Letterlust
Lus Vermeiren is docent grafische typografie, en dat zie je aan haar interieur. Tal van affiches en objecten, zorgzaam gekozen en precies opgehangen of geplaatst, verwijzen naar haar drie grote liefdes : cijfers, letters en centimeters.
Van een ruime gezinswoning naar een veeleer klein dakappartement. Hoe gaat dat ? De kinderen gaan één voor één de deur uit, en plots blijkt het huis te groot. Dus kochten Lus Vermeiren en haar man een nieuwbouwappartement in Berchem. “Met de indeling was ik niet zo tevreden. Ik heb verscheidene deuren weggehaald, zodat je inkijk krijgt in andere kamers en je vanuit de hal bijvoorbeeld de bibliotheek kunt zien.” De boekenkast puilt uit van de veelkleurige banden. Hier woont een boekenliefhebber, maar dan in de letterlijke zin van het woord. Lus : “Ik geef grafische typografie en grafische vormgeving, maar ik geef ook avondles boekbinden, iets waarin ik me op latere leeftijd heb verdiept. Ik hou van ambachten.” Weinig of geen romans dus in de bibliotheek, des te meer naslagwerken over typografie en de kunst van het boekbinden. Enthousiast demonstreert Lus me hoe je katernen tot een band naait.
Maar er zijn ook boeken over design. “Mijn vader was meubelontwerper. Hij werkte weliswaar in de industrie en de standenbouw, maar het creatieve heb ik toch van thuis uit meegekregen. Ik wou architectuur of interieur studeren, maar in die tijd stonden die richtingen nog niet open voor meisjes, dus heb ik voor typografie gekozen. Daar heb ik nog geen moment spijt van gehad.” Mijn oog valt op Pass Thru Fire, de verzamelde songteksten van Lou Reed. Zijn songs komen tot leven op papier, nu eens dansen de letters over de pagina’s, dan weer vormen ze een strak lijnenspel. ” Van Ostaijen“, merk ik op. Lus knikt. “De vormen van cijfers en letters boeien me mateloos, ik probeer die passie over te dragen op mijn studenten. Ik wil ze leren kijken, leren oog hebben voor details.”
De bezoeker van dit appartement weet ook in de hal niet waar kijken. Affiches, waaronder eentje van een Stan-voorstelling, vormen een modern tabernakel, samen met objecten die aparte of gewoon mooie letters of cijfers dragen : een papieren zakje van het ModeMuseum, een Franse nummerplaat, of een Y-shirt van de Pools-Brusselse ontwerpster Aleksandra Paszkowska. “Dat vond ik zo leuk”, zegt Lus, wijzend op het vacuüm gezogen zakje waarin een kindershirtje met opgeheven armen (als een Y dus) zit. “Ik was op wandel in de Dansaertstraat en ik zag dat ding. Ik moest het hebben. Met affiches is het net zo. Nooit ga ik op zoek naar dat ene werk, altijd hoop ik een nieuw stuk te ontdekken. In de loop der jaren heb ik in binnen- en buitenlandse musea tal van affiches gekocht. Toen we het appartement net hadden, dacht ik : ik ga hier een hele muur volplakken met affiches. Een echte plakmuur. Maar toen bedacht ik dat al die zorgvuldig bijeengespaarde werken voor eeuwig vast zouden zitten aan een muur. Dus heb ik er maar enkele gekozen. De rest zit in een kast die hier niet binnenkan. Mijn ‘schatkist’ staat nu bij mijn dochter, wanneer mijn jongste zoon het huis uit is, hoop ik die kast in zijn slaapkamer te kunnen zetten en mijn affiches weer bij me te hebben.”
Le Rouge et le Noir
Opvallend zijn de kleuren van de affiches en objecten : zwart en rood. Lus : “Vroeger, in ons vorige huis, was het al zwart wat de klok sloeg. Toen de kinderen klein waren, vond ik het niet nodig kleur in huis te halen. Rondslingerend speelgoed zorgt voor een bont contrast. Maar veel vrienden van ons vonden dat zwart raar. Een vriendin op wier kinderen ik soms babysit, stuurt haar zoontjes wel eens in zwart-witte pakjes naar me toe (lacht). Maar nu is er dus een kleur bijgekomen : rood.” Die kleur deed haar intrede in het interieur met een miniatuur van de lipjesstoel van Vitra. “Een cadeautje van mijn zus.”
Het bontste spektakel vinden we in de lifthal. Een serie kleurige werkjes van studenten, verkeerstekens en bekende logo’s als dat van de Londense metro werden er met veel gevoel voor humor gewijzigd.
Opvallend in de woonkamer is de eettafel met glazen blad. In één van de lange zijden is een meetlat ingewerkt. Lus : “Dat is mijn vroegere werktafel, die nu ook dienstdoet als eettafel. Ik heb gewoon een glazen blad gekocht, zorgvuldig de cijfers en streepjes afgeplakt, en dan het glas laten zandstralen. Functioneel is het allerminst, want de afmetingen kloppen niet. Ik vond het gewoon mooi.” Dat Lus van nauwkeurigheid houdt, bewijst niet alleen de reuzenmeetlat van bij Extra Large in het salon, maar ook de spaarzame meubilering. Een opvallend meubel is de boekensteun in de hoek. “Die heb ik gekocht van een student interieur. Je kunt hem plat op de grond leggen, met een blad erop heb je dan een salontafel. Maar ik heb hem rechtop gezet, dan komt de S-vorm toch beter tot zijn recht.”
De letters laten haar niet los, en die passie heeft Lus van wijlen Lucien De Roeck, van wie ze nog les heeft gehad. Ze heeft het over zijn affiche voor de OostendeûDover-lijn, die jammer genoeg nog in haar achtergebleven ladekast zit, en over hoe ze alles van deze oud-student van Henry van de Velde geleerd heeft. Het was ook De Roeck die de beroemde Expo-ster tekende. Ze verdwijnt in een andere kamer en komt tevoorschijn met een origineel klapstoeltje van Expo ’58. “Mooi he ? Heb ik enkele jaren geleden gekocht.” Het gele stoeltje met het handvat is een beetje verroest, maar na al die jaren schittert de ster nog steeds op de zitting. n
Tekst Katia Vlerick l Foto’s Liesbet Goetschalckx
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier