Topchef Wout Bru en ‘commis’ Felice laten in een nieuwe reeks kookprogramma’s klassiekers uit de Belgische keuken herleven. Het gaat er in de studiokeuken vlot aan toe en dat is nauwelijks verwonderlijk : in het Franse dorpje Eygalières zijn de twee buren én dikke vrienden. Vanaf 20 januari elke zondag op VT4.

Wout Bru mislukte aan de sporthumaniora en werd door zijn vader naar de koksschool Ter Groene Poorte gestuurd, waar hij in de klas zat met Sergio Herman (Oud Sluis) en Roger van Damme (’t Gebaar). Om de haute cuisine te leren, trok hij naar Frankrijk naar L’Ousteau de Baumanière. Dertien jaar geleden openden Wout Bru en zijn vrouw Suzy in het authentieke Provençaalse dorpje Eygalières de bescheiden Bistrot d’Eygalières. Die groeide uit tot het gastronomische restaurant Chez Bru, dat in relatief korte tijd twee Michelinsterren verwierf. Daarbij kwam nog de wijn- en olijfwinkel La Cave de Chez Bru. En daar zal het niet bij blijven : als alles naar wens verloopt, komt daar nog een hotel bij en misschien ook een Chez Bru in Moskou.

Wout Bru staat met zijn klassiek inventieve keuken midden in de actualiteit. Hij heeft het eeuwenoude Eygalières op de landkaart gezet. De beau monde houdt van de kookkunst van de Vlaming en ook van de spontaan natuurlijke manier waarop hij en zijn vrouw de dorpsbewoners, de gegoede toeristen en de sterren benaderen. Deze winter is Chez Bru echter gesloten, de Kempische tweesterrenkok is te vinden in het mondaine Courchevel, in de keuken van het gloednieuwe luxehotel Le Cheval Blanc (eigendom van Bernard Arnault van de Franse luxeholding Louis Vuitton Moët Hennessy en partner van Albert Frère).

André Steemans (Dré voor de vrienden) is beter bekend als Felice Damiano. Hij debuteerde in 1985 in het radioprogramma Het Genootschap, begon in 1992 met Herwig Van Hove met het kookprogramma 1000 seconden, dat meer dan tien jaar op het scherm kwam, en is de presentator van het populaire meezingprogramma Het Swingpaleis.

Tijdens de opname van de talkshow Als God in Frankrijk trok Felice met Adamo door Zuid-Frankrijk, waar zij verbleven in een hotelletje in de buurt van Eygalières. Toen er gegeten moest worden, werden zij naar Wout Bru gestuurd, die zich een paar maanden eerder in het schilderachtige dorpje had gevestigd. Wout : “Ik had ‘dat mannetje dat de Italiaan speelt’ direct herkend.” Na de maaltijd vroeg Felice naar de chef om hem wierook toe te zwaaien. Felice : “Vanaf die dag ben ik een superfan van de Bru’s.”

Kok en presentator raakten bevriend, waardoor Felice Wouts projecten van dichtbij volgde en raad gaf en Wout zich ontfermde over Felice wanneer deze in de buurt was. Felice : “Ik werd verliefd op het idyllische dorp en toen in 2003 het oude huis tegenover het restaurant te koop kwam te staan, hebben wij geen tien minuten geaarzeld.”

Met respect voor de ziel werd het huis gerestaureerd en met veel smaak op een sobere manier heringericht. De schaarse objecten die er staan, hebben allemaal hun verhaal. Felice en Wout zijn sindsdien overburen. Felice : “Als ik het raam van de living open, kan ik de gesprekken op het terras voor het restaurant volgen.” Wanneer de presentator in België werkt, bewaakt Wout zijn huis.

Felice is voor de feestdagen naar Eygalières gereden en Wout is een dag uit Courchevel overgekomen voor zaken en om de kinderen te knuffelen. De twee hebben afspraak aan de bar bij Remy en het weerzien is warm. Er wordt gekust, zoals bevriende mannen dat in het zuiden doen. De tomatenboer komt binnen in de bar tabac om zich te warmen en hij wordt getrakteerd op un demi. De boer stelt het gezelschap gerust : de snerpende koude is van korte duur. Eygalières telt in de winter nog geen 1500 mensen. In de zomer wonen er bijna 10.000. Dan tsjilpen de krekels, zijn de terrassen van de twee dorpscafés bezet en defileren de toeristen. In de winter is de streek desolaat en blijven veel luiken gesloten, omdat het tweede verblijven zijn of gewoon om de bittere koude buiten te houden. De natuur slaapt en de horeca volgt dat voorbeeld. Felice moet wennen aan de rust. Door de winterse sluiting van Chez Bru is het karakter van het dorp weer authentiek en puur.

Felice mist de dagjestoeristen niet, wel zijn overbuur : “Vroeger waren er in deze periode feestjes, waar ik dj speelde. Gewoonlijk zien Wout en ik elkaar elke dag. Ik stap binnen in het restaurant, waar ik het personeel ken. Ik loop door naar de keuken waar ik met ‘Hallo, hier ben ik’ mijn komst aankondig. Wout : “Ik kom regelmatig bij Felice aan de deur kloppen om een glaasje te drinken. Of wij ontmoeten elkaar na de service bij Remy in het Café du Centre, dat naast Chez Bru ligt. De voltallige keukenbrigade is er dan meestal ook bij en menigmaal is het feest tot in de vroege uurtjes. Vaak komt de politie binnen om te zeggen dat Remy moet sluiten. Dan rijden les flics verder. Als ze een tweede keer passeren, drinken de agenten iets mee en pas wanneer de politie naar huis gaat, wordt het café achter hen gesloten en gaat iedereen onder de wol. Ik waardeer Felice, omdat hij zegt wat hij denkt. Toen de tweede ster viel, vroeg ik hem of wij nu nog eten op het terras voor de deur konden serveren. Felice adviseerde om te blijven zoals wij waren. Hierdoor is Chez Bru waarschijnlijk het enige restaurant met twee Michelinsterren, waar men op het terras voor de deur gastronomisch eet.”

Voor Felice is Wout een bijzondere man. Felice : “Ik ken de meeste restaurants uit de streek en ik eet helaas vaak hetzelfde. Bij Wout kom ik dezelfde Provençaalse producten tegen, maar die worden op een heel eigen manier benaderd. Als ik in Eygalières ben, heb ik de eer om nieuwe gerechten voor te proeven. Nooit had ik durven hopen dat wij ooit samen iets voor de camera’s zouden gaan doen. Toen die kans uit de lucht viel, werd ik plots overmand door angst. Ik weet dat Wout zich kan afsluiten, als hij geconcentreerd met eten bezig is. Gelukkig is dat in de studio niet gebeurd : Wout bloeide open en groeide voor de camera. Er ontstond een interactie met het publiek, waardoor de zaal vol lachende gezichten zat.”

De kinderen komen na school aangestormd. Felice neemt Wout, Boris en Lou mee naar de oude kapel met de toren boven op de heuvel. Wout is hier nog nooit geweest en is verbaasd over het panoramische uitzicht. Op de achtergrond zien we de Mont Ventoux. Na de wandeling hebben de vrienden honger. Veel keuze is er in dit winterse Eygalières niet. Wout en Felice trekken naar de Italiaanse bistro L’Aubergine (vroeger Le Petit Bru), naast Chez Bru en opengehouden door rasechte West-Vlamingen. Er wordt ravioli besteld en een fles Cuvée Léa 2001, Domaine de l’Ecole, Côte d’Aix en Provence. Felice strooit zout op zijn brood, Wout verkiest olijfolie. De twee discussiëren en zijn het uiteindelijk altijd met elkaar eens. Zij zijn, als echte vrienden, loyaal en gunnen elkaar het beste.

Felice : “Ik bewonder de ongelooflijke energie van de kok en zijn snelle recuperatievermogen. Wat hij presteert, staat op het niveau van een topatleet, een sportman die zich voor honderd procent geeft.” Wout bewondert Felice : “Hij is zo professioneel, het is onwaarschijnlijk hoe hij voor de camera op een intelligente manier snel kan keren en draaien. Felice heeft alles onder controle en praat er vrolijk op los, maar tegelijkertijd volgt hij, via het verborgen oortje, de aanwijzingen van de regisseur.”

De ravioli zijn smakelijk. Felice mijmert over de kalkoen met truffels en roomsaus met cognac, die zijn vader bereidde of de scampi in looksaus. Het zijn gerechten van de herinnering. Wout : “De klassieke keuken mag je nooit verloochenen. Wanneer je iets toevoegt of verandert, bijvoorbeeld door het gebruik van een nieuwe techniek, dan is dat slechts verantwoord als je een meerwaarde creëert.” Alweer zijn de twee vrienden het roerend met elkaar eens. Overigens is dat de filosofie achter de reeks kookshows.

Chez Bru : Eygalières, +33 4 90 90 60 34. www.chezbru.com

Door Pieter van Doveren I Foto’s Kris Vlegels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content