Piet Swimberghe

Een kleine eeuw geleden werden ze ontworpen, en twintig jaar geleden verschenen ze massaal op onze markt, niet bij de meubelhandelaar maar bij de antiquair. Vandaag zijn Lloyd Loom-meubels opnieuw in trek, en de fabrikant maakt ze nog altijd van papier.

Piet Swimberghe

Samen met het herontdekken van de art deco werden de vooroorlogse Lloyd Loom-zitjes hier populair. Door hun elegant profiel en subtiele kleuren werden ze door iedereen gesmaakt voor zowel klassieke als moderne interieurs. Ondertussen kent ook de producent, de fabriek Lloyd Loom of Spalding, een heropbloei. Het bedrijf draait op volle toeren en verruimde het klassieke gamma met moderne modellen.

Omdat niemand goed wist van welk materiaal de Loom-fauteuils gemaakt zijn, wekten ze van in het begin veel nieuwsgierigheid. Iedereen dacht aan een soort rotan of riet. Maar schijn bedriegt : ze zijn vervaardigd van getwijnd papier en ijzerdraad, vastgespijkerd aan een frame. Het procédé wordt ook door anderen gebruikt, maar nooit zo verfijnd gevlochten als bij Lloyd Loom.

Omwille van het succes worden de meubels van dit merk gekopieerd. Om een echte Lloyd Loom te herkennen, volstaat het een magneet boven het vlechtwerk te houden : die wordt aangetrokken door de ijzerdraad in de kern. Dit materiaal biedt ook vormelijk extra voordelen. Pitriet en rotan hebben een beperkte lengte, waardoor de vlechter rekening moet houden met aanhechtingen. Doordat draden van papier eindeloze strengen vormen, zijn verbindingen zeldzaam. Daarom is bijvoorbeeld de rug van een fauteuil een mooi vloeiende mat zonder onderbrekingen voor steunen.

Hoe dit succesproduct ontstond, is een merkwaardig verhaal. Het is de vrucht van uitvinder Marshall Burns Lloyd. Dus niet van een meubelmaker zoals Michael Thonet. (Beiden hadden wel hun zakeninstinct gemeen en werden rijk met hun massaproduct.) Lloyd, in 1858 geboren in Minneapolis, bracht zijn jongste jaren door als straatventer, en werd vervolgens ober en makelaar. Ondertussen hield hij zich bezig met het uitvinden van allerlei voorwerpen en technieken. In 1890 bedacht hij een verbeterde deurmat, gemaakt van gevlochten ijzerdraad. Met dit idee slaagde hij erin vennoot te worden van een fabrikant in Minneapolis. Voor wie hij ook een nieuw soort bedspiraal ontwikkelde die veel succes had. Daarmee verdiende Lloyd een aardige cent en kon hij de eigenaar uitkopen. In 1900 verwierf hij het bedrijf en stichtte hij de Lloyd Manufacturing. Een paar jaar later verlieten de eerste Lloyd Loom-meubels de fabriek, die ondertussen verhuisd was naar Menominee in Michigan. Eigenlijk waren de meubels geen nieuwe uitvinding, want het procédé om getwijnd papier als alternatief te gebruiken voor het duurdere riet, was al eerder bekend. Maar Lloyd versterkte dit vlechtwerk met ijzerdraad en kon er zo zelfs hele vellen mee maken om wanden te bekleden : een innovatie.

Aanvankelijk legde hij zich niet toe op meubels, maar produceerde hij vooral kinderwagens. Pas in 1922 bracht hij een volledige meubellijn uit. Twee jaar later, het bedrijf draaide op volle toeren, trok hij zich terug om zich enkel nog op uitvindingen toe te leggen. Als filantroop was hij bekommerd om het welzijn van zijn arbeiders. Voor hen liet hij in Menominee onder meer een ziekenhuis, een schouwburg, een warenhuis en woningen bouwen. Hij stierf in 1927 met meer dan tweehonderd uitvindingen op zijn naam.

De Lloyd Loom-meubels werden later ook buiten de States in licentie geproduceerd. De Londense manufactuur Lusty was voor de oorlog de voornaamste Europese fabrikant. Dit meubilair was erg populair in Groot-Brittannië. Het gros van de productie was bestemd voor Britse kolonies. Niet verwonderlijk, omdat Loom-meubels koloniaal ogen én erg praktisch zijn in tropische streken. Het verklaart waarom ze in de jaren dertig overal in hotels en op pakketboten verschenen.

Voor de Amerikaanse fabrikant waren de jaren twintig een gulden tijdperk. In Europa waren de meubels iets later in trek. Lang heeft de belangstelling niet geduurd, want na de Tweede Wereldoorlog werden Loom-meubels minder geapprecieerd. Dat overkwam in die tijd ook het Thonet-meubel. Verschillende Loom-producenten moesten in de jaren zestig de deuren sluiten, ook nadat ze trachtten te overleven met andere producten. In 1982 werd zelfs de fabriek in Menominee gesloten, net toen de oude Loom-fauteuils weer in de belangstelling geraakten. Vandaar de introductie via antiquairs en decorateurs, die het product als eersten herontdekten.

Maar enkele ondernemingen namen in de jaren tachtig vlug de draad weer op en gingen opnieuw Loom-meubels produceren. Precies zoals vroeger : aan de techniek werd niet gesleuteld. Zelfs oude, vooroorlogse modellen worden weer gemaakt. Hun eenvoudige lijn past nog perfect in onze interieurs. Net zoals vroeger wordt voor het frame van het meubel gebogen beukenhout gebruikt, zoals voor een Thonet-stoel. De matten worden werkelijk op een weefgetouw geweven. Voor de bekleding van de ijzerdraad wordt nog steeds bruin inpakpapier aangewend. De assemblage blijft de delicaatste bewerking. Ook vroeger waren de stoelmakers de meest gerespecteerde en bestbetaalde arbeiders op de fabrieksvloer. Net als toen gebeurt de opbouw bij Lloyd Loom of Spalding manueel. Eenmaal uit het assemblage-atelier, is een Loom-meubel nog niet afgewerkt. Daarna wordt alles met verf bespoten en krijgt het meubel zijn typische kleur en patina. Loom bood vroeger een enorm uitgebreid kleurenpalet aan. Daardoor onderscheidt het zich van het klassieke rotan- en rietmeubilair. Bovendien zijn de kleuren verrijkt met berijpte en bedauwde patina-effecten.

In totaal bracht Lloyd Loom 1000 verschillende ontwerpen uit, van zitbanken, theewagentjes, kapstokken, lampen tot en met prullenmanden. Ook de stijl was verscheiden. Er zaten rustieke modellen bij van Victoriaanse inspiratie, en heel modernistische ontwerpen. In de jaren dertig werd het Loom-weefsel zelfs gecombineerd met buismeubels.

Ook de Britse fabrikant Lloyd Loom of Spalding brengt zowel klassieke modellen op de markt als nieuwigheden. Hij laat het moderne meubilair ontwerpen door designer Geoff Hollington, die de Loom-vezel ook combineert met hout en metaal. Voor dit aanbod verwijzen we naar de interieurbeurs Classic VI in de Hallen van Kortrijk (nog tot en met 9 november).

?Lloyd Loom, meubels van gevlochten vezel? van Lee J. Curtis (Van Buuren, Weert, 1195 fr.) : pas vertaald naslagwerk over de diverse modellen, hun afwerking en merktekens. Antieke Loom-meubels zijn uitstekend te dateren aan de hand van papieren etiketten of metalen plaatjes aan de onderkant, door datumstempels zelfs soms tot op de maand nauwkeurig. De stempels werden tot 1952 gebruikt. Het boek wijdt ook een hoofdstuk aan de reparatie van de antieke meubels.

Loom-meubels dragen van oudsher het merkteken op de onderkant. Vroeger werden stukken ook gedateerd.

Zicht op het atelier van Lloyd Loom in Spalding. Aan de fabricage komt nog veel handenarbeid te pas.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content