Verliefd, verloofd, getrouwd, of iets dergelijks. Allemaal goed en wel, maar dan ? In één geval op drie komt er een scheiding van, maar dat betekent ook dat het in twee gevallen op drie levenslang duurt. Wat houdt mensen bij elkaar ?
GRIET SCHRAUWEN
De belangstelling was overdonderend, toen Jürg Willi, een ervaren Zwitserse psychiater, universiteitsprofessor en relatietherapeut, een weekend naar België kwam voor een workshop over de vraag ?Was hält Paare zusammen ?”. Met honderden kwamen ze erop af : therapeuten, artsen, psychiaters en konsoorten. Ze brachten zelfs hun wederhelft mee, en luisterden met rode oortjes naar wat Herr Willi in krom Engels te melden had. Alsof hij een geheim recept had, en de toverformule kwam verklappen die tot duurzame liefde moét leiden. In ’75 schreef Jürg Willi De partnerrelatie : een boek over waarom mensen uit elkaar gaan. Nu, twintig jaar later, schreef hij Duurzame liefde, over waarom mensen niét uit elkaar gaan. Interessant, hoewel het niet helder te noemen is. Het is een moeilijk boek. Niet zozeer door wat er geschreven wordt, maar door de manier waarop. Jürg Willi is dan wel deskundig terzake, maar daarom nog niet taalvaardig, en zeker niet beknopt of overzichtelijk. De vertalers zijn ook psycholoog en therapeut, wat het boek er niet leesbaarder op maakt.
In de tijd dat Jürg Willi De partnerrelatie schreef, werd de teloorgang van het huwelijk voorspeld. In de jaren ’70 waren er dubbel zoveel echtscheidingen als tien jaar tevoren, het aantal huwelijken liep terug, verschijnselen als eenpersoonshuishoudens en samenwonen namen toe. In de tijd van ?niets moet, alles kan” was ontrouw bijna verplicht : trouw was bezitterig, jaloezie ongepast en onvolwassen. Alles wees erop dat het huwelijk als instituut geen lang leven meer beschoren was. Maar de voorspelling kwam niet uit : het huwelijk bleef. Wat wel verdween, en niemand weet precies waarom, waren de communes en het ideaal van het open huwelijk. Er wordt nog steeds enthousiast getrouwd, al eindigt in West-Europa één huwelijk op drie in een echtscheiding, in Amerika zelfs één op twee. Zeven van de tien gescheidenen hertrouwen. Tegen beter weten in, want het risico op een mislukt huwelijk is even groot als de eerste keer.
De afgelopen dertig jaar is er maatschappelijk veel veranderd. Vroeger waren religieuze dwang en sociale controle veel sterker, vandaag is onze samenleving geïndividualiseerd, verbrokkeld en versnipperd. Vrouwen studeren en werken, zijn materieel onafhankelijk. Door de vooruitgang van de geneeskunde kunnen ze zelf bepalen of en wanneer ze zwanger willen worden, en ze baren alleszins minder kinderen dan hun grootmoeders. Vooral jonge vrouwen draaien er hun hand niet voor om uit een ongelukkig huwelijk te stappen en een alleenstaande ouder te worden die de eindjes aan elkaar moet knopen. Door al die ontwikkelingen verloren mannen een groot deel van hun noodzakelijkheid als kostwinner, en zijn de verwachtingen over een partner heel anders dan enkele decennia geleden. Uit onderzoeken blijkt dat de stoere, beroepsgerichte man bij de meisjes uit de gratie is. Ook voor jongens is de ideale vrouw niet in de eerste plaats moederlijk, zorgzaam en invoelend. Beide seksen zoeken nu identieke kwaliteiten bij een partner : die moet teder zijn, begrijpend, attent, enzovoort. Praktische zaken verschoven naar het achterplan, maar bij mannen én vrouwen blijft de behoefte aan een sterke emotionele band. De maatschappij evolueert, maar romantiek is van alle tijden. De hoop om nooit meer eenzaam te zijn, groeit naarmate verbintenissen vluchtiger en brozer worden. Wij blijven hunkeren naar tederheid en geborgenheid, naar onvoorwaardelijke aanvaarding en begrepen worden. Iedereen zoekt ?het geluk”, en droomt ervan dat te vinden bij zijn ?wederhelft”, de andere helft waar Plato het al over had : iemand van wie boze goden ons ooit scheidden, en die we per se willen terugvinden om weer ?heel” te zijn, één wezen, één vlees. ?Niemand bekent graag dat verlangen naar liefde,” aldus Willi, ?omdat je er zo kwetsbaar in bent. Het wordt in onze cultuur kitscherig en onecht gevonden. Ooit was dat anders : middeleeuwse minnezangers en troubadours zongen er vrijuit en hartstochtelijk over. Wie dat in deze tijd doet, heet meteen een smartlappenzanger.”
Verliefden hebben ook verstand van hunkeren. Zij kennen dat verlangen maar al te goed : ze worden onweerstaanbaar naar elkaar gedreven, en begeren de ander tot in elke vezel. ?Een koppel is een nieuw organisme van hogere orde dat ontstaat door twee ronddwalende elementen die toevallig met elkaar in contact komen”, zegt Willi filosofisch. Wie ooit deel uitmaakte van zo’n ?nieuw organisme van hogere orde”, ondervond aan den lijve hoe dat is : vlinders in de buik en in het hoofd, je staat niet meer met beide voeten op de grond, je loopt over van optimisme en energie, en je kunt de hele wereld aan. Je bloeit op, je opent je hart, en oude wonden genezen. De grens tussen ik en jij valt weg, de tijd bestaat niet meer, alles is zonder begin of einde. De beminde gaat nooit uit je gedachten, je draagt je geliefde overal mee, zelfs al is die ver weg. Door een telepathische verbondenheid begrijp je elkaar zonder woorden, en weet je alles van elkaar zonder het te hoeven zeggen. Je wil altijd bij elkaar zijn, je hebt niemand anders nodig, je kunt zelfs niet meer leven zonder de ander.
?Verliefdheid is meestal kort en tijdelijk”, zegt Willi. ?Het vermogen om verliefd te worden, zit ons ingebakken, maar niet het vermogen om het te blijven. Een langdurige relatie verandert het karakter ervan”, zegt Jürg Willi. ?De dieptepsychologie noemt verliefdheid een regressie naar onze vroege kindertijd, de eenheid met de moeder. En veruit de meeste relatietherapeuten zeggen dat verliefdheid onzin is, dat het een oogziekte is die je verhindert de ander te zien zoals hij werkelijk is.” Daar is Willi het absoluut niet mee eens. ?Verliefde ogen zijn niet blind”, zegt hij. ?Ze zien de tekortkomingen wel, maar dan op basis van gelijkheid : ‘Jij bent zoals ik’, en precies de fouten van de ander maken hem/haar zo bijzonder en begerenswaardig. Therapeuten krijgen geen mensen over de vloer die in een feestelijke, euforische stemming zijn, want dan is er niets waar ze hulp bij nodig hebben. Ze komen pas achteraf, als er problemen rijzen, en vaak zeggen ze dan van zichzelf dat ze in hun verliefdheid onrijp waren, onvolwassen, en romantisch, blind. Maar wie verliefd is, is ook anders. In die hoedanigheid ben je sterk, moedig, vrolijk en opgeruimd, terwijl je anders wel eens humeurig bent, egocentrisch, kleingeestig en vervelend.”
Volgens Willi mag de ingebeelde eenheid van de verliefdheid dan irrationeel zijn, ze is nodig om zich uit de bestaande situatie los te maken, een relatie aan te gaan, een eigen wereld te creëren. In tegenstelling tot wat anderen zeggen, noemt Willi verliefdheid een openbaring van de eigen levenskracht en de motor van een relatie : het brengt een koppel samen. Maar verliefdheid stuit op hindernissen. Het opperste geluk staat haaks op het dagelijks leven (een eeuwige omhelzing is trouwens bijzonder onpraktisch), en in één enkel mensenhart strijden tegengestelde verlangens. De droom van versmelting is tegelijk een nachtmerrie : die van het verlies van controle. We willen wel een stabiele liefde, maar ook ons eigen leven.
Aanvankelijk beleven gelieven een onwaarschijnlijke eenheid, maar vroeg of laat komen daar barsten in. Twee werelden die samenkomen, zijn onvermijdelijk verschillend : ze hebben een ander verleden, andere ervaringen, een andere smaak, een ander temperament. Dat besef van anders-zijn komt als een schok. Je denkt : ?Hij of zij zou wel kunnen, als hij of zij maar wou.” De ander probeert wel, wil wel, maar kan écht niet. Niemand kan immers álle (hooggespannen) verwachtingen inlossen, en de belevingswereld blijft verschillend voor beiden, ondanks de liefde en alle inspanningen om je aan te passen. ?De manier waarop geliefden leren omgaan met het verschil tussen hen beiden, maakt of verliefdheid uitgroeit tot liefde”, zegt Willi. ?Dat is de kunst : beseffen dat de ander anders is, weten waar jij ophoudt en waar de ander begint. Om gelukkig te zijn, moet je de grenzen kennen van je relatie, en die liggen waar je je niet meer begrepen voelt.”
De liefde is een permanente discussie over jezelf en de ander, schrijft hij. Bij elkaar passen, is geen vaststaand gegeven. Gaandeweg wordt het beeld van de partner steeds bijgesteld. Samen leven, is een voortdurende worsteling van twee geliefden : ze zijn vervuld van hoop om elkaar te steunen, en van smart omdat ze daar niet in slagen. Het is een proces van ontwikkeling en verandering, verbonden met frustratie, met pijn, loslaten en opieuw beginnen. Een moeilijk proces van teleurstellingen, waardoor de eenzaamheid in de liefde zwaar is om dragen. Dat lijden is de keerzijde van de medaille die liefde heet : het ene kan niet zonder het andere.
?Liefde is een samenspel waarin beiden op hun best proberen te zijn”, zegt Jürg Willi. ?Christelijke deugden als tolerantie en geduld, vergeten en vergeven zijn daarin zeer belangrijk. En inzet, natuurlijk : je moet iets over hebben voor de ander.”
Is liefde dan toch belangeloos en onbaatzuchtig ? Volgens Willi zeker niet. Onze meest onvoorwaardelijke liefde is nog steeds die voor de eigen persoon. Als wij zelf tekortschieten, vinden we dat jammer maar begrijpelijk, maar o wee als wij ons tekortgedaan voelen. Nee, de liefde kan wreed zijn en gulzig, meedogenloos en mateloos. In elke relatie is onbewust een tribunaal aan de slag dat waakt over het subtiele evenwicht wat betreft rechtvaardigheid, eerlijkheid, inzet en beschikbaarheid. Je kunt bijvoorbeeld niet zomaar geloven in de inzet van de ander, je moet het zien, of het is er niet. Als alles goed gaat, gebeurt de verrekening gul en vanzelfsprekend. Maar als een van die principes systematisch overtreden wordt, gaat het de verkeerde kant uit. Als je niet meer over jezelf en de relatie kunt of wilt discussiëren, is dat een teken aan de wand : er loopt iets mis.
Volgens Willi is een duurzame liefde niet noodzakelijk gelukkig. Veel vaste relaties zijn niet bevredigend, er is geen tederheid, communicatie of wederzijds begrip. En toch wordt de relatie ervaren als zinvol. Waarom ? Waarom blijft een koppel samen, ondanks aftakeling, ziekte, verslaving, psychisch en lichamelijk lijden ? Wat houdt hen bijeen ? De kinderen, zeggen velen als het over anderen gaat. Of andere negatieve argumenten als geldgebrek, angst voor eenzaamheid, uit gewoonte, uit gemakzucht. ?Niets van dat alles”, zegt Willi. Het schrikbeeld van een langdurige relatie is de sleur, het achter elkaar aansloffen, het zwijgend tegenover elkaar zitten. De schijnbare onverschilligheid, die oppervlakkige praatjes over het weer, of over wat ze straks zullen eten : voor buitenstaanders lijkt het oersaai en stomvervelend, of zelfs ronduit ongelukkig als een koppel voortdurend bekvecht of elkaar bestookt met wederzijdse beledigingen of verwijten. ?Wat buitenstaanders niet merken,” zegt Willi, ?is de onzichtbare onderstroom van passionele betrokkenheid en levensvervulling, die vaak pas duidelijk wordt ook voor het paar zelf als een van de partners overlijdt.”
Alles kan weg uit een koppel : koken, eten, wassen, de hele praktische rompslomp, maar niet de affectieve interactie, zoals dat in vakjargon heet. Zolang die interactie positief is, is er niks aan de hand. Maar als verliefdheid omslaat in het tegendeel, loopt het helemaal fout. Het tegendeel van verliefd ? ?Als je verliefd bent, is de ander exact zoals je hem wil”, legt Willi uit. ?Het tegendeel ervan is als de ander is zoals je hem vreest : de bron van alle ellende en miserie.” Tijdens een therapie voelt Willi het aankomen bij zijn cliënten, zegt hij. Als koppels elkaar voortdurend bekritiseren, als ze geen oogcontact maken, een muur rond zich optrekken en zich afsluiten voor de ander, is de kans groot dat er een scheiding op til is. Partners daarentegen die zich ondanks alles geliefd en gerespecteerd voelen en weten dat ze centraal staan in het leven van de ander, zullen hun problemen kunnen oplossen. Maar wat als het niet meer verder kan ?
?De beslissing om te scheiden, wordt nooit genomen op rationele gronden”, zegt Jürg Willi. Ziekte, depressie, financiële of emotionele problemen, het maakt allemaal niet uit. Zolang men zich kan identificeren met de relatie, blijft die bestaan. Dan loopt de gedeelde geschiedenis door, en die is bindend. Ook al is de liefde dood, het gemeenschappelijke hun innerlijke en uiterlijk leefwereld houdt een koppel bij elkaar : hun huis, hun kinderen en vrienden, gezamenlijke ervaringen en herinneringen, vaste rituelen en gewoonten… Pas als je je emotioneel voelt sterven, vecht je om te overleven, om je eigen vel te redden. En dat gaat meestal niet zonder kleerscheuren. De vraag is zelfs of een scheiding een mogelijke oplossing is. Een gedeelde leefwereld kan niet uit elkaar gehaald worden op een manier die voor beiden bevredigend is. Vooral als er kinderen zijn, kunnen de sporen van de relatie niet meer worden uitgewist. ?Scheiden kan de gezondheid schaden”, zegt Willi. Hij zegt absoluut geen morele bezwaren tegen echtscheiding te hebben, maar hij vreest dat de negatieve gevolgen ervan taboe zijn en te gemakkelijk onder de mat geveegd worden. Slechts de helft van de gescheidenen zou erin slagen de breuk te verwerken, met allerlei ongemakken en kwalen als gevolg. Willi : ?Bij gescheidenen ligt het sterftecijfer hoger dan bij gehuwden : dubbel zo hoog bij mannen, anderhalve keer zo hoog bij vrouwen. Bij hen komen ook meer ziekten en verslavingen, depressies en zelfmoorden voor.” Hij voegt er relativerend aan toe dat die cijfers niets vertellen over het waarom. Komt het door de scheiding ? Of door de ellende die eraan voorafging ? Of waren dat precies de oorzaken van het stuklopen van het huwelijk ?
De toverformule voor duurzame liefde is blijkbaar een goedbewaard geheim. Misschien moeten we er gewoon mee leren leven dat blijvend geluk niet des mensen is, en dat de allermooiste liedjes niet lang duren.
Jürg Willi, Duurzame liefde, Lannoo, 300 pag., 795 fr.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier