allesbehalve pushy, en hij maakt supermaffe kleren. Sommige spullen zou ik zelf nooit aantrekken, zoals die superstrakke broeken. Voor ik voor hem begon te werken, wist ik niet wie hij was. Ik lees die boekjes niet. Waarom hij mij eruit gepikt heeft, weet ik ook niet. Ik heb wel gehoord dat ik er fris, gewoon en een beetje jaren tachtig uitzie. Op de catwalk zie ik er in elk geval serieuzer en ouder uit dan ik echt ben, ook omdat je niet mag lachen. Door dit werk ben ik wel zelfverzekerder geworden. Je krijgt toch aandacht die er anders niet zou zijn, en natuurlijk opmerkingen van vrienden en familie als die ergens een foto hebben gezien. Als een defilé afgelopen is, ben ik altijd een beetje triestig. Die sfeer backstage, met de andere jongens, het team rond Raf, de kleedsterkes, dat kan ik echt missen. Ik kom zelf uit een artistieke familie, dus ik voel me wel thuis in dat milieu. Misschien blijf ik er wel in hangen, als tekenaar of zo.”

Elias Derboven (17), Boechout Volgt Latijn-Wetenschappen

“Ik stond vorig jaar aan de schoolpoort in de Kasteelpleinstraat, toen een meisje me aansprak. Ik had net een examen gehad. Ze stelde zich voor als een medewerkster van Raf. Mijn moeder is zelf ontwerpster bij Bill Tornade, dus die was meteen gewonnen voor het idee. Mijn vader was voorzichtiger. ‘Hoe zit het met de verzekering’, vroeg die. Drie maanden geleden zaten we in totaal 36 uur op de bus van Antwerpen naar Firenze en terug, zonder veel comfort. Maar de sfeer is uniek, alsof we een familie zijn. Sommige jongens zijn nu ook vrienden. Met Florian en Zeno ben ik deze zomer nog naar Parijs gegaan. Het voelt niet als werk. Raf is een normale gast die meteen stopt voor een praatje, als je hem tegenkomt in de stad. Later wil ik ook wel een beetje zoals hem zijn en een job kiezen die ik graag doe, dat ik niet tegen mijn zin hoef te gaan werken. Raf is een durver. Hij gaat voor zijn ideeën, hij zet een beeld neer.”

Boy Kortekaas (21), Antwerpen Begint een opleiding fotografie

“De eerste keer dat ik voor Raf liep, drie jaar geleden, was in het Bois de Vincennes in Parijs. Ik heb hooikoorts, dus ik moest voortdurend niezen. Ik had een catwalk verwacht, maar Raf wilde iets helemaal anders en dus stonden we stil in het bos. Het was een performance, net als de laatste show in Firenze. Eigenlijk zou ik dan liever in het publiek zitten en foto’s nemen. Gelukkig mag ik dat van Raf backstage doen, zolang ik hém maar niet fotografeer. Hij is een zenuwpees, maar hij behandelt ons niet als poppen. Na de stress van de show, is het dikke liefde. Hij zou u zo vastpakken. Raf is ook een klankbord voor mij als fotograaf. Ik heb altijd wel iets in die richting willen doen, maar ik wist niet hoe of waar. Nu ben ik aan de academie in Antwerpen begonnen. Het is echt inspirerend om met hem over beelden te praten. Af en toe gebruikt hij mijn werk ook, in Raf Simons Redux bijvoorbeeld, het boek over zijn eerste tien jaar. Van iemand die alle fotografen kan krijgen, vind ik dat echt chic.”

Benjamin Hartman (20), Olen Nam in juni ontslag als technisch operator

“Ik was zeventien toen Raf me zag in het Zilvermeer in Mol. Hij was zo verlegen dat hij niet eens zelf naar me toekwam. Een medewerker schreef mijn adres op een koekjesverpakking. Ik werk nu drie jaar voor hem, maar daar loop ik niet mee te koop. Ik laat de dingen over mij komen, al is zo’n berg fotografen met tweemeterlenzen en flitslampen wel overweldigend. In juni ben ik met Raf naar de showroom in Milaan gereden, waar journalisten en inkopers uit de hele wereld komen. De Chinezen zijn superbeleefd en bedanken je, maar de Italianen zijn gewoon arrogant. Die zeggen alleen ‘pas dit aan, trek dat aan’ en trekken nog aan je arm ook. Gelukkig is Raf zelf niet veranderd, ook niet na dat contract bij Jil Sander. Niet dat ik die ken. Het stond in de krant en na de laatste show waren er veel journalisten backstage, dus het zal wel iets belangrijk zijn. Snowboarden, zwemmen, voetballen en technofuiven, dat zijn mijn passies.”

Zeno ‘Superbad Spiderman’ Wendelen (17), Antwerpen Eerste jaar audiovisuele kunsten aan de kunsthumaniora

“Ik ben niet snel van mijn stuk, maar toen Raf me vorige zomer aansprak op de Sinksenfoor, dacht ik achteraf toch ‘ graaf, ik ga naar Parijs’. Mijn vrienden geloofden er geen lap van. Zolang ik proefrondjes liep, zonder volk op de tribune, viel alles goed mee. De muziek was leuk, er stonden televisies op de grond, zeer underground allemaal. Maar op het moment zelf hangt er elektriciteit in de lucht. Ook Raf gaat dan helemaal stressen. Een mouw of een das die niet goed zit, hij ziet alles. Nu zijn mijn ouders en vrienden wel trots natuurlijk, maar ik ben niet veranderd. Ik werk in ’t Oerwoud in Antwerpen, ik speel basketbal, hang rond met vrienden, luister naar muziek uit de jaren zestig en zeventig. Raf heeft mooie schoenen, maar ik heb liever All Stars of zo. Die lijken erop en zijn een stuk goedkoper. Later ? Dan ga ik misschien het theater of de film in. Als acteur of achter de camera, daar ben ik nog niet uit.”

Ken Van Ganzen (18), Nijlen Studeert handelsingenieur

“De modewereld is heel anders dan de bedrijven die ik ken van vakantiejobs. Het gaat er allemaal nogal los aan toe, vriendschappelijk. Het komt wel in orde, zeggen ze, en daar moet je dan maar op vertrouwen. Maar daarom heb ik mijn adres juist gegeven aan een van Rafs assistenten op Pukkelpop. Om iets te doen en te zien waar ik anders nooit de kans toe krijg. Ik heb me nooit kunnen voorstellen ooit een modeshow te lopen. Ik ben niet het type dat op een podium springt, ik ben nogal verlegen. Maar bij Raf voel ik me op mijn gemak. We kletsen over groepen als The Prodigy, film of hoe het op school gaat. Hij heeft me wel eens gevraagd of hij mijn hoofd mocht kaalscheren, maar toen ik nee zei, hield hij er meteen over op. Dat vond ik tof, hij respecteert mensen.”

Jonathan Smits (19), Mortsel Doet een jaartje niks

“Ik ben nogal impulsief aangelegd, ik leef van moment tot moment. De eerste keer dat die mensen van Raf een foto van mij maakten, stond ik met een pita in mijn handen in de Kammenstraat, maar ik heb geen seconde getwijfeld. Als je zo’n kans krijgt, zou je gek zijn om nee te zeggen. Zo moeilijk is het ook niet, uiteindelijk loop je elke dag. Je kijkt gewoon strak voor je uit en hoopt dat je niet struikelt. Raf vraagt je ook niet om een hele show op te voeren, je moet gewoon jezelf zijn. Nu vind ik het wel grappig als ik de foto’s zie. Net een echt model. Maar ik heb geen plakboek. Een foto op mijn harde schijf, dat is het. Ik hoef niet per se de mode in. Ik zou graag mijn eigen baas zijn en niet in een of andere sleur belanden. Nu doe ik af en toe een job voor vrienden met een bedrijfje in de podiumbouw, maar wat ik echt zou willen, is mijn eigen café. Dat is het enige waar ik echt voor zou gaan.”

Robbie Snelders (28), Antwerpen Duivel doet al bij Raf Simons

“Ik loop voor Raf sinds 1997. Ik vond het idee maar niks, maar mijn vriendin heeft mij omgepraat. Mettertijd werd ik showroommodel in Parijs, raakte ik bevriend met Raf en na twee jaar ben ik aan de slag gegaan bij Detlef, zijn bvba. Ze noemen mij hier de manager, maar dat vind ik maar niks. Ik zorg gewoon dat de boel draait. Het vinden van de modellen laat Raf gelukkig aan vrienden en kennissen over. Zelf ben ik niet assertief genoeg om op een jongen toe te stappen. Zulke jongens vind je ook spontaan, het zou geen zin hebben om een halve dag op de uitkijk te gaan staan op de Meir. Als we een casting zouden organiseren, kregen we alleen maar Bikkembergs-types. Onze aanpak wordt wel gekopieerd, maar we kunnen gewoon niet met professionele modellen werken. Dat zou niet kloppen met het label. Af en toe is het miserie om al die Antwerpse jongens in Parijs te krijgen en de shows in goede banen te leiden, maar daarin schuilt ook de charme.”

Door Wim Denolf / Foto’s Annick Geenen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content