Het is allemaal de schuld van Cole Porter. Let’s Do It galmt door de afdeling jazz van de Fnac, en het scheelt niet veel of ik fladder gingerrogersgewijs naar de Engelse paperbacks. Kan ik het helpen dat ik extreem gevoelig ben voor achtergrondmuziek ? Ooit kocht ik een volstrekt overbodige jurk omdat Frank Sinatra mee in het pashok zat. Niet dat ik vandaag extra stimulatie nodig heb. Bijna even prettig als een nazomerse vakantie in het Zuiden is lectuur uitzoeken voor zo’n vakantie. Dat ik daarbij resoluut voor de Angelsaksische letteren kies, komt door mijn lerares Engels op het lyceum. Achteraf ben ik haar nog eens tegengekomen in de sauna, wat een tikkeltje raar was. Nooit gedacht dat ze ook wel eens haar kleren uittrok. Hoe ook, via haar leerde ik Virginia Woolf, Graham Greene en Doris Lessing kennen, om maar een paar kleppers te noemen van de lange lijst schrijvers die een aspirerende germaniste volgens haar gesavoureerd moest hebben. Sindsdien lees ik bij voorkeur in het Engels, ook al omdat dat zuiniger is. Als de Millennium Trilogy in het Engels maar half zoveel plaats in je bagage inneemt dan de Nederlandse versie, dan is de keuze snel gemaakt. Dunner papier en de lettertjes dichter bij elkaar scheelt ook qua prijs een slok op een borrel.

Want kijk, daar is eindelijk Noah’s Compass, de recentste Anne Tyler. Wil je geloven dat ik daar hartkloppingen van krijg, een nieuw boek van één van mijn favoriete schrijfsters ? Wat zou ik haar graag eens interviewen, die Anne, sinds The Accidental Tourist hebben we samen een heel parcours afgelegd. En aangezien schrijvers vaak personages van hun eigen leeftijd kiezen, word ik samen met haar literaire alter ego’s oud, een kwestie van gedeelde smart.

Nog altijd met Cole Porter in mijn achterhoofd ( I’m as restless as a willow in a windstorm) zet ik koers naar De Groene Waterman, meer dan Fnac mijn idee van een rendez-vousplek voor boekenminnaars. In een ideale wereld is zo’n winkel tot een stuk in de nacht open en mag je er ongelimiteerd tussen de rekken rondhangen, een literaire vorm van zelfmoordpreventie als het ware. Van de weeromstuit word ik aangeklampt door een jonge vrouw. Ze fluistert bijna, alsof ze een zondige roddel wil delen : “Dit moet je lezen, ik ben er op een avond in begonnen en voor ik het wist zat ik 300 pagina’s ver.” Ze duwt me een exemplaar in handen van The Slap van Christos Tsiolkas, een Griekse Australiër over wie de meningen nogal uiteenlopen. Op de eerste bladzijde wacht een man in bed om een wind te laten tot zijn vrouw opstaat. Oké, verkocht, niets menselijks is ons vreemd. En doe mij vooral ook Naked van David Sedaris, patent voor een lachstuip of vijf, en de nieuwe Jonathan Frantzen, wat goed is voor Obama is goed genoeg voor mij. ’s Avonds belt er een vriendin : “Ik heb nog een stapeltje boeken voor je klaarliggen.” Als u mij nu wilt excuseren, deze lettervreter gaat zich inkuilen voor de rest van het jaar.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content