Toegegeven, er is veel narigheid in de wereld. Maar staat u wel eens stil bij alle aangekondigde rampen die uiteindelijk niét gebeuren ?

Ze waren er niet gerust op, eind 999. Stel dat de wereld verging bij het krieken van het jaar 1000 ? Tien eeuwen later was het al niet veel beter. De millennium bug, weet je nog wel. Vliegtuigen zouden uit de lucht vallen, treinen tegen elkaar knallen, alle betaalverkeer stilvallen en in de helft van de wereld zou het licht uitgaan. Voor hetzelfde geld brak er per abuis een atoomoorlog uit. En wat gebeurde er ? Niets, noppes, nada. O ja, een jaar later, op nieuwjaarsdag 2001, wilde in Noorwegen een vloot hogesnelheidstreinen niet starten. De twintigste eeuw eindigde dus niet met een big bang, hoogstens met een big blunder.

Of we dan allemaal niet geweldig opgelucht waren, toen we op 1 januari 2000 fluitend naar de bakker gingen voor een zak warme broodjes ? Toch wel, al duurde dat niet lang. Want de invoering van de euro twee jaar later, dat zou pas een chaos geven. En de Grieken zouden nooit op tijd klaar zijn met de voorbereidingen van de Olympische Spelen in 2004. En in 2030, daar kun je donder op zeggen, zal de aarde tegen een megaplanetoïde botsen. Als we tegen die tijd al niet verzopen zijn ten gevolge van het smelten van de ijskappen of massaal sneven ten gevolge van een bio-erreur zoniet bio-terreur. Met andere woorden : in deze verwarrende tijden is opluchting een zwaar ondergewaardeerd gegeven. Vlooi er de zelfhulpboeken genre De kracht van emoties en Emotionele intelligentie maar op na . Hele hoofdstukken over afgunst, jaloezie, schaamte en schuld. Wat minder hoofdstukken over verliefdheid en passie. Maar opluchting ? Nooit van gehoord. Een kleine navraag in de onmiddellijke omgeving brengt anders aan het licht dat wij, stervelingen, dagelijks vele keren opgelucht zijn. Als blijkt dat we géén parkeerboete opgelopen hebben, onze fiets niét gejat is en de kleine zich enkel een onschuldige buil gevallen is. Als de vrachtwagen die je in je spiegel ziet komen aandenderen tijdig stopt voor de file, of na een kwaaie droom blijkt dat je je thesis wél op tijd ingeleverd hebt. Meer dan twintig jaar geleden zelfs. Dat zijn de kleine huis-, tuin- en keukenopluchtinkjes waar we nauwelijks bij stilstaan.

Grote opluchting situeert zich nogal eens in de medische sfeer : het knobbeltje in de borst dat godzijdank niet kwaadaardig blijkt te zijn, de zwangerschapstest die negatief is of juist positief, want soms is de één zijn oef de andere zijn wee.

Hoe ook, opluchting is lekker. Een pak van je hart, een last die van je schouders valt, ontlading na oplading. Lijkt verdacht veel op een orgasme, maar dan zonder nattigheid. Waarom zijn we dan niet wat vaker opgelucht ? Neem nu die oudere dame in mijn straat. Durft al bij de eerste schemering niet meer alleen buiten de deur, ook al wonen we in een nette buurt, suburbia op z’n meest dommelig. Maar wat is het probleem ? Toen ze zo’n vier jaar geleden op een avond van de bus stapte, liep er aan de overkant van de straat een jongeman van de donkere soort die smerig in haar richting had gekeken. En nee, er was niets gebeurd, maar dan ook enkel omdat er zich tijdig een vrouw aangediend had, met wie ze kon oplopen. Ik dus, die niets verdachts aan de jongen in kwestie zag. Opgelucht ? Nee, want de wereld is vol gespuis dat het op oude dames gemunt heeft, je leest dat alle dagen in de gazet.

Nu, niet alleen op oude dames, Mimount Bousakla kan erover meespreken. En wat zei de senator toen de sukkelachtige Gentenaar die haar al dan niet ritueel wilde slachten opgepakt was ? Dat ze opgelucht was. Hoewel… Vroeger was ze ook al bedreigd geweest. Dus toch niet zo opgelucht. Precies daar wringt tegenwoordig het schoentje : we durven nog nauwelijks opgelucht te zijn. Om de woorden van de Britse socioloog Frank Furedi te gebruiken : we leven in een cultuur van angst, waarin de idee overheerst dat het alleen nog maar steil bergaf kan gaan. Ons geloof in de vooruitgang is weg, creativiteit en fantasie zijn ondergeschikt aan het vermijden van risico’s. Ook groot lawaai Herman Brusselmans deed het na de moord op Theo van Gogh in zijn broek, nog voor iemand er zelfs maar aan dacht hem één lang haar te krenken.

Nu is op tijd en stond een beetje bang zijn niet eens zo’n slecht idee. Het hield onze verre voorouders weg van het gebit van de sabeltijger, om maar iets te zeggen. Om dezelfde reden zijn we meer alert op slecht dan op goed nieuws. De mensheid had ook al snel door dat zij volkomen overgeleverd was aan de grillen van het lot. Ik moet daar altijd aan denken bij beelden van een vliegtuigramp : nog narokende brokstukken met daartussen een barbiepop, een aktetas, een verweesde schoen. De schamele bezittingen van mensen die een paar uur tevoren nog een leven hadden, en afspraken bij de kapper en de tandarts.

De Romeinen stelden het lot voor als een godin met een wat beate glimlach. Mooi mens overigens, die Fortuna, van herkomst een vruchtbaarheidsgodin. Vandaar de hoorn des overvloeds in haar ene hand. In haar andere hand ? Een roer, als dreigend symbool van haar macht om totaal onverwacht de koers van een mensenleven te veranderen. De wijsgeer Seneca bouwde er zijn leer op : te allen tijde moet de mens voorbereid zijn op een mogelijke ramp. Of je nu de bus neemt, van een drempeltje stapt of je geliefde ’s morgens een afscheidskus geeft, altijd moet je ervan doordrongen zijn dat het noodlot op de loer ligt. Een wetenschap die wat hem betreft niet eens gruwelijk of tragisch hoeft te zijn, maar gewoon realistisch.

En wat is het ergste wat de mensheid kan overkomen ? Het einde van de wereld , tiens. Een concept dat de mens grenzeloos fascineert en terecht. Bijna alle soorten die ooit op aarde zijn ontstaan, zijn intussen uitgestorven. Waarom zou de mens dan geen ingebouwde timer hebben ? Anderzijds : wat is dat, het eind van de wereld ? Wat moeten we ons daar bij voorstellen, hoe voelt het aan ? Zullen we weten dat het gedaan is ? En als we dat niet weten, moeten we daar dan over piekeren ? Doet mij denken aan de filosoof Etienne Vermeersch, die onlangs in het Canvasprogramma Grote vragen beweerde dat hij nachtenlang wakker had gelegen over de vraag waarom er niet Niets was in plaats van Iets. “Pak een pilletje, Etienne jong, en je zult je morgenvroeg een stuk beter voelen”, dacht ik nog.

Intussen zijn we al ettelijke keren aan de Apocalyps ontsnapt. Toch als we de Jehova’s getuigen mogen geloven, die het Einde achtereenvolgens voor 1914, 1918, 1925 en 1975 voorzagen. Waren die lui achteraf opgelucht of juist een beetje teleurgesteld, kun je je dan afvragen.

En dan is er die andere vrolijke Frans, de arts Michel de Nostre-Dame alias Nostradamus, op internet een stuk populairder dan vakgenoten Albert Schweitzer of Alexander Fleming. Niet omdat hij zich in de zestiende eeuw verdienstelijk maakte bij de pestbestrijding, maar omdat hij de wereld opzadelde met een paar duistere en zeer dubbelzinnig geformuleerde voorspellingen die hij Centuries astrologiques noemde. Geen ramp van enige omvang of er wordt achteraf van beweerd dat Nostradamus ze voorspeld had. Welke boeken stonden er enkele maanden na 11 september 2001 hoog in de Amazon-bestsellerslijst ? Geen politieke of militaire analyses, geen thrillers met oosterse terroristen in de hoofdrol, geen filosofische essays over de islam, maar niet minder dan zes werken over de zestiende-eeuwse zwendelaar.

Enkel en alleen omdat hij ooit schreef dat er in de Stad van God een Grote Donder zou plaatsvinden waarbij Twee Broers door Chaos uit elkaar zouden vallen en uit die Brand de Derde Grote Oorlog zou ontstaan waarbij de Burcht overeind zou blijven, maar de Grote Leider ten onder zou gaan. Ja, zo kan ik er ook wel een paar verzinnen. Eerder hadden een paar verlichte geesten uit soortgelijke cryptische verwijzingen afgeleid dat het einde van de wereld voor 1999 was. Een voorspelling die in 2000 veel van haar dreiging verloor. Want alles was er nog en er was nog veel meer op komst : Big Brother, de poëzie van Mark Eyskens en Marc Reynebeau als sekssymbool, om maar iets te zeggen. Misschien had Nostradamus dus toch gelijk. Of zoals Michael Stipe van R.E.M. ooit zong : ” It’s the end of the world as we know it and I feel fine.

Maar ernstig nu : hebben we eigenlijk wel reden om opgelucht te zijn ? Luister op een willekeurige dag naar het radionieuws en de moed zakt je in de schoenen : oorlog, hongersnood, massaal verkrachte vrouwen, natuurrampen, afdankingen, bootvluchtelingen, daklozen, aids, sars, gekke koeien en nog gekkere wetenschappers. Je kijkt door het raam en je bent verbaasd dat er een merel zit die het aandurft te fluiten. Waar gebeurt al die ellende ? Als je al opluchting voelt, is het van de puur egoïstische soort. ” Thank God it’s them and not you“, sneert Bono in de heruitgebrachte kerstsingle van Band Aid. De Nederlandse non-conformist Theo Kars geeft levenskunstenaars in spe de raad de schouders op te halen bij het zoveelste nieuwe doemidee. Je krijgt geen hersentumors van mobiele telefoons en als er echt zoveel troep in ons eten zit, waarom worden we dan almaar ouder ?

Sommige problemen raken vanzelf opgelost omdat ze er nooit waren. Zoals de massavernietigingswapens in Irak. Niet dat de Irakezen daar veel mee opschoten, maar de rest van de wereld haalde opgelucht adem. En wanneer zag u voor het laatst foto’s van verpieterde bomen ? Sinds de jaren negentig is zure regen totaal uit de mode. Bleek dat de echte oorzaak van boomsterfte bodemuitputting was, waaraan gemakkelijk te verhelpen viel.

Kijk, dat wil ik graag geloven. Zoals ik maar wat graag Björn Lomborg wil geloven, die Deense statisticus die brandhout maakt van het groene doemdenken, tot chagrijn van Greenpeace en de Club van Rome. Of die twee astronomen van de universiteit van Cardiff die beweren dat het broeikaseffect de wereld tegen de gevolgen van een nieuwe ijstijd zal beschermen. Alleen weet ik niet of het hier niet om een stel onverantwoordelijke gekken gaat. Raak als leek maar eens wijs uit alle tegenstrijdige informatie die voortdurend op je afstormt.

Neem nu The power of nightmares, een geruchtmakende driedelige documentaire die onlangs op BBC 2 werd uitgezonden. Goed, er zijn een hoop malcontente mensen in de wereld en dus vele plaatselijke haarden van terrorisme. Maar Al Qaeda als goed georganiseerd wereldwijd netwerk van sleeper cells is een door kwalijke politieke motieven ingegeven fantasie, beweert Adam Curtis, de producer en schrijver van de provocatieve reeks. De CIA noch enige andere veiligheidsdienst slaagde er tot nu toe in om bewijzen van zo’n netwerk te leveren. Eén zogenaamde sleeper cell die een aanslag op Amerikaanse bodem voorbereidde, bleek na arrestatie een stelletje Arabisch-Amerikaanse tieners te zijn die een vakantievideo van hun bezoek aan Disneyworld gemaakt hadden. En de zogenaamde dirty bombs, tuigen die middels conventionele explosieven dodelijke straling kunnen verspreiden, zouden al evenmin bestaan.

Of ze nu in Washington opgelucht adem halen ? Reken maar van niet. “Achter elke angst op wereldschaal zit een bangmaker met een geheime agenda”, waarschuwt Curtis. “Als je voor iéts bang hoeft te zijn, dan is het daarvoor.” En laat angst voor de angst nu de meest verlammende van allemaal zijn. Dat weet iedereen die ooit al met bonkend hart in z’n bed lag te woelen de nacht voor een operatie. De Engelsen, niet vies van enig flegma, hebben daar een typische uitdrukking voor : ” Cheer up love, maybe it won’t happen.” Met andere woorden : misschien valt het allemaal wel mee.

Je moet ook een beetje aanleg voor opluchting hebben. Zoals Sjoechov, het hoofdpersonage uit Soljenytsins Een dag uit het leven van Ivan Denisovitsj. Een simpele boer die in een Siberisch strafkamp zit en dus niet veel reden heeft om blij te zijn. En toch : “Sjoechov sliep in, volkomen tevreden. Deze dag had hem een hoop mooie kansen geboden : ze hadden hem niet in het cachot gestopt ; zijn brigade was niet naar de Stad van het Socialisme gestuurd. Voor de lunch had hij een konijn gestroopt, hij had naar hartelust gemetseld. Ze hadden hem tijdens het fouilleren niet betrapt met het lemmet van zijn zaag, hij had tabak kunnen kopen en in plaats van ziek te worden had hij de pijn verdreven. Een dag voorbij. Zonder ook maar één wolkje. Bijna gelukkig.” n

Tekst Linda Asselbergs

Hoe lang duurde de opluchting nadat alle rampen waren uitgebleven die de millennium bug zou veroorzaken ?

Luister op een willekeurige dag naar het radionieuws en de moed zakt je in de schoenen. Je kijkt door het raam en je bent verbaasd dat er een merel zit die het aandurft te fluiten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content