LEEN DECIN

© GÉRALDINE VAN WESSEM

Sterrenkundige

MET TALEN HAD IK HET MOEILIJK. Opstelletjes, dat ging nog omdat die logisch in elkaar zitten. Maar Frans en Engels was hard blokken voor mij. Met wiskunde daarentegen speelde ik, tot frustratie van mijn leraars. Ik keek soms dwars door oefeningen heen en niet elke leerkracht kon dat waarderen.

HET BELANG VAN GEDREVEN DOCENTEN WORDT ONDERSCHAT. Alles begon voor mij met wiskunde, tot ik in tweede kan Christoffel Waelkens tegenkwam als professor. Die was zo begeesterd dat ik gebeten raakte door de sterrenkunde. Een geluk misschien. Bij wiskunde zeggen de meeste mensen spontaan “bweurk”. Maar sterrenkunde, dat spreekt bij velen nog tot de verbeelding.

DE HEDENDAAGSE TELESCOPEN ZIJN NIET MEER ZO ROMANTISCH. Ik kijk er nog maar zelden zelf door, je zit in een grote zaal met tien of twintig computers die de telescoop controleren. Gelukkig mogen we ook naar exotischer plekken als Chili, op 4000 meter in de woestijn, omdat daar weinig bewolking is en weinig lichtvervuiling. Zo krijgt het toch weer iets romantisch.

IK BEN GRAAG ALLEEN MET DE STILTE. Veel mensen zijn daar bang voor, maar ik niet. Ik vind dat heerlijk.

ALS STERRENKUNDIGE MOET JE VEEL GEDULD HEBBEN. De lancering van een satelliet blijft een dubbeltje op zijn kant. Maar als de kap opengaat, en die instrumenten beginnen te werken, is dat overweldigend. Als je dan naar een spiraalmelkwegstelsel kijkt en je ziet dat beeld zoveel scherper dan het ooit door iemand eerder is gezien, stijgt er gejuich op in de zaal. Dat is pure euforie.

ALS HET GAAT OM BUITENAARDS LEVEN IS ONZE VERBEELDING BEPERKT. Ik lees niet graag sciencefiction en ik denk niet dat er groene wezentjes zijn. Maar je kunt je niet voorstellen dat er niets zou zijn in die oneindige uitgestrektheid. Het zou me niet verbazen indien er toch iets van ‘leven’ was daarboven. Maar het woord ‘leven’ kan veel definities hebben, het hoeft niet te lijken op wat wij kennen op aarde.

IK BEN DE HELFT VAN EEN EENEIIGE TWEELING. Sommigen vinden mij iets competitiever dan mijn zus, voor de rest zijn er weinig verschillen. Zij is ook doctor in de sterrenkunde. Onze echtgenoten zijn twee goede vrienden die we leerden kennen toen we 22 waren, en we hebben allebei drie kinderen.

WE HADDEN OOIT RUZIE OMDAT WE NIET MEER SAMEN IN DE KLAS WILDEN ZITTEN. Vroeger werden we soms als ‘de tweeling’ uitgenodigd, mensen deden niet de moeite onze namen te leren kennen. Als puber heb je het daar moeilijk mee, je wilt eigen vrienden hebben. Maar nu zijn we erg close. We hebben afgesproken nooit te verhuizen zonder akkoord van de ander.

DE SINT HEEFT DE STERRENHEMEL GEBRACHT OP DE IPAD. Je kunt zien hoe ver een ster staat, of het een rode reus is enzovoort. Knappe applicatie. Mijn kinderen – tien, bijna acht en vijf – vinden de Grote Beer moeiteloos. Maar het liefst kijken we naar Saturnus. Met zijn ringen blijft dat de favoriete planeet binnen ons zonnestelsel.

IK BEN GELOVIG, MAAR HEB HET MOEILIJK MET DE POSITIE VAN VROUWEN IN DE KERK. Ik begrijp ook niet waarom priesters niet mogen trouwen. Mijn ouders zijn gelovig en mijn pa helpt als leek in de kerk. Waarom zou die dat werk minder goed kunnen doen dan iemand die ongehuwd is ?

WE HEBBEN NIET VEEL TIJD MEER OM NAAR DE STERREN TE KIJKEN. We krijgen te weinig ademruimte en het academisch landschap is erg competitief. Hoe hard je ook werkt, je blijft met het gevoel zitten dat het nooit echt afgerond is.

Leen Decin (37) is hoogleraar sterrenkunde aan de KU Leuven. Haar recente ontdekking van water en koolstof in de dampkring van een oude ster maken de kans aannemelijker dat er buitenaards leven bestaat.

DOOR JEAN-PAUL MULDERS – FOTO GÉRALDINE VAN WESSEM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content