2007 wordt een onvergetelijk jaar : ik ben finalist in de Koningin Elisabethwedstrijd en ik trouw in het najaar. Mijn verloofde is zowel violiste als verpleegkundige, ze combineert de twee. Ze werkt op een pediatrische intensieve zorgen afdeling, maar ze heeft ook een masterdiploma viool behaald aan het conservatorium in Brussel. De eerste keer dat ik met een orkest optrad, speelde ze daarin mee. Dat is vier jaar geleden.

Ik woon nog bij mijn ouders in Bornem. Voor hen is het geweldig dat ik in de finale zit. Ik besef heel goed dat ik hier niet zou staan, zonder de inspanningen van mijn ouders.

Mijn moeder heeft destijds haar baan bij de BRT opgegeven om voor haar kinderen te zorgen, wat niet populair is in deze tijden. Hoeveel uren ze met ons heeft rondgereden, naar Wemmel, naar Antwerpen, naar Mechelen, naar Schaarbeek. Ze zocht altijd naar de beste leraren.

Ook financieel was het een grote investering om me bij de beste professoren te laten studeren. Het is fantastisch dat al hun inspanningen nu vruchten afwerpen en het is heerlijk om hun dit terug te kunnen geven.

Ik begon met piano op mijn acht jaar, niet op vierjarige leeftijd zoals veel Russen en Aziaten. Mijn twee oudere zussen studeerden piano en omdat ik hen naspeelde, nam mama me mee naar de muziekschool van Mechelen. Er was geen plaats meer, maar ik wilde zo graag, dat ik – als achtjarige – aan die juf vroeg of ik toch niet even mijn lesje kon laten horen. Het mocht. “Allez, kom maar”, zei ze. “Ik neem je erbij als leerling.”

Nee, ik was geen jongetje dat hele dagen aan de piano zat. Ik heb de middelbare school afgewerkt en ik heb altijd veel gesport. Ik was keeper, tot ik tot het besef kwam dat het eigenlijk niet meer verantwoord was. Lopen, fitnessen, fietsen, skiën en zwemmen kan nog, maar ik mag het niet riskeren om blessures aan armen of handen op te lopen. Dat was een zwaar offer, want ik had het voetbal echt nodig als uitlaatklep. Maar nu ik in de finale sta, is me dat waard geweest.

Vorig jaar behaalde ik mijn diploma aan het conservatorium in Brussel en deed een postgraduaat in Tilburg. Van augustus 2006 tot eind april studeerde ik bij de befaamde pianopedagoog Russell Sherman aan het New England Conservatory in Boston. Daar heb ik me voorbereid op deze wedstrijd.

Deelnemen aan zo’n wereldvermaard concours geeft je kippenvel. De vorige Belg in de finale was mijn leraar, Jan Michiels, in 1991. Dat ik hem als finalist mag opvolgen, is een mooie bekroning van onze samenwerking.

Ook als ik bij de laatste zes ben – er is geen rangschikking meer van zeven tot twaalf – ben ik ongelooflijk blij dat ik erbij mocht zijn. Dat feit alleen al opent vele deuren. Het staat fantastisch op je cv en het is een prachtig visitekaartje.

De eerste ronde was het meest stresserend. Je bent met 72 pianisten. Daarvan mag maar één op de drie doorgaan en daar moét je bij zijn. Sindsdien voel ik me goed op het podium, ik ben ontspannen en amuseer me. Dat is belangrijk, want dan kun je het beste van jezelf in de muziek leggen.

Nee, ik ben niet zenuwachtig. Ik voel de gezonde spanning om te mogen optreden met een symfonisch orkest voor een volledig uitverkochte, schitterende zaal in het Paleis voor Schone Kunsten, en het wordt rechtstreeks uitgezonden door Canvas. Dat is een extra motivatie om heel, heel hard mijn best te doen om mijn land zo goed mogelijk te vertegenwoordigen.

Na zestien jaar is er weer een Belg laureaat in de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd voor piano : Liebrecht Vanbeckevoort (22). Inmiddels zijn de winnaars bekend, maar bij het ter perse gaan, was het concours pas begonnen.

Door Griet Schrauwen / Foto Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content