Het verhaal van Idir Mecibah is begonnen in een duistere smederij, maar bloeit open tussen de skyscrapers van New York.

Geen tien jaar geleden was Antwerpenaar Idir Mecibah gewoon een smid, nu ontwerpt hij meubelen, beelden en lampen. Soms gebruikt hij zelfs geen ijzer meer. In zijn recentste collectie lampen wordt het metaal volledig aan het oog onttrokken door een laagje polyestherhars. Nadat hij afstand heeft genomen van het zuivere smeedwerk gaat het hem voor de wind. Nu breekt hij ook over de grote plas door, waar vooral zijn elegante lichtarmaturen bijval oogsten.

Zijn overzeese verhaal begon wel in de Antwerpse Schutterhofstraat, waar een van zijn kroonluchters in de interieurzaak van Nathalie Van Reeth de aandacht trok van de Canadese architect die een deel van het beroemde warenhuis Bergdorf-Goodman op de 5th avenue in New York aan het herinrichten was. Dat mondde uit in de bestelling van een metershoge lichtkroon voor de hal van de cosmetica-afdeling. Die unieke entree op de Amerikaanse markt legt hem geen windeieren, want van overal waaien er nu bestellingen binnen.

Niet alleen wat Idir ontwerpt, maar ook hoe hij zijn carrière plant, maken van hem een persoonlijkheid. Vooreerst vraag je je natuurlijk af hoe hij aan zijn prachtige naam komt. “Dat is geen artiestennaam, maar gewoon de familienaam van mijn Algerijnse vader. Mijn artistieke broers dragen de naam van mijn moeder, Van Meervelde. Ik vond de naam van vader echter beter klinken, dat is mooi meegenomen.”

Idir had aanvankelijk geen artistieke loopbaan voor ogen. “Ik begon als stalknecht in een manege, omdat ik geen zin meer had om naar school te gaan. Toen ik daar de hoefsmid bezig zag, werd mijn nieuwsgierigheid geprikkeld en besloot ik naar de hoefsmederijschool van Anderlecht te trekken. Maar ik heb er mijn diploma nooit gehaald, omdat ik niet veel snapte van het smeden. Er waren ook te veel leerlingen en eigenlijk zat ik met andere dingen in mijn hoofd. Ik besloot daarna wel om bij een hoefsmid te gaan werken.

Na een tijdje besefte ik dat hoeven smeden weinig creatiefs heeft, dus ging ik naar de avondschool van de Antwerpse academie en weer naar die school in Anderlecht. Zo kwam ik bij Herman D’Haese terecht, de broer van Roel. Hij maakte me iets belangrijks duidelijk: je moet vandaag smeedwerk maken dat morgen antiek wordt. Dat zette me aan het denken. Kort daarna volgde ik een stage in New York bij de beroemde ontwerper Albert Paley. Dat gaf me echt een kick, terug thuis begon ik objecten en meubelen te maken, en een jaar later hield ik mijn eerste tentoonstelling.”

Je kunt de eerste creaties van Idir nauwelijks vergelijken met wat hij nu maakt. Aanvankelijk zag zijn werk er verbazend romantisch uit, met een vormentaal geïnspireerd op de art nouveau. Lang heeft dat niet geduurd, want hij evolueerde al snel naar een vereenvoudiging.

“Zonder minimalistisch te worden,” merkt Idir op, “zelfs mijn grote zitbank, hoewel constructivistisch van stijl, voelt door het materiaal, zacht leder, niet koud aan. Bekijk ook de poten van de tafels, die gehamerd zijn. Daardoor zijn ze niet strak van vorm, maar hebben een trillend silhouet. Dat geeft er een warme, artisanale ziel aan, een duidelijk verschil met industrieel design. Aan dat artisanale herken je bovendien de vingerafdruk van de maker.” Dat vindt Idir zeer belangrijk. Hij mag dan wel kleine onvolmaaktheden appreciëren, toch koestert hij een voorliefde voor constructivistische kunst.

Hij niet alleen, ook de reliëfs aan de muur van zijn broer Manu Van Meervelde verraden een bewondering voor geometrische constructies. Idir maakt zelf ook kleine sculpturen van hout en gips die schatplichtig zijn aan de creaties van Georges Vantongerloo, de beroemde Belg die het constructivisme net voor Mondriaan op de sporen zette. Sommige lampen van Mecibah verraden ook de invloed van de Amerikaanse beeldhouwer Sol Lewitt. Daar doen de strak opgebouwde geometrische lichtkronen eventjes aan denken, maar Mecibah verrijkt de composities op een eigen manier. De lampen krijgen een speciaal patina en sommige exemplaren dragen een bloem: een decoratief accent. Voor een moderne vormgever blijft dat een uitdaging, want versieringen worden in de wereld van de hedendaagse design zelden au sérieux genomen.

Beeldende kunst en meubilair kunnen het best met elkaar vinden, bewijst Idir. Hierin volgt hij Alberto Giacometti die, samen met zijn broer Diego, als smid zowel beelden als meubelen maakte, van ijzer en staff (soort gips). Hun creativiteit stopte dus evenmin bij het zuiver artistieke werk. Na de hype van de conceptuele kunst in het laatste kwart van de twintigste eeuw, zijn we nu misschien weer toe aan een versmelting van architectuur, beeldhouwkunst en vormgeving, waarbij ook ambachtelijke methodes en spitstechnologie met elkaar worden verweven. Zo verlaat Idir stilaan zijn smidse met de bagage van een ambachtsman om zich meer en meer toe te leggen op het ontwerpen van meubelen, beelden en lampen.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content