LINDA ASSELBERGS

Linda Asselbergs/Koen Fillet

Iemand was zijn hondje kwijt, Koen. In het park waar ik ’s zondags bij droog weer rondjes rond de vijver loop. Iemand die er veel voor over had om het beestje terug te krijgen – 3000 euro om precies te zijn. Zo stond het op het keurig geplastificeerde A4’tje, ruim een meter boven ooghoogte aan een boom gespijkerd. Er moet een ladder aan te pas gekomen zijn om dat zoekertje zo hoog te krijgen, veilig voor spelende kinderen en vandalen. Hijgend hield ik halt : 3000 euro, dat is niet niks. Voor mijn geestesoog passeerde een reclamespotje voor de leuke dingen die ik met 3000 euro zou kunnen kopen : een nieuw bankstel, een cruise voor twee, een paar vaten botox. Nu ja, voor mij zijn alle redenen goed om even niet te hoeven rennen.

Het hondje op de foto was van een voor mij onduidelijk merk, wit met bruine vlekken, het type dat ik spontaan Mirza zou noemen, of Dolly. EĆ©n oog had een blauwe schijn, alsof er een vlies overheen zat. Niet in de fleur van haar leven, Dolly, zoveel was duidelijk. ‘Ziek’, zo stond er ten overvloede. Op de foto zat het dier op schoot van wat naar twee koesterende reumatische handen te oordelen een oude dame moest zijn. Eenzaam nu, met lege handen en een koude schoot. En Dolly, zieltogend in het kreupelhout, wellicht tegen een boom geknald met dat kaduke oog van haar.

Een bagatel in de hiĆ«rarchie van het wereldleed en toch immens zielig, Koen. Kan ik het helpen dat ik een sucker ben voor programma’s als Dieren in Nesten en Australische dierendokters ? Van die reportages waarin gediplomeerde artsen ingewikkelde operaties uitvoeren op suikereekhoorns en vleerhonden en een vrouwelijke identieke tweeling, zo weggelopen uit een David Lynchfilm, een betekenisvolle relatie heeft met kreupel gevogelte. En daar dan de stem van Chris Dusauchoit overheen, zodat je de illusie krijgt dat het toch nog een beetje goed komt met de wereld.

Ik heb hard gezocht, Koen. Hoe graag was ik op die oude dame toegestapt, haar hondje in mijn armen : “Alstublieft, Chris Dusauchoit heeft Dolly beter gemaakt.” Maar het mocht niet zijn. Ook wel een beetje jammer van dat bankstel, natuurlijk.

KOEN FILLET

Ik zoude door mijn knieƫn moeten zinken en bittere tranen plengen van ellende. Ik zoude mezelve moeten geselen met neteltakken, of beter nog met bramen, die rode strepen trekken over mijn ontblote rug. Met luide stem zou ik de mensheid moeten toeroepen : ik ben slecht en ik ben zondig. Ik, hondenhater, beschimp mij en verban mij uit uw midden.

Of wacht, ik zal het zelve doen, want ik ben niet waardig in uw midden te verkeren : ik schenk mijne bezittingen weg en vertrek naar het noorden, alwaar ik me terug zal trekken in een schimmelige grot op een strook strand van de Atlantische Oceaan.

De Hond, sommigen zouden Hem met een hoofdletter eren. Ik niet. Ik haat Hem, al ken ik Zijn vele verdiensten. Trouwste Vriend van de mens, hoor ik beweren. Redder der verdwaalde reizigers, Kompas der blinden en Helper der jagers, Betrouwbare Bewaker van have en goed, Speurder naar smokkelaars en gespuis, Onvermoeibare Trekker der sleden en bakkerskarren, Speelkameraad, Aanbrenger van kranten en pantoffels, Trooster der eenzamen, en – ten oosten van Omsk – Gewaardeerde Bron van eiwitten en koolhydraten.

Maar wat misprijs ik Hem, die Jankende Viervoeter. Hoelang moet ik die hoofdletter hier aanhouden ? Schurftig, vuil en onrein beest. Verwaterde wolf, lafhartige slaaf der mensheid. Slappe opportunist, gatlikker, enige vriend van Hitler. Bijt vanvoren, schijt vanachteren. Drollenmachine. Bespringer van mijn scheenbeen. Mislukte kosmonaut. En stom bovendien : ziet hem kwijlen als het belletje klinkt, in de overtuiging dat er voedsel komt.

Ken je Diamond, Linda ? Diamond, de hond van Isaac Newton ? Op een dag in een vroeg achttiende-eeuwse winter liet Newton Diamond een ogenblik alleen in zijn werkkamer. Het beest stootte een kaars om en de notities van twintig jaar studeren en experimenteren gingen in vlammen op. ” Oh, Diamond, Diamond, thou little knowest the mischief thou hast done !“, zei Newton terwijl hij de ravage overzag. En vervolgens sloeg hij het beest dood, mag ik hopen.

Na dertig jaar zijn de sporen nog zichtbaar, Linda. Hij was zwart en groot en van een onbestemd ras. Een litteken op mijn kuit en een litteken op mijn ziel. Ik haat hem. Vergeef me.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content