KNIPOOG NAAR MONDRIAAN

Onder de verlaagde plafonds ontdekte Élise van Thuyne de oorspronkelijke zolderingen die net een betere hoogte hebben om de lichtinval ten volle tot zijn recht te laten komen. Hier stappen we door de grote leefruimte met helemaal rechts de doorgang naar de keuken. De ruimte wordt simpelweg met een gordijn verdeeld. Élise houdt van strak design van industriële inspiratie, zoals de fiftiestafel links. © JAN VERLINDE

Deze Gentse woning uit de jaren dertig heeft nog wat van haar interbellumstijl en -sfeer bewaard, maar toch is het interieur van deze tijd. Voor ontwerpster Élise van Thuyne is het hertekenen van zo’n woning een kwestie van uitpuren en componeren.

De woning ligt verdoken achter een groen scherm in een villawijk. Pas als je ervoor staat merk je hoe mooi en monumentaal de architectuur wel is. Het is een bijzonder pand, opgetrokken in 1935 door de Gentse architect George Cosyns die zoals wel meer van zijn tijdgenoten opkeek naar de moderne architectuur van Nederland.

In het Gentse waren nogal wat architecten tuk op de expressionistische baksteenbouw van de Amsterdamse School. Op Amsterdam Zuid vind je soortgelijke huizen met glasramen in geometrische Mondriaanstijl. Élise van Thuyne besefte meteen de waarde van de architectuur en paste het pand met zachte hand aan de hedendaagse levenswijze aan. Élise heeft een aparte plaats verworven in de architectuurscène. Ze is geen architect en zeker geen decorateur, maar richt woningen in waarbij ze veel verder gaat dan alleen het herkneden van het interieur. Ook hier heeft ze gesleuteld aan de circulatie en met doordachte ingrepen de stijl van de woning versterkt.

“Toch niet evident,” legt Élise uit, “want heel wat zat verstopt onder valse plafonds en wanden, waardoor zelfs de oude indeling wat onduidelijk werd. Het pand was trouwens helemaal overwoekerd door de tuin, waardoor het interieur somber was en je het sublieme lichtspel niet meer zag.” Architect Cosyns heeft nochtans grondig nagedacht over het licht in huis. Hier en daar zorgen glasramen in geometrische stijl voor heuse lichttableaus, vooral in de monumentale hal in een soort pakketbootstijl. Op een overloop, aan een groot en prachtig venster, creëerde Élise zelfs een zithoek, precies om je passage door die ruimte te vertragen, om intenser te kunnen genieten van de architectuur en het licht. Daar merk je ook de bijzondere detaillering op, zoals de deuren met driehoekige ramen en de typische zwart-rood geschilderde trap. Dat soort details herinneren nog aan de architectuur van de grote Nederlandse bouwmeesters Hendrik Berlage en Michel de Klerk.

Beneden ontwikkelde Élise van Thuyne een woonruimte die zich uitstrekt over verscheidene kamers die zonder deuren in elkaar overlopen. Aan de straatkant geeft haar bureau uit op prachtige abstracte glasramen. Belangrijk om aan te stippen dat het niet om ramen gaat in de decoratieve art-decostijl, maar om sobere glascomposities met een Mondriaan- of van Doesburgpatroon. We herkennen dat geometrische lijnenspel ook in de verdere aankleding van het interieur, waar Élise die patronen steevast herhaalt. Via een nauwe doorgang kom je in een zitkamer en vervolgens een grote leefruimte, deels nog met de originele hoge lambrisering. Sobere meubelen, sommige uit de Bauhaustijd, versterken de architecturale stijl van het interieur, die niet minimalistisch is, maar op een poëtische wijze zakelijk is opgevat.

Élise creëerde beneden een bijzondere circulatie die je van haar bureau tot in de keuken leidt. Tussen eetruimte en keuken zit een smalle en bijna onopvallende doorgang, een subtiele ingreep. Zij noemt het een perforatie. “In zo’n pand moet je uiteraard ingrijpen en sleutelen aan structuren, zonder de waarde van de architectuur uit het oog te verliezen. Wat werd veranderd is een verrijkende aanvulling, geen bescheiden invulling. Zo’n gebouw leefbaar maken en herkneden is als een boek schrijven, ik vergelijk het met uitpuren en componeren,” legt Élise van Thuyne uit. De keuken werd grotendeels bewaard om het evenwicht te herstellen en de frisse sfeer van het jarendertigfunctionalisme weer op te roepen.

Ook in het kleurenpalet schuilt een warme soberheid. Van sommige deuren liet Élise de slijtage gewoon zichtbaar en andere deuren en wanden herschilderde ze met haar eigen palet. Ze ging te werk zoals in de monumentenzorg. Het resultaat van dit alles is alsof het pand nooit werd verbouwd, maar zich langzaam heeft aangepast aan het vlieden van de tijd.

Info : www.elisevanthuyne.be

DOOR PIET SWIMBERGHE & FOTO’S JAN VERLINDE

Tussen eetruimte en keuken zit een smalle en bijna onopvallende doorgang, een subtiele ingreep, een ‘perforatie’

“Als je ingrijpt in zo’n pand mag je de architectuur niet uit het oog te verliezen. Wat werd veranderd, is een verrijkende aanvulling, geen invulling”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content