K’s Choice
“De eerste was onze akoestische pop-cd, de tweede was onze schreeuw, de derde een kruising van de twee.” Gert en Sarah Bettens over “Cocoon Crash”. En over de donkere en lichte kanten van het succes.
Vijf jaar geleden heette K’s Choice nog The Choice, debuteerden ze met “The Great Subconscious Club”, verkochten er 15.000 stuks van en gaven interviews in een Antwerps café. Er is enig water door de Schelde gevloeid, sindsdien. De teller van “Paradise in me”, hun tweede, staat vandaag op 700.000 – waarvan een derde in Amerika – en broer en zus Gert en Sarah Bettens zijn door hun platenfirma in een Brussels pluchen hotel gedumpt om de pers te woord te staan. “Wij zijn nog geen supersterren. We doen alleen alsof.” Gert kan er, godzijdank, nog om lachen.
De reden voor de sommatie naar Brussel is de release van de moeilijke derde van K’s Choice: “Cocoon crash”. De eerste waarvoor Jean Blaute als producer – eindelijk – gedropt is ten voordele van Gil Norton, een mens die al gewerkt heeft met Counting Crows en Foo Fighters, onder vele andere. “Voor de eerste keer is er gesleuteld aan nummers toen ze al geschreven waren”, zegt Sarah. “Tegen Gil hadden we gezegd dat we openstonden voor alles en hij heeft daar ook gebruik van gemaakt.” “Gil is een producer die je veel ruimte biedt”, zegt Gert. “Maar àls je tot een partij komt die hij de beste vindt, dan wil hij dat je die exact opnieuw zo naspeelt in de studio. Wat een heel logisch perfectionisme is. Ik zie een kleinere evolutie van 2 naar 3 dan van 1 naar 2. De eerste was onze akoestische pop-cd, de tweede was onze schreeuw, de derde een kruising van de twee. We hebben altijd een voorliefde gehad voor extremen in de muziek: dus staan er op de cd stille tracks, popsongs en heavy momenten. De variëteit is dan ook groter dan op de vorige twee.”
“Cocoon crash” is een moeilijker bevalling dan voorzien was, omdat Amerika plots beginnen bewegen is.
Gert: Het vreemde is dat het daar allemaal gebeurd is op een moment dat we het niet meer verwacht hadden. Wij waren al volledig gefocust op “Cocoon crash”, nieuwe nummers schrijven en zo snel mogelijk in de studio duiken, toen “I’m not an addict” in Los Angeles en Chicago een radiohit werd, onder andere mede dankzij onze voorprogramma’s voor Alanis Morrisette. En opeens moesten we ginder gaan toeren, een extra jaartje lang. Dat is heel even verwarrend, maar daarna ben je ongelooflijk blij.
Ook met de mindere kantjes?
Die zijn er altijd in het leven. Ik ben bijvoorbeeld een redelijk huiselijk type, ook na een jaar onderweg en ook al leef ik als een zigeuner de helft van de tijd. Na een paar maanden heb ik altijd een dag dat alles verschrikkelijk tegenzit en dat ik niets liever zou doen dan naar huis vliegen en mijn ouders, grootouders en vrienden bezoeken. Dan denk ik: ik ben een ongelooflijk abnormaal leven aan het leiden, ik ben aan het vervreemden van iedereen en ik weet niet of ik dat eigenlijk wel wil. Maar àls ik dan bij mijn vrienden kom, dan merk ik dat we ons 20 seconden ongemakkelijk voelen, waarna we gewoon de draad weer oppikken. En dan ben ik die mensen dankbaar dat ze me de kans geven om zo’n vriendschap te hebben.
Wat vind je het ergste en het plezantste aan dit bestaan?
Het mooiste is dat ik kan leven op een manier waarvan ik altijd gedroomd heb: dat ik muziek kan maken, dat de mensen daar ook nog naar luisteren en dat je dus af en toe erkenning krijgt.
Het vervelendste is dat ik me af en toe realiseer dat ik in een wereld vol vreemdelingen leef en dat het altijd zo zal zijn zolang ik me niet ergens ga settelen.
Zet je daar een termijn op voor jezelf?
Ik denk er vaak over na en ik weet dat het niet eeuwig kan duren. Als ik naar de Rolling Stones kijk, dan kan ik me niet voorstellen dat ik op die manier ouder ga worden. Ik schat de kans dat het zo zal gebeuren dus érg klein in. Maar anderzijds denk ik ook niet dat ik snel zal stoppen. De combinatie kinderen-muzikant zie ik absoluut niet zitten, dus vermoed ik dat ik ermee ophoud als ik kinderen krijg. Of dat ik me beperk tot België en Nederland als afzetgebied, zodat ik elke avond naar huis kan rijden. Maanden in Amerika toeren, betekent maanden je kinderen niet zien en ik zou daar zot van worden.
Ik heb het idee dat jullie op “Cocoon crash” van alles van jullie afgeschreven hebben.
Heel veel van wat we de laatste jaren hebben meegemaakt, is van een totaal andere orde dan alles wat daarvoor is gekomen. Het kan dus niet anders dan dat zoiets in je teksten kruipt. Het is vermoedelijk moeilijk om te zeggen ‘deze lijn is geïnspireerd door die week in Las Vegas’, ook omdat ik niet echt over concrete plaatsen schrijf. Sarah durft wel eens explicieter zijn wat dat betreft. Maar ik laat het gewone leven op me afkomen.
Het gewone leven? Je hebt het over je gesprekken met God?
Dat durf ik wel eens doen, ja. Wij zijn ooit alletwee naar katholieke scholen geweest: dat katholicisme speelt vandaag geen enkele rol meer in ons leven, maar dat neemt niet weg dat ik spiritualiteit belangrijk vind. Zeker als je op tournee gaat en je een hectisch bestaan leidt, heb je zo’n soort houvast nodig. Een stilte, een intiem moment, ik denk trouwens dat veel mensen daarnaar streven, alleen noemen ze het misschien niet spiritualiteit.
Ik ben bezig met de kosmos, maar anderzijds ben ik ook nog altijd aangetrokken door het beeld van god als een man met een hele lange witte baard. Ik wéét dat het niet klopt, maar als ik God zou moeten tekenen, dan zou het geen boom zijn, maar Sinterklaas zonder hoed.
Je hebt het ook over goed en slecht: “Hide” gaat over de donkere kanten.
Ik heb dat liedje geschreven op een moment dat ik me niet echt geweldig goed voelde. Ik kon me perfect voorstellen dat ik aan een klein bureautje zat met een klein lampje en dat er iemand die woorden in mijn oor aan het fluisteren was. De donkere kant in mij, ja. Ik weet niet of het een boeddhistische gedachte is, maar het heeft zeker met oosterse religie te maken: er zitten twee zaadjes in ons allemaal. De kunst is zo snel mogelijk het ene zaadje te verwijderen en het andere zoveel mogelijk water te geven door de juiste dingen te doen in het leven. Ik heb het nog niet helemaal door, maar het klinkt zeer plausibel.
Teken je nog altijd?
Te weinig. Ik heb het hoesje van “Cocoon crash” getekend. Ik neem overal mijn tekengerief mee en een boekje, maar ik merk dat daar weinig in staat. Ik weet wel zeker dat ik daar op een mooie dag – en dat zou wel eens de dag kunnen zijn dat ik kinderen krijg – mee herbegin.
Ik vind “Cocoon crash” een mooie titel, al zie ik er vermoedelijk andere dingen in dan dat wat jij ermee bedoeld heb. Verlies van intimiteit en onschuld met name.
Ons Sarah zag dat er ook in, en uiteindelijk vond ik die interpretatie mooier dan mijn betekenis. Ik probeerde een metafoor te zoeken voor het feit dat iedereen vastzit en een rolletje speelt en zichzelf niet kan zijn. Ik denk daar zo vaak over na, omdat ik mezelf in die situatie voel zitten. En toen dacht ik: ik zit in een cocon, ik crash en ik kom eruit.
Maar ik vind de andere uitleg minstens even mooi, temeer daar veel van mijn teksten inderdaad over verlies van onschuld gaan. Ons leven is zo ongeveer een jaar op voorhand uitgetekend, maar ik heb gelukkig nooit het gevoel dat ik een marionet ben die aan een koordje hangt. Als wij geen zin hebben om volgende maand naar Amerika te gaan, dan zal dat vermoedelijk veel problemen met zich meebrengen, maar dan gààn we niet.
Het zou stom zijn om nu van de trein te springen.
Als ik me een ideaal leven voorstel, dan is het een combinatie van onderweg zijn en wat ik thuis heb. Die combinatie bestaat nu al, maar het evenwicht ontbreekt: ik verwar soms de toerbus met mijn zetel thuis, wat niet de bedoeling is omdat ik me in mijn zetel nog altijd beter voel.
Ik kan het nogal appreciëren dat jullie niet geopteerd hebben om de zoveelste Alanis Morrisette-soundalike te worden.
Sarah: Wij zitten in de ongelooflijk luxueuze positie dat iedereen ons op alle gebieden vrij laat. Natuurlijk zeurt een platenfirma wel eens, maar Gil Norton is een producer die een groep nooit naar zijn norm wil ombuigen of die wil inspelen op wat populair is.
Ben jij niet een stuk harder geworden dan vroeger?
Sarah: Ik ben vooral een stuk emotioneler geworden. De laatste tijd begin ik om alles en nog wat te wenen. Ik ben minder naïef, ik weet heel goed wie aan onze kant staat en we zijn door omstandigheden gepousseerd om ons ook meer met de zakelijke kant van K’s Choice bezig te houden, maar ik ben rapper aangedaan door situaties dan toen ik 18 was. Een film kan me pakken, op een mooie plaats zijn en het juiste liedje op de radio horen en ik kan vertrokken zijn. Dat is de grote kracht van muziek: waar je ook bent, je kan een cd op je walkman zetten en in een andere wereld terechtkomen.
Gert: Muziek kan me doen huilen om ongelooflijke gênante dingen, die ik nooit zou durven toegeven (lacht).
Liggen jullie wakker van banaliteiten als “de vorige heeft 700.000 exemplaren verkocht, de volgende moet meer?”
Sarah: Ik lig er niet wakker van, maar het speelt mee. Tot hiertoe zijn we alleen nog maar gegroeid, en we staan er eigenlijk niet genoeg bij stil dat het ooit wel eens gedaan zou kunnen zijn, dat we niet meer hoger zullen kunnen en dat we alleen nog bergaf gaan. De truc is natuurlijk om op het juiste moment te stoppen, maar wie kan dat? Ik besef dat het moment zal komen en ik besef terzelfder tijd dat ik daar helemaal niet zo realistisch in ben. Als ik eerlijk met mezelf ben, dan moet ik durven toegeven dat ik heel veel van “Cocoon crash” verwacht. Ik wil onze verkoop in Amerika verdubbelen naar een half miljoen, wat volgens mij een makkelijker stap is dan van nul naar een kwart miljoen gaan. Deze cd heeft de potentie om dat te doen.
Ben jij ambitieuzer dan Gert?
Misschien. Kinderen krijgen en ons beperken tot België en Nederland zou ik op dit moment als een stap terug zien.
Gert: Zou jij dan minder respect hebben voor mij?
Sarah: Ik heb nu al minder respect voor jou door te weten dat je er zo over denkt (lacht). Ik zie mijn toekomst als: het wordt beter, plezanter, groter. Het is ongelooflijk opwindend om te toeren in landen waar je nog nooit geweest bent, of op plaatsen in Amerika die je nog nooit aangedaan hebt. Weten dat Australië tot de mogelijkheden behoort, maar je beperken tot de Benelux is een deprimerende gedachte.
Gert: Maar straks hébben we Australië gedaan.
Sarah: En dan zal ik het misschien niet meer belangrijk vinden waar we toeren, dat is waar.
Wat maakt jou vandaag het gelukkigst?
Sarah: Dat mijn huwelijk er elk jaar beter op wordt. Ik kan ongelooflijk van mijn muziek genieten omdat ik in mijn privé-leven zo gelukkig ben. Ik kan me niet voorstellen dat ik bevredigd zou kunnen zijn met een carrière als ik niets ernaast had om op terug te vallen. Dat is iets wat – hopelijk – nooit zal wegvallen, ook als het in de muziek eens minder rooskleurig is. Door ons werk zijn David en ik vaak gescheiden en zien we elkaar niet zo vaak als andere koppels. Maar weten dat het er is, is voldoende om met volle teugen te genieten van familie, vrienden, muziek. Ik kan me het hebben van kinderen veel minder voorstellen dan onze Gert. Vier jaar geleden trouwde ik en wou ik meteen kinderen “om mee te spelen”, heel simplistisch. Dat gevoel is voorbij, het moederinstinct is voorlopig over en misschien duurt het een jaar of 10 voor het terugkomt. Dat is vreemd, want in vriendenboeken op school schreef ik altijd “huisvrouw” als ambitie, omdat mijn moeder mijn grootste idool was. Ik had ook nooit de drang om in een ander land te gaan wonen. Ik herinner me dat ik ooit tegen David gezegd heb: “Je moet niet denken dat ik in Amerika ga leven.” Een huisje in Kapellen, dat was het ideaal.
Waar is het fout gegaan?
Door te beginnen reizen. Door David te leren kennen en in contact te komen met andere culturen en continenten. Door ambitie te krijgen. Veel van die ambitie is trouwens al gerealiseerd: we kunnen leven van wat we graag doen, en we krijgen respect van mensen die we zelf respecteren. Veel verder moet dat voor mij niet gaan. Op korte termijn denk ik natuurlijk: het zou plezant zijn om een miljoen cd’s te verkopen en in grotere zalen te spelen. Maar ik besef ook: de groei de voorbije jaren van Belgisch groepje naar internationale groep, heeft me niet gelukkiger gemaakt. Dus weet ik dat de volgende stap me als mens ook niet gelukkiger zal maken.
Hebben jullie niet het gevoel dat men zich op jullie succes verkijkt? Er wordt meer over dEUS gepraat, maar qua commercieel impact zijn er weinig Belgen die jullie overtreffen.
Sarah: Helmut Lotti verkoopt meer, maar dat is dan ook de enige, denk ik. De ommekant van goeie cijfers is dat velen de neus ophalen voor wat je doet. In Amerika heeft men geen problemen met succes hebben, in Europa staat het gelijk met het verlies van credibiliteit. Maar dat is zo onzinnig: waarom zou het bereiken van een megastatus gelijkstaan met een automatische waardevermindering?
Gert: België spant wat die mentaliteit betreft dan ook nog eens de kroon in Europa.
Sarah: K’s Choice is nu eenmaal mainstream, wij maken geen experimentele muziek. En ik ben dan nog eens minder getormenteerd dan Gert ook (lacht).
Gert: Ben ik dan zo getormenteerd?
Sarah: Ik heb in elk geval minder vieze dromen.
Wanneer zou je vrede kunnen hebben met het einde van K’s Choice?
Gert: Ik heb mezelf nooit als een ambitieus mens beschouwd, al zal ik allicht niet helemaal ambitieloos zijn. Ik zou het plezant vinden om in Amerika een paar keer een zaal uit te verkopen waar we vorige keer als voorprogramma gestaan hebben. Maar als het niet gebeurt, dan zullen noch Sarah noch ik daar een ongelukkiger mens om worden. Mijn grootste doel in de wereld is – zoals van iedereen, denk ik – gelukkig worden. En ik heb het gevoel dat ik heel hard op weg ben.
Als je een souvenirboek zou hebben, welke foto’s zouden jullie daar zeker in willen?
Sarah: Ons eerste voorprogramma van Bryan Adams in Bercy in Parijs.
Gert: Mét het geluid erbij dan. Toen wij op het podium kwamen, maakte het publiek een lawaai dat we sindsdien nooit meer zo bewust ervaren hebben.
Sarah: We hadden juist een groepje gevormd, we gingen voor 15.000 man in Bercy spelen, de lichten gingen uit en de orkaan begon. Vergeet ik nooit meer. Bryan Adams, voor wie wij in Werchter nog staan springen hebben notabene.
Gert: We moesten onszelf knijpen.
Sarah: Het eerste concert in het voorprogramma van de Indigo Girls in Philadelphia: mooi. De eerste keer voor een groot publiek in Amerika, dat ons dermate apprecieerde dat het ons, middenin sommige nummers, applaus gaf. December vorig jaar: naast de Indigo Girls met Sheryl Crow in één micro zingen voor 30.000 mensen: fijn moment.
Gert: Drijven in het zout water van Salt Lake City: heerlijk. Wakker worden bij de gigantische Hoover Dam was ook fantastisch.
Sarah: Mijn eerste televisie-optreden bij Walter Capiau. Het gevoel van: ik kom op tv, stel je voor.
“Cocoon crash” van K’s Choice is verschenen bij Sony/Double T.
Jacky Huys / Foto’s Lieve Blancquaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier