Hoe begin je aan een oude schuur in een nauwe straat? Architecte Claire Van Biervliet dokterde een boeiende oplossing uit, waardoor het je zelfs ontgaat hoe klein de woning wel is.

Het was ooit een deel van een oude limonadefabriek, amper een fragment, eigenlijk meer een schuur dan een werkplaats”, omschrijft Claire Van Biervliet het oorspronkelijke pand. Bijna het behouden niet waard, maar doordat het een onderdeel is van een interessant geheel en het exterieur best mooie proporties heeft, was er van slopen geen sprake.

Bovendien staat het pand in Brugge, de historische stad met een reputatie. Hoewel ook die niet altijd even stevig is, want hier en daar wordt er wel afgebroken of smaakloos verbouwd. Claire is geen aanhanger van retroarchitectuur en opteert steevast voor moderne oplossingen, maar toch vindt ze dat je bij zo’n verbouwing bescheiden moet ingrijpen. Exterieur is er nauwelijks iets te merken van de renovatie, behalve het venster met de trap, net naast de voordeur.

“Die trap is meer dan een sierlijk grafisch element,” merkt ze op, “daarmee tracht ik het straatleven iets terug te schenken. De straatwand is immers vrij donker, bijna zonder glas, alleen met een paar garagepoorten. Aan dat raam merken de voorbijgangers toch dat er hier wordt geleefd.”

Natuurlijk heeft de trap ook een essentiële functie, want de volledige woonruimte vinden we op de verdieping. Dat kon moeilijk anders, doordat het pandje amper 38 vierkante meter groot is. Beneden is er amper licht, net voldoende voor een douchecel en een slaapkamer. Boven liet de architecte alle dwarsmuren slopen om een grotere ruimte te creëren. Het licht komt nu van overal binnenstromen, via dakvensters, straatvensters, een open achtergevel en een extra venster bij de buur. “We kregen gelukkig de toestemming om ook daar licht te trekken, via een nieuw venster met matglas, zo blijft de privacy van de buur verzekerd. Daardoor krijgt de keuken, onder de trap, wat extra lichtinval.”

Al dat licht circuleert moeiteloos van hoog naar laag. De woonruimte spreidt zich uit over drie niveaus: de mezzanine als bureau of extra slaaphoek te gebruiken, de keuken met de eethoek en de zithoek met het dakterras. “Je kijkt dus van hoog naar laag, omdat ik het in een kleine woning belangrijk vind contact te hebben met alle hoeken. Bovendien zorgt deze perspectief voor extra ruimtegevoel. Je krijgt hier nooit het gevoel opgesloten te zijn, zoals dat wel eens het geval is in een rijtjeswoning met een bescheiden oppervlak.”

Het dakterras is 12 vierkante meter groot en werd gerealiseerd bovenop de garage van een buur. In de zomer is dat terras een onderdeel van de woonkamer. De hoge borstwering beschermt de privacy en laat toch toe een glimp op te vangen van het stadslandschap. Ook andere details, zoals de molenaarstrap, zijn visueel aantrekkelijk en functioneel.

De aankleding van het interieur werd overgelaten aan een vriend des huizes, Pierre Blontrock van het designbureau Patéduchef. Hij verkoos de ruimte niet te overladen met meubelen, precies om het licht niet te hinderen en de drie niveaus duidelijk te laten zien.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content