Een oude loods werd omgebouwd tot een hedendaagse woning, waarin een architect en een interieurarchitecte naar hartenlust experimenteren met vormen en materialen.

Aan de Visserij, het langgerekte stukje Gent dat tussen twee armen van de Leie ligt, kocht de familie Blondeel vijf jaar geleden een oude loods. “Iedereen verklaarde ons voor gek”, lacht Nicolas. “Niet alleen om de vervallen staat van het gebouw, maar ook om de uitwaaierende vorm van het terrein. Aan de straatkant had je een zes meter brede oprit die toegang gaf tot de dieper gelegen loods, die achteraan achttien meter breed was.” Liever dan de industriële hal helemaal met de grond gelijk te maken, hergebruikte Nicolas een deel van de structuur om er een grote leefkeuken-vergaderruimte in onder te brengen. Dat echtgenote Herlinde De Schacht met haar interieurzaak Kobalt onder meer verdeler is van Boffi, maakt dat ze niet alleen de imposante Case System 2.3-keuken konden installeren, ook alle kranen en sanitair zijn van hetzelfde merk.

De nieuwbouwrijwoning telt vijf verschillende niveaus. Al moet je dat bij Nicolas Blondeel niet al te letterlijk nemen, want hij speelt graag met de hoogtes van verschillende woonfuncties : een plafond of vloer verlagen of verhogen om nog meer ruimtegevoel te creëren. Glaspartijen zorgen voor een afbakening, en toch weer niet. Neem bijvoorbeeld de wand tussen de ruime hal en de open garage : “Ook al kun je van buiten naar binnen kijken, doordat het glas geelgroen gekleurd is, wordt je blik als het ware gefilterd”, licht Nicolas toe.

De zwevende metalen trap in de hal leidt naar het architectenkantoor op de eerste verdieping. In de sfeervolle ruimte vormt rood een mooie contrastkleur. Ze komt zowel in de Darklampen terug, als in de Catifabureaustoelen van Arper en de door Nicolas zelf gemaakte balustrade. Zwart polierbeton als vloer, hier gecombineerd met een grijskleurige wand uit gelijmde betonstrippen, getuigt van materiaalkennis. “De betonblokken in de muur zijn naar mijn ontwerp gefabriceerd en door de ruwe textuur ervan hebben ze uitstekende akoestische eigenschappen”, argumenteert de architect. “Ik vind het belangrijk om vanuit mijn ervaring mijn klanten te adviseren, daarom experimenteer ik in mijn eigen huis met materialen. Het is in mijn eigen keuken dat ik de eigenschappen van warmgewalst staal onderzoek zoals op onze blackbox, en als ik een koolstoffilter in plaats van een gewone dampkap functioneler vind, wens ik die toch zelf uit te proberen.”

Wonen en werken worden hier zo op een mooie manier samengebracht. “Ik zie dit huis als een work in progress“, aldus Nicolas. “Het laat voldoende ruimte voor evolutie, want ook onze noden kunnen in de toekomst veranderen. Dit is mijn speeltuin. Hier heerst een vakantiegevoel. Wat wil je als mens nog meer ?”

Doorkijk

Doordat hij veel belang hecht aan het ruimtegevoel, gebruikt de architect veel nieuwe materialen en texturen. Polyethyleen bijvoorbeeld. Het translucide materiaal komt zowel terug in de voorgevel als in het tuinhekje en de zelf ontworpen keuken- en bureautafels. “Doorschijnend en toch weer niet”, lacht hij. Deze tegenstelling vind je ook in de leefruimte : een vloerraam met uitzicht op de Leiearm zorgt enerzijds voor een intimistische sfeer en tegelijk voor voldoende openheid. Ook in de flexibele ruimte boven de leefkeuken, die enkel bereikbaar is via een stalen eendepastrap, creëert een vloerraam datzelfde spel van uitkijk én net geen inkijk.

Dat ideeën over interieur en exterieur samenvallen bij dit koppel, heeft alvast de bijzonder gedurfde badkamer opgeleverd. Het baden maakt volgens hen immers deel uit van de ontspanningsfunctie van de hele leefruimte, en dat verklaart de prominente positie van douche en bad. Het steentapijt van witte keien bakent hier de natte zone af, maar niet de ruimte. Een gashaard die nog wordt voorzien, zal een intimistische buffer vormen tussen zitruimte en badzone. Het vrijstaande bad, op een podium geplaatst, krijgt net als de wasbak een uitgesproken, sculpturaal karakter.

Het derde woonniveau bestaat uit de twee kinderkamers en een mezzanine, die via een witte eendepastrap leidt naar de ouderslaapkamer, met een open dressing en een groot raam dat uitkijkt op de daktuin. Dit principe van ‘binnen’ en ‘buiten’ in elkaar laten overvloeien paste de architect ook toe in de leefkeuken. “De ramen van de zijwand staan niet vlak achter de steunpilaren, en daardoor heb je niet het gevoel dat de leefkeuken hier stopt, maar pas aan de tuinmuur.” De zwemvijver loopt op zijn beurt door tot bij de buren. En hoewel het jaagpad langs de Visserijvaart inkijk mogelijk maakt, lacht de architect meteen privacybezwaren weg : “Doordat we de terrasmuur niet helemaal hebben doorgetrokken en een stuk langs de zwemvijver hebben opengelaten, zorgden we ervoor dat voorbijkomende joggers zich eerder gegeneerd voelen dan wij.”

Info : www.architectblondeel.be

Tekst Christophe De Schrauve / Owi / Foto’s Filip Dujardin / Owi

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content