Kloontjelief
Waarom is er sinds de komst van Dolly eigenlijk niet wereldwijd een juichlied losgebarsten? Eindelijk, eindelijk is er een methode gevonden om van dat vreselijke vleselijke gedoe verlost te geraken. Eindelijk behoort een wereld zonder seks tot de mogelijkheden. Seks hoeft niet meer!
Dankzij de nieuwe bevruchtingstechnieken zaten we al een eind in de goede richting, maar nog steeds hadden die zaadcel en die eicel elkaar nodig. Wie gezegend was met een gezond lijf, was tegelijk gedoemd om die twee op een natuurlijke wijze bij elkaar te brengen en, zoals men weet, heeft die praktijk tot onnoemelijk veel ellende geleid. Maar nu ons de geslachtsloze voortplanting in het vooruitzicht wordt gesteld, steigeren we. Het idee dat er een duplicaatje van onszelf op deze aardkloot zou rondlopen, jaagt ons de stuipen op het lijf. Of is het vooral de veronderstelling dat er nog zes exemplaren van onze buurman kunnen bijkomen die ons koude rillingen bezorgt?
Laten we eens eerlijk zijn. Wat is au fond het verschil tussen een kloon van een individu en een kind dat het product is van twee individuen? Het antwoord is simpel: in plaats van genetisch materiaal van twee personen, beschikt een kloon over genetisch materiaal van één persoon. So what? Kloontje heeft weliswaar de helft minder kans op talenten, maar ook de helft minder kans op mankementen. Het resultaat hoeft niet noodzakelijk slechter te zijn.
Ook het bezwaar dat er twee of meerdere fysiek identieke personen zouden bestaan, slaat nergens op. Een eeneiige tweeling of meerling heeft toch ook recht op bestaan? Bovendien weet eenieder die ooit naar een pasgeborene is gaan kijken, dat hét gespreksonderwerp rond de wieg meestal draait rond de vraag op wie het wezentje nu het meeste lijkt. En wanneer het “sprekend zijn vader is”, neemt niemand daar aanstoot aan. Zo gaat dat nu eenmaal met genetisch materiaal.
Tegenstanders beweren ook wel eens – minachtend – dat ijdelheid een motief zou kunnen zijn om zich te laten klonen. Alsof tot nu toe bij een ouderpaar ijdelheid géén rol zou hebben gespeeld! Alsof papa en mama in spe niet vurig hopen hun eigen briljantste eigenschappen later bij ukkepuk te zien verschijnen, om die dan mateloos te kunnen bewonderen. Enige zelfkritiek zou niet misplaatst zijn.
“Hitlerkes!” sputteren anderen tegen. Terwijl momenteel elke dictator zoveel nakomelingen kan laten werpen als hij maar wil, op voorwaarde dat zijn genetisch materiaal maar vermengd wordt met dat van een vrouw. Alsof die vrouw per definitie een madonna is die de anti-autoritaire opvoeding in praktijk brengt, en niet een even gevaarlijk kreng als de zaadleverancier. Krijgen we zo een betere wereld?
Zoals er gewaarschuwd kan worden voor Hitlerkes, zo kan er gewezen worden op de paradijselijke bijdrage die vele Moeder Teresakes aan deze wereld zouden kunnen leveren. Bovendien zou ene Moeder Teresa hiervoor niet eens meer voor de zwakheid van het vlees hoeven te bezwijken.
Ongelofelijk toch, wat er niet allemaal mogelijk wordt. Het begon er de laatste tijd steeds meer op te lijken, maar nu staat het vast: mannen en vrouwen hebben elkaar niet meer nodig. Wie zich wil voortplanten, plante zich voort. Gedaan met die vermoeiende zoektocht naar een partner die ook een geschikte ouder zou kunnen zijn. Geen eindeloos gepalaver meer tussen man en vrouw die van mening verschillen over het al dan niet op de wereld zetten van een kind, van een tweede of misschien een derde. Gedaan met al die slapeloze nachten, met dat gewoel in bed. Gedaan ook met dat gezeur over gedeelde verantwoordelijkheid en taakverdeling thuis. Wie zich laat klonen, is verantwoordelijk. Punt uit.
Voor vrouwen, die naar verluidt meestal vragende partij zijn als het over voorplanting gaat, breken zalige tijden aan. Geen sperma meer nodig, dus ook geen man meer nodig. Wat een energie komt er niet vrij! Voor mannen ziet de toekomst er echter minder rooskleurig uit. Hun zaad heeft niemand meer nodig, maar zonder eicel, en dus zonder vrouw, staan zij nergens. En stél dat ze een eitje-zonder-vrouw zouden kunnen krijgen om zichzelf te klonen, wie gaat dan thuis voor kloontjelief zorgen? Papakloon?
Nee, het zal zo’n vaart niet lopen met de zichzelf klonende man. Naar alle waarschijnlijkheid hebben we hier zelfs met een uitstervende soort te maken. Misschien kunnen nog enkele exemplaren behouden worden om bij gelegenheid voor enig nostalgisch vertier te zorgen, maar verder hebben vrouwen voor liefde en affectie aan elkaar genoeg. Waarom laten lesbische vrouwen zich in dit debat niet horen? De toekomst is aan hén! Het tijdperk van de vrouwenliefde is aangebroken. Juicht dames, juicht. Laat de mannen eerst nog maar wat richtlijnen uitvaardigen en medisch verantwoorde criteria opstellen, maar het hek is van de dam. Dolly sprong erover, de rest zal onverbiddelijk volgen.
Jo Blommaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier