Licht in de vingers
Ingo Maurer is ongetwijfeld de meest eigenzinnige en de meest vernieuwende van alle lichtdesigners. We gingen op zoek naar de achtergronden van die uitzonderlijke creativiteit.
PIERRE DARGE
Terwijl hij gezwind de trap afdaalt van het Milanese hotel Diana, waar de lounge bevolkt wordt door barokke vrouwen met Felliniaanse boezems en verwijfde, in shorts gestoken mannen met zware bottines, bedenk ik dat ik de Duitse designer eigenlijk maar één vraag wil stellen. Hoe heeft hij de vrijheid verworven die hem in staat stelt, telkens opnieuw, in volstrekte ongebondenheid, geheel nieuwe ontwerpen te scheppen ?
Wie Ingo Maurers dertigjarige designcarrière doorloopt, wordt getroffen door zijn eigenzinnige creaties : de op ragfijne, flexibele poten gemonteerde Ilio, de lichtvoetige Tijuca (bekroond met een kapje dat duidelijk verwijst naar de vorm van de opera van Sydney), of het vlammende schietlood Umbertide. Maar ook door de aan draden opgehangen Ya Ya Ho, een mijlpaal in de laagspanningstechnologie, of door de eenvoud van de gevleugelde Lucellino met zijn poëtische licht.
Maurer draagt een zwart katoenen jasje op een blauw jeanshemd waaronder een stukje van een wit T-shirt contrasteert. Zijn handdruk getuigt van zijn buitengewone energie. Twee weken geleden is hij na een galblaasoperatie uit het ziekenhuis ontslagen en sinds een paar dagen werkt hij dag en nacht in Milaan om zijn lichtshow klaar te krijgen. Omstandigheden waardoor het interview voortdurend aan een zijden draadje hing. ?We gingen eigenlijk louter op uw stem en op uw enthousiasme voort om te beslissen dat het oké was”, zegt hij lachend terwijl we naar een nabijgelegen restaurant benen.
In de Münchense Kayserstrasse houdt zijn jongensachtig elan een designteam van acht man op de been. Hun rol is zowel technisch als creatief. Beperkt de designer zijn eigen inbreng tot het voorstellen van ideeën ?
?Natuurlijk niet, het is een samenwerking die in twee richtingen werkt, een kruisbestuiving waarin de techniekers zich onder meer buigen over uitvoeringsproblemen die ik niet beheers. Ik push hen in de onmogelijkste opdrachten, stimuleer hen om zichzelf te overtreffen. Als ze geneigd zijn de armen te laten zakken, houd ik vol dat er oplossingen moeten bestaan, dat ze opnieuw en opnieuw moeten beginnen. Dat vinden ze lastig maar ook uitdagend. Ik heb hen bewust uit verschillende achtergronden en uit verschillende landen samengebracht. Er zit een uitstekende schilder tussen, en slechts twee onder hen hebben een echte designopleiding genoten. Een bewuste keuze omdat afgestudeerden van dat soort scholen al zo verbogen zijn, ze vinden het moeilijk om in het spoor te stappen dat ik belangrijk vind en om het ritme te volgen dat ik aanhoud.
Ik vind het godgeklaagd dat sommige producten eruitzien als design, terwijl ik juist naar gevoel op zoek ben. Door de jaren heen heb ik geleerd dat, als je met de juiste energie en met een goed idee begint, het concept ook in het eigenlijke product in het oog springt. Op de markt zie ik zoveel dat gemaakt is met commercie in het achterhoofd en dan krijg je volstrekt levensloze dingen. Ik probeer de markt juist te vergeten. Bovendien heb ik de laatste tien jaar geluk gehad. Ik sluit geen compromissen, of misschien heel kleine, en toch heb ik al mijn facturen kunnen betalen, zijn mijn schulden afgelost.”
Ik ga ervan uit dat Maurer de creativiteit van een vrij man bezit. En dat zeg ik hem ook. ?Misschien”, antwoordt hij. ?Al wou ik dat ik nog een stuk vrijer was. Mijn vrijheid wordt al beperkt doordat ik bijna zestig man in dienst heb, en als je een beetje sociale verantwoordelijkheid bezit, besef je dat een deel van je vrijheid daar eindigt. Ik kan niet zomaar iemand wegsturen of er zelf de brui aan geven.”
Ingo Maurer springt bij elk nieuw product wel opnieuw in het lege gat, zoekt telkens weer het risico, en creëert een product waar ook nog een soort levensvreugde in steekt.
?Dat komt omdat ik herhaling haat, want dan wordt het leven vervelend. Mensen die geen risico’s nemen, zijn al een beetje dood, maar ik ken er ook andere. Het is niet zo uitzonderlijk als men zou vermoeden. Ik drijf vooral op intuïtie, een eigenschap waarvan Einstein zei dat ze belangrijker is dan intelligentie. Het is zo exciting als je aan het werk bent en het gevoel de bovenhand neemt op het denken. Al te veel mensen denken veel te veel na. Ik heb er zo een in mijn team, een harde werker en zeer intelligent. Alleen wil hij voortdurend alles analyseren en dan loopt het fout. Natuurlijk ben ik een emotionele mens en ik schaam me daar niet voor. We zouden een stuk beter af zijn als meer mensen zich wat meer lieten gaan. Nu willen ze zekerheid en denken die te vinden door risico’s te schuwen, ze beredeneren alles. Ik denk dat scholen veel te veel aandacht schenken aan kennis. Op commercieel vlak werkt dat natuurlijk. Maar daardoor heeft men een generatie onzekere, schuwe wezels gekweekt, aan wie men vervolgens verzekeringen allerhande verkoopt. Terwijl men van scholen toch zou verwachten dat ze juist leren hoe mensen vrij kunnen worden. Maar miskijk u niet : als ik vrijer ben dan anderen, heb ik daar weinig verdienste aan, it’s normal for me.”
Toen Maurer 14 was, overleed zijn vader en de jongen moest als typograaf aan de slag om samen met zijn oudere broer geld binnen te brengen voor het gezin van zes.
?Mijn vader was een visserszoon en was zelf ook visser, op de Bodensee. Maar hij was ook een zoeker, ontwierp een draagbaar systeem om ham te roken, nam daar een patent op en bezat een klein atelier. Ik had graag mijn Abitur gehaald, maar ik moest na zijn dood meteen aan de slag, stond elke morgen om halfzes op en werkte 52 uur per week als typograaf, vele jaren lang. Nu weet ik dat ik daar mijn basis heb gelegd. Was ik uit een bourgeoismilieu gekomen, dan had ik misschien eindeloos lang school gelopen en was ik als een verwende jongeman geëindigd. Terwijl die typografie mij een erg creatieve basis heeft gegeven, mij leerde aandachtig te kijken, proporties in de gaten te houden en op lichtschakeringen te letten. In die zin was het een ideale leerschool, heel fysiek ook, want je sleurde rond met lood, terwijl men nu alleen nog een toetsenbord en een computerscherm kent. We discussieerden eindeloos over die Wahrnehmung, waren visueel heel alert. Wie let er nu nog spontaan op de lichtinval op een tafellaken of op een vork ?”
Wie het werk van Maurer ziet, geraakt onder de indruk van de lichtheid, van de elegantie en van het gracieuze. Eigenschappen die niet meteen met Duitsland of Beieren worden geassocieerd. Maurer kijkt wat verongelijkt : ?Ik kan er echt niets aan doen, ik ben een Beier en ik leef tussen logge structuren en stevige fundamenten. Ik haat die ook. München is een prettige maar zó vervelende stad, met dat ene voordeel dat er bijna niemand komt en je dus niet voortdurend lastiggevallen wordt. Italianen noemen me il Tedesco Napolitano, de Napolitaanse Duitser. Ik noem niet graag invloeden, het leven is zo rijk geschakeerd, maar elke keer als ik in New York kom, word ik overweldigd. Ik hou van de zeer provocatieve kwaliteit van de stad, je bent er tegelijk gefascineerd en gedegouteerd, de stad grijpt je naar de keel, de indrukken gaan met je op de loop. Er komen duizenden ideeën op je af, veel te veel eigenlijk om goed te zijn, maar ’t is ook fantastisch, je wordt meegevoerd als in een centrifuge en daarna moet je terugvallen, ordenen, rust zoeken. Je keert terug naar jezelf, terwijl je op een paradoxale manier gezuiverd bent. Ik kan niet echt zeggen dat de stad me inspireert. Maar één ding moet je haar nageven, er heerst een ongelooflijke let’s do it-sfeer. Als ik dan in München terugkom, voel ik me bespiegelt, ben ik een soort reflector. Je bent verdwaald geraakt, moet opnieuw je weg zoeken, maar je doet het wel met open ogen.
Dan moet ik alleen zijn, opgejaagd als ik word door al die ideeën die me uit mijn slaap houden. Om een overzicht te houden, leg ik soms lijsten van projecten aan die in aanmerking kunnen komen voor realisatie. Alleen : de ideeën maken slechts vijf procent van het werk uit, al de rest is oplossen van technische problemen, vaak met vallen en opstaan, jarenlang. We spraken daarnet over mijn rol binnen het team, misschien is die er vooral een van provocatief denker. Ik waak erover dat we niet verticaal denken, een gewoonte waarin elke eenling dreigt te verzanden. Ik zet mijn mensen aan tot lateraal denken.”
De risotto con gambaretti e erba cipollina wordt al lauw, Maurer heeft een blos op de wangen, vertelt met weidse gebaren, Italiaanse uitdrukkingen op het gezicht. We vragen ons af wat hem op de been houdt, telkens opnieuw.
?Eén van mijn medewerkers die dag en nacht bezig is, krijgt het geregeld aan de stok met zijn vrouw. Laatst, bij hun zoveelste ruzie, vroeg ze hem smalend wanneer hij dan wel met Ingo Maurer zou gaan trouwen. Soms denk ik dat wij mannen gewoon jaloers zijn omdat we geen kinderen kunnen baren, geen band met ze hebben zoals vrouwen die hebben. Dat wij daarom onze dromen en creaties koesteren, dat wij dat gebrek aan moederbinding substitueren door de passie voor ons werk.”
?In mijn werk,” filosofeert hij verder, ?is de lichtheid een absolute vereiste, én de afwezigheid van dressing up. Wij cultiveren geen stijl en daar zijn we fier op. Zovelen verknoeien een mooi idee door te veel stijl, door aankleding. Terwijl ik het juist belangrijk vind dat het idee voor zich spreekt. En dat kan niet meer als het overstyled is. Toch zie ik rondom mij zovele mensen die gebukt gaan onder ?stijl”. Ik beschouw decoratieve elementen als een zwakte, maar besef tegelijk dat hier geen plaats is voor arrogantie. Want als mensen aansluiten bij een trend, steun zoeken in conventies, komt dat voort uit een menselijke zwakte. Heel af en toe kom ik in superchique appartementen, en dan voel ik medelijden met de bewoners omdat ze zich verschuilen achter een stijl. Dat komt natuurlijk alleen maar doordat ze onzeker, en allicht onvrij zijn. Vrije mensen hebben dat achter zich gelaten, die hoeven zich niet op te kleden om te gaan eten.”
De tijd dringt en ik wil nog horen wat achter de eenvoud van de Lucellino steekt.
?Het ontwerp was gemaakt voor een tentoonstelling van de Fondation Cartier. Het is een symbool voor de dageraad die zachtjes aankomt. Eigenlijk wilde ik er helemaal geen productie rond maken, maar vrienden overtuigden mij met een argument waartegen nauwelijks iets in te brengen valt : dat ik zoveel mensen gelukkig zou maken door het op de markt te brengen.”
We rijden in een taxi naar de Spazio Krizia waar hij de volgende avond een paar van zijn creaties presenteert. Ik kom oog in oog te staan met zijn nieuwste Endlich, Unendlich : twee bijna eivormige, van binnenuit verlichte lichamen, goudkleurig en blauw, met een gat waarin de kijker op steeltjes gemonteerde, rondzwevende popjes ziet, verschillend in grootte, waardoor een merkwaardig perspectief ontstaat. Maurer wacht. Dringt aan om mijn mening te horen. ?Verwarrend”, zeg ik. ?Zo zonder houvast, zwevend in de kosmos.”
?Ja, maar dat is juist heerlijk, zwevend in de ruimte, los van elke band.”
Maurer is 64 en hij straalt. Hij bezit de geest en de verwondering van een 12-jarige, al mijmert hij soms over zijn eigen mechaniek die tekenen van slijtage vertoont. En ik vermoed dat zijn uiteindelijke droom een lichtobject zal zijn dat helemaal geen steun nodig heeft, geen staander en geen draad, dat los van alles zal zweven in de ruimte. ?Uiteraard kijk ik daar al jaren wanhopig naar uit, maar dat is natuurlijk de droom van iedereen. Ik ben daar geen uitzondering in. It’s a regular, human kind of dream to fly, and tohave light at a fingertip.”
Ingo Maurer komt op 10 mei (20 u.) naar het I.B. Lichtateljee, Torhoutsesteenweg 45 in Brugge, om te spreken over zijn werk, dat er de hele maand te kijk staat. Bij die gelegenheid signeert hij ook. De toegang is gratis, maar reserveren is absoluut noodzakelijk, tel. (050) 38.88.47. Het boek ?Making Light” van Helmut Bauer, dat een uitstekend overzicht biedt van zijn creaties, kan worden besteld bij Tradix (1750 fr.), tel. (02) 537.63.00.
Ingo Maurer : Lichtheid is een absolute vereiste. Veel mooie ideeën worden verknoeid door een teveel aan stijl.
Een explosief effect : Zabriskie Point.
De befaamde Lucellino : gevleugelde poëzie.
Los Minimalos : gekenmerkt door een subtiel materiaalgebruik.
Eclipseclipse : een toonbeeld van abstracte vormgeving.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier