Binnenkort gaat Bozar Book Club van start. Het uitgelezen voorbeeld van de opmars van boekenclubs in ons land, en van een nieuw soort belevenislezer.

Vriendinnen die samen en onder invloed van enkele glazen bordeauxwijn het oeuvre van Jane Austen bestuderen en hun relaties als boekenromances ervaren. Of stoffige academici die, in de schaduw van universiteiten, als bijbelgroepjes een literair meesterwerk van James Joyce of Edgar Allan Poe jarenlang en regel per regel analyseren. Het zijn clichés uit films en boeken (zie p.63). In de realiteit zijn boekenclubs even divers als talrijk. Ze behoren niet enkel toe aan linkse intellectuelen of naar liefde snakkende huisvrouwen. Aan klassiekers of chicklit.

In Vlaanderen (en de rest van de wereld) neemt het aantal initiatieven toe, waaronder de Bozar Book Club van het Museum voor Schone Kunsten in Brussel. De Goetheleesclub onder leiding van auteur Willem van Zadelhoff in Antwerpen. Of de club van boekenhandel Boekencargo in Leuven op kleinere schaal. Exacte cijfers over het aantal boekenclubs zijn er niet, omdat vooral de ‘wilde’ leesclubs, die niet aan een bibliotheek of leesbevorderingsproject zoals de Kinder- en Jeugdjury verbonden zijn, moeilijk te tellen is.

OPRAH’S BOOK CLUB

’s Werelds bekendste boekenclub is waarschijnlijk die van Oprah Winfrey, de vrouw die “het Amerikaanse volk weer leerde lezen”. Eenmaal per maand, bijna 25 jaar lang, wijdde ze haar show aan een boek dat haar persoonlijk had geraakt, over thema’s als ontrouw, schizofrenie of het verlies van een kind. Dat de verhalen fictie zijn, deed er niet toe. Auteurs, Book Club-leden en celebrity’s praatten samen over wat ze van het boek vonden, en wat het voor hun leven betekende. Daarna waren er boeken voor iedereen in de studio.

In de weken na de uitzending gingen nog minstens een half miljoen exemplaren van het boek over de toonbank. In totaal zijn de zeventig titels met het Oprah-label goed voor zo’n 55 miljoen verkochte exemplaren. Auteur Toni Morrison zag haar verkoopcijfers sneller stijgen na een bezoek aan Oprah dan na het winnen van de Nobelprijs voor Literatuur. De klassieker East of Eden (1952) van John Steinbeck, waarvan jaarlijks ongeveer 50.000 exemplaren werden verkocht in de Verenigde Staten, ging in enkele maanden tijd naar een miljoen exemplaren, en dat door een simpele Oprahsticker.

Niet iedereen is evenwel onder de indruk het O-effect. De Amerikaanse auteur Jonathan Franzen, bijvoorbeeld, verzette zich in 2001 tegen een Oprahsticker op zijn boek De Correcties, omdat hij als ‘onafhankelijke kunstenaar’ liever “niet geassocieerd wilde worden met de massa”. Hij hoopte immers “ook een mannelijk publiek te bereiken”, terwijl Oprahs lezers vooral vrouwen zijn. Franzen was niet langer welkom voor een televisie-interview, maar de sticker werd niet van het boek gehaald. Intussen is alles weer koek en ei tussen de auteur en de ex-talkshowhost : Oprah selecteerde zijn laatste boek, Vrijheid, voor haar boekenclub en Franzen, die was braaf op het appel. Nobody says no to Oprah.

DE SOCIALE LEZER

Jonathan Franzens verzet komt voort uit de klassieke definitie van wat een lezer is : eenzaam en teruggetrokken uit de wereld. Met een boekje in een hoekje. En de auteur op een voetstuk. Een beeld dat vandaag grotendeels is achterhaald. In Bringon the Books for Everybody. How Literary Culture became Popular Culture analyseert hoogleraar film- en televisiestudies Jim Collins hoe het boekenbedrijf onder invloed van Oprah’s Book Club, filmadaptaties en nieuwe technologieën, als de e-reader, de voorbije twee decennia is veranderd in entertainment. Hij benoemt daarin ook de opmars van een nieuw soort lezer : de sociale lezer, die lid is van een club, graag in boekencafés vertoeft om een skinny caramel macchiato te drinken en met vrienden kletst over Madame Bovary als was het personage van Flaubert een mens van vlees en bloed.

“Ik vind boekenclubs fascinerend en boeiend en het is gruwelijk dat academici erop neerkijken. Net zoals veel spontane culturele uitingen zijn ze erg waardevol en dat vooral mannen er hun neus voor ophalen, is dom van hen. In boekenclubs leggen deelnemers de link tussen hun levens en de levens van de personages, iets waar universiteiten niet in slagen”, zei auteur-filosoof Alain de Botton onlangs nog in een interview met De Standaard.

Collins’ sociale lezer is tegelijk met sociale netwerken en gemeenschappen, van couchsurfing tot Facebook, ontstaan uit een behoefte om samen te zijn. Om middelen en ideeën uit te wisselen met anderen van dezelfde community. Een fenomeen dat eigenlijk al bestond, maar door het ik-tijdperk naar de achtergrond werd verdrongen : samen-lezen en samen-denken lag in het achttiende-eeuwse Engeland al aan de basis van de eerste boekenclubs. Dames van stand organiseerden er literaire salons om elkaar gezelschap te houden en zich intellectueel te verrijken, buiten het schoolsysteem waartoe ze amper toegang hadden.

Wel nieuw is de “link tussen hun levens en de levens van de personages” waarover de Botton het heeft, en waarop Oprah het succes van haar Book Club baseerde. Zij stelde de lezer centraal in haar programma, en maakte van de auteur in de sofa een ‘medelezer’ van zijn eigen werk. Een aanpak die ervoor zorgde dat ook de persoonlijke beleving van een boek een belangrijke plaats kreeg in de boekenclub.

DOOR ELLEN DE WOLF – PORTRETTEN DIEGO FRANSSENS

Auteur Toni Morrison zag haar verkoopcijfers sneller stijgen na een bezoek aan Oprah Winfrey dan na het winnen van de Nobelprijs voor Literatuur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content