In het voorjaar is de tuin van Philippa Rakusen op zijn mooist. Maar om zo’n uitgekiende bloemenpracht te bekomen, is nu planten de boodschap. Onder het lover is plaats voor honderden bollen.

Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriel

De tuin van Philippa Rakusen is een lust voor het oog in alle seizoenen, maar vooral in de lente. Want de Engelse tuinierster weet als geen ander het spel van licht en schaduw te benutten, en de lentestruikjes, vroegbloeiende vaste planten en bolgewassen tot hun recht te laten komen.

Philippa Rakusen is geen nieuwkomer in het tuinierswereldje. Al meer dan 50 jaar verzorgt ze zelf haar tuin, rond de woning die ze samen met haar man kocht toen ze nog niet lang getrouwd waren. Het langwerpige witte huis met rood pannendak is in noordoostelijke richting ingeplant op het rechthoekige perceel van bijna 1 hectare groot. Het bevindt zich in een klein dorpje tussen Leeds en Wetherby, gelegen op zo’n 500 meter boven de zeespiegel. Winden uit zuidoostelijke richting domineren en er valt ook flink wat regen. Zo’n goeie 50 jaar geleden werd Bramham Park verkaveld en op alle percelen die, zoals dat van Philippa, langs de Ling Lane liggen, staan nog altijd enkele van de reusachtige bomen die toen het prestigieuze domein sierden : beuken, Schotse dennen, lorken, eiken, berken, lijsterbessenbomen.

Die bomen bepaalden van meet af de sfeer van de tuin, want alleen het grasveld voor het huis vangt volle zon. Vanaf de straat is de woning nauwelijks zichtbaar. Er loopt een lange laan naartoe, en omwille van de privacy werd in de jaren ’50 nog een muurtje bijgebouwd dat het huis helemaal aan indiscrete blikken onttrekt. Nu staat in de schaduw ervan een gezellig zithoekje met bank. Een ander muurtje scheidt de geplaveide laan van het gazon. Een ideale plek voor weelderig groeiende Euphorbia en tal van andere planten.

In 1945, vlak na de oorlog, nam Philippa twee dagen per week een tuinier in dienst. Met hem legde ze de basis aan van haar tuin. Eerst werden heel wat ongewenste stronken en wortels verwijderd. Toen kwamen ze tot de vaststelling dat de grond zo mager was, dat er zelfs helemaal geen wormen te bespeuren waren. Om nieuw leven te brengen moesten tonnen aarde worden aangevoerd en talloze balen turf.

Die grond werd dan nog verrijkt met compost waarvan de samenstelling in de loop der jaren voortdurend werd verfijnd. Philippa gaf de voorkeur aan natuurlijke grondverbeteraars (mest, beendermeel, hopresten…) en mengde die organische meststoffen met afval van takken om de compost zo luchtig mogelijk te maken.

In die tijd las Philippa verwoed alle artikels over tuinieren die verschenen in de zondagskranten. Sommige ervan waren van de hand van grootheden als VitaSackville-West, die toen nog Sissinghurst bewoonde (nu beheerd door de National Trust). Ze verslond ook alles van Graham Stuart en Gertrude Jekyll, maar het boek ?We Made a Garden? van Marjory Fish gaf de doorslag : Philippa besloot om haar tuin het hele jaar door interessant te maken.

Glimlachend denkt ze nu terug aan de ?verloren? jaren, toen ze bij gebrek aan kennis en ervaring haar omgeving dingen wilde opdringen die ze niet verdroeg, zoals verkeerde kleuren of verkeerde planten. Tot de dag dat ze tot het besef kwam dat ze haar huis moest verankeren in haar tuin en niet omgekeerd.

Al snel was Philippa een naam in het wereldje van tuiniers. In 1953 sloot ze aan bij de Northern Horticultural Society en leidde gedurende 20 jaar de werken in de tuinen van Harlow Car, vlakbij Harrogate. Andere bronnen van inspiratie vond ze tijdens studiereizen georganiseerd door de zeer selecte Garden History Society.

Een wandeling door de tuin van het echtpaar Rakusen brengt meteen de gedegen plantenkennis aan het licht. In deze van nature zure grond staan enkele bijzonder mooie rododendrons, maar ook coniferen als Taxodium distichum, Metasequoia glyptostroboides, Abies koreana. In het begin van het jaar bloeien enkele Viburnums en Prunus, en in juni en juli de botanische rozen. Uiteraard werd bij de plantenkeuze ook rekening gehouden met de herfstkleuren en met de schorsen. Philippa publiceerde zelfs een boekje van 48 bladzijden, getiteld ?Foliage and Form Throughout The Year?.

Als het weer meezit, is een wandeling onder het lover ook een waar geurfestijn. ?Geuren zijn voor mij zo belangrijk dat ik altijd de voorkeur zal geven aan geurende soorten. Ik kweek trouwens ook keukenkruiden en ik vind het heerlijk om door mijn tuin te lopen en her en der wat marjolein, bieslook, venkel of tijm te plukken.? Door het raam in de salon kijk je uit op een enorme bos rozemarijn.

In de lente gaat alle aandacht uit naar de weelderige ondergroei die zijn pracht ontleent aan de talloze bolgewassen. Duizenden bloembollen heeft Philippa geplant : anemonen, narcissen, botanische tulpen, hondstand, Fritillaria, Corydalis, Allium, Leucojum… te veel om op te noemen. Opmerkelijk is vooral de manier waarop ze ze heeft geplant en de feeling waarmee ze de bloembollen heeft gecombineerd met bodembedekkers als Epimedium, Helleborus, Bergenia.

Wilt u het ook proberen, dan moet u meteen aan de slag, want voor eind oktober moet het karwei geklaard zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content