Kwestie van zelfvertrouwen

“Ben ik oké zoals ik ben ? Mag ik er zijn ?” Om goed te functioneren heeft een mens een minimum aan zelfbewustzijn nodig. Maar waar houdt zelfvertrouwen op en waar begint een opgeblazen ego ? En – de haatcampagne tegen slimme vrouw Linda De Win indachtig – waarom wordt assertiviteit bij vrouwen nog altijd minder gewaardeerd dan bij mannen ?

Heb ik mij ooit vergist ? Ik kan het mij niet herinneren. Ik pak de problemen aan en dan ga ik verder, zonder om te kijken. Ik ga ervan uit dat ik nooit catastrofaal geblunderd heb. Dat zou ik me vast wel herinneren.”

Je moet al Margaret Thatcher heten om zo zelfverzekerd terug te kijken op je carrière. Zelfverzekerd of met een schrijnend gebrek aan zelfkritiek ? Hoe ook, wat Thatcher in haar hoogdagen misschien iets te veel had, hebben de meeste mensen te weinig. Google het woord ‘zelfvertrouwen’ en van de goeie ouwe Thomas Harris ( Ik ben o. k. Jij bent o. k.) tot Edel Maex van Mindfulness krijg je een lawine aan personal coaches, trainers en schrijvers van zelfhulpboeken over je heen. “Je kunt meer dan je denkt !” ,belooft de ene. “Vergroot je gevoel van eigenwaarde !” ,gebiedt de andere. In een woud van uitroeptekens wordt je een toekomst voorgespiegeld waarin je alles gedaan krijgt, het geluk je toelacht en je je “tot 300 procent beter in je vel voelt !” Het enige wat je moet doen om het zover te schoppen, is in jezelf geloven. Een indruk die nog versterkt wordt door een overvloed aan inspirerende citaten van de Groten der Aarde. “Als we alles zouden doen waartoe we in staat zijn, zouden we onszelf met verstomming slaan”, wist Thomas Alva Edison. En Nelson Mandela was er vast van overtuigd dat vijanden van buitenaf je niet konden deren zolang je geen innerlijke vijand had.

Allemaal goed en wel, maar tegenover die paar zelfbewuste winners staat een heel leger hopefuls die wel willen, maar niet durven. Oprah Winfrey, zelf bepaald geen doetje, noemt een gebrek aan zelfvertrouwen “de kern van alle problemen in de wereld”. In lange rijen maakten ze hun opwachting in haar show, de gehavenden die aan een paar rake klappen van het leven een deuk in hun zelfvertrouwen overhielden en concludeerden dat succes, liefde en geluk niet voor hen waren weggelegd. Uit een poll op haar website bleek 75 procent van de veertienduizend respondenten niet tevreden met zichzelf te zijn. Goed, we hebben hier met een zeer specifiek publiek te maken, maar hoe ook : 1 op de 4 mensen die zichzelf goed genoeg vindt, dat is een schrikbarend laag cijfer. Nationaal scoren Amerikanen op de zogenaamde tevredenheidschaal van Cantril dan weer aanzienlijk beter in vergelijking met Japanners. Nederlanders zijn domweg Vlamingen met meer zelfvertrouwen. Hoe relatief gevoel van eigenwaarde kan zijn, bewees een test waarbij 72 procent van mindervalide respondenten zich tevreden met zichzelf noemde, tegenover maar 39 procent van mensen die zich een leven als gehandicapte voorstelden.

Een krukje met drie poten

Psychologen hebben er onder elkaar lang over gekibbeld : wat heet zelfvertrouwen ? Vast staat dat het een zeker zelfbewustzijn vergt, wat dan weer een belangrijke stap is tot zelfaanvaarding, rekening houdend met je sterke en minder sterke kanten. De Amerikaan Nathaniel Branden definieerde zelfvertrouwen als het gevoel competent genoeg te zijn om met de grote uitdagingen van het leven om te gaan en het waard te zijn geliefd te worden. Een populaire voorstelling is die van zelfvertrouwen als een kruk met drie poten, namelijk het gevoel dat je iets kunt, het gevoel dat anderen je accepteren en verantwoordelijkheidsgevoel, meer bepaald in staat zijn om verantwoorde beslissingen te nemen en de gevolgen ervan te overzien en te aanvaarden. Zaag één van die poten af en de kruk valt om.

Bij sommigen loopt het al vroeg mis. Ouders spelen een grote rol bij de vorming van het zelfbeeld. Geven zij aandacht en liefde en behandelen ze je met respect, dan is de kans groot dat je een positief zelfbeeld kweekt. Andersom kan niet-aflatende kritiek tot een kaduuk zelfbeeld leiden. Sommige ouders geven het gevoel dat hun kind nooit goed genoeg is. Klassiek is het geval waarbij een middelmatige scholier voortdurend vergeleken wordt met een beter scorende broer of zus. Ook ouders die voorwaarden stellen aan hun waardering kunnen veel schade berokkenen. Zo was er onlangs dat jongetje in Man bijt hond dat zeer tegen zijn zin op kostschool zat en dat pas weer elke avond naar huis zou mogen als hij 90 procent haalde. Stel dat hem dat niet lukt, wat een klap voor dat kind zijn zelfvertrouwen.

Daarnaast kunnen ook problematische scheidingen een nefaste invloed hebben. Marianne (43) : “Mijn vader liet mijn moeder en mij in de steek toen ik acht was. Voor haar was het een geweldige slag. Om niet lastig te zijn, paste ik me zo goed mogelijk aan en deed ik me voor zoals ik dacht dat mijn moeder mij graag had. Maar zij werd steeds veeleisender en op de duur was ik totaal de kluts kwijt. Het heeft veel therapiesessies gevergd voor ik eindelijk mijzelf durfde te zijn.”

Ook leeftijdsgenoten spelen een belangrijke rol. Uit onderzoek blijkt dat voor een persoonlijkheid in wording bijna niets beschadigender is dan buitengesloten te worden. Neem nu een kind dat bij het balspel systematisch overgeslagen wordt. Het steekt de handen uit, maar er komt geen bal. Zo’n ervaring activeert in de hersenen dezelfde centra die ook bij fysieke pijn betrokken zijn. Een logische reactie zou zijn hard “au” te roepen. Maar dat doet niemand. Wie afgewezen wordt, doet alsof hij het spelletje eigenlijk toch maar stom vond. En nee, of je buitengesloten wordt of niet, heeft niets met uiterlijk of prestaties te maken. In bijna elke klas zit een dikkerd of anderzijds nerd-achtige figuur die zich door verbale weerbaarheid geaccepteerd heeft weten te maken.

Yes we can

Niemand is voor 100 procent zelfverzekerd. Het is normaal dat je op sommige dagen of bij sommige activiteiten meer zelfvertrouwen hebt dan op andere momenten. Wie overloopt van vertrouwen in zijn werk, is niet noodzakelijk assertief in relaties. Bovendien heeft de een van nature meer zelfvertrouwen dan de ander. Het is een combinatie van temperament en omgeving. Omdat extraverte types vaak meer openstaan voor nieuwe ervaringen, bouwen zij gemakkelijker zelfvertrouwen op dan verlegen, introverte types.

En ja, je kunt ook een te geflatteerd beeld hebben van je eigen capaciteiten. De kandidaat die zich in de talentenjacht onsterfelijk belachelijk maakt omdat alleen hij én zijn moeder vinden dat hij zo mooi zingt. Dat het niet simpel is om een waarheidsgetrouw zelfbeeld te vormen, blijkt bijvoorbeeld ook uit het aardige boekje Ego’s en andere ongemakken, een verzameling columns van de Nederlandse hoogleraar sociale psychologie Roos Vonck. “Anderen vragen wat ze nu écht van ons vinden houdt ook risico’s in”, schrijft ze. “In veel gevallen zouden mensen er niet vrolijker van worden als ze dat wisten.”

Vooral voor vrouwen zou ongezouten kritiek hard aankomen, zo blijkt uit allerlei onderzoeken. Vrouwen zijn ook veel strenger voor zichzelf. Zo nemen ze op vergaderingen pas het woord als ze ervan overtuigd zijn dat ze iets zinnigs te zeggen hebben en geven ze gemakkelijker fouten toe. Bovendien ondermijnen fouten ons zelfvertrouwen meer dan dat successen onze eigenwaarde opkrikken, stond in het decembernummer van Opzij. Waarom moet ik nu opeens aan Linda De Win denken ? Een aantrekkelijke, competente, assertieve vrouw die de wind van voren kreeg omdat ze niet wegstopte dat ze graag won. En wier grootste blunder was meegesleept te worden door het spel. Als zelfvertrouwen het resultaat is van een realistische inschatting van je kwaliteiten, hoe kunnen vrouwen er dan in groeien als ze voortdurend op totaal irrationele karakteristieken afgerekend worden ? Mondhoeken die naar beneden wijzen, niet jong en argeloos zijn ? De ene politica is te sexy gekleed, de andere te seutig, een derde houdt haar hoofd te scheef of heeft te grote tanden. Ik stel voor dat wij vrouwen, vóór we ons voor een cursus mindfulness inschrijven, collectief de basishouding van het zelfvertrouwen inoefenen : de schouders ophalen. En nee, als rolmodel kiezen we niet Margaret Thatcher, maar Barack Obama. Iemand die ook als hij op het dieptepunt van zijn populariteit staat, met rustige overtuiging standpunten blijft verkondigen die een groot deel van zijn landgenoten niet aanstaan. Te nemen of te laten. Ja, ik weet het, Obama is geen vrouw. Maar wel zwart, het is een begin.

DOOR LINDA ASSELBERGS – ILLUSTRATIE INGE BOGAERTS

Een kind dat in een balspel afgewezen wordt, doet alsof hij het spelletje eigenlijk toch maar stom vond.

“Anderen vragen wat ze nu écht van ons vinden houdt ook risico’s in, veel mensen zouden er niet vrolijker van worden als ze dat wisten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content